No* 26 Vrijdag 30 Juni 1939 53e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND* UIT HET WOORD* DADERS DES WOORDS* ZEEUWSCHE KERKBODE. REDACTIE: Ds. A. C HEIJ en Ds. A. H. OUSSOREN. MEDEWERKERS: D.D. W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN en W. H. v. d. VEGT. ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling ƒ2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 ONBELEDEN ZONDEN. Toen ik zweeg werden mijne been deren veranderd, in mijn brullen den ganschen dag. Psalm 32 3. David heeft gezondigd, zwaar en verschrikke lijk David, de man naar Gods hart De achter grond van Psalm 32 is de donkere geschiedenis in Davids leven met Bathséba, Uria's vrouw. David heeft zich schuldig gemaakt aan de zonde van overspel. Daarop is gevolgd de zon de van leugen en bedrog, geveinsheid om zijn misdaad te verbergen. Tenslotte de moord op Uria. De ééne zonde werd gestapeld op de andere en de ééne zonde was nog verschrikkelijker dan de andere. Wij weten hoe David zijn best heeft gedaan om zijn zonde verborgen te houden voor de menschen. Maar hij heeft ook over zijn kwaad gezwegen tegenover den HEERE. Over dat zwijgen voor den HEERE spreekt hij hier in Psalm 32. Toen ik zweeg werden mijne beenderen veranderd, in mijn brullen den gan schen dag Als kind des Heeren weet David heel goed, dat hij overtreden heeft. Hij komt er echter niet toe om met zijn zonde te gaan naar zijn God. Dat zwijgen heeft dagen, ja maanden geduurd Hij trachtte zich te handhaven in zijn kwaad. David trachtte er overheen te leven, hij zette zich in de zonde vast. Hij probeert alles weg te drin gen uit zijn hart. Belijden voor den HEERE wil hij niet, hij wil niet buigen voor God. En wat zijn de gevolgen van dit zwijgen Hij moet missen de troost van de gemeenschap met God. Zijn geweten gaat spreken, zijn con sciëntie klaagt hem aan. Doch de onrust binnen in hem brengt hem niet dadelijk waar hij zijn moet. David blijft strijden en worstelenhij zwijgt En ja, overdag gelukt het hem misschien alles weg te dringen uit zijn gedachten. De arbeid en de bezigheid geven hem afleiding. Maar de stem van de ontruste consciëntie laat zich bij een kind van God niet blijvend en niet ongestraft tot zwij gen brengen. Nu David zwijgt, worden zijn beenderen ver anderd de onrust die hem innerlijk verteert, heeft tenslotte ook invloed op zijn lichamelijk ge stel. Hij voelt zich een gebroken man, hij gaat gelijken op een akker, die door de zomer-zonne- hitte is verschroeid mijn sap werd veranderd in zomerdroogten. En in schrille tegenstelling met zijn uitwendig zwijgen, komt te staan het leven binnen in hem. Daar wordt het een brullen den ganschen dag. Zijn onrustig hart schreeuwt soms luid in hem op. Innerlijk wordt hij verteerd door de stem van zijn geweten. Deze ellende, waarin David verkeert, is de el lende van de onbeleden zonde. Het zijn de ge volgen van zijn zwijgen voor den HEERE. Och neen, ongeloovigen hebben daar zoo geen last van. God laat hen wandelen in de wegen, die zij zelf verkiezen. Maar Gods kinderen vinden in de zonde geen rust. Het bedreven kwaad blijft staan tusschen God en ons. Het verstoort de gemeenschap met God. Dat is een zegen voor Gods kinderen. We mogen dit zien als een gunst des HEEREN over ons. Het is Zijn werk, dat de onrust der consciën tie komt, als we voortleven met onbeleden zon den. Wanneer wij niet komen tot belijdenis van ons kwaad, dan zendt God ons de onrust, de on vrede. Hij wil ons daardoor uitdrijven tot Hem. Hij trekt ons daardoor met liefdekoorden, op dat wij zullen komen tot belijdenis van onze booze daden. Wanneer David zijn beenderen voelt veran deren en den ganschen dag moet brullen, ja dan rust in dat alles wel Gods hand zwaar op hem, maar ten diepste is deze kastijdende hand, een hand der liefde fcj» x -'rv Wanneer gij voortleeft met onbeleden zonden, verbreekt dan toch uw zwijgen voor God. Komt tot belijdenis. Maakt uw zonden den HEERE be kend, tracht niet langer te bedekken. Spreekt eerlijk uit, alles wat er aan zonde in uw leven geweest is. Alleen in den weg van belijdenis wil God ver geven. Hij weet alles wel, maar Hij wil toch, dat gij Hem alles zegt. Psalm 32 is een prachtige Psalm. In vs 5 komt David tot verbreking van het zwijgen. Hij ver bergt niets meer, maar dan komt hij ook nog in vs 5 tot de jubelen Gij vergaaft de ongerech tigheid mijner zonde De vergeving ligt gereed. Christus heeft vol daan aan het Kruis De troost der vergeving zullen wij echter slechts maken in den weg van oprechte belijdenis. Psalm 32 is een onderwijzing. David wil ons leeren van den weg, die wij gaan zullen. Hij geeft ons hier raad. Open uw oor en luister naar hemWil toch niet stug gelijk een paard weer streven, of als een muil door domheid voortge dreven Verbreek, o zondaar, uw stilzwijgen voor God. Gij, die niet smaakt de vreugde in God, gij die de vertroosting en de vrede des harten, komt toch tot God en stort eerlijk en oprecht uw hart uit voor Hem houdt niets achter, tracht niet langer uw zonden te bedekken. Geef het verzet tegen God op. Staak toch uw moeite volle en hopelooze worsteling tegen den HEERE. Leg voor Hem uw leven bloot in het gebed. Pleitende op de genade in Christus Jezus, zult gij, na be lijdenis, smaken de blijdschap der vergeving Gelijk David na belijdenis het uitjubelde en Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde. Wissenkerke. A. A. OOSTENBRINK. JAARVERGADERING „VREDERUST" 6 JULI. Donderdag 6 Juli a.s. is de Jaarvergadering van de Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Zeeland. Ze wordt weer ge houden op de stichting. In den bidstond, die aanvangt na aankomst van den trein uit Zeeland 10.37 te Bergen op Zoom, hoopt voor te gaan Ds M. Ros te Krab- bendijke. Voor de morgenvergadering staat op het agen dum de openingsrede door den voorzitter Dr J. J. C. van Dijk en behandeling van huishoudelijke zaken. In de middagvergadering spreekt Dr P. J. Waardenburg te Arnhem over De erfelijke on dergrond van het menschelijk zieleleven. Uit het verslag over 1938 zij hier een en ander gememoreerd. Daarin is opgenomen de schoone toespraak door Ds Vossers gehouden ter inleiding van het gebed. Dan het openingswoord van den voorzitter, dat opwekte tot ootmoedige dankbaarheid, tot diepe afhankelijkheid en biddend verwachten in de stormen van den tijd. In extenso is ook opgenomen het leerzame re feraat van Dr G. Brillenburg Wurth over ,,De biecht in de moderne en in de Christelijke ziels zorg". Men verzuime niet dit te lezen en beware dit verslag om het nog eens te kunnen herlezen. Aan het slot wordt, in een noot, opgemerkt, dat dit onderwerp breeder behandeling vond in het boek van Dr Wurth„Practische zielszorg". Velen zullen zich dit boek misschien niet kunnen aanschaffen, maar hebben dan in dit jaarverslag toch al een belangrijk deel daarvan. En niet dan tot hun schade zullen ze dit ongelezen kunnen laten. In het bestuur kwam nog al eenige verandering. De heer G. v. d. Putte zat van af 1910 in het bestuur en in het moderamen. Een lange reeks van jaren diende hij de vereeniging. Nu hij, we gens z'n hooge leeftijd, zich niet meer herkiesbaar stelde, nam de vergadering een goed besluit door hem eerelid te maken. Ds A. Scheele nam in het moderamen z'n plaats in. Het aantal afdeelingen bleef 67. Het ledental daalde weer iets van 3533 op 3510. Verontrus tend is dit nog niet. In het medisch personeel kwam geen verande ring. In functie zijn nog de heeren W. K. Dik- land, geneesheer-directeur P. de Jonge, pl.v. J. J. Preuninger en C. Dekker. De Geestelijke verzorger Ds J. v. d. Vlugt zegt in z'n verslag, dat hij niet wil voorbijgaan aan de moeilijkheden, die deze arbeid meebrengt, maar dat ver boven die moeilijkheden uitgaat de heerlijkheid van het werk, in den dienst van den Heere Christus, die ons de armen en ongelukki- gen in Zijn plaats heeft nagelaten. Uit het verslag van den geneesheer-directeur blijkt, wat een staf van verplegend personeel noodig is tot een goede verzorging. Op 1 Jan. '38 bestond het uit 67 verplegers en 122 ver pleegsters. Het aantal patiënten was op 1 Jan. '38 totaal 872, n.l. 444 mannen en 428 vrouwen. Op 31 December was dit 463 mannen en 430 vrouwen, totaal 893. Over de kleeding lazen we, dat, als de familie niet in de kleeding voorziet, de patiënten ge- stichtskleeding dragen. Het dragen van eigen kleeding wordt zooveel mogelijk bevorderd, vooral bij patiënten, die aan eigen kleeding ge hecht zijn of die kunnen waardeeren. Interessant zijn verschillende meedeelingen in het hoofdstuk „Ontspanning", zoo o.a. dat er van de patiënten meedoen aan de wandelsport, en voetbalsport, en aan allerlei spelen, ook dam men, sjoelen en schaken. Bij een wedstrijd speel den acht patiënten mee, van wie 6 wonen, 1 remise speelde en 1 verloor. Ook is er een pa- tienten-muziekcorps, waaraan 17 patiënten mee werken. De werkzaamheden van den buitendienst on der leiding van Dr P. de Jonge breidden zich nog steeds uit. De voorzorg strekte zich uit over 67 personen, de nazorg over 107. We nemen hier nog weer eens op de spreekuren. In Goes eerste en derde Maandag van iedere maand van 34 uur in het Gasthuis aan den Oostwal. In Middel burg de tweede en vierde Maandag van 1112 in het Gasthuis. Te Zierikzee de tweede Dins dag van iedere maand van 12 uur in het Wijk- gebouw van het „Groene Kruis". Uit het financieel verslag nemen we dezen zin over dat bij een verpleegprijs van 650.per jaar, de exploitatie van de stichting een bevredi gende uitkomst gaf, mede als gevolg van de om standigheden, dat het aantal in verpleging zijnde patiënten grooter was dan waarop bij de raming van inkomsten en uitgaven werd gerekend. Zoo is er groote reden van dank, dat dit werk van Christelijke barmhartigheid mocht worden voortgezet. We hopen en vertrouwen, dat velen zich weer zullen opmaken om a.s. Donderdag de Jaar vergadering bij te wonen. De Heere blijve deze stichting zegenen. V.U.-DAG TE ARNHEM 13 JULI. De Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag hoopt op Donderdag 13 Juli a.s. in jaarvergadering saam te komen te Arnhem in Musis Sacrum. De vergadering begint te half elf. Op deze jaarvergadering komen in de morgen samenkomst aan de orde de openingsrede van den voorzitter, de behandeling van enkele huis houdelijke zaken en een rede van den heer C. Smeenk over „Universiteit en Maatschappij". We zagen niet vermeld, aan wien ditmaal de leiding der vergadering is opgedragen. Het vorig jaar geschiedde dat wel op het agendum. De re den, waarom dit nu werd nagelaten kunnen we niet bevroeden. Voor de middagvergadering staat op het agen dum een rede van Prof. Dr F. W. Grosheide over „Voorheen en thans" en een rede van Dr J. Hoek te 's-Gravenhage over „De populariteit van de V.U.". Dan zal ook het resultaat van de busjes-actie door Mevrouw S. Verdam-Okma aan Dr H. Colijn worden aangeboden. Ds J. Douma, Em. Pred. te Arnhem spreekt een slot woord. Aan deze jaarvergadering gaat Woensdag avond vooraf een bidstond in de Westerkerk (Nieuwe Plein), die aanvangt te 8 uur en waarin hoopt voor te gaan Ds H. L. Both. Na dezen bidstond is er een gezellig samen zijn in Musis Sacrum. Ook dit jaar wordt een wetenschappelijke sa menkomst gehouden, op Woensdag 12 Juli in Restaurant Royal. Daar komen in bespreking een referaat van Prof. Dr D. Th. Vollenhoven„Proeve eener ordening van wijsgeerige concepties" en van Dr J. P. van Rooijen over „Toeval en Voorzienig heid". Deze referaten zijn aan het Bureau Kei zersgracht 166, Amsterdam, verkrijgbaar en wor den na toezending van 1.— (per postrekening No. 6327 of postwissel) toegezonden. Autobus. We hebben bij de directie te Koudekerke ge ïnformeerd of het mogelijk zou zijn per autobus op 13 Juli de reis heen en terug te maken en wat de kosten zouden zijn. Dit bleek mogelijk, wan neer uiterlijk kwart vóór 5 uur van Koudekerke werd vertrokken en te 5 uur van de Markt te Middelburg. In de autobus zijn 31 plaatsen wan neer die alle bezet worden zijn de kosten 2.75 per persoon. Dit is aanmerkelijk goedkooper dan wanneer men de reis per spoor zou doen. Een retour 3de klasse MiddelburgArnhem kost 6.50. Maakt men gebruik van de legitimatie- kaart, op de laatste bladzijde van het V.U. blad van Juni, dan reist men tegen het 10-persoons gezelschap tarief, dat een besparing geeft van 20 en wordt het dus 5.20, wat dan nog heel wat duurder is. We willen ons beschikbaar stellen deze zaak te regelen. Dan moeten we uiterlijk Woensdag avond 5 Juli de opgaven daarvoor hebben ont vangen. Later kan niet, opdat in de Kerkbode van 7 Juli kan meegedeeld of de tocht doorgaat. Alleen daarin zal het worden vermeld. Het be drag a 2.75 per persoon zal dan onderweg moeten worden betaald. Geen geld vooruit stu ren. Zouden er aan het getal deelnemers een paar ontbreken, dan zouden de kosten iets hoo ger worden. We willen afspreken, dat niemand daartegen bezwaar zal maken, als het maar niet hooger wordt dan 3. Allen van Walcheren en Zuid-Beveland, die willen meegaan, verzoek ik dan een briefkaart met duidelijke opgave van den naam aan mijn adres te zenden. In de prijs kan geen verschil gemaakt worden. Zijn er 62, die zich opgeven, dan rijden er twee bussen. We volgen den hoofdweg van Koudekerke over Middelburg (Markt), Nieuwland, Goes en verder. HEIJ. RONDOM DEN DOOP. V. Wormer's boek. In ons eerste artikel hebben wij melding ge maakt van de zesde druk van dit boek. De volledige titel is„De Kinderdoop be schouwd met betrekking tot het bijzondere, ker kelijke en maatschappelijke leven door J. A. Wormser" thans bewerkt door Ds J. A. Schep. Het boek is bijna een eeuw oud. De staatkun dige en kerkelijke situatie was in Wormsers da gen gansch anders dan tegenwoordig. Dienten gevolge kan het niet anders of zijn beschouwin gen over bepaalde toestanden uit zijn eigen tijd en die geeft hij duidelijk en klaar passen niet meer geheel op de huidige toestanden. Om daar een voorbeeld van te geven. Hij ziet de geheele Nederlandsche natie nog als een ge doopte natie. „De natie oorspronkelijk heidensch, is langs den weg, dien haar historie ons aan schouwelijk maakt, door God geleid om met Hem te staan in een verbond, in het ver bond Zijner genade. Ieder lid der natie heeft daarvan het zegel aan zijn voorhoofd ontvangen in den Doo p." Deze visie op den feitelijken toestand van ons Nederlandsche volk wordt hem door Dr J. Koop- mans zeer kwalijk genomen. Dr. Koopmans noemt het een fictie om een volk, een natie christelijk te noemen. Vlak bij deze fictie ziet hij liggen die andere fictie die tegenwoordig in Duitschland in de mode is, het nationalisme, de verheerlijking van ras, bloed en bodem. Van de eene naar de andere fictie is maar één stap. Van het spreken over „nationaal christendom" en „de christelijke grondslagen" van ons volksbestaan tot de nationaal-socialisti- sche rasverheffing is maar een schrede volgens hem. Daarom acht hij Wormser's kijk op het Nederlandsche volk als een gedoopte natie zeer beslist gevaarlijk, vooral in onzen tijd. Nu zullen w ij de Nederlandsche natie niet meer een gedoopte en christelijke natie noemen. Niet, omdat wij het met Dr Koopmans eens zijn, doch eenvoudig, omdat in de eeuw die ons van Wormser scheidt in het Nederlandsche volks leven ontzaggelijk veel veranderd is. De feitelij ke grond om het Nederlandsche volk een ge doopte natie te noemen, is vervallen. In Worm ser's tijd was dat niet het geval. Toen waren werkelijk alle Nederlanders gedoopt. Bij de volkstelling van 1849, dat was in Wormser's tijd, gaf niemand zich op als „behoorende tot geen enkele kerk", bij de laatste volkstelling gaf een zevende deel van de bevolking zich op als zijnde zonder kerk. Sedert Wormser's dagen is de ont kerstening met reuzenschreden voortgegaan. Zij was er een eeuw geleden ook. Wormser was waarlijk niet de meening toege daan, dat het er met onze „christelijke natie" zoo best voorstond, omdat ieder lid hoofd voor hoofd gedoopt was. Integendeel. Hij zag aller- wege in de Kerk en in den Staat de kenmerken van een schromelijken afval van het Christen dom, maar, schrijft hij „nog is het christendom

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1939 | | pagina 1