IP1. 11 B> No. 5. Vrijdag 3 Augustus 1945 Ie Jaargang WA mm Imm ibsJIljl EBBgBBiBSil iasBBBiflaiB SbbBIbbbbb BBËBgBElBBEBIBB BBBIBIBBIIBBflBI: m mmm IBB1I1B Uitgave van de Particuliere Synode van de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Stichting van Publicatie en Voorlichting der Gereformeerde Kerken in Nederland. VOORTGAANDE VERWARRING EN ONDERMIJNING VAN KERKGEZAG. INTERESSANTE VRAGEN VAN CHR. GEREF. ZIJDE. ESSSIB SBBIBBB llllBll "1 BEK| P am ■ail nes Ilfilil HBjjjaS BI^IS^QK |JW| INi» BBIi B8E BBI ■Bil mi mm BiSISS|j Bil ■IB III III6I1I Abonnementsprijsper halfjaar bij vooruitbetaling f 2, Afzonderlijke nummers 9 cent. Advertentiën 20 cent per regel. Berichten, Opgaven Predikbeurten enz. tot Dinsdagmorgen te zenden aan de Drukkers Littooij Olthoff, Spanjaard straat, Middelburg. Telefoon 2438. Gironummer 42280. Hoofdredacteur: Dr N. J. HOMMES. Redacteuren: Dsjoh. BOOIJ, Ds W. M LE COINTRE, Ds A. A. OOSTENBRINK en Ds. J. A TIEMENS. Drukkerij LITTOOIJ OLTHOFF, Middelburg. GEBONDENHEID. Zoo bid ik U dan, ik, de gevangene in den Heere Efeze 4 la. Een machtig woord van den in Rome ge vangen apostel Paulus, gericht tot zijn KI. Aziatische gemeenten, waarvan Efeze in alle opzichten het middelpunt was. Hoe voelt deze gezant in ketenen, ondanks zijn innerlijke vrijheid, de smart dezer uit wendige gebondenheid Er ligt iets weemoedigs in dit woord hij wil er mee zeggen nu zal mijn innige bede, om toch waardiglijk te wandelen, bij u ingang vinden. Terwille van het getuigenis van Jezus Christus, ben ik toch gebonden. Luister dan toch naar mijn woord, want het is Gods woord Denk toch niet verkeerd van mij Erken mij, als een wettige ambtsdrager van Jezus ChristusPaulus is een gevan gene in den Heere. Dat wil mèèr zeggen, dan gevangene om Christus' wil, of gevangene van Christus. Het wil óók zeggen als ge vangene ben ik evenzoo in den Heere, in Hem levend, werkend, als toen ik vrij van banden was. Het zijn-in-Christus, is zijn blijvende toestand. Dat zijn-in-Hem, heeft hem juist in banden gebracht. En als de apostel zóó zijn banden ziet, dan behoeft hem dit ook niet te ontmoedigen, ja dan moet dit gevangenzijn vruchten afwerpen voor het Koninkrijk Gods. En dat is dan ook gebleken. Die gebon denheid bracht mee geestelijken wasdom en zij wierp vruchten af voor het kerkelijk leven der gemeente tot op dezen dag, ja óók voor eigen geestelijk leven. Paulus heeft in Rome, als gebondene, anderen verrijkt en zelf nam hij toe in kennis en genade. Immers de meeste zijner brieven, de voornaamste, zijn in gevangenschap geschreven. Brieven vol leering en vermaningdogmatische brieven en ethische brieven, waaruit de geloovigen troost en leering en vermaning geput habben. ïn die brieven merken we op, opklimming en ontwikkeling, geestelijken groei. Paulus' geloofsleven is in zijn gevangenschap verdiept, verrijkt geworden. De gansche kerkgeschiedenis is als één commentaar op dit woord ik bid U, ik, de gevangene in den Heere In haar banden groeide de kerk. Telkens was uitwendige gebondenheid, voorwaarde voor geloofsgroei. Deze gebondenheid was er, als vrucht van den band aan Christus en Zijn Woord. Ware vrijhefd is er juist door gebondenheid. Vrij gemaakt door den Zoon des menschen, is de zondaar waarlijk vrij. Maar die vrijheid mag hij nooit misbruiken ter oorzake van het vleesch. Het gaat in ons leven, lezer, niet, zooals gij zelf gaarne wilt. Het gaat met den ge- loovige alleen door lijden, door kruisdragen tot heerlijkheid. En daarom is, gevangene in den Heere, in gehoorzaamheid Hem volgen en door Zijn hand zich laten leiden. Hij, Die zelf gebonden werd, opdat Hij ons zou ontbinden, door Wiens striemen ons genezing is geworden. Ik lag machteloos gebonden. Gij kwaamt en maakte mij vrij En zoo leert de geloo- vige, in zijn vaak smartelijke gebondenheid als vrueht van zijn gebondenheid aan Christus, Paulus woord verstaan maar nu van de zonde vrijgemaakt zijnde en Gode dienstbaar ge maakt zijnde, hebt gij vrucht tot heiligmaking. De Christen is waarlijk vrij, zoodat zijn leven eerst recht vruchtbaar worden kan tot heilig making, tot dienst van God, juist door zijn gebonden-zijn aan Cbristus. Want de Zoon maakt ons vrij, door ons aan Zich te binden. De Zoon maakt ons zelfstandig, door ons aan Zich te onderwerpen. Hij maakt ons onafhankelijke menschen, door ons van Hem afhankelijk te maken. Het klinkt alles zoo tegenstrijdig en toch het erkennen van deze waarheid, maakt eerst vrij, ja maakt ons wéér vrij wij, gebon- denen aan de zonde. Bedroef U dan niet, als tegenspoed en smart U verkomt als verdrukking en smaad uw leven bemoeilijken Zou het kunnen zijn, dat al wat U overkomt, teekenen zijn, dat gij op Gods weg niet zijt, dat gij nog geen vruchten genoeg voortbrengt tot Zijn eer? Bedroef U alleen over uw band aan de zonde. Wil alleen Gods gevangene zijn D. J. E. V. Ten behoeve van de Classes Axel, Goes en Zierikzee is een voorraad lectuur aanwezig ter verspreiding en wel ten huize van Br. Zuidema. Mag ik als lid der Stichting, de Afgevaar digden-predikanten der laatst gehouden Part. Synode uit de genoemde Classes verzoeken, deze lectuur zoo spoedig mogelijk af te halen en te distribueeren Dat is naar de bedoeling der Synode. Dr. N. J. HOMMES. AANGENOMEN naar Kamperland door H. Scholing te Arnemuiden. Prof. Schilder is zijn reformatietocht nu ook door onze provincie begonnen om onze kerken te verlossen van het Synodale juk en „vrij te maken naar art. 31 K.O." Het is droef te zien, dat een man met zooveel gaven voortgaat om ze op een heilloozen weg aldus te ver morsen. Gelukkig zal, ten spijt van alle propaganda en voorlichting, de overweldigende meerderheid van onze Zeeuwsche Kerken hem op dezen fatalen weg niet volgen. Afgezien van alle bezwaren, voelt ons Gereformeerd volk in onze provincie bij intuitie aan, dat de weg van Prof. Schilder een hellend vlak is. Hierop moet inderdaad toegepast worden, wat Ds. Post onlangs van Groen van Prinsteren citeerde: Afscheiding, die geen plicht is, is zonde. Hier en daar zal vermoedelijk heelaas een slacht offer vallen. Wat ik tijdens de Conferentie te Breda in Maart bij een discussie mij liet ontvallen, dat ik den indruk had alsof sommigen wachtende waren op contact met boven de rivieren om dan te „starten" hetgeen mij toen kwalijk genomen werd schijnt nu door de feiten te worden bevestigd. Wat onder alle rumoer pijnlijk aandoet, dat is de voortgaande verwarring en daling van kerkelijk besef en denken. Als ontstellend voorbeeld mag hier wel genoemd worden, wat in Middelburg is voorgevallen. Een vergadering, waarin Prof. Schilder optrad in de Oostkerk, welke blijkbaar met groote vriendelijkheid voor de anti-kerkelijke actie der bezwaarden wordt ter beschikking gesteld en waarin Prof. Schilder op wekte tot scheuring, stond onder leiding van Ds. Vreugdenhil, Geref. Predikant te Meliskerke. Schrijver dezes las dit feit in een krant en kon zijn oogen eerst niet gelooven. Heelaas bleek het de waarheid te zijn. In den kring der bezwaarden is men zoo uiterst gevoelig voor het kerkrecht. Tegelijk moet men telkens constateeren dat men daar blijkbaar het eenvoudige abc der kerkelijke huisorde niet meer kent. Vele leden onzer kerken, die dit pijnlijk feit hebben gelezen of gehoord, vragen zich verbaasd af: kan dit alles zoo maar? Ik wil op deze begrijpelijke vraag niet nader in gaan. Van harte hoop ik dat Ds. Vreugdenhil, die met deze daad de Geref. Kerken, welke hij dient, een slag in het aangezicht heeft toegediend, openlijk zijn leed wezen hierover wil betuigen. M. N. J. H. Van bevriende zijde werden mij toegezonden een aantal vragen door een Chr. Geref. broeder opgesteld en gericht aan Prof. Schilder. Nu Prof. Schilder loochent al wat hij jaren lang met kracht van argumenten tegenover de Chr. Geref. Kerk heeft verdedigd argumenten, welke de Synode nog dankbaar waardeert nu wekt het geen bevreem ding dat de Chr. Geref. Kerken met meer dan gewone belangstelling de dogmatische evolutie van den vroegeren bestrijder nu bondgenoot -volgen. Er zit tusschen den vroegeren Prof. Schilder en de Chr. Gereformeerden nog heel wat „oud zeer". De laatsten zijn dat nog niet vergeten. Dat blijkt ook wel uit de gestelde vragen. Ze zijn voor ons in het geding van heden ook zeer interessant. Ze luiden als volgt: lo. Is Prof. Schilder nog van meening dat de Chr. Geref. Kerk een Scheurkerk is? Indien de referent daarop ja of neen antwoordt, wil hij ons dan eens uiteenzetten, wat hij verstaat onder het begrip: Scheurkerk? 2o. Is er niet een wezenlijk verschil tusschen het „staan" blijven der Chr. Geref. Kerk in 1892 en het vormen van een vrijgemaakte Geref. Kerk van 1944'45? 3o. Waarom voegen zich de bezwaarden niet bij de Chr. Geref. Kerk, daar zij zich niet kunnen onder werpen aan de „bindend" verklarende S,node-be- sluiten? 4o. Waarom sticht men (institueert) dan een nieuwe Kerk, naast de Chr. Geref. Kerk, al noemt men deze dan „vrijgemaakte"? 5o. Is het juist om eerst een Synode van de „vrij gemaakte Geref. Kerk te houden en eerst dan een samenspreking te houden met de Chr. Geref. Kerk? 6o. Is de formeele zijde van de zaak in geding, geheel te verantwoorden, of is de niet onderwerping aan de besluiten der Synode 1905—1904 en de daar uit voortgekomen besluiten nl. over te gaan tot de institueering van de vrijgemaakte Geref. Kerken, ook een schismatieke daad? 7o. Herroept Prof. Schilder zijn brochure getiteld: „Het neo-Calvinisme te Apeldoorn veroordeeld?" door zijn verwerpen van de verondergestelde wederge boorte? 8o. Erkent Prof. Schilder dat de conclusies van Prof. v. d. Schuit inzake de door Schuit genaamde dormante (sluimerende) wedergeboorte leer van Dr. Kuyper juist is? 9o. Hadden de „bezwaarden" niet het verwijt van schismatieken kunnen ontgaan door: a. te protesteeren bij de Generale Synode; b. nadat dat vruchteloos bleek zich te melden bij de Chr. Geref. Kerk?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1945 | | pagina 1