"Haredage" "AKKEfPTJ&. ZEEUWSCHE KERKBODE! ZENDING. KERKNIEUWS* OFFICIEELE BERICHTEN. BOEKAANKONDIGING. Nog levendig herinner ik me op welke merk waardige wijze de vergrooting en verfraaiing van het kerkje heeft plaats gehad, toen een nieuw orgel was aangeschaft. Het heele werk van uitbouw en verfraaiing heeft geen cent gekost. In hun vrijen tijd hebben leden van de kerk alles uit liefde tot stand gebracht. De architect maakte gratis een bestek. En 's avonds vond ik daar timmerlieden, metselaars- schilders enz. Wat waren we trots op ons hersteld gebouw, toen de dag was aangebroken, dat het in gebruik kon worden genomen, tegelijk met het nieuwe orgel. In Velsen bracht ik gezegende en gelukkige jaren door, ook al bleven huiselijke zorgen niet uit. De band tusschen leeraar en gemeente was sterk en herhaaldelijk ben ik later voor gegaan in den dienst des Woords in mijn eerste gemeen te, waaraan ik mijn eerste liefde gaf. Vóór mijn komst had de in Noord-Holland toen zeer bekende P. Vermeulen als oefenaar de kleine kerk gediend. Met groote waardeering denk ik aan hetgeen deze edele en begaafde man voor deze kerk en voor heel de omgeving van Velsen geweest is. De verhouding tusschen oefe naars en dominees was vroeger dikwijls gespan nen. Met dezen hoogstaanden broeder heb ik steeds hartelijk mogen samen werken. Waar hij maar kon steunde hij den jongen, nog onervaren dominee. Na vier en halfjaar lief en leed met Velsen gedeeld te hebben, ging 't op Friesland aan. Wommels was mijn tweede gemeente. Hier had zestien jaar lang Ds .Klaarhamer gearbeid. Met vreugde heb ik ook onder de Friezen gewerkt. Wel is 't eerst vreemd alleen Friesch te hooren spreken. Eerst verstond ik er niets van, maar na een paar jaar kon ik al een mondje mee spreken. De Friezen schatten het ambt van dienaar des Woords hoog en stellen prijs op een onopge smukte, degelijke, schriftuurlijke prediking. Het kerkbezoek was uitstekend en er zullen weinig kerken in ons vaderland zijn, waar het deelnemen aan het Avondmaal zóó getrouw is. Na zes jaar werd de band verbroken en het beroep van Zaamslag, heelemaal in 't Zuiden ge legen, aangenomen, waar ik reeds ruim veertien jaar mag arbeiden en waar in den loop der jaren de band aan de gemeente al vaster werd. Met ontroering denk ik aan de hartelijkheid, tijdens de laatste dagen ondervonden. En nu de blik weer naar de toekomst gericht A. B. W. M. KOK. Leiden, Maart 1941. De arbeid van onze Zendingszuster Mej. Baarbé. Dr John Sung. II (Slot). Op den tweeden dag waren er 's morgens 200 menschen, 's middags 250 en 's avonds 300 men- schen. En bijna eiken dag waren er meer, zoodat er gemiddeld per dag 700 menschen waren, die de samenkomsten bijwoonden. En we troffen het niet met het weer, het regende veel, toch kwamen ze naar de samenkomst. En het getal dergenen, die Christus willen volgen en hun geloof beleden, bedroeg 301 en die den wensch uitspraken om het Evangelie te verkondigen waren 46, en die zich zelf wilden geven voor het werk der Evan gelisatie vormden 20 groepen van 5 menschen of meer. Hij bad ook voor zieke menschen 101 werden er genezen. Er is veel opgewektheid en velen die zich verblijden". En een ander schreef,,Dr Sung beschouwt als zonde het rooken, het gebruik van sterken drank, bioscoopbezoek en opiumschuivers zon der een enkel voorbehoud. Op de Classis van de Maleisch-Chineesche kerken kwam de arbeid van Dr Sung ook aan de orde. In het algemeen liep de discussie over de vraag of predikers van andere kerken (Sung is van oorsprong Metho dist) in onze kerken mochten worden toegelaten. De conclusie was, dat we in het algemeen zulke predikers niet kunnen missen, maar dat de ker keraden hierin groote voorzichtigheid moeten betrachten. Een aardig beeld gebruikte de Chi- neesche pandita van Bangileen vrouw met een mand op den rug, die thuisgekomen tot haar schrik bemerkt, dat de eetwaren er uit verdwe nen zijn. Gestolen Zoo kunnen ook de schapen uit onze kerken gestolen worden. Bij Dr Sung daar waren allen het over eens was daar geen sprake van die komt en gaat weer. Maar er zijn ook anderen, die blijven, Voor die moet men op zijn hoede zijn". En om nog iets te citeeren uit een brief van een der Zendingsarbeiders „Het bezoek van Dr Sung in Magelang heeft de heele zaak daar in vuur en vlam gezet. Veel is er in, dat enkel men- schelijke gemoedsbeweging is, er is ook het een en ander in, dat hoewel geestelijk van aard, toch niet blijven kan het extatische kan niet het nor male zijn. Maar ik heb gezien en gehoord, dat er ook allerlei begeeren is naar geestelijk voed sel, geestelijke activiteit. Er is honger naar Gods Woord, er is ijver om iets voor God te doen. En het zou zoo prachtig wezen als er iets aan gedaan kan worden. (De bedoeling is, dat er noodzakelijk een 2e predikant moet komen, die leiding kan geven aan al het werk, dat onder de Chineezen wordt verricht.) Dr Sung is nu weg, en dat is weer goed ook. Er is het gevaar, dat hij de gemeente in een verkeerde richting leidt, en dat de menschen het van hem gaan verwachten en niet van Gods Woord. Maar nu is er dankbaarheid voor wat God door den arbeid van dezen man, Methodis tisch, met al de bezwaren van het Methodisme toch gedaan heeft". En Ds van Nes schrijft evenzoo over de be roering, die de arbeid van Dr Sung teweeg heeft gebracht en voelde de noodzakelijkheid van meerdere arbeiders, opdat het werk te Magelang in goede banen kon worden geleid. Zijn oordeel was, dat een verblijf van 7 dagen goed kon wer ken, dat hij dan ook weer weg moet en overigens voelt hij het als noodzakelijk om af te wachten wat als werkelijke vrucht op de prediking van Dr Sung kan worden beschouwd. Mejuffrouw Baarbé heeft van nabij gezien, welke de gevolgen waren van Dr Sung's optre den en ik geef hieronder iets van haar ervarin gen weer. Een middag heeft Mej. Baarbé be sprekingen gehad over de nazorg na het bezoek van Dr Sung. Er was nu zooveel te doen. Zoo- velen vroegen om nader onderwijs en ook op andere plaatsen, waar men eerst gereserveerd stond tegenover den arbeid van Dr Sung, is men dien gaan waardeeren toen bleek, dat er zooveei Chineesche jongens en meisjes bij den Zendeling kwamen om catechetisch onderwijs te vragen. De houding der Zendelingen getuigde van wijs heid door niet aanstonds het optreden van Dr Sung tegen te werken. Op sommige andere Zen dingsterreinen is dit wel geschied, met gevolg, dat er veel verwarring ontstond. Bovendien kon Mejuffrouw Baarbé constatee- ren, dat er heel wat Christenen, die den laatsten tijd wat ingezonken leefden, als tot nieuw leven gekomen waren. Hier en daar kwamen er merk waardige veranderingen in verkeerde verhoudin gen, en in het gezinsleven, waar de Christelijke zuurdeesem maar traag doorwerkte of zelfs werd teruggedrongen. En zoo schrijft Mej. Baarbé „Bij den Chineeschen melkboer is wel de groot-, ste verandering in hun gezin. De man wil gedoopt worden, de beide dochters ook. Eén van hen was een echte bioscoopgangster, nu heeft ze alle plaatjes van filmsterren, die in haar kamertje hingen, verbrand. Ze is zoo'n ernstig meisje ge worden en dan die andere Chineesche vrouw, die zoo slecht Maleisch sprak, met haar drie dochters, die is nu ook een van de ijverigste Christinnen en haar drie dochters, een gichelend, oppervlakkig stel meisjes vroeger, die in de kerk hun fatsoen haast niet konden houden, gaan nu allemaal op Doopcatechisatie. Vanmiddag gaan de moeder en ik op Evangelisatiebezoek." En in de brieven, die Mej. Baarbé rondzond aan Meis- jesvereenigingen, verhaalt zij van een Chineesch meisje, „een leerling van de Chr. Mulo, die vroe ger maar één hartstocht kende de bioscoop. Die nam hart en zinnen in beslag. Honderden plaatjes van filmsterren had zijn verzameld het waren haar schatten, en ze bekeek ze telkens als een vrek zijn goudstukken. Onder het getuigenis van Sung komt dit meiesje tot bekeering. Ze heeft al de plaatjes verbrand en komt nu geregeld op het Dooponderricht. Ik heb zelden zulk een trouwe leerlinge gehad. In Kranggan (een plaats, die op ongeveer 12 K.M. ten Noorden van Magelang ligt) woont een oud-leerlinge van onze Christelijke Mulo. Dit Chineesche meisje hoorde in Semarang Dr Sung preeken, werd door Gods Geest gegrepen en be keerde zich. Toen ze thuis kwam en haar ouders haar verandering zagen, waren ze woedend. Ze sloegen haar, ze mishandelden haar op andere wijzen, sloten haar op en verklaarden haar ten slotte voor krankzinnig. „En ik heb niets gevoeld, juffrouw", zei het kind tegen me. „Hoe mijn moeder me ook kneep en sloeg, de blijdschap in mijn hart bleef." Haar vriendinnetjes waren jaloersch op haar en be geerden ook die wondervolle ervaringen van Je zus' liefde te mogen hebben. Mijnheer Ensing, het hoofd van onze Christe lijke Mulo, vertelde me van een brief, die hij van dit meisje uit Kranggan gekregen had. Hij was er ontroerd van. In dien brief beleed ze aan hem en aan de andere onderwijzers al haar school- zonden van vroeger, het bedrog, het spieken enz. Haar diploma had ze maar verbrand, want daar was ze toch maar trotsch op geweest, had ze geschreven. Overdreven zoo vraagt Mej. Baarbé dan. *Ja, zeker overdreven. Mijnheer Ensing tobde er over, hoe hij aan een duplicaat van dat diploma moest komen. Maar wie is niet wel eens over dreven in den tijd van zijn eerste liefde Bij het lezer dezer mededeelingen zullen er wel vele vragen bij U opgekomen zijn en er zou naar aanleiding van deze mededeelingen heel wat op merkingen te maken zijn over het karakter van de menschen in het Oosten, over het emotioneele in hun karakter, hoe spoedig hun gevoelsleven bewogen is, over de voor ons Westerlingen vreemde manier van spreken bij Dr Sung, maar de hoofdzaak is, dat de scherpste luisteraars niet anders konden zeggen dan Dr Sung predikt het zuivere Evangelie. Hij komt niet uitgesproken over het plaatsbekleedend lijden en sterven van den Heere Jezus, en over de volslagen onmacht van ons menschen, om ons zelf te verlossen, om één zonde te overwinnen, 't Is in zijn prediking alles genade, verworven door den Heere Jezus. Hij predikt Christus en dien gekruisigd. L. A. M. BEROEPEN TE ZoutespuiCand. J. J. Sollie, hulppred. te Eindhoven. De kerk van Zeist heeft een gemeente vergadering gehouden, waarin de zaak van de stichting van een derde predikantsplaats nader onder oogen is gezien. Er zal ter bereiking van dit doel een financieele rondgang door de ge meente gehouden worden. De kerk van Zeist telt 3281 zielen, waarvan 1850 belijdende leden. Ds D. Hoek te Hilversum, emeritus-pre dikant van de kerk van Enkhuizen, is van het hem overkomen ongeval weer hersteld en heeft zijn werkzaamheden, o.m. als ouderling van de kerk van Hilversum, hervat. In de jongste vergadering van den kerke- raad van Apeldoorn kon worden medegedeeld, dat de financieele rondgang door de gemeente om te komen tot vestiging van een vierde predi kantsplaats tot resultaat heeft gehad, dat de vaste bijdragen met niet minder dan 5000. zijn verhoogd. De kerkeraad van Zandvoort heeft aan den kerkeraad der Ned. Herv. en aan dien van de Geref. Kerk in H.V. een schrijven gezonden waarin hij, met genoemde kerkeraden belijdend de eenheid van het lichaam van Christus en de gedeeldheid der kerk, zooals die in ons vader land gevonden wordt, betreurend, bereid hierin mede eigen schuld te belijden, zich tot deze ker keraden gericht met het verzoek mede te willen werken aan het doen houden van een samen- spreking van deze kerkeraden, c.q. met een com missie uit deze colleges, met het doel te overwe gen of in eenig opzicht meerdere toenadering mogelijk blijkt. Op dit schrijven kwam van beide kerkeraden een gunstig antwoord in, zoodat men na de Paaschdagen een samenkomst hoopt te houden. VERSLAG van de 29ste Classicale Diaco nale conferentie, gehouden op 15 April 1941 in de Gereformeerde Kerk te Schoondijke. De Voorzitter, Dhr. C. A. Dees, opent de vergadering laat zingen Ps. 25 5 en gaat voor in gebed, leest Ps. 25 en spreekt een woord van welkom. Volgens de presentielijst zijn aanwezig 20 dia kenen en een bezoeker en als adviseurs Ds Potma en Ds Tiemens. Notulen worden gelezen en goedgekeurd. Tot Comitéleden worden gekozen C. A. Dees, Praeses P. D. van Alten, Scriba en A. J. Leen- houts, Assessor. De vruchten van de vorige conferentiewor den besproken. Ingekomen stukken worden behandeld en nog eenige huishoudelijke zaken. Pauze. Ds J. A. Tiemens behandeld een referaat „Het eigen karakter van den Diaconalen arbeid". Spreker wijst er op, dat dien arbeid door Cal- vijn is uiteengezet en naar het woord des Heeren door hem en door velen na hem is uitgewerkt, en ook nu moeten wij het zien in het licht van Gods Woord en in het licht van den tegenwoor- digen tijd. Spreker wijst op de volgende drie puntenHaar oorsprong, middel en doel. De oorsprong ligt in de zonde en daar uit voort vloeiende armoede, die wij moeten bestrijden door Gods kracht en ziende op Christus middel daartoe is het diakenambt, zooals het door Chris tus is ingesteld en het doel van dien arbeid moet zijn eere van God en de zaligheid van de men schen. Na dit referaat volgde bespreking. Plaats van een volgende conferentie wordt vastgesteld en wel te Oostburg op derden Paasch- dag 1942. Daarna wordt de vergadering met dankzegging gesloten. Serooskerke (W.). KORT VERSLAG van de vergadering van den Kerkeraad op Woensdag 16 April 1941. Opening. Notulen. Ingekomen Stukken 1. Schrijven van de Generale Synode. 2. Verzoek om steun van het Ziekenhuis „Bethesda" te Hoogeveen. In handen van de Commissie ad hoe. 3. Schrijven van het Bestuur van de Zeeuw- sche Kerkbode met het doel het aantal abonné's op te voeren. Op het huisbezoek wordt er de noodige aandacht aan besteed. 4. Verslag omtrent de werkzaamheden van het Protestantsch Hulpcomité voor uitgewekenen om ras of geloof over het jaar 1940. Kerkelijke stand. GedooptAdriaan Maljaars Abrz. Overleden Pieter Boone Jz. Huwelijksbevestiging aangevraagd tegen 30 April door Johannes Izeboud en Pieternella Wat- tel. Rapporten. Gerapporteerd wordt over het huisbezoek in 7 gezinnen. Br. J. Jobse brengt verslag uit van zijn bezoek aan de J.V., afdeeling A. Diaconale zaken. Rondvraag. Lezing Persverslag. Sluiting. DE KERKERAAD. Theologische Hoogeschool te Kampen. Van dhr. Steketee te Souburg ontving ik 18.Dit bedrag is ruim 5.1 meer dan het vorige jaar. Gaarne zou ik het volgende jaar dezelfde cijfers gebruiken, maar dan in omge keerde volgorde. Door middel van dhr. Oranje te Gapinge kreeg ik 14.75, precies als het vo rige jaar. Bovendien stelde N.N. mij als contri butie ter hand 10.en nog 10.voor het Suppletiefonds van het Hospitium te Kampen. Hartelijk dank. Zeer gaarne had ik gewenscht deze week alle contributies te ontvangen. Helaas bleven nog enkele plaatsen achter. Laten wij afspreken, dat deze opgaven nog de volgende week binnenko men, dan kunnen ze nog juist in dit boekjaar, dat 1 Mei wordt gesloten, worden opgenomen. De corr. v. d. Cl. Middelburg, J. OLTHOFF. Middelburg, 18 April 1941. Handleiding voor Zendingsonderwijs door D. J. Coumou en N. Heertjes, met teekeningen van J. de Vries. Uitgave J. B. Wolters, Groningen. Dit is een mooi boek. Na de algemeene Inlei ding, waarin o.a. ons wordt beschreven het ont staan van de Zending, wordt uitvoerig stilge staan! bij Java en de Zending, Sumatra en de Zending, Borneo en de Zending, Celebes en de Zending, Sangi en Taleueinden en de Zending, de kleine Soendaeilanden en de Zending, de Mo- lukken en de Zending, Nieuw-Guinea en de Zending en tenslotte Suriname en de Zending. Met veel kennis van zaken is dit werk ge schreven. Het kan een prachtige handleiding zijn voor Zendingsclubs en voor al diegenen, die zich oriënteeren moeten op dit terrein. Meermalen is me gevraagd, of ik niet een of ander werk kende, en telkens moest ik het antwoord schuldig blij ven tenminste voor werken in de Nederlandsche taal. We verblijden ons over deze verschijning en bevelen het zeer gaarne aan. Onze Indische Geschiedenis door Joh. van Hulzen. Kok, Kampen. Wat een boeken over ons Indië in den laatsten tijd Ik denk aan de inleiding op het Zendings onderwijs, een prachtige uitgave van de firma Wolters, die we reeds aankondigden en die Ds Vreugdenhil van Oud Vossemeer breedvoerig wil bespreken, toen het boek van Ds Merkelijn, en nu Onze Indische Geschiedenis. Dit is een groot en wetenschappelijk werk. Er komt in voor een volledig register van persoon- en plaatsnamen, een tijdtafel, kortom alles wat noodig is om zich snel en gemakkelijk te oriën teeren. Bekend is van dezen schrijver het werk Onze Vaderlandsche Geschiedenis. We hebben indertijd dit laatste werk achter elkaar uitgele zen. Hetzelfde is het geval met onze Indische Geschiedenis. Smakelijk en zakelijk vertelt de bekende schrijver. De teekeningen zijn van Men- no van Meeteren Brouwer. Ze zijn goed. Dit werk is werkelijk een verrijking van de kennis van ons Indië. En waar zooveler aandacht naar onze Archipel heengaat, zullen velen dit mooie werk willen lezen. Ik kan niet nagaan of en in hoeverre de geschiedschrijving juist is. Deze is me daarvoor te onbekend. Maar nogmaals, wie begint te lezen leest door. Gaarne aanbevolen. A. H. OUSSOREN. VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN. Middelburg. Ontvangen 10.uit dankbaarheid na ziekte van N.N. voor de Zending. Hartelijk dank. Ds. A. H. OUSSOREN. Een sympathieke daad. De uitvoering van de Zangvereeniging „Soli Deo Gloria" op Paschen twee in de Hofpleinkerk is ook voor ons Rusthuis niet zonder beteekenis geweest. Het Bestuur dezer Vereeniging, geïnspireerd door een zeer te waardeeren geest van liefdadigheid besloot spontaan in de pauze een collecte te houden ten bate van ons getroffen Rusthuis. De aanwezigen reageerden hierop zoodanig gun stig, dat het resultaat alle verwachting overtrof. Na telling bleek een bedrag van 45.77 te zijn opge bracht, welke som ons door den Voorzitter, br. Ornée werd overhandigd. Sympathiek is de daad, schitterend het resultaat. We zijn getroffen door deze warme belangstelling voor ons Rusthuis en voor den geldelijken steun ons in dezen vorm geboden en betuigen dan ook gaarne het Bestuur en verder allen die bijdroegen voor dit mooie doel onze bijzondere erkentelijkheid. De Kassier van het Rusthuis, Middelburg, Noordweg 84. J. J. DRONKERS. VEREENIGINGSLEVEN. De Geref. M. V. ,,'t Mosterdzaadje" te Koudekerke zal D.V. vergaderen op Dinsdag 22 April half acht in het Vereenigingsgebouw. Oud Test. Schets 6. „De volheid des tijds", B. en B. 4 Dec. 1936 door C. Schout. Zending. Vrij onderw. door Cath. Aarnoutse. Vrije bijdrage door C. Wielemaker. ncref. Metsjesvereeniging „Meisjesroeping", M'burg. Voorlezen uit „De kracht vernieuwen", Dé Roose. Na de pauze vrije werkzaamheden. Geref. Meisjesvereeniging „Meisjesplicht"M'burg. N. T. „Van Gethsemané naar Gabbatha", 19e jaar gang no. 48 door Jeanne de Kam. Bijdrage Cor Geldof. Geref. Meisjesvergadering „Nunia", Middelburg. Afdeeling I. De dood van Mozes. De nieuwe leider. Toebereid selen voor de intocht, door Rietje Moes. Geref. Knapenv erg ader ing „Benjamin" te St. Laurens, vergadert op 20 April. „Barnabas en Saulus", Handelingen 13 door vr. W. Wattel. Na de pauze „De prediking van het Christendom in ons land" door vr. J. Janse. Geref. Jongelingsvereeniging „Herman Faukeel". Vergadert in de consistorie Noorderkerk van 810. N._T. „Handelingen 3", M. Verstraate. M. O. 15. „De strijdmiddelen der vakorganisatie" door vr. G. Graafhuis. Gereformeerde Knapenvergadering SamuëlM'burg. Afdeeling I. B. G. „Jericho" door vr. J. v. d. Ouden. Vrij opstel door vr. R. Huizenga. Afdeeling II. Vergadert 's Zaterdagsavonds om half acht in de Hofpleinkerk. Bijb. Gesch. „Jericho" door vr. G. Nonnekes. Vad. Gesch. door den leider. Afdeeling III. Bijb. Gesch. „Jericho" door vr. A. du Bois. Kerkgesch. „Vervolgingen in Nederland" door vr. C. Tissink. - „verloren dagen", heette het vroeger. Nu niet meer - nu zijn er "AKKERTJES"! Een paar per dag, wèg pijn en narigheid! PLAATST UWE in de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1941 | | pagina 3