HUIDUITSLAG ZEEUWSCHE KERKBODE! UIT DE PERS. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN De vergaderingen van den 19en zullen even eens in de Westerkerk worden gehouden, en on der leiding staan van Prof. Dr G. M. den Har- togh. De morgenvergadering zal aanvangen om 10.30, en omstr. 12 uur eindigen. Het openingswoord zal worden gesproken door den Rector Prof. Dr K. Schilder. Daarna zal Prof. Dr K. Dijk eene rede hou den over ,,Actueele prediking". In de middagvergadering (van 2 tot omstr. 4 uur) hopen als sprekers op te treden Prof. Dr J. H. Bavinck (over „Zending en Theologie") en Ds J. Overduin van Arnhem (over „De plaats der Christelijke hoop in de prediking"). Wij nemen de vrijheid, U uit te noodigen, af gevaardigden te zenden naar dezen Schooldag, en daardoor blijk te geven van Uwe belangstel ling in onze Theol. Hoogeschool en haar arbeid. Aanvragen voor logies richte men vóór Zater dag a.s. tot het Kerkelijk Bureau, Burgemeester Reigerstraat 1, Utrecht, of tot den heer J. Dub beldam, Frederik Hendrikstraat 57, Tel. 11579. Gebiede de Heere Zijn zegen over dezen Schooldag en doe Hij er iets goeds voor Kerk en School uit geboren worden. De Commissie voornoemd, Ds H. H. SCHOEMAKERS, Voorzitter. Dr J. RIDDERBOS, Secretaris. Kampen, 9 Juni 1941. Met de wensch aan het slot zal ieder instem men. Nu voor de le maal de Schooldag buiten Kam pen wordt gehouden, blijke het, dat zelfs nu het aantal bezoekers en bezoeksters nog grooter zal zijn dan vroeger. We hopen, dat ook vele Zeeu wen zullen aanwezig zijn. Als ge om kwart over 4 uit Utrecht komt, kan Zeeland weer niet al te laat bereikt. Ver. van predikanten van de Geref. Ker ke^ in Nederland. De algemeene vergadering. Naar wij vernemen zal de in de Paaschweek j.l. uitgestelde jaarlijksche conferentie van de Vereeniging van predikanten van de Geref. Ker ken in Nederland, behoudens goedkeuring, Woensdag 25 en Donderdag 26- Juni a.s. te Utrecht worden gehouden onder leiding van Prof. Dr F. W. Grosheide, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. K.B. S. Zeelands eenigst Provinciaal kerkelijk orgaan zij uw gids en het zij de gids van allen, die de kerk liefhebben. Medelezers wordt abonné VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN. L. S. Ontvangen voor den schoolarbeid op het Zendings terrein 10.van de Christelijke School te Goes (Westwal), hoofd dhr. Nederhand. Deze gift is overhandigd door dhr. F. P. de Graaf te Kapelle, voor dezen arbeid aangewezen door de Classis Goes. Met hartelijken dank en verdere aanbeveling. A. SCHEELE. Middelburg. Door tusschenkomst van Mej. Pouwer ontvangen van Mevr. P. te Hilversum voor herstel bomschade Rusthuis 2.50. Met dank. De Kassier van het Rusthuis, Noordweg 84. J. J. DRONKERS. asms Middelburg. Gevonden in de collecte 2.50, waar van Yi voor de Diaconie en Yi voor de Kerk. Hartelijk dank J. J. ORNEE, Kassier Diaconie. zelfs kon ze bogen op een wijdvertakte clientèle. Hasselaar en Retèl verstonden de kunst cliënten te houden en de firma behield haar relaties ook in crisistijd. Maar de kooplust begon te tanen. Er werden geen prijzen meer gemaakt. Het bedrijf kwijnde. De omzet liep achteruit. Reserves werden aangesproken. Er moést bezuinigd. De noodzaak dwong. De heer Hasselaar, op z'n privékantoor, cij ferde en overwoog, hoe hij zou kunnen bezuini gen. Salarissen herzien Hij had het, hoe ongaarne, reeds moeten doen. Dan de mogelijkheid die hem deed huiveren een bediende ontslaan Welders wegsturen Welders, die uitnemend z'n werk deed in het magazijn, veel tactischer en gemoedelijker met Berghuis en Scholtens wist om te gaan dan Kooijmans ooit had gepresteerd Welders, die de fijne soepelheid bezat met klanten om te springen, daarbij een prachtige verkoopkracht aan den dag legde, Welders ont slaan Hasselaar voelde er niets voor. Kooijmans dan Hier zat de moeilijkheid. Kooijmans' positie kwam wel ernstig in 't ge drang ook al door de aanstelling van den nieu wen chef, die door het vertrek van den heer Retèl was noodzakelijk geworden. De nieuwe chef had bovendien de boekhouding beduidend weten te vereenvoudigen, hij bleek een man te zijn met scherp commercieel inzicht, iemand, die de kwaliteiten van den vertrokken Retèl en den gestorven Kloosterhuis in zich op het voordee- ligst combineerde. Want Kloosterhuis met heel z'n onkreukbare accuraatheid en pijnlijke nauw gezetheid was toch ook maar een langzame wer ker geweest Hasselaar zat met het probleem. Hij overwoog met z'n chef, hoe te handelen. MOETEN DE PREDIKANTEN MEE OP HUISBEZOEK? Het prachtige boek van Ds Vonk„Huisbe zoek in Gods gemeente", heeft al heel wat pen nen in beweging gebracht. In het orgaan der confessioneele vereeniging „De Gereformeerde Kerk" wordt het ook ter sprake gebracht. Dit geschiede in een artikel„Eerherstel voor het ambt van ouderling". Ds Groenewoud, van wien genoemd artikel is, klaagt over de mindere waardeering, die de ouderlingen vaak hebben. Het lijkt wel eens, als of de leiding van de gemeente geheel en al in handen van den predikant ligt. Hij gelooft, dat dit onbijbelsch is en dat het in de lijn der Roomsche hiërarchie ligt en vraagt eerherstel voor het ouderlingen-ambt. In verband daarmede komt hij spreken over het boek van Ds Vonk. Ik mag dit gedeelte wel in zijn geheel doorgeven. In dit verband moge ook hier het onder „Boekenschouw" aangekondigde werk van Ds C. Vonk over „Huisbezoek in Gods ge meente" genoemd worden. Dit boek is ge schreven uit en voor de practijk der Gere formeerde Kerken in Nederland. Het slaat dus wel eens op toestanden, die wij niet kennen, en geeft ook af en toe gedachten ten beste, die de onze niet zijn. En toch zeg gen welaten onze ouderlingen dit boek lezen, opdat ze jaloersch worden over de werking van hun ambt in de kerken der ge- scheidenen, opdat ze vervuld worden met een krachtig besef van de hooge waarde van hun ambt, opdat ze bezield worden door een ernstige begeerte om zoo hun ambt te bedienen in de Nederlandsche Hervormde Kerk. Dit boek, geschreven uit een sterk ambtsbesef kan reeds daarom vruchtbaar zijn voor de zoo noodige versterking van het ambtsbesef der ouderlingen bij ons. Ouderling en huisbezoek behooren bij el kaar. Dat schrijft Ds Vonk reeds terstond in zijn inleiding „Waar nu het huisbezoek tot de taak van den regeerouderling behoort..." Later behandelt hij in een hoofdstuk afzon derlijk de vraag, of de predikant ook huis bezoek moet doen, welke door hem beves tigend wordt beantwoord. Dat deze vraag gesteld kan worden, wijst op een volkomen andere opvatting van de taak van predikant en ouderling in de Gere formeerde Kerken, dan bij ons onder het kerkvolk geldt. Het huisbezoek is de taak van den predi kant dat is bij ons in de laatste tientallen jaren, algemeen geldende regel geworden. Veelal wordt er zelfs de voornaamste plicht van den predikant van gemaakt. We achten dit bedenkelijk. O.i. is dit miskenning van het ambt van den Dienaar des Woords èn van het ambt van den ouder ling het sluit ingeringschatting van de prediking heeft tot gevog dat, door te wei nig tijd, ter voorbereiding, de dienst des Woords krachteloos wordten wordt zoo oorzaak, dat de Christusgemeente, door ge brek aan sterkende, richtinggevende predi king, verslapt in 't gelooven en van Gods Woord afwijkt in leer en leven. Zeker, de gemeente wordt nog wel ge sticht, in den zoetelijk-sentimenteelen zin van het woord, maar niet gebouwd. De stoerheid en kracht van het kerkeijk leven leidt op den duur schade, evenals het ge loofsleven, ten spijt van alle tijdelijke ver schijnselen van bloei. Het zal dus, niet slechts om practische redenen, maar principiëel naar het Woord Gods, tot eerherstel van het ouderlingen ambt zaak zijn, er het huisbezoek mee te verbinden. Dan gebeurde er iets, waarop niemand had gerekend. Welders werd ziek. Welders, die in den laatsten tijd zich altoos vermoeid voelde, Welders, die immer kuchte en hoestte, hij lag ernstig ziek, zou op medisch ad vies voorloopig niet kunnen werken. Nu moést Hasselaar reorganiseeren. Zijn dochter, de charmante twee en twintig jarige Josephine kwam op kantoor, kreeg een gedeelte der boekhouding voor haar rekening. Naar Hasselaar's meening zou zij met behulp van den nieuwen chef de boekhouding behoor lijk afkunnen. Kooijmans verhuisde weer naar 't magazijn, zou de expeditie moeten waarnemen, magazijn werkzaamheden kunnen verrichten, tevens op marktdagen cliëntèle kunnen te woord staan. Hasselaar's reorganisatieplannen waren nau welijks verwezenlijkt ofScholtens verdween. Hij vroeg ontslag. Hij had gesolliciteerd. Kreeg elders een baantje. Had hij soms wat geroken Weer iets afgeluisterd Kooijmans paste zich aan, leefde wonderlijk in een gelaten stemming. 't Speet hem niet, dat Scholtens was vertrok ken, hij voelde er zelfs een stille triumf in. Was hij vertrokken om hèm Met Berghuis werkte hij graag, wist zich weer heer en meester op z'n oude terrein. Frits werkte met ambitie, zag z'n taak in deze wereld. Toch was in deze dagen z'n belangstelling meer dan ooit gericht naar het hoogere leven, het leven met God. Op een Dinsdag in 't vrije uur liep Frits op de Groote Markt. Hij tuurde op naar de grijze Martini, die hoog oprankte naar den stralenden hemel. Half drie. Er gonsde rumoer. Hij hield van de Dinsdagdrukte. Hij onderging haar telkens als een nieuwe sen satie, miste maar zelden z'n marktuurtje. Hij wist zich ook thans weer opgenomen in het roeze moezige marktlawaai, het deed hem even de Zoo deden het ook de oude Gereformeer de Kerkenordeningen. Zeer juist acht ik de verhouding van predikant en ouderling tot het huisbezoek aangegeven door Ds van Ru- Ier in zijn artikel„De tweede sleutel is niet gelijk de eerste" in „Onder eigen Vaan del" (Januari 1941, 16e jrg. no. 1, blz. 20). Hij schrijft daar „De predikant kan in dit onderdeel van het kerkelijk werk der halve niet anders gezien worden dan als hulp van den ouderlingIn kleine gemeenten: de ouderling gaat op huisbezoek, en de pre dikant gaat met hem mee niet omge keerd". Dat klinkt ons, vastgeroest als we zitten in de gangbare, het ouderlingenambt mis kennende voorstellingen, wat vreemd in de ooren. Zulk een woord is echter net goed, om in plaats van zonder meer verworpen te worden, ons tot nadenken en bezinning te brengen. En dan zullen we het met blijd schap begroeten als een erkenning van het ambt van den ouderling. Voor de practijk van het huisbezoek is ook van belang, dat we het weer (daarvoor pleit Ds van Ruler in zijn artikel) onder het hoofd tucht stellen. Het huisbezoek is niet prediking, niet dienst des Woords aan huis, dienst des Woords persoonlijk geadresseerd en thuis bezorgd. Deze opvatting is een grove mis kenning van den kerkelijken dienst des Woords, die persoonlijk geadresseerd is en in 't geloof door ieder op zichzelf toegepast moet worden deze opvatting gaat weer de Roomsche kant uit, waarbij de Kerk het doet, op huisbezoek het geloof aandringt, en het te weinig aan den Heiligen Geest toe- betrouwd wordt, het gepredikte woord in de harten te leggen en te doen werken. Huisbezoek staat in verband met de tucht. De ouderlingen hebben het opzicht over de kudde en nu bezoeken ze de huisgezinnen, om te zien hoe het er, in leer en leven, met de gemeente voorstaat. De ouderlingen zoe ken, op huisbezoek, naar Bavinck's woord, de vruchten van het woord dat de leeraren zaaien. Ik geloof niet, dat we het met hem geheel eens kunnen zijn, maar de tendenz van het artikel gaat in de richting van den vergrijsden predikant, van wien ik boven sprak. Hoe nuttig en noodig het ook zij, dat de predikanten huisbezoek doen, de prediking neme toch- bij hen de eerste plaats in. Ze is toch een der schoonste gaven, die de Heere Christus aan Zijn Kerk gegeven heeft zouden de predikanten niet alles moeten doen, opdat het loflied op de prediking, dat Calvijn ons voorgezongen heeft, door predikers en gemeente met hart en mond worde aangestemd Overigens, men koope, leze en herleze het boek van Ds Vonk. (Pro Ecclesia) VEREENIGINGSLEVEN. Pe Ge re/. Vrouwenvereeniging „Febé" te St. Laurens 1 vergadert D'.V18 Juni a.s. om 7.30 uur in de consistorie der Geref. Kerk. Onderwerp: „Prediker 11 en 12" door zr. M. Din- gemanseKoole. Bijdrage door zr. J. WattelBaaijens. neref. Meisjesvereeniging „Mcisjesroeping", M'burg. N. T. „De verschijningen", No. 8 van de 20e jaar gang door Bep Walraven. Kerkgesch. Kerkhervorming III, No. 48 van de 16e jaargang „Zwingli en Calvijn" door Cathr. Wattel. Bijdrage Eef de Boeft. Geref. Meisjesvereeniging „Mcisjesplicht". M'burg. Huishoudelijke vergadering. Bijbelbespreking. „De brief van Jacobus" door Suus Geelhoed. Na de pauze vrije werkzaamheden. misère vergetengisteren weer verminderd in salaris. Hij bleef zoo maar een arme dobber, 'n gesjochte jongen met 'n bekrompen bestaantje. 't Leek hem plots een ideaal marktjood te zijn. Daar te staan sjacheren, handel te drijven, zich onafhankelijk te weten, vrij en ongerept zich uit te kunnen leven, óp te gaan in de negotie, er een bestaan uit te halen. Daar stond hij voor zoo'n druktemaker. De jood tapte moppen en boeren en burgers kwamen aandringen, luisterden geïnteresseerd, fel-nieuwsgierig, belust op nieuws en sensatie. Plots kwam hij met zijn spullen scheerappa- faten, en de. boeren en burgers kochten, tastten gretig naar een koopje. De jood verkocht, verkocht bij dozijnen. Frits genoot. Wat een slimmerd De handel bood nog mo gelijkheden hier. Er zat muziek in. De menschen dropen af. De jood pausseerde, dronk z'n biertje. Welja, zoo'n vent had geen zorgen. Drie uur. Frits liep verder, week uit voor een tram, die knarsend kwam aangieren. Wat Daar zat An neke in de tram. Er ook instappen Haar achter volgen De tram nahollen Alles gekheid. Plots bezon hij zich. Ze was niet meer van hem. Wel van een ander. Wat deed hij nog moeite. Frits ging naar het kantoor. 't Werk wilde niet vlotten. Hij was er niet bij met z'n hoofd. 't Was slap in de zaak. Er was weinig te doen. Wat hij moest doen deed hij ook nog bijna verkeerd. Anneke, telkens weer Anneke. Dat hij toch haar niet kon vergeten. Dat hij haar weer moest zien. Zoo plots, heel onverwacht, in een tram, op de markt. Hij moest haar niet weer zien. 't Was beter haar nooit weer te zien. Het maakte hem van streek. Hij kon er niet over. Ze zou van een ander zijn. Wat maalde ze nog om hem. Wat verbeeldde hij zich. Hij was haar niet meer waardig. Maar o, die taaie genegenheid voor haar. Wat moest hij er tegen vechten. Ze Geref. Meisjesver. MeisjesvreugdMiddelburg. N.T. „Nieuwe vervolging", 20e jaargang No. 45 door Koos de Rijke. Opvoedk. „Kind en Kerk", 20e jaargang No. 47 door Jo de Valk. Reciteeren Lies du Bois. Verslag Bondsdag door Jeanne Davidse. Geref. Meisjesvcrgadcring „Nunia", Middelburg. Afdeeling I. „Jefta" door Annie de Kam. Na de pauze vrij opstel door Miekie Huizenga. Afdeeling 111. Bijb. Gesch. „Simson", Rich. 13, 14 en 15 door Annie Jonkheer. Vrij opstel. Kerkgesch. door Maatje Leijnse. Geref. Knap env erg adering Benjaminte St. Laurens. vergadert op 15 Juni. „De tweede Zendingsreis" (het 2e deel), Hande lingen 17 en 18 door vr. J. Tramper. Na de pauze voor den leider. Gereformeerde Knapenvergadering SamuëlM'burg. Afdeeling I. Vergadert 's Zaterdagsavonds van 6.307.30 uur. B. G. „Jefta", Richteren 10 en 11, P. Wielemaker. K. G. „Heidelberger Catechismus", Asseman. Afdeeling II. Vergadert Zaterdagavond half 8 in de Hofpleinkerk. B. G. „Simson" door vr. J. v. d. Berg. Afdeeling III. Bijb. Gesch. „Ruth" door vr. J. Daane. Vad. Gesch. „De Remonstranten", vr. F. Hoek. Het kwaad in zijn oorzaak bestrijden door een hygiënische behandeling. Dit is de manier om te worden verlost van de folterende jeuk en de dikwijls on dragelijke last bij eczeem en andere huidaandoeningen. Het D.D.D.-recept van Dr. D. Dennis wordt met succes aangewend tegen het voortwoekerende kwaad. D.D.D. is een heldere vloeistof, die diep in de poriën dringt en onder de huid de ziektekiemen doodt. Reeds de eerste druppels geven onmiddellijk verlichting en overwinnen den aan drang tot krabben. Flacons 75 ct., f. L60 en L 2.50 b« Apothekers en Drogisten. D1 PLAATST UWE in de liet hem niet met rust. Ze hield hem gevangen elk uur van den dag. En hij moest er afstand van doen. Dat gevoel van zich afzetten. Het was ook niets meer. Het zou nooit weer wat worden. Dit was uit Nu verder zien. Uitkijken naar de toekomst. 's Avonds zat Frits thuis, neusde wat in z'n boekenkast, ordende netjes zijn bezittingen. Hij greep een oud boek. Heel vroeger gekocht. Er viel wat uit. Hij raapte het op, schrok een meis jesportret. Hij bleef er mee staan, liet het boek glijden, staarde geboeid, staarde heel lang op het bekende gelaat. Dat was Anneke. Hij ging zit ten, nam het weer in z'n handen, bleef het be kijken, lang, heel lang. Ze leefde weer voor hem. Dat was zijn Anneke geweest. Nu niet meer van hem. Nu van een ander. Van een vreemde. Van een vreemde student. Haar bannen uit z'n gedachten Niet meer aan haar denken, omdat ze zich gelukkig wist met een ander, om hem niet meer gaf Maar de menschen konden hem dit niet ver bieden dat hij zich nog eens verdiepte in dat voorbije verleden, toen Anneke hem nog behoor de, dat hij zich weer wegdroomde in die geluks momenten, toen hij haar mocht drukken aan z'n hart, en hij de liefde mocht lezen in haar oogen. Goed, hij zou afstand van haar doen. Omdat het moest. God vroeg het toch Maar dit geluk dat rijke verleden weer naar zich toe te halen, dat alles nog eens intens te be leven, weer eens volop te genieten dat heerlijke van vroeger men zou het hem niet mogen ont zeggen, men zou het hem niet kunnen ontroo- ven, want dat geluk dat bleef, dat droeg hij mee z'n leven door, dat behield hij als een onver vreemdbaar bezit, als een dierbaar kleinood. Daarom bleef hij ook staren op dat bekende gelaat. Daarom hield hij het in zijn handen. Dat simpele portretje. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1941 | | pagina 3