FAMILIEBERICHTEN ZEEUWSCHE KERKBODE! UIT DE PERS. KERKNIEUWS. OFFICIEELE BERICHTEN. Zelfs onder vrome schijn mogen we niet en nooit des Heeren V/oord ongehoorzaam zijn wij ouders niet, en ook onze kinderen niet. Daar is brutale ongehoorzaamheid en daar is schijnbaar min of meer vrome ongehoorzaamheid. Maar onze God laat ons zien, dat die onder scheiding alleen maar bestaat in de meening der menschen en in de overleggingen van ons ver dorven hart. Gehoorzamen Dat is des Heeren wil doen niet op onze manier, maar zuiver naar des Hee ren Woord. Dat geldt voor de ouders en dat geldt voor de kinderen. ,,Wat wilt Gij, dat ik doen zal Wij en onze kinderen zoeken dikwijls vele vonden. En we zoeken ons te onttrekken aan de kleur van des Heeren eisch en wet. Toch moes ten we meer bedenken, dat alleen God maar te eischen heeft en dat wij slechts te handelen heb ben naar het Woord van den jongen Samuël „Spreek, Heere, uw knecht hoort Om dan ge hoorzaam en gewillig naar Zijn Woord te han delen. En dan in dien weg te ervaren Gods rijk beloofde gunst. Beter dan slachtoffer is gehoorzamen. Ja, want eigenlijk kan er alleen maar van offeren gespro ken worden in den weg van gehoorzaamheid. Dan vallen gehoorzaamheid en offer samen het offer van onze wil, van ons geheele zijn, van ons hebben en houden. Gehoorzamen is alzoo vragen, wat God wil, dat we doen zuilen ook als God dat vraagt door degenen, die Hij over ons gezet heeft, onze ouders in de eerste plaats. En die gehoorzaam heid is gemakkelijk en uit liefde te betoonen, als het geldt lieve en wijze ouders de wederzijd- sche liefde brengt de gehoorzaamheid als van zelf voort. Gelukkig, waar die liefde woont, daar gebiedt de Heere Zijn zegen. Maar anders wordt het, als er botsing van meeningen komt. Als Saul zijn eigen zin en wil toch ook wil volgen. En dan helpt geen offeren van beste beesten dan moet er zijn het offer van de eigen wil en eigen lust en van eigen voor deel en van eigen aangenaamheid. Opdat zoo weer gehoorzaamheid en offeren zullen samen vallen. En zoo Gods gunst en zegen zal worden ervaren, die Hij beloofd heeft op het houden van Zijn geboden en inzonderheid op het houden van het gebod der gehoorzaamheid, „met een belof te" immers Moeilijk is dat gehoorzamen, als we er zelf wat veel voor bukken moeten voor grootere kinderen zijn de geboden der ouders wel eens veel-eischend. Zij, die groote jongens en meis jes, al bijna volwassen geworden, moeten wel eens voordeelen prijs geven, schade lijden eigen inzichten op zij zetten. Maar dan moeten ze toch niet als Saul doen en zeggen „ik bedoel het toch ook wel goed en ik wil toch wel een beetje de goede kant uit en dat andere zal ik dan wel beter doen, als ik hierin dan maar mijn zin krijg en eigen inzicht mag volgen Als ze daarbij in ongehoorzaamheid eigen verkeerde wil volgen, dan helpen alle andere schijnbaar goede dingen niets. Dan komt rechtmatig ook tot hen het woord Gehoorzamen is beter dan slachtoffer en opmer ken dan het vette der rammen. Alleen in rechte wegen geeft onze God Zijn zegen Van W. te W. EEN GEVAARLIJK STADIUM. In de Kerkbode van de Classis Gorkum schreef Ds D. Zemel van Vianen het volgende „In den tijd, die achter ons ligt, heeft de Hee re ons. zwaar geslagen op meer dan één plek. De tuchtroede is duchtig over ons heengegaan. En nog hebben de bezoekingen des Heeren geen einde genomen. Misschien moeten zelfs de ergste slagen nog vallen. En in preek en geschrift is er aangedrongen om ons onder de slaande hand Gods te veroot moedigen en niet minder om ook in onze dagen te letten op de gangen van Jezus Christus, Die door alles heen bezig is te bouwen Zijn eeuwig koninkrijk. Deze dingen hebben ons niet onberoerd gela ten, lieten ongetwijfeld eenigen indruk na, dre ven ons dichter naqr den Heere onzen God. Maar nu is dit het merkwaardige, dat al spoe- HOOFDSTUK XXXX. Anneke Goudoever had haar vrije middag en ze besloot te gaan fietsen. In een aardig licht toiletje stapte ze op haar fiets. Was het vreemd, dat ze alleen ging Dat ze niemand had kunnen meekrijgen Was het toevallig Els Nieboer had ze niet thuis getroffen. Corry Vermaas zat met haar verloofde op Ameland. Maar was het zoo erg eens alleen te zijn Eens ongehinderd te genieten in de heerlijke natuur Ze peddelde voort. Je moest er ook eens tusschen uit. 't Verpleegstersleven was al druk genoeg. Nu was ze er tusschen uit. Waar naar toe vanmiddag Haren Paterwolde Och, wat deed ze zoo ver. Ze reed nu aan den Paterswoldscheweg. Zwaaide ineens rechts af. Stadspark. Heerlijk was 't hier. Ze snoof de fijne lucht eens in verrukkelijk. Daar stond een bank. Even pauseeren Accoord. Dan zat ze op de bank. Een fijn zitje hier. In de schaduw van een boom. Dat deed je nou werkelijk eens goed. Hier en daar een wandelaar. Men lette niet op haar. Men liet haar met rust. Er was ook niets bijzonders. (Slot volgt) dig weer bij de meesten de zaken werden voort gezet op den ouden voet. Tot een krachtige ver nieuwing des verbonds is het, voorzoover ik tenminste kan zien, in de kerk niet gekomen. De vreeze des Heeren waakte niet op. Dan zouden we heel iets anders moeten ont dekken. Doch wat bespeuren we Inplaats dat veel christenen rustig en met een vrij geweten den Heere blijven dienen, vullen zij hun leven met allerlei ongegronde praatjes en geruchten, koesteren zij zich in toekomstverwachtingen, waarvan zij absoluut niet weten of zij ooit wer kelijkheid zullen worden. De eenige stof van het gesprek is de oorlog en nog eens de oorlog, zelfs het weer heeft het tegen den oorlog moeten af leggen. Ik wil niet ontkennen, dat de oorlog be langrijk is, zelfs zeer belangrijk, echter alleen in dienst van den zegevierenden gang van Jezus Christus over deze aarde. Menig Christen daarentegen spreekt over den oorlog op zichzelf. Het zondige van die gesprek ken ligt dan ook daarin, dat Christus met Zijn dienst al meer op den achtergrond komt te staan. De oorlog gaat het op deze wijze in beteekenis van Jezus Christus winnen. Terwijl wij moesten opgroeien in de genade en de kennis des Heeren, zijn wij bezig te verachteren. Daarmee gaat samen, dat evenmin het verlan gen naar 't Woord des Heerén sterker is gewor den. Ik bedoel daarmee niet, dat wij mochten verwachten, dat onze kerken plotseling vol zou den loopen. Alleen zou dat mogelijk zijn, indien velen van ons volk tot bekeering kwamen. En die verwachting is wel te hoog gespannen. Van onze eigen Gereformeerde menschen kunnen de kerken niet in eens overvol raken, tenminste en kele uitzonderingen daargelaten. Doch zij die ge regeld naar Gods huis opgaan, luisteren haast net eender naar Gods Woord als te voren. Het is hun dierbaar, zij vinden er troost in, niet gaar ne zouden ze het missen, ongetwijfeld, maar over het algemeen is het hun heusch niet heerlijker dan een jaar geleden. Na een droevig intermezzo beweegt alles zich weer gewoon voort. Hiermee hangt samen, dat zij die vroeger plachten te sla pen heden even rustig slapen, zelfs een bom, die valt in de verte maakt hen niet wakker, hoe zou het ook kunnen, daar Gods Woord het niet ver mag hen wakker te houden en zij die tot regel hadden slechts éénmaal de kerk te bezoeken heb ben zich niet blijvend bekeerd tot een getrouw opgaan met Gods volk. Zoo zijn slappe ouders eveneens slappe ouders gebleven. Zonder eenig bezwaar te gevoelen la ten ze hun groote kinderen den Zondagmorgen, den ochtend van Gods dag uitslapen, staan ze hun toe de bioscoop te bezoeken, de radio on beperkt te laten schetteren en geven ze zich niet de minste moeite hun kinderen op de jeugdver- eenigingen te krijgen. Zelfs ook overigens goede ouders spreken weinig met hun kinderen over den dienst des Heeren, ze vergeten om hen er op te wijzen vooral in dezen ernstigen tijd ge trouw te zijn en dicht bij den Heere zich te hou den, waar het alleen veilig en goed is. Ze schij nen haast niet te beseffen, dat hun kinderen zijn kinderen des verbonds en dat de Heere hen ge bruiken wil, gelijk ze dat zelf bij den doop be loofd hebben, om die kinderen aangaande het verbond te onderwijzen en in het verbond op te voeden. Het lijkt net alsof er niets gebeurd is. Dat blijkt ook daarin; dat niet verlevendigd is de hoop op de komst van onzen Heere Jezus Chris tus. We rekken allesbehalve den hals om ver langend naar Hem uit te zien, terwijl toch de Schrift uitdrukkelijk zegt, dat, indien deze din gen, die we nu meemaken, geschieden, we het hoofd zullen opheffen omdat onze verlossing nabij is. Doch de hoofden zijn meer neergebogen naar de aarde om het van de aarde te verwach ten. Menschen zullen ons redding brengen. En als er nog gesproken wordt over de verschijning van den Heere Jezus op de wolken, is het of met angst of met egoisme. Met angst, men is bang, dat de Rechter van hemel en aarde Zich open baren zal, daar men Hem niet goed kent als de getrouwe Zaligmaker, Die Zich om onzentwil voor Gods gericht heeft gesteld en al den vloek van ons weggenomen. Met angst eigenlijk zou men veel liever tot in het oneindige het aardsche bestaan voortzetten, een nieuwe aarde bekoort nog niet zoo erg, deze aarde, vooral zoodra het er weer een klein beetje rustig is, verkiest men ver boven een nieuwe aarde, waar vrede en ge rechtigheid zullen wonen. Maar ook met egoisme. Wanneer Christus komt, krijgt men het goed en krijgen anderen het slecht, ziet men Zijn wraak, waarnaar men zoo sterk verlangt, heeft men niets meer te lijden en te dulden, is er een einde ge komen aan alle ellende. Voor hen komt niet Christus terug, Dien Zijn eeuwige Vader zal be zorgen volkomen heerlijkheid, een heerlijkheid, die mag uitstralen over Hem en al de gekochten met Zijn bloed, zoodat God zal zijn alles in allen, maar voor hen komt een Christus terug, Die hun knecht is en hun alles zal geven. En dit velerlei kwaad ontspruit uit één wortel. De Heere, de God des verbonds, onze genadige Vader in Jezus Christus is te weinig realiteit voor ons in Zijn Woord, dat Hij ons verkondigt en in Zijn geschiedenis, waarin Hij ons plaatst. Wij gaan niet intiem en eerbiedig genoeg met Hem om, wij oefenen te ongedurig de gemeenschap met Hem, ons leven is geen dagelijksche wandel naar de verborgenheid des geloofs aan Zijn zijde. Na al hetgeen gebeurd is had die omgang met den Heere gegroeid moeten zijn. Dan verkeeren wij wel in een zeer gevaarlijk stadium. De Heere heeft geslagen, zwaar gesla gen en het is feitelijk alles bij het oude gebleven. De gerichten werkten niet veel uit. In dit critieke stadium zullen wij ons zeer haastig moeten be- keeren. Anders kon de Heere misschien wel eens Zijn hand voor goed van ons aftrekken." LANGS HET KANTJE. Dezer dagen zag ik een kleine dreumes van een jaar of drie, vier, langs het randje van de IJssel loopen, vlak voor mijn huis. Het was op dat moment erg stil op de vaak zoo drukke IJsselkade, en niemand lette op het ventje, dat daar heel alleen, overal heen kijkend, voortdrentelde. Ik zat er net over te denken, hoe gevaarlijk dat loopen langs het kantje wel was, en hoe on verantwoordelijk toch die ouders handelden, die zoo'n jong kereltje er maar alleen op uit lieten trekken en lieten rondscharrelen door de stad, toen het baasje struikelde en languit viel. Een oogenblik stond mijn hart stil, want ik verwachtte niet anders, dan dat het ventje zijn evenwicht zou verliezen en met een plons in het water zou verdwijnen. Maar gelukkig wist hij zich nog ergens vast te houden, en huilend krab belde hij weer overeind. Niemand die er iets van gemerkt heeft, dat daar even een kind in levensgevaar was. Hij zal het thuis ook wel niet verteld hebben, en nu wel weer ergens anders rondscharrelen. Misschien dat hij er zelf iets van geleerd heeft, dat het toch wel qen beetje gevaarlijk is, dat langs het kantje loopen. Toen ik dat vanuit mijn kamer zoo gadesloeg, dacht ik onwillekeurig aan zoo vele van onze jongens en meisjes, die ook probeeren, net als deze kleine dreumes „langs het kantje" te loopen. Langs het kantje van de wereld, van de ver leiding, van de zonde. O zeker, ze zijn geen drie of vier jaar meer, het zijn heele „heeren" als je ze ziet met hun hoeden op, en heele „dames" als ze keurig aan gekleed 's Zaterdagsavonds er op uit gaan. Maar tegenover de geestelijke gevaren staan ze even kinderlijk zorgeloos als dat kereltje van een jaar of vier daar aan de IJsselkant tegen over het gevaar van 't water. En, wat nog erger is, hun ouders handelen zoo vaak even onverantwoordelijk als de vader en moeder van dat ventje dat ik daar zag. Ze laten hun kinderen er maar op uitgaan. En ze moeten dan zelf maar zien waar ze heengaan. Naar de bioscoop of het café of waar dan ook Zij vertellen het heusch niet als z'e thuis ko men. En vader en moeder leven rustigjes verder, onwetend van de gevaren, waaraan ze hun kin deren zich laten blootstellen. Daar zit een eigenaardige bekoring in dat „langs het kantje" loopen. De veilige middenweg lijkt zoo saai, zoo ge woon. Het lijkt zoo sportief, om de gevaren te trot- seeren. Het lijkt zoo „groot" om die dingen te doen, die je ouders, als ze het wisten, je zeker zouden verbieden. Je overschat jezelf en onder schat de gevolgen van een misstap. En, het moet gezegd, het gaat heel dikwijls goed. En dan hoort niemand er meer iets van, net als van dat jongetje dat net niet in het water getuimeld is. Als het wel gebeurd was en als hij verdronken was, dan zou de courant er een artikeltje over geschreven hebben, en de ouders zouden een rouwadvertentie hebben geplaatst, dat hun kind „door een droevig ongeluk" om het leven geko men was. Dan zou er over gepraat zijn in de stad, en zouden de menschen gezegd hebben „wat vreeselijk toch, zoo'n arm schaap". Nu, nu het net goed ging, spreekt niemand er over. Zoo is het ook met onze jongens en meisjes, die langs het kantje loopen. Het gaat heel dikwijls goed. Dan worden ze ouder, en ook wel wijzer. Dan begrijpen ze, dat het zoo niet verder mag, en daar komt een verandering in hun leven. Gode zij dank, dat het nog zoo vaak goed gaat. Als je het ziet, zooals ik het toen zag, het ge vaar, waarin ze zich soms begeven, dan houd je je hart wel eens vast. En dan sta je er eigenlijk verbaasd van, dat het zoo vaak nog goed gaat. Ze vinden het zelf heel gewoon, en hun ouders net zoo. Maar het gaat ook menigmaal niet goed. Meer dan menigeen denkt. En dan hooren we er wel van. Deze of die, dooplid der Kerk, heeft een proeftijd gekregen, is door de tucht afge voerd van de lijst van doopleden. Dan zitten de ouders bedroefd te kijken en de menschen schudden meewarig hun hoofd vreeselijk toch, zoo'n jongen, zoo'n meisje. Het gaat óók menigmaal mis. Want „langs het kantje" loopen blijft gevaar lijk, levensgevaarlijk. (Kamper Kerkbode) C. B. BAVINCK. TWEETAL TE Zeist C. P. Boodt te Leerdam. J. W. de Jager te Zutphen. BEROEPEN TE Drachten (vac. Staal): B. Bouma te Noordwijk aan Zee. Winsum-Obergum J. Dijk te Zevenhuizen (Gr.) Leeuwarden(5e pred. pl.G. Hagens te Asperen RhenenCand. L. Moesker, hulppred. te Oosterbeek. AANGENOMEN NAAR Rotterdam-Delfshaven P. Veenhuizen te Den Helder. BreukelenO. W. Böuwsma te IJsselmuiden- Grafhorst. OlstCand. J. Bos, hulppred. aldaar. 's-Gravenhage-Zuid (2e pred. pl.): J. L. Wielenga te Laren (N.-H.). Ten PostG. Janssen, Cand. en hulppred. te Dedemsvaart. BEDANKT VOOR Harderwijk (2e pred. pl.): J. Vrolijk te Epe. Scheveningen (5e pred. pl.): G. Meynen te Naaldwijk. Middelburg, Donderdag 31 Juli hoopt onder- geteekende in de Noorderkerk van half 12 tot half 1 zitting te houden tot inning collecten voor de Evangelisatie in N. Brabant en Limburg. P. B. TAZELAAR. - Brakstraat 32. Giro 360848. Serooskerke (W.). KORT VERSLAG van de vergadering van den kerkeraad op Donderdag 24 Juli 1941. De Praeses, Ds de Kluis, opent op de gebrui kelijke wijze de vergadering. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen stukken 1. Verzoek van de Rege lingscommissie voor de openluchtsamenkomst op „Korenbloem" om bij ongunstig weer het kerk gebouw te mogen gebruiken. Wordt toegestaan. 2. Verslag van den Zendingsarbeid op Java der Geref.Kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg over het jaar 1940. Wordt gesteld in handen van de Zendingscommissie. 3. Convocatie van de jaarvergadering van „Jachin" op 5 Aug. a.s. Afgevaardigd wordt Ds de Kluis. Rapporten. De Praeses brengt gunstig verslag uit van z'n bezoeken aan de kleine M.V. „Tot Nut en Genoegen" en de M.V. „Sursum Corda". Gerapporteerd wordt over het huisbezoek in 24 gezinnen. Kerkelijke stand. Ingekomen met attestatie uit Veere D. Huinink en A. Huinink-Groenendijk. Diaconale zaken. Geene. Rondvraag. Lezing Persverslag. Sluiting. DE KERKERAAD. KORT VERSLAG van de vergadering der Classis Goes, gehouden op Donderdag 17 Juli 1941. Vergadering wordt geopend door Ds van Hei ningen, Praeses van de roepende kerk van Wol- phaartsdijk, hij laat zingen Ps 46 2, leest Ps 46 en gaat voor in gebed. De afgevaardigden van Yerseke zien de cre- dentiebrieven na. De kerken van Borssele, Drie wegen en 's-Gravenpolder hebben een instructie. Het Moderamen is Ds van Dijk, Praeses Ds van Heiningen, Scriba Ds van Egmond. Asses sor Ds H. Fransen, 2e Scriba. Notulen worden gelezen en ongewijzigd vast gesteld. De kerk van 's-Gravenpolder vraagt drie pre dikbeurten. Aangewezen worden de predikanten: v. d. Vegt, Beukema en van Dijk. Ook Borssele en Driewegen krijgen drie predikbeurten Di. Koolstra, van Egmond en de Ruiter. De kerk van Wemeldinge stelt voor om dit jaar op gewone wijze kerkvisitatie te houden en met het oog op de moeilijke reisgelegenheid een dubbel aantal visitatoren te benoemen. Na bespreking wordt besloten om dit jaar geen gewone visitatie te houden kerken die moeilijkheden hebben kunnen zich ten allen tijde tot de visitatoren wenden. Op voorstel van de kerk van Wemeldinge en van Ds van der Vegt zullen enkele vragen in gevoegd worden in de regelingen voor de kerk visitatie, inzake schipperscatechisaties en huwe lijksbevestigingen. Ds Scheele brengt rapport uit van de verga dering der Particuliere Synode. De predikanten Beukema en Booij brengen verslag uit van hun visitatie in de kerken van Wemeldinge, Kruiningen en Goes. Alle gelden zijn gestort. Onderzoek naar Art. 41 K.O. heeft plaats. Met de samenroeping der volgende vergade ring op 9 Oct. te 9.30 uur, wordt belast de kerk van Baarland. Moderamen zal dan zijnDs van Egmond, Praeses: Ds van Heiningen, Scriba; Ds Fransen, Assessor Ds Koolstra, 2e Scriba. Volgende collecten worden uitgeschreven Hulpbeh. Kerken in de Classis Hulpbeh. Ker ken in de Provincie Hulpbeh. Kerken Generale Kas (extra); gift voor Rijn-Pruisen. Na rondvraag en lezing van korte notulen gaat de Praeses voor in dankgebed en sluit de ver gadering. H. FRANSEN, 2e Scriba. VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN. ZENDING St. Laurens. Met vriendelijken dank ontvangen van Joh. Hillebrénd 2.02 Janna de Bree 1.79, Neeltje Janse 4.30, Piet Sanderse 2.90, Jaap Rie- mens 2.60. Samen 13.61^2. Namens de Commissie, D. WILLEMSE, Penningmeester. VEREENIGINGSLEVEN. De Geref. Vrouwenver. „Febé" te St. Laurens vergadert D.V. Dinsdag 29 Juli om 7.30 uur in de consistorie der Geref. Kerk. Inleiding„De eerste Christengemeente", Hand. 4:5 door Zr J. v. d. Wal. Bijdrage door zr. BreelBustraan. neref. Meisjesvereeniging „Meisjesroeping", M'burg. Gezamenlijke fietstocht Donderdagavond 31 Juli, 's avonds 7.30 uur, vanaf de Koepoort. Geref. Meisjesvereeniging .Meisjesplicht"M'burg. Gel. Bel. Art. 14 (1), 19e jaargang No. 10 door Frans Pouwelse. Bijbelbespreking door Jo Marijs. J.V. „Dr Lützen Wagenaar", afd. A., Middelburg. Zondag 27 Juli 8 uur Hofplein boven. S.S. 2. „De openbaring Gods", vr. J. G. Vereist. V.G. 24. „De 2e vrijheidsoorlog", vr. J. Wattel. Varia vr. M. den Hollander. Laatste vergadering vóór de vacantie Gereformeerde Knapenvergadering „Samuël", M'burg. Afdeeling 111. Vacantie tot Zondag 7 September. PLAATST UWE in de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1941 | | pagina 3