KERKNIEUWS. OFFICIEELE BERICHTEN. PR E 5TKB EURTEN. aangedaan, maar wordt de overzetting van de Heilige Schrift inderdaad gemaakt tot wat ze tot op zekere hoogte altijd dient te zijneen boek, waaruit dezelfde Geest spreekt als uit de oorspronkelijke bladen. 3 Hoe groot de moeilijkheden zijn op het gebied der Bijbelvertaling, blijkt op treffende wijze uit de opmerking van den Statenvertaler Baudartius: „lek en hebbe mijn leven lanck noyt so geblockt als ick nu in mijne oude daeghen doen moet". Rekening houdend met deze groote moeilijk heden, hebben wij voor den arbeid der Staten vertalers de grootste bewondering en waardee ring. Terecht is de Statenoverzetting met haar sacrale, monumentale en gebeeldhouwde taal, ge noemd een vertaling van groote allure, een werk van groote wetenschappelijke waarde, een taal monument van den allereersten rang, zoodat zij tot op den dag van heden in de lange rij van Nederlandsche vertalingen nog mag zijn wat de adelaar is onder de vogels facile princeps, wat zij niet alleen te danken heeft aan de wetenschap pelijke kwaliteiten van Bogerman en zijn mede werkers en aan hun onbetwistbare literaire ga ven, maar vooral aan den diepen eerbied, dien zij als „mannen van een vroom en heilig leven" voor het Boek der boeken hadden. De Staten vertalers, Johannes Bogerman, Willem Baudar- tius, Gerson Cucerus voor het Oude Testament, Jacobus Rolandus, Herman Faukelius en Petrus Cornelïi voor het Nieuwe Testament en hun plaatsvervangers Festus Hommius en Antonius Walaeus, hebben in hun kostelijke overzetting duidelijk bewezen, dat zij niet alleen waren kundi ge mannen, bekwaam als theoloog en ervaren in de talen, maar ook vrome mannen, die den God van het Oude- en Nieuwe Testament in oprechtheid kenden en met vurigheid liefhadden. Treffend zegt Prof. Dr. J. de Zwaan, dat wie de Staten vertaling nauwkeurig bestudeert, zal moeten be seffen, dat dit werk verricht is als een getuigenis van ootmoedig en sterk geloof, het wekt eerbied door den eerbied, waarmede het geschapen is. 4) Ongetwijfeld heeft de Statenvertaling op voor treffelijke wijze er van gemaakt wat er in haar eeuw en met het haar geschonken licht van te maken was, en kunnen wij voor dit kostelijk Godsgeschenk, dat zoowel uit theologisch en re ligieus als uit wetenschappelijk en taalkundig oogpunt een werk van zéér groote waarde is, nooit dankbaar genoeg zijn. Van harte kunnen wij het dan ook eens zijn met Prof. Dr. L. H. K. Bleeker, als hij zegt„Onze Statenvertaling ver dient den hoogsten lof en eerbied voor haar trouw aan den tekst, haar groote kennis en haar verheven taal." 5) En ook Prof. Dr. Is. van Dijk zal niet veel tegenspraak vinden, als hij uit spreekt „In oze Statenvertaling bezitten wij, in weerwil van al haar gebreken, een meesterstuk van taal, een taalmonument van hoogen rang. De meeste van onze beste stylisten, zoo niet alle, zijn mede gevormd door lectuur van den Bijbel in de Statenoverzetting." Mr. Posthumus Meyes gaat in een artikel in „De Gids" van 1915 nog verder en spreekt over „de waarlijk sacramenteel-wijdingsvolle, hoog- religieuse, grandiose vertaling der Staten", welke hij noemt „een monument van de verhevenste schoonheid, een wonder van taai-beeldhouw kunst". 7) Ook Prof. Kalff gaat zeer ver in be wondering als hij schrijft in deel V van zijn „Geschiedenis der Nederlandsche Letterkunde" t „Zoo is een werk ontstaan, dat als monument onzer taaleenheid zijn gelijke in onze letterkunde niet heeft, dat door de zuiverheid zijner taal, de kracht en sobere verhevenheid van zijn stijl op de ontwikkeling van onze taal een ontzaglijken invloed heeft uitgeoefend." Zeer ver in bewondering gaat eveneens Dr. C. Veltenaar, die in de bekende serie „Pro en Contra" en ook in zijn brochure „De Staten vertaling en haar bestrijders" met geestdrift spreekt over „de gongklank, de klanken des hei- ligdoms van de Statenvertaling"» Evenals Mr. Posthumus Meyes past ook hij op haar toe het Schriftwoord uit 1 Sam. 21 vs 9 „Daar is zijns gelijke niet". Hij stelt de vraag „Wat zou er van onze meesterwerken zijn gekomen zonder den Statenbijbel?" In extase noemt hij den Sta tenbijbel „het schitterendst gedenkstuk van ons nationale leven uit de 17e eeuw, vol tinteling en kleurschakeering, een monument van echt-Hol- landschen, degelijken stijl, een onvergelijkelijk boek, een schatkamer, een tuighuis van vader- landsche godgeleerdheid". Zóó hoog stijgt zijn bewondering, dat hij zelfs de stoute stelling po neert „Voorwaar, men moet religieus, philolc- gisch, literairisch-aesthetisch wel zeer hoog staan, zal niet iedere greep naar de Statenvertaling een misgreep en een vergrijp zijn." 8) Het is dan ook geen wonder, dat Dr. Velte naar op de Statenvertaling de volgende woorden van den Latijnschen dichter Horatius toepast Exegi monumentum aere perennius Regaligue situ piramidum altius, Quod non imber edax, non Aquilo impotens Possit diruere aut innumerabilis Annorum series et fuga temporum. Dit beteekent 'k Heb mij een monument gesticht, meer duurzaam dan metaal, Waarvoor zelfs pyramide zwicht in koninklijke praal, Dat, hoe de regens neerslaan, hoe Noordenwind ook woed', In eeuw na eeuw niet kan vergaan, noch- door der tijden spoed. Hoe groot ten opzichte van de Statenvertaling de waardeering is van het Nederlandsche volk, niet alleen van het geloovig volksdeel, maar van heel het Nederlandsche volk, blijkt op treffende wijze uit het volgende, ons medegedeeld door Roel Houwink.10In 1921 werd door de redac tie van het letterkundig tijdschrift „Het Getij" een enquête uitgeschreven onder een groot aantal Nederlandsche litteratoren. Gevraagd werd wel ke zes boeken, zoowel ethische als litteraire, men mede zou nemen, wanneer men gedwongen zou zijn gedurende eenigen tijd op een onbewoond eiland verblijf te houden. Het merkwaardige re sultaat was, dat de grootste helft antwoordde „den Bijbel". Maurits Wagenvoort antwoordde „den Bijbel, maar in een exemplaar van den Sta tenbijbel, dat ik reeds heb stuk gelezen" Vin cent Cleerdin „den Bijbel, in oude uitgaaf" E. Maas „den Statenbijbel" H. W. J. Schaap van der Peke „alleen den Statenbijbel, de rest is de vracht niet waard" Constant van Wes- sem „Het Nieuwe Testament in oude vertaling". (Wordt vervolgd) C. A. VREUGDENHIL. x) Zie Prof. Dr. F. W. Grosheide, „Bijbel- vertalen", blz. 12. 2) Zie Prof. Dr. Joh. de Groot, „De Staten vertaling van het Oude Testament als weten schappelijk werk", art. in „De Statenvertaling 16371937", uitg. van het Ned. Bijb. Gen., blz. 93. 3) ZieProf. Dr. Joh. de Groot, a. w. blz. 103. 4) Zie Prof. Dr. J. de Zwaan, „De weten schappelijke waarde der Statenvertaling", art. in: „De Statenvertaling 16371937", uitgave Ned. Bijb. Gen., blz. 119. 5) Zie Prof. Dr. L. H. K. Bleeker, „Tekst en Uitleg", Job, inleiding. c) Zie Prof. Dr. Is. van Dijk, „Gezamenlijke Geschriften", deel II, 2e dr. blz. 240. 7) „De Gids" 1915, deel III, blz. 139. s) Zie Dr. C. Veltenaar, „Een nieuwe Bij belvertaling" (Serie „Pro en Contra"), blz. 20. 9) Zie Dr. C. Veltenaar „Een nieuwe Bij belvertaling", Serie „Pro en Contra", blz. 31. 10) Zie Mr. R. Houwink, „De Statenverta ling en onze letterkunde", art. in „De Statenver taling 16371937", uitg. Ned. Bijb. Gen., blz. 184. ONS GEZINSLEVEN EN DE HEILIGE SCHRIFT. 82. Dubbele zorg voor de zwakken. „Meer dan een vader zorgdet Gij Wij, vaders en moeders, wij kunnen en wij willen het beste zorgen voor onze kinderen. Nie mand beter, niemand ernstiger, niemand liefde voller. Een ander blijft maar een vreemde, een niet ten volle ingewijde. Ouders kunnen dat het allerbeste Daar is heel veel waars in. En gelukkig maar dat is de eere en het voorrecht van ons als ouders. Zóó heeft de Schepper het gewild. Dat komt zelfs in de dierenwereld vaak zoo heerlijk schoon en zoo ontroerend naar voren. Wel eens zelfs tot beschaming van menschen. Toch moeten wij als ouders het altijd nog maar beter leeren. Ook in dat opzicht komen we nooit uitgeleerd. En waarheen zullen we dan gaan Wel, tot wien anders dan tot Hem, die in Christus onze Vader wil zijn Weer gaan we naar Zijn Woord, dat ons al leen wijs kan maken. En dan staan we telkens opnieuw verbaasd en verwonderd, wanneer we lezen van Zijn trouwe Vaderzorgen. Wij, vaders en moeders, neen, wij kunnen het niet het beste onze zorgen zijn niet het toppunt. Wij moeten leeren van Hem, bij Wien de wijsheid ook voor alle opvoeding is. Het boek Leviticus wordt niet het meest ge lezen van de Bijbelboeken. Maar laten we nu eens één vers daaruit lichten en voor u neerzet ten ik bedoel Leviticus 19 vers 14 „Gij zult den doove niet vloeken, en voor het aangezicht des blinden geen aanstoot zetten maar gij zult voor uwen God vreezen Ik ben de Heere Wees nu niet geprikkeld en toon u niet min of meer beleedigd En zeg nietwie zal in onze christelijke omgeving, in onze nieuw-testamenti- sche tijd nu zóó wreed zijn, dat hij een doove vloekt Dat zou toch wel in-gemeen zijn een doove, die het immers toch niet hoort, te vloe ken En wie zal onder ons een aanstoot in den weg leggen, om daardoor een blinde opzettelijk te doen struikelen hij ziet immers toch niet, wie het doetDat zou toch wel ontzettend min en slecht zijn Zeker, ge hebt gelijk het zou meer dan erg zijn Het is haast te vreeselijk om in te denken, laat staan het te doen. En toch God waarschuwt er... de heidenen? neen, Hij waarschuwt er Zijn eigen volk, het volk Israels tegen. En laat er nog in volle ge wichtigheid op volgen gij zult voor uwen God vreezen Ik ben de Heere Dat heeft ons toch wel wat te zeggen. En wij kunnen maar niet de houding aannemen van dat rustig naast ons neer te leggen. „Ik ben de Hee re Hier komt Gods trouwe Vaderzorg uit voor de zwakken, voor de misdeelden, voor die dub bele zorg noodig hebben. Ge zijt u niet bewust, ooit die vreeselijke zon den bedreven te hebben. Dat is aan te nemen. God zij er voor gedankt. MaarHebt ge wel eens in een huisgezin zulke zwakken en gebrekkigen, lichamelijk of geestelijk, ontmoet Ja toch En dan hebt ge veel liefde tot die misdeelden opgemerkt. Gelukkig Ze hebben de liefde-zorgen zoo dubbel noodig. Doch hebt ge ook niet eens opgemerkt, dat er toch nog wel eens wat aan ontbreekt Niet di rect slecht bedoeld, maar intusschen „Hij hoort het toch niet Alsof dat een reden mocht zijn, om maar raak te praten En de critiek maar vrij uit te laten gaan en de schampere aanmerkingen maar te loozen. Tegenover een oude of een gebrekkige of een doofstomme of een achterlijke of welke zwakke ook „Hij ziet het toch niet Alsof ge daarom wel wat schipperen mocht, wel wat oneerlijk mocht wezen, wel wat minder goed handelen mocht, met de waarheid het min der nauw mocht nemen. Voor de misdeelden hebben we dubbele zorg noodig zóó wil het de Heere. Opdat zij door ons toedoen niet struikelen, letterlijk of geestelijk. En opdat wij zelf onze ziel bewaren. Is dat niet een les voor vaders en moeders, voor groote broers en zusters, voor ons allen in de samenleving Van W. te W. DRIETAL TE Boxum Cand. L. Doekes, hulppr. te Den Helder Cand. P. v. d. Schaaf, hulppr. te Ouder kerk a. d. Amstel. Cand. F. H. Vonk, hulppr. te Assen. BEROEPEN TE Hattum J. O. Mulder te Langerak (Z. H.). AANGENOMEN NAAR Leeuwarden (vac.-Van Es): A. W. Wymenga te Uithuizen. BEDANKT VOOR Wanswerd a. d. Streek D. A. Zijlstra te Nieuw-Beets. Aan Dr B. J. Esser is door de Classis Rotterdam der Geref. Kerken met ingang van 1 April a.s. eervol emeritaat verleend. Dr Esser werd in 1876 geboren, werd in 1901 candidaat en promoveerde in 1903 tot doctor in de theolo gie, om in 1905 het predikambt te aanvaarden te Reeuwijk. In 1908 zond de Geref. Kerk van Rot terdam hem uit voor de miss. dienst op Poerbo- linggo. De Classis besloot aan Dr Esser, die in de Residentie Banjoemas blijft wonen, behalve het officieele bericht van zijn emeritaat, ook een hartelijk schrijven te zenden, waarin zij hem dank brengt voor zijn gewichtvollen arbeid. Aan de kerkeraden van Geref. garnizoens kerken is door deputaten voor de geestelijke be langen der militairen vanwege de Generale Sy node van Sneek een belangrijke circulaire gezon den in betrekking tot de toelage door den Minister van Defensie beschikbaar gesteld voor het geven van catechetisch onderwijs aan militairen enz. Indien er garnizoenskerken mochten zijn die deze circulaire niet mochten hebben ontvangen, dan zal Ds T. J. Hagen, Koornmarkt 20a ie Delft, daarvan gaarne bericht ontvangen, alsook indien er andere kerken zijn die in deze mobili satie geregeld aan militairen catechetisch onder wijs geven. K. B. S. Evangelisatie-arbeid in Zeeland. Deputaten voor de Provinciale Synode zullen gaarne van alle kerken in de Provincie, die ook maar op eenigerlei wijze Evangelisatie-arbeid verrichten, daarvan, vóór of op 1 April a.s„ een beknopt rapport ontvangen. Dit, om een over zicht te verkrijgen van het werk in zijn geheel. Eventueele aanvragen om financieelen steun, ondersteund door de betrokken Classis, kunnen bij het in te zenden rapport worden gevoegd, met overlegging van een overzicht van de jaar rekening van het verloopen- en een begrooting van het loopende of komende boekjaar. De stukken te zenden aan het adres van on- dergeteekende. G. VAN HEIJNINGEN, Wolphaartsdijk. Ontvangen collecten voor Zending onder de Joden van Arnemuiden 22.03, Domburg 8.77, Gapinge 10.10, Grijpskerke 24.72, Koude- kerke 24.61, St. Laurens 23.25, Meliskerlce 18.19, Middelburg 118.70, Oostkapelle 17.Serooskerke 20.26, Souburg 53.01, Veere 15.77, Vlissingen 74.75, Vrouwen polder 14.18, Westkapelle 7.42 en voor Suriname van Koudekerke 16.82. Ondergeteekende hoopt Donderdag 29 Febr. in de consistorie Noorderkerk van 1112 uur zitting te houden voor ontvangst collecten voor Hulpbeh, Kerken in Nederland. De Correspondent, P. B. TAZELAAR. Middelburg, Brakstraat 32. Giro 360848. Terneuzen, 20 Febr. 1940. Ontvangen de collecte voor de Hulpbehoevende Kerken in de Prov. van de kerken in de Classis Axel. Aardenburg 3.51, Axel 14.Hoek ƒ5.41, Oostburg 5.27, Schoondijke 9.80, Terneuzen 19.36, Zaamslag 8.87. Totaal 66.22. L. MICHIELSEN, Correspondent. VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN. Middelburg. Getelde collecten Hulpbehoevende Kerken in Nederland 133.92 Emeritusfonds 111.87 Collecte voor de Kerk 152.34 Collecte voor de Kerk 119.82 Kerkbussen 36.10 Catechisatiebussen 18.28 Huwelijkscollecte 16 Februari 12.61 De Boekhouder der kerk, A. DE POORTE. Middelburg. Ontvangen voor de Schoolzending van de kinderen der Heerengrachtschool 7.48. Met vriendelijken dank. I. VAN NOPPEN. VEREENIGINGSLEVEN. De Geref. Vrouwenvereeniging „Febé" te St. Laurens vergadert D.V. 28 Februari a.s., des avonds 7.30 uur in de consistorie der Geref. Kerk. Behandeld wordt„Het offer op Moria" (Gen. 22) door zr. J. van der HofstedeCoppoolse. Vrije bijdrage door zr. J. Goedbloedde Buck. Geref. Meisjesvereeniging „Meisjesroeping"M'burg. Gel. Bel. Art. 14. „Van de val des menschen" (No. 18 v. d. 19e jaarg.), Mien de Rijke. Opvoedkunde. „Jean Jacques Housseau" (No. 48 v. d. 19e jaarg.), Matty Verstraate. Bijdrage Gré Suurmond. Geref. Meisjesvereeniging „Meisjesplicht"M'burg. N. T. „Twisten over de Sabbath", 19e j. no. 22, door Mien Marijs. Boekbespreking. „Warden, een Koning" van Jan H. Eekhout, door Rosa van Gemst. Bijdrage Toos Kooman. Geref. Meisjesver. „Meisjesvreugd"Middelburg. Geloofsleer. Art. 11. „Dat de H. G. waarachtig en eeuwig God is", 18e jaarg. no. 45 door Laura de Vos. Opvoedk. „De Slaap", 19e j. no. no. 38, Jo de Plaa. Bijdrage door Anke Schout. Geref. Meisjesvergadering „Nunia", Middelburg. Afdeeling II. Bijb. Gesch. „Bij Jericho", Matth. 20: 1734, Mar kus 10 3252, Lukas 18 3543, 19 110 door Neeltje Goedbloed. Na de pauze voorlezen. Afdeeling IIIA. B. G. „Het brood des levens", Joh. 6:2271 en Joh. 7 113 door Leintje de Boks. Na de pauze voorlezen. Afdeeling III B. Bijb. Gesch. „Over den Sabbath", Matth. 12 114, Markus 2 2328 3 16 Lucas 6 111 door Krina den Boeft. Kerkgesch. „Strijd en overwinning", Adri de Jong. De J.V. op G.G. „Spr. 8:33a" te St. Laurens vergadert op Zondag 25 Februari om 8 uur. S. S. 52. „De vier Evangeliën", vr. P. Boon Pz. Vrij Zendingsonderwerp. „Het Zendingsbevel", J. v. d. Broeke. Geref. Knapenvergadering Benjaminte St. Laurens. B. G. „Naar het Loofhuttenfeest", Lukas 9:51-62 door vr. J. Dingemanse. Na de pauze K.G. „Maarten Luther", A. Houterman Geref. Jongelingsvereeniging Herman Faukeel". S. S. „Job", C. Canderse. V. G. „Het Nederlandsche volk, een Staatkundige eenheid", A. H. Verstraten. J.V. „Dr. Lützen Wagenaar", Middelburg. Zondag 25 Februari 1940. G. B. 24. „Van de Heiligmaking", M. de Bruijn. Varia vr. A. J. Kabboord. M. O. 11. „Overheid en Middenstand", vr. A. J. Kabboord. Gereformeerde Knapenvergadering „Samuël", M'burg. Afdeeling I. Bijb. Gesch. Les 190. „Het oproer te Efeze" uit Handel. 19 2340 door vr. J. Damen. Vad. Gesch. Les 23. „Willem III zijn taak vol bracht" door vr. D. Kögeler. De Geref. Mannenver. „Onderzoekt de Schriften" te St. Laurens vergadert D.V. op Zondag 25 Febr. des avonds half zeven in de consistorie der Geref. Kerk. Inleiding Schriftst. O. T. „Jona 3 en 4" in te leiden door br. S. Hillebrand. Voor lectuur zie Mannenbl. September 1939. Het Bestuur. ZONDAG 25 FEBRUARI 1940. CLASSE MIDDELBURG MIDDELBURG. Collecte Aflossing. Hofpleinkerk 9.30 uur Ds A. H. Oussoren 6 uur Dr. N. J. Hommes Zondag 46. Noorderkerk 9.30 uur Dr. N. J. Hommes Zondag 46. 2 uur Dr. N. J. Hommes Joh. 19: 14 en 15. 6 uur Ds. A. H. Oussoren Arnemuiden 9.30 en 2 uur Ds. H. Scholing Domburg 9.30 uur Leesdienst 2 uur Ds. J. E. Visser Voorber. H. Av. Gapinge 9.30 en 2 uur Ds. W. de Graaff Grijpskerke 9.30 uur Ds. A. Koning 2 uur Ds. K. J. Kraan Koudekerke 9.30 en 2 uur Ds. A. C. Heij St. Laurens 9.30 uur Ds. K. J. Kraan 2 uur Ds. A. Koning Meliskerke 9.30 en 2 uur Ds. M. Vreugdenhil Oostkapelle 9.30 en 2 uur Cand. C. v. Doornik Serooskerke 9.30 en 2 uur Ds. E. Beukema te Nieuwdorp. Souburg 9.30 en 2 uur Ds. Th. H. v. Andel Voorm. Openb. Belijdenis en Voorb. H. Av. Veere 9.30 en 2 uur Ds. J. W. Smitt Vlissingen 9.30 en 5.30 uur Ds. G. Smeenk Vrouwepolder 9.30 en 2 uur Ds. J. J. de Vries Westkapelle 9.30 uur Ds. J. E. Visser 2 uur Leesdienst CLASSE AXEL. Aardenburg 9.30 en 2.30 u. Ds. Joh. A. Tiemens Axel 9.30 uur Ds. J. S. Post 2.30 uur Cand. W. J. de Ruiter Breskens Hoek 9.30 en 2.30 uur Ds. F. Pijlman Oostburg 9.30 en 2 uur Ds. Th. P. Potma Schoondijke 9.30 en 2 u. Cand. W. H. J. den Boer te Goes. Terneuzen 9.30 en 2.30 uur Ds. G. W. v. Houte Zaamslag 9.30 en 2.30 uur Ds. A. B. W. M. Kok. CLASSE GOES. Baarland 9.30 en 2 uur Ds. G. Leene Borssele 9.30 en 2 uur Leesdienst Driewegen 9.30 en 2 uur Ds. H. Fransen Goes 9.30 en 5.30 uur Ds. W. H. v. d. Vegt 's-Gravenpolder 9.30 en 2 uur Leesdienst Heinkenszand 9.30 en 2 uur Ds. Joh. Booij Kapelle-Biezelinge 9.30 en 2 uur Ds. A. Scheele Kruiningen 9.30 en 2 uur Ds. J. Koolstra Nieuwdorp 9.30 en 2 uur Leesdienst Wolphaartsdijk 9.30 en 6 uur Ds. G. v. Heiningen Yerseke 9.30 en 2 uur Ds. A. van Egmond CLASSE THOLEN. Anna Jacobapolder 9.30 en 2 uur Leesdienst Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 uur Cand. D. Wijnbeek Krabbendijke 9 en 2 uur Ds. M. Ros Poortvliet 9.30 en 2 uur Leesdienst Rilland-Bath 9.30 en 2 uur Ds. W. G. F. van Herwijnen Tholen 10 en 6 uur Dr. C. Veltenaar Oud-Vosmeer 9.30 en 2 u. Ds. C. A. Vreugdenhil CLASSE ZIERIKZEE. Brouwershaven 9.30 en 2 uur Ds. J. Meester Bruinisse 9.30 en 2 uur Ds. J. P. linger Colijnsplaat 9.30 en 5.30 uur Ds. H. Veenstra Geersdijk 9.30 en 2 uur Leesdienst Haamstede 9.30 en 2.30 uur Cand. G. E. Arnold te Rotterdam. Kamperland 9.30 en 2 uur Ds. F. J. v. d. Ende Nieuwerkerk 9.30 uur Ds. H. Venema 2 en 6 uur Leesdienst Oosterland 9.30 uur Leesdienst 2 uur Ds. H. Venema Scharendijke 9.30 en 2 uur Wissekerke 9.30 en 2 uur Ds. A. A. Oostenbrink Zonnemaire 9.30 en 2 uur Cand. H. v. d. Berg Hulppred. te Oss. Zierikzee 10 en 6 uur Ds. J. Spoelstra te Anna Jacoba Polder.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1940 | | pagina 3