No. 47 Vrijdag 24 November 1939 53e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND. TWEEDE BLAD. BOEKAANKONDIGING. ZEEUWSCHE KERKBODE REDACTIE Ds. A. C. HEIJ en Ds. A. H. OUSSOREN. MEDEWERKERS: D.D. W. M. LE COINTRE. F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN en W. H. v. d. VEGT. ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ 6 OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 ZEEUWSCH-VLAAMSCHE BRIEVEN. Zaamslag, November 1939. In het leven van ieder mensch komen moeilijke oogenblikken voor, kritieke momenten, waarop hij tot handelen wordt geroepen cn niet weet wat hij doen moet. We spreken dan van botsing of collisie van plichten. Dan schijnen op éénzelfde oogenblik twee of meer plichten van ons geëischt te wor den. terwijl we er toch maar één kunnen vol brengen. Door den een te volbrengen schijnt men den anderen te moeten verzuimen. Wat moet ik doen, wanneer de belangen van mijn gezin in strijd komen met die van mijn beroep, mijn plicht tegenover mijn vaderland met dien tegenover mijn medemensch, wanneer het welzijn van een zieke eischt, dat ik de waarheid voor hem ver zwijg, terwijl ik toch op zijn vraag niet met een leugen mag antwoorden In al dergelijke gevallen is er botsing van plichten. Evenwel die botsing bestaat niet objectief, d.w.z. niet buiten ons bewustzijn. Gods wil is één en kan niet met zichzelf in strijd komen. Hij stelt ons in ieder levensmoment slechts één bepaalden eisch en kan ons niet door het gebieden van den eenen plicht dwingen een anderen te verwaarloozen. De botsing is sub jectief, d.w.z. ze bestaat alleen voor ons bewust zijn. Ze ontstaat, doordat de zonde de verhou dingen in ons menschenleven scheef getrokken en ons zedelijk bewustzijn verdonkerd heeft. De botsing moet dan ook door een persoonlijke be slissing, waartoe voortdurende oefening van het geweten bij het licht van Gods Woord en Geest vereischt wordt, tot oplossing worden gebracht. Onze Heiland kwam gedurende zijn aardsche leven ook voor gevallen te staan, waarin schijn baar een keuze tusschen twee plichten moest gedaan worden. Hij was echter heilig. In Hem woonde de wijs heid Gods. Hij koos derhalve terstond het goede, het Gode welgevallige. Het was zijn plicht den Sabbatdag te heiligen en van allen arbeid te rusten. Maar 't was ook zijn plicht in liefdevolle ontferming den naaste te helpen. Wat nu te doen? Jezus aarzelde geen oogenblik, maar genas kranken op den Sabbat. Hij legt den Farizeën de vraag voor Is 't ook geoorloofd op den Sabbat gezond te maken Voor ons kan echter de keuze wel eens zeer moeilijk zijn. Een lezer van onze Kerkbode moet soms een gedeelte van den Zondag op de fabriek werken en vraagt nu wat moet ik doen Het Zondagswerk weigeren beteekent ontslag, met al de gevolgen, daaraan voor dezen tijd ver bonden. Op de fabriek blijven beteekenteen deel van den Zondag doorbrengen in strijd met het Sab batsgebod. We staan hier voor een heel moeilijke kwestie. De Roomschen hebben 't hier schijnbaar ge makkelijker. De Roomsche kerk lost allerlei moeilijke gewetensvragen op en de leden hebben zich aan die kerkelijke uitspraak te onderwerpen. 't Wordt den menschen op die manier gemak kelijk gemaakt, maar zij worden daardoor zelf van hun verantwoordelijkheidsbesef, van hun persoonlijke plichtsbetrachting ontheven. Zij voe ren machinaal uit hetgeen de geestelijkheid vóór- schrijft. Wij mogen echter als kerk de gewetens der menschen niet binden. 'k Denk hier aan het antwoord dat Elisa gaf aan Naaman, toen deze met een gewetensvraag tot den profeet kwam. Naaman wil voortaan alleen Israëls God aan bidden en dienen. Hij wil niet meer aanbidden en offeren in den Syrischen afgodstempel. Maarals dienaar van den koning is hij verplicht zijn vorst te vergezellen, wanneer deze deelneemt aan de godsdienstige plechtigheden in den tempel van Rimmon. Hij legt aan Elisa de moeilijkheid voor. En wat is het merkwaardige antwoord Ga in vrede. De profeet doet geen beslissende uitspraak, doch laat deze zaak aan Naamans consciëntie - oordeel over. Hij keurt 't niet goed. Hij raadt 't niet aan. Hij heerscht niet over het geweten van een ander. Dit ,,Ga in vrede" leert ons, dat we over el kanders geweten geen oordeel mogen aanmati gen. Bij botsing van plichten kunnen we elkan der vóórlichten, maar mogen we niet lichtvaar dig veroordeelen, wanneer iemand anders han delt. Is een Christen, die een deel van den Zondag moet arbeiden, verplicht zijn betrekking neer te leggen Dit neerleggen beteekent voor hem wer keloosheid met al de ellende, die daarmee in ver band staat armoede, honger, kommer enz. Wij zouden dit neerleggen van de betrekking niet durven bevelen. Wanneer deze broeder ten minste niet een deel van den Zondag werkt om veel geld te verdienen, doch een stuk brood voor zich en zijn gezin wil verdienen. Ik meen wél, dat hij, zoodra hij een anderen werkkring kan krijgen, ook al zou hij daarin min der verdienen, dien moet aanvaarden. Ook zal hij moeten bidden om een anderen arbeid, waarin hij den Zondag geheel als Dag des Heeren kan vieren. En wanneer nu iemand zegt,,Die broeder moet toch zooveel Godsvertrouwen hebben, dat hij zijn werk neerlegt in het geloof, dat God voor hem zal zorgen", dan antwoord ik met Ds D. van Dijk, die in ,,Geref. Mannenblad" eens een mooi artikel over deze kwestie schreef „Zeker, als God dat eischte, dan zou hij zooveel geloofs kracht moeten bezitten maar de Heere vraagt dat niet. En als iemand dan toch nog zegt„ik vind toch, dat een kind van God dat aan moet durven", dan antwoord ik „Lieve broeder, durf gijzelf dat aan en zeg tegen dien ander „leg uw betrekking maar neer zoolang gij niet iets an ders hebt teruggevonden, zal ik voor u zorgen". Durft gij dat aan Neen Dan moet ge ook van een ander niet vragen het geloof, dat gijzelf niet hebt en dat de Heere ook niet van ons eischt." A. B. W. M. KOK. Kerstboekjes. Van de Firma Callenbach in Nijkerk mochten we 'n verzameling Kerstboekjes ontvangen. Waar de redactie steeds moet woekeren met de ruimte, gaat het niet aan deze te noemen. We willen vol staan met het doorgeven van de namen van de schrijvers. P. Stouthamer, Riek ter Braake, M. Veren, Jo Kalmijn Spierenburg, M. A. M. Renes- Boldingh, Anne de Vries, Heieen, Jan van Gro ningen, Gera Kraan-van de Burg, Phe Wijnbeek, Rie van Rossum, A. de Graaf-Wüppermann, W. G. van de Hulst, Dr J. C. van der Does, W. Broos, J. van Westenbrugge, K. Norel, C. Th. Jongejan de Groot, Agni van de Torre, Netty Faber-Meynen, J. M. Westenbrink-Wirtz, Annie M. Ringnalda, H. Schouten, Nel van de Vlis, Albert Zaaijer, Gr. Gilhuis-Smitskamp, Marijo, C. v. d. Linden, Frouke Bakker, Jeanne Marie, P. van Hall, B. Menkens. We zijn niet in staat al deze boekjes te lezen. Van verschillende hebben we gehoord, dat ze schitterend zijn. Met mijn kinderen heb ik gelezen Bop Bep en Brammetje en dat gaat er als altijd in als koek. En dan Bruin de Beer daar droo- men ze van Ik weet zeker, dat de besturen van Zondags scholen zich als vanzelf tot zulk een keurcollectie moeten wenden, willen ze althans niet de kans loopen veel moois voorbij te gaan. De prijs is van 8 cent tot een gulden toe. 'n Boek van Kikkie door Dr van der Does voor 1.is me een raadsel van goedkoopte. Alles tezamen maakt deze collectie een uitnemenden indruk. Natuurlijk zijn het geen boeken over het Kerstfeest, maar ze kunnen vóór of mét het Kerstfeest aan de kin deren gegeven worden. Men vrage den boekhan delaar maar eens. Die zal gaarne bestellingen ontvangen. Van de Firma Meinema in Delft ontvangen we een drietal Kerstboekjes, keurig uitgevoerd. Deze firma schrijft, dat wat Kerstboeken betreft, dit jaar een topprestatie geleverd wordt en wel 81 nieuwe uitgaven en daarvan 49 op grooter for maat en dikker papier. De drie boeken van J. C. de Koning, A. Romijn en D. Menkens van der Spiegel hebben we niet gelezen en geven dus geen oordeel. Maar bij het doorbladeren schijnen ze me pakkend en spannend geschreven. Bizonder aardig voor de kleintjes zijn een drie tal kleinere boekjes van H. Christian Koster, K. S. Pomp en K. Norel. Dat zijn boekjes voor kin deren om naar te grijpen. Trouwens, dat weet ik uit ervaring. Wat ik van de boekjes en boeken van Callenbach schreef, wil ook hier weer zeg gen, men vrage prospectus of late zich voorlich ten door den boekhandel. Zondagsscholen kun nen zelf een Kerstkist ter inzage vragen. We be velen ook deze boekjes gaarne aan. Het jaloersche kind door Dr J. van der Spek. Het stotterende kind door L. van Klinken. Kok, Kampen. Twee mooie boekjes van de bekende serie: moeilijke kinderen. De titels spreken voor zich zelf. De inhoud is goed. We hopen, dat deze werkjes over moeilijke kinderen steeds meer zul len worden gelezen. Psalmen van Totius. De lust bekruipt me, om van dezen Afrikaan- schen dichter enkele Psalmen over te nemen, maar het is beter, dat ieder zelf oordeele over de werken van dezen begaafden dichter en zanger. In elk geval verschillen ze heel wat van onze Psalmen. We zijn dankbaar voor deze uitgave. Zomerwind door Jo Kalmijn. Spierenburg. Fijn Teeder Dat zijn de woorden die hier passen. Een dergelijk werkje recenseeren gaat niet. Deze liederen moet men lezen, op zich laten inwerken en Amen zeggen. Prachtig b.v. Speel goed. Gaarne aanbevolen. Maranathakalendcr plus Premieboek Tusschen Twee machten door S. Har rison. Wat dit laatste boek betreft een vertaling uit het Engelsch van een „bekeeringsgeschiedenis in moderne stijl", we meenen, dat de werkelijkheid wel iets anders is. Bekeerd worden met de pistool op de borstoch, het is mogelijk, maar het gebeurt zoo heel, heel weinig. Dat leert de Schrift ons wel. Toch ligt er in het werk deze goede gedachte dat we in de greep zijn van de ééne macht, öf gegrepen zijn door de andere macht. Of.óf. Om dit laatste kan ik dit werkje waardeeren. Wat de kalender betrefthet is een genoegen deze te mogen aankondigen. Knap's meditaties zouden we niet gaarne missen. Raak, pittig en niet afgezaagd. O, natuurlijk, zijn er wel eens ge dachten bij die we minder juist achten, maar we meenen, dat een dergelijke kalender veel zegen kan afwerpen. Het schild van deze kalender is goed. Nathan, die bij David komt en hem aanzegt, dat hij niet zal sterven, ondanks zijn zonde. Toch zouden we liever andere schilden zien. Ik denk aan de N.C.R.V.-schilden of ook de AVRO-schilden. Alles tezamen genomen is echter deze scheur kalender goed uitgevoerd en zal door velen be geerd worden. De wijsheid van den Prediker door Ds E. Th. van den Born. Uitg. J. H. Kok N.V., Kampen. Het boek „Prediker" is één van diepzinnigste boeken van den bijbel en toch ook een boek, dat altijd weer de aandacht trekt. Bijzonder kan het dat doen in dezen tijd, die zoo ontroerend getuigt van de ijdelheid van alle menschelijk pogen, een betere wereld te doen komen. Dan kan het ge beuren, dat men dit boek weer gaat lezen omdat de stemming daarin overeenkomt met die van het eigen hart. Maar dan rijst ook weer vraag op vraag, hoe men dit boek moet verstaan. Men zou dan wel graag een betrouwbare verklaring daarvan willen raadplegen, maar waar vindt men die In dit boek geeft Ds van den Born nu niet een gewone verklaring van den Prediker, waarin van vers tot vers de beteekenis wordt ontvouwd. Maar wel geeft hij, in nauwe aansluiting aan den tekst, een duidelijk overzicht van de problemen, waarvoor dit boek ons plaatst en wordt daardoor het inzicht buitengewoon verhelderd, als hij doet zien dat de vragen, waarmee de Prediker wor stelde, hun oplossing vinden in het werk van den Heere Jezus Christus. Moet van alle menschen- werk worden gezegd, dat het ijdel is, dit geldt niet van het werk van den Heere Jezus Christus, Wiens werk zal leiden tot een heerlijk einddoel. Hartelijk bevelen we de lezing van deze studie aan. A. H. OUSSOREN. Het October-nummer van „De Wandelaar". De eereplaats is ingeruimd voor een artikel van den folklorist D. J. van der Ven, „De na- jaarsschoonmaak in de natuur" en zulks terecht, want het is een goed en dichterlijk gestemd stuk proza over het zwammenleven, met vele vond sten uit literatuur, folklore en mythologie, terwijl het is opgeluisterd door een groot aantal foto's als aquarellen zoo mooi. Een opmerkelijk artikel is dat van W. J. Kossen, „Zuiggraag, de jonge", hetwelk in verhaalvorm het leven van de spin behandelt. Het doet in de verte denken aan het werk van Hermann Löns, maar bezit toch een geheel eigen vorm en eigen sfeer. A. van Voorn teekende er een aantal geestige krabbels bij. De rubriek „de korte wandeling" bevat nog een groot aantal korte stukjes over herfstwande- lingen, sparren-met-ananasgallen, de bijenwolf, wandelmakkers etc., terwijl de vaste rubrieken over de kamerplanten, de tuinwerkzaamheden, het fotografeeren, de hond en de sterrenhemel niet ontbreken, zoomin als een groot aantal fo to's en teekeningen ter opluistering. Rondom de Reformatie door A. Janse. Uitg. Oosterbaan Le Cointre, Goes. Aan de bespreking van de „meeningsverschil- len" heeft de heer Janse een ruim aandeel gehad, door het schrijven van boeken, brochures en artikelen in de pers. In dit boek vindt men veel daarvan opgeno men, waardoor het gemakkelijk wordt van zijn beschouwingen kennis te nemen. Die kennisname zijn ze ten volle waard. Ook al zal men tegen sommigen daarvan bezwaren voelen oprijzen, toch moet men dan erkennen, dat de heer Janse argumenten bijbrengt om de juistheid er van te bewijzen. Zoo heeft hij het hier om enkele onder werpen te noemen over „meenens" doopen of „veronderstellen" over veronderstelde „heb belijkheid", „veronderstelde wedergeboorte", over „Verbond en verkiezing". Wie zich op de hoogte wil stellen van de kwesties, die nu onder ons aan de orde zijn, kan dit boek niet missen. De titel „Om de reformatie" lijkt ons ondanks het betoog van den schrijver, onjuist. Als we spreken van „de reformatie" denken we nog altijd aan de groote reformatie van de 16e eeuw. Hebben we het over een andere, dan komt er een nadere omschrijving bij de refor matie van '34 of de reformatie van '86. De door den heer Janse bedoelde reformatie had ook na der moeten gekwalificeerd worden, ook in den titel. Bouwen en bewaren propagandanum mer. Bondsbureau Ramstraat 39, Utrecht. Het bestuur van den Geref. Meisjesbond zond ons het propagandanummer met verzoek de aan dacht te vestigen op het principieele Geref. jeugd werk. Aan dat verzoek willen we gaarne voldoen, omdat we dit jeugdwerk van groote beteekenis achten. Het strekt altijd tot vreugde, wanneer onze jongelingen en meisjes zich met toewijding geven aan dezen arbeid, die voor hen zelf en voor de kerk zulke kostelijke vruchten kan dra gen. Dit propagandanummer, dat niet alleen een woord heeft voor de jongeren, maar ook voor de ouders en ouderen, opdat deze den arbeid zouden steunen met hun meeleven en meewerken, is uitnemend geschikt om op het groote belang daarvan te wijzen. Het bevat bijdragen van Ds M. B. van 't Veer, Mevr. ColijnGroenenberg, Prof. Schilder, Mevr. Kraanv. d. Burg, Prof. den Hartogh, Mej. T. Verdam, die een speciaal woord heeft voor de meisjesstudenten, Mej. T. Hagen, die zich richt tot meisjes, die op het Gymnasium en de H.B.S. gaan, van M. P(armen- tier), van Prof. Waterink, van Mej. L. Goemaat te Solo, die in de Zending werkzaam is, een prachtig artikel en een mooi stukje van Cor Brandsen. Hartelijk bevelen we de lezing aan. HEIJ. Ook nu weer zond dhr. J. N. Voorhoeve, uit gever, Dunne Bierkade 17, den Haag, ter aan kondiging enkele zijner uitgaven. 1. Scheurkalender 1940. Deze verschijnt voor de 50e maal en daarom is er extra-werk aan besteed. De teekenaar van het schild laat het volle licht vallen op een 7-tal schapen, wat te meer treft, bij de donkere onweerslucht daar boven. Lucas 12 32 „Vreest niet, gij klein kuddeke", geeft hier de bedoeling aan. Het blok heeft de gewone vorm. Voor iederen dag een text in grootere of kleinere letters en toch heel duidelijk. Wat van de achterzij der blaadjes werd nagezien, deed wel uitkomen, dat inhoud goed mag genoemd. 2. De 12 bladige kalender voor 1940 „Het licht tegemoet". Heel mooi. Elk blad kan na ge bruik in 2 briefkaarten verknipt. 3. Een 3 bladige kalender met aardige foto en een gedicht er naast. 4. Een enveloppe met 4 gekleurde briefkaar ten, „ter eere van den 50en jaargang van den Geïll. Chr. Scheurkalender. De uitgever meldt nog, dat hij vele brieven ontving, die er van ge tuigen, dat deze arbeid niet tevergeefs is geweest. Bij het pakket waren ook ingesloten 2 ge schiedkundige boeken n.l. „Mannen van de Zee" door W. Schippers een boek, dat we met ge noegen hebben gelezen en zoo gevolgd het rei zen en trekken over zee en door landen van een Zeeuw, die veel heeft moeten leeren verliezen om te komen tot rust in God. „De Vlag op den toren" door C. Vermeer, die daarin beschrijft 't leed van de Fransche overheersching in Vlaar- dingen en hoe deze stad het juk der dwinglandij afwierp. Ook in dit boek is de leiding Gods zoo, dat het zeer in het kort kan gezegd met hetgeen op een van Voorhoeve's kalenders staat„het licht tegemoet". Beide boeken zijn goede evangelisatie-lectuur. De prijzen van kalenders en boeken zijn uiterst gering te noemen. K. B. S.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1939 | | pagina 5