WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND. No. 29 Vrijdag 18 Juli 1941 55e Jaargang UIT HET WOORD. STIL-ZIJN. Wie kan er tegenwoordig rustig blijven, kalm en onbewogen Dan mag men wel zoo hard zijn als staal en zoo koud en onaandoenlijk als beton Immers kan een boer zijn volle graanschuur zien verbranden zonder eenige ontroering, zonder dat hij z'n uiterste best doet den brand te blus- schenindien niet, schouwt hij 't rustig aan, dan rijst de vraag of hij wel hart heeft voor zijn zaak en of 't wel in orde is met het geval. Kan een moeder lijdelijk toezien, als haar kinderen worden mishandeld en zal ze niet in heftige verontwaardiging de schuldigen ter verantwoording roe pen Wees eens stil, wanneer uw naam wordt aangerand, wanneer men U op huichelachtige manier van uw eer tracht te berooven. Wees eens kalm en bedaard, als men U op listige wijze van uw brood berooft en U in uw zaak en bedrijf benadeelt. Wanneer men dat zelf niet ondergaat, dan is 't zeer goedkoop om op te wekken tot „stibzijn", „rustig-blijven" ook onnatuurlijk en ongevoelig. Verontwaardiging, heftige bewogen heid. ontroering, roepen-om-recht, het zijn de meest natuurlijke en gezonde reacties in de ziel, ook bij den christen. De Heilige Schrift is geen recepten boek voor pleisters en zalven tegen onrecht en geweld, bedrog en valsch- heid, maar is het Boek, dat de zonde, zonder aanzien des persoons, blootlegt de ongerechtigheid niet doodzwijgt, maar aan de schandpaal slaat en in heiligen toorn blaakt tegen alles, wat God en Zijn volk aantast. Deze opwekking van David, gericht' tot zijn ziel, om stil te zijn, om het evenwicht te bewaren, is dan ook niet in strijd met de uitingen van uiterste verbolgenheid en toorn, die in andere Psalmen telkens worden gehoord. Hoe kon David klagen, aanklagen en vervloeken allen, die Gods eere aan randen en hem, als Gods kind, ver smaden en vervolgen Maar deze verwenschingen mogen niet in strijd zijn methetstil-zijn-tot-God. De felle bewogenheid en heiligheid tegenover de zonde, tegenover onrecht en verraad, moeten haar tegenwicht en uitgangspunt hebben in de liefde tot God en Zijn recht en waarheid. Anders is dat verwenschen en ver- vloeken-in-bitterheid niets dan vlee- schelijke hartstocht, die 't tegendeel is van den heiligen toorn. Dan worden we gelijk aan een voort- gezweepte zee, die niet rusten kan en vinden we niet dat heerlijk rusten-in- God, dat stil-zijn-bij-God, dat zwijgen- tegenover-God. De opwekking van David, gericht tot zichzelf, om stil-te-zijn-tot-God, is een aanleggen van den teugel om de harts tochten te breidelen, zich niet te laten gaan, maar te zien op God, rust te zoeken in 't bestel en in de leidingen des Heeren. Als geloovigen mogen we niet mee doen aan het wereldsch-luidruchtig- oppervlakkig schelden en verwenschen, waarin niets dan wrevel aan den dag treedt, zonder de verslagenheid-van geest, die Gods oordeelen als recht vaardig erkent. Een natuurlijke-gezonde reactie op aangedaan onrecht moet gepaard gaan met een geestelijk-gezonde reactie des geloofs, dat de Heere het recht op aarde zal bestellen. Dan vindt onze ziel in dezen bewogen en bewegelijken tijd de rust-in-God, het stille-zijn-tegenover-God, dat in lijd zaamheid het kruis doet dragen, in de kracht van Christus, die, als Hij leed niet dreigde en als Hij gescholden werd niet wederschold, maar het overgaf aan Hem, Die rechtvaardig oordeelt. Dit stil-zijn is geen lijdelijkheid, die alles maar kalm goedvindt, maar lijd zaamheid, die in zelfverloochening, door het kruisigen van den ouden mensch, geduldig draagt, wat God te dragen geeft. Stil-zijn-tot-God, is het rustig wachten op de daden des Heeren, geloovig vertrouwend, dat ons leven, ons werk, ons gezin, Gods kerk, Gods volk onder Zijn heilige hoede is. De held David, die de oorlogen des Heeren voerde en die zijn tienduizenden versloeg, kon ook stil-vertrouwend-rus- tig zich koesteren aan Gods hart, gelijk een kind zich vertrouwend neervleit aan moeders borst. De groote bewogenheid onder ver volging en druk-van-menschen, vinde haar grens en beheersching in de we tenschap „De Heer is recht in al Zijn weg en werk" en in de vertroosting „Hij is nabij de ziel, die tot Hem zucht en troost 't hart, dat schreiend tot Hem vlucht". Rust mijn ziel, uw God is Koning St. Laurens. KONING. DADERS DES WOORDS. KERKNIEUWS» KERKBODE HOOFDREDACTEUR: Ds A. H» OUSSOREN. REDACTEUR: Ds A. C. HEIJ» F JUwÖWSTPV. -r MEDEWERKERSD.D, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, Dr N. J. HOMMES, A. B. W. M. KOK, A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN en W. H. v. d. VEGT. ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENXGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE FIRMA LITTOOIJ 6 OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ fb OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 Immers is mijn ziel stil tot God. Ps. 62 2. EEN WELGESLAAGDE V.U. DAG. Wie het voorrecht had de vorige week Donderdag den V.U. dag in Den Haag bij te wonen zal met dankbaarheid daaraan terug denken. Het was een prachtige zomerdag, niet be nauwend warm. De groote benedenzaal van Kunsten en Wetenschappen aan de Zwarte- weg, vijf minuten van het station Rijnstraat, was geheel gevuld, ook de eerste galerij, terwijl er zelfs nog enkelen zaten op de tweede en derde galerij. Vanzelf sprekend was de stemming ge drukt doordat velen die anders altijd tegen woordig waren, waaronder die een vooraan staande plaats in den V.U. kring innamen, nu niet konden aanwezig zijn. Maar des te meer werd gevoeld de be hoefte, elkander nu te zien en te spreken, en in onderling samenzijn door het Woord en het gebed gesterkt te worden, en was er ook een stemming van dankbaarheid, dat we alzoo konden vergaderen. Indrukwekkend was het staande zingen van Ps. 68 16 Gij koninkrijken, zingt Gods lof Heft psalmen op naar 't hemelhof Van ouds Zijn troon en woning. Daar Hij, bekleed met eer en macht, Zijn sterke stem verheft met kracht, En heerscht als Sions Koning. Geeft sterkte aan onzen God en Heer Hij heeft in Israël Zijn eer En hoogheid willen tonen. Erkent dien God, Hij is geducht Hij doet Zijn sterkte boven lucht Een boven wolken wonen. Daarna las de voorzitter, Prof. Aalders, het welgekozen schriftdeel Openb. 3 713, de brief aan den Engel der gemeente te Filadelfia, de gemeente die maar kleine kracht had, maar die Jezus' Woord had be waard en Zijn naam niet verloochend en die een geopende deur kreeg door Hem, die den sleutel Davids heeft, die opent en nie mand sluit, die sluit en niemand opent. Psalmgezang en schriftlezing leidden zoo tot het gebed waarin de dankzegging voor genoten zegeningen een groote plaats kon innemen. Op die zegeningen wees de voorzitter in z'n openingswoord. Het jaar 1940 was. on danks de groote rampen, die over ons volk kwamen en temidden van de vele benauwende dingen, een gezegend jaar. Het groote te kort kon gedekt worden. Uit den engeren Universitairen kring werd niemand door den dood weggenomen en met de benoeming van Prof. Berkouwer werd die nog uitgebreid. Het aantal ingeschreven studenten kwam tot boven de zevenhonderd. In dat alles lag dan echter geen reden voor rustige zelfvol daanheid, want er is meer te doen. Wij hebben allen een dure roeping en in de vervulling daarvan moeten we trouw zijn. Het onderwerp der rede van Ds. C. Veenhof was: „Het fundament der Vrije Universiteit". Fundament zoo betoogt hij is wat anders dan grondslag. De grondslag der V. U. is, naar art. 2 der Statuten, het Woord Gods. Het fundament ziet hij in het Gere formeerde volk, dat de V.U. droeg en nog steeds draagt. Afgedacht van het ietwat eigenaardige gebruik van het woord funda ment, werden door Ds. Veenhof zeer koste lijke dingen op welsprekende wijze gezegd. Het voortbestaan van de V.U. is alleen dan gewaarborgd, wanneer ze bewaart den levens band met het Gereformeerde eenvoudige volk, dat leeft bij het Woord Gods. Leerzaam waren de twee referaten van de middagvergadering over „Historie en leven" door Dr. H. Smitskamp en „School en leven" door Ds. T. Ferwerda. De eerste waar schuwde tegen de gevaren van een radica lisme dat met het verleden breekt en een conservatisme dat het verleden wil vasthouden. De tweede deed zien, dat het leven de school niet kan missen. De mensch is geroepen tot kennis om alzoo zijn schepper te ver heerlijken. Die kennis wordt alleen gevonden iu den weg van zwaren geestelijken arbeid in het zweet des aanschijns. Hier is de school onmisbaar. De rechte kennis wordt dan alleen gevonden, wanneer de mensch zich laat onderwijzen door het vleeschgeworden Woord, den hoogsten Profeet en Leeraar. Beide referaten stelden in 't licht den grooten zegen, dien we in onze V.U. ont vingen en de roeping om deze stichting te bewaren en te dragen in de gebeden opdat ze haar taak kunne volbrengen. Mogede „fundamentsroeping" al meer door het Gereformeerde volk worden ver staan en de V.U. in levend verband met dat volk dienen ,,tot opklaring, voorllichting, systematieseering van wat er in het volk leeft aan kennis, inzicht, wijsheid en geest". HEIJ. ONS GEZINSLEVEN EN DE HEILIGE SCHRIFT» 99 GEHOORZAMEN. Er is wel geen ding, waar vele ouders meer moeite mee hebben, dan met het ver krijgen van stipte gehoorzaamheid van hun kinderen. O ja, het gaat dikwijls wel aardig goedin vele gevallen lijkt het nog zoo kwaad niet. Maar als het wat moeilijk wordt en niet strookt met allerlei begeertenen vooralals er maar de kans gezien wordt, om te ontkomen aan de eisch dan gaat het vaak niet zoo mooi. Het is ook wel moeilijk voor ons eigen- lievend hart, stipt te gehoorzamen aan an- derer wil. Of hebben de ouders daar soms geen kennis van ten opzichte van zichzelf Valt het hun wel altijd even gemakkelijk, precies te gehoorzamen en in alles te ge hoorzamen, wat wettig toch van hen geëischt mag worden Hebben zij geen strijd in dat opzicht te strijden, een strijd met zichzelf en hun hoogmoedig en beter-wetend hart Zelfs ten opzichte van 's Heeren inzettingen en rechten Zóó kunnen we des te beter het moeilijke indenken voor onze kinderen, wat betreft die gehoorzaamheid. En dat leert ons ge duldig te zijn en wijs en lankmoedig te handelen. Maar dat neemt toch niet weg de eisch tot gehoorzaamheid en de verplichting der kinderen, daaraan te voldoen. En dan is er geen beter en afdoender middel tot aandrang voor die gehoorzaamheid dan het op de voorgrond stellen van de eisch Gods daartoe. Het is God, die gehoor zaamheid vraagt aan ouders en kinderen gehoorzaamheid aan Zijn wetten en inzet- zettingen, en dat in gedachten, woorden en daden, al de dagen onzes levens. Daar heeft Hij recht op. en daartoe zijn wij verplicht. En zoo hebben de kinderen weer te gehoor zamen aan de ouders, om Gods wil Zóó heeft het de Heere verordend en zóó hebben wij en onze kinderen het te aanvaarden. Dat is afdoende I Neen, zeg nu niet„ja, dat moest wel afdoende zijn Want het is eenvoudig af doende, omdat God het zóó wil. Als Samuël in 1 Sam. 15 komt, om hem te bestraffen over zijn eigenwillig handelen in ongehoorzaamheid aan des Heeren bevel, dan zegt de profeet niet minder dan dit ge weldige woord Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer (vers 22 van 1 Sam. 15.) Dat is kras gezegd I Want wat is nu nog beter dan offeranden brengen aan den Heere En dan zegt Samuëlgehoorzamen, dat is beter En zoo wordt hier het oordeel des Heeren zelf gegeven over de gehoorzaam heid ook over die van onze kinderen. Maar als het nu eens erg lastig is? zoo vraagt uw oudste jongen. Dan blijft toch de eisch des Heeren gelden, die niet gewaagt van gemakkelijker en moeilijker voldoen aan zijn wil. „En als ik nu tgph zoo graag net eens wat anders wou doen?" vraagt uw dochter^zelfs met een vriendelijk lachje. Dan blijft toch het zwaarste, wat het zwaarst moet wegen: Gods wil. Maar als mijn ouders het eens wat be krompen opvatten en ik eigenlijk wel een beetje meer verlichte denkbeelden heb, wat nieuwer en wat frisscher en wat meer overeenkomstig onzen tijd?" zoo vraagt een jongeling, meenend dat zijn ouders wel wat achteraan komen en de dingen niet goed meer zien. Dan is nog het antwoord gehoorzamen is beter, omdat God het zoo wil Natuurlijk moeten onze ouders wel diep ernstig en Schriftuurlijk bedenken, wat zij vragen van hun kinderen, dat mag nooit tegen de Schrift zijn en moet altijd in duidelijke overeenstemming met de Schrift wezen. Anders gaan we eigen verzonnen dingen en menschelijke dingen zetten op één lijn met eischen des Heeren dat mag niet! Hier moeten de ouders wel toezien Maar overigens: dan mogen ze de eisch tot gehoorzaamheid aan de kinderen stellen om Gods wil! En de kinderen hebben om Gods wil die gehoorzaamheid te betrachten. Waaraan God in Zijn goedheid in het vijfde gebod nog een rijke belofte wil verbinden. Een strikte eiech en een heerlijke belofte tevens Van W. te W. TWEETAL TE Leeuwarden (5e pred. plaats) G. Hagens te Asperen. J. Vrolijk te Epe. Zeist (3e pred. plaats) C. P. Boodt te Leerdam. J. L. Wielenga te Laren. BEROEPEN TE Zaandam (vac. v. d. Meulen) L. Kuiper Jr. te Steenwijk. OlstCand. J. Bos, hulppred. aldaar. Ten Post (Gr.) (vac. Js. v. d. Linden) Cand. G. Janssen te Dedemsvaart. Winschoten (2e pred. plaats) J. R. Hommes te Zuidwolde. AANGENOMEN NAAR LobithCand. J. C. Streefkerk, hulppred. BEDANKT VOOR Zuidhorn S. R. Smilde te Bilthoven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1941 | | pagina 1