No* 16
Vrijdag 21 April 1939
53e Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND*
UIT HET WOORD*
DADERS DES WOORDS*
VAN VERRE EN NABIJ*
ZEEUWSCHE KERKBODE
REDACTIEDs. A. C. HEIJ cn Ds. A. H. OUSSOREN.
MEDEWERKERS: D.D, W. M. LE COINTRE, F. J, v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN cn W. H. v. d. VEGT.
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling ƒ2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS: 15 cent per regel; bij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE
FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
HET LAM, STAANDE ALS GESLACHT.
En ik zag, en zie in het midden van
den troon en van de vier dieren, en in
het midden van de ouderlingen, een
Lam, staande als geslacht, hebbende
zeven hoornen en zeven oogen; dewelke
zijn de zeven Geesten Gods, die uitge
zonden zijn in alle landen
En het kwam en heeft het boek ge
nomen uit de rechterhand Desgenen, die
op den troon zat.
Openb. 5:6, 7.
De zee der volken is onstuimig.
De wateren bruizen en zijn berozrd de ber
gen daveren door hun verheffing.
Oorlogen en geruchten van oorlogen houden
het leven der volken in gestadige onrust en
spanning. Ze stagneeren handel, bedrijf en ver
keer, en doemen mede duizenden en tienduizen
den menschen tot niets doen.
Volk staat tegenover volk, macht tegenover
macht bewapening wordt met bewapening be
antwoord groeiend wantrouwen verlamt de
kracht tot opbouwenden arbeid.
De volken verteren zichzelf en elkander.
De zware golfslag, die voortdeint van kust tot
kust, brokkelt voortdurend stukken af van het
bouwwerk, door vorige geslachten opgetrokken
en dreigt met ondergang den arbeid van veler
eeuwen.
Angst en vrees vervult veler harten.
Deze aanhoudende onrust laat ook de Kerk
des Heeren niet onbewogen. In deze wereld heeft
ze haar plaats van haar God gekregen, om haar
roeping onder de volken te vervullen.
Daarom lijdt zij mede, met wat de wereld lijdt.
Maar er is meer dat haar beroert.
Uit de woelige zee duiken gestalten op, in wie
de anti-christelijke trekken scherp zijn afgetee-
kend. Heerschers, in wie de mensch der zonde
aan de poort kloptvan wie de Kerk des Hee
ren enkel te vreezen heeft. In menig land weegt
hun hand reeds loodzwaar op de kerk, die ge
trouw is aan haar roeping. Ze zoeken de dingen,
die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de
rechterhand Gods.
Is de toekomst van de wereld donker, de kerk
des Heeren mag zich wel dubbel bezinnen op
wat haar te wachten staat.
Dubbel moet ze zich bezinnen.
Ze mag voor wat zich aan haar voor doet de
oogen niet sluiten ze moet 't aanzien met klare
blik maar dan moet ze 't zetten in het licht van
het Woord Gods en daarmede verandert 't as
pect van een verwarde en dreigende toekomst,
want het profetische Woord teekent den loop
der gebeurtenissen niet zooals die achteraf gezien
wordt, maar trekt vooruit de lijnen, waarlangs
naar Gods Raadsbesluit de historie zich ontwik
kelen zal.
Dit is het licht, dat 't donker op doet klaren.
Des Heeren Kerk heeft weer gedachtenis ge
vierd van de herrijzenis haars Heeren.
Haar Heere leeft Hij is opgestaan uit de
doode, opgevaren ten hemel en zit nu aan de
rechterhand Gods.
Dat is niet weinig meer dan 't in onze levens-
waardeering gewoonlijk geldt. Die Heere is 't,
in Wiens handen God 't wereldregiment heeft
gegeven. En dat is de rust van de Kerk te mid
den van de gestadige onrust der wereld, die toe
nemen zal, naarmate de anti-christelijke macht
zal vorderen. En die zal voortgaan, totdat ze
haar verpersoonlijking in den anti-christ vinden
zal.
Maar boven deze voortstuwende macht staat
Christus, de Heere.
De apostel Johannes heeft dat gezien in een
der visioenen, die hem, den balling op Patmos,
door de open hemeldeur werden getoond.
Hij zag een Lam, staande als geslacht.
En dat was waardig 't boek te nemen uit de
rechterhand Gods.
En het kwam, en heeft het boek genomen uit
de rechterhand Desgenen, die op den trcon zat.
Dat Lam was waardig zoo te doen, omdat het,
naar het woord van één der vier en twintig
ouderlingen, overwonnen had daarom mocht het
't boek, volgeschreven met de raadsbesluiten
Gods, ontzegelen, en de uitvoering daarvan op
zich nemen.
Het Lam, staande als geslacht dat is een tee-
kening, die ons voorstellingsvermogen te boven
gaat maar we verstaan de gedachte, die God
ons daarin ontsluit.
Het Lam staat voor den troon Gods 't is tot
den dienst van God bereid doch in zijn bereid
heid tot dienen draagt 't nog 't kenteeken, dat 't
tevoren is geslacht geweest, dat 't tevoren in
groote ellende en vernedering geweest is.
Het wordt nu tot hoogen dienst gewijd, n.l.
Gods raadsbesluiten over de wereld ontzegelen
en uitvoeren. Maar in zijn hoogheid, maakt 't
zich niet los van de vernedering, die is geweest
integendeel, 't gaat den dienst voor God uitrich
ten als 't Lam, staande als geslacht.
Aldus teekent dit visioen 't Lam Gods, onzen
Heere Jezus Christus, gestorven én opgestaan, t
wereldregiment uit Gods rechterhand aannemen
de in Zijn doorboorde handen.
Jezus Christus, opgestaan en opgevaren, ver
geet zijn vernedering niet ook niet nu God Hem
uitermate heeft verhoogd en Hem een naam ge
geven heeft boven allen naam.
Hij blijft het Lam, staande als geslacht. Zijn
verworven heerlijkheid wendt Hij aan, om te vol
tooien, wat Zijn vernedering heeft bewerkt. En
wordt Hem de rol der raadsbesluiten Gods ter
ontzegeling en uitvoering in handen gegeven, zie
dan is Hij, 't Lam, staande als geslacht, de waar
borg, dat die raadsbesluiten omvatten den weg,
waarlangs Gods verlossingswerk tot volkomen
heid zal stijgen.
Hij, 't Lam, staande als geslacht heeft over
wonnen. Zijn geslacht worden was de overwin
ning Zijner gehoorzaamheid de verzoening van
de schuld der zonde, de vernietiging van de
macht der zonde. Zijn geslacht worden was 't
offer, wat de losprijs, waarvoor Hij Zich de ge
geven Zijns Vaders vrijkocht, teniet doende den-
gene, die 't geweld des doods had, dat is, den
duivel.
Wie zal nu Hem weerstaan in het ten uitvoer
leggen der besluiten Gods
Opgestaan tot de heerlijkheid des hemels op
gevaren, staat Hem ten dienste alle macht in he
mel en op aarde, om naar Gods raad de verlos
sing daarheen te leiden, dat hemel en aarde hun
stem zullen vereenigen tot lof van God en van
het Lam.
Laat nu de Kerk des Heeren gerust zijn.
't Wereldbestuur ligt in Christus' doorboorde
handen ze beven nooit en weifelen nimmer ze
hebben overwonnen en zullen overwinnen, naar
Gods raadsbesluit.
Er is geen reden zich door vrees te laten ver
schrikken en verlammen ook niet, wanneer de
zee en watergolven groot geluid zullen geven en
den menschen het hart zal bezwijken van vrees
en verwachting der dingen, die het aardrijk zul
len overkomen.
Laat elk, die Christus kent als 't Lam, staande
als geslacht, voor den troon Gods, getrouw zijn
in zijn arbeid, die door Hem weer is dienst Gods.
Getrouw, van Christus verwachtende de vervul
ling van Gods raad, die in de verheerlijking der
vrijgekochte gemeente, geven zal 't behoud der
wereld.
Getrouw, want 't Lam, dat getrouw geweest
is tot in den dood, zal zijn werk voleindigen. Hij
zal de dageraad der verlossing doen aanlichten.
In Hem rust de waarheid van het woord
Geen onheil zal de stad verstoren,
Daar God Zijn woning heeft verkoren
God zal haar redden uit den nood,
Bij 't dagen van het morgenrood.
Terneuzen.
G. W. VAN HOUTE.
PROVINCIALE KERKELIJKE PERS.
Daaruit dat naast de kerkelijke bladen, die 't
geheele land bestrijken en de tientallen plaatse
lijke Kerkbodes, ook provinciale Kerkbodes ver
schijnen, blijkt wel, dat ook daaraan behoefte
gevoeld wordt.
In ons land is er maar één provincie, waar niet
zulk een provinciale Kerkbode bestaat, n.l. Zuid-
Holland. Wat daarvan de oorzaak is, zouden
we niet weten te zeggen. Misschien is het daar
uit te verklaren, dat in die provincie heel wat
groote steden liggen, als 's-Gravenhage, Rotter
dam, Leiden, Dordrecht e.a., die eigen bladen
hebben, zoodat een provinciaal blad niet genoeg
abonné's kan vinden.
Maar Zuid-Holland vormt dan ook een uit
zondering. Provinciale Kerkbodes zijn er voor
Groningen, Friesland, Drenthe en Overijsel,
Utrecht, Noord-Holland, Gelderland, Noord-
Brabant en Limburg en ook voor Zeeland.
Deze laatste is, gelijk in den kop wordt aan
gewezen, al in z'n 53sten jaargang wat wel be
wijst, dat hij in het kerkelijk leven in onze pro
vincie een goede plaats verwierf.
De algemeenheid van deze provinciale Kerk
bodes en het langdurig bestaan van vele daarvan
is, dunkt ons, niet moeilijk te verklaren.
De kerken in één provincie hebben gemeen
schappelijke belangen, waarom het noodig is,
dat ze ook met elkander meeleven.
Elke kerk is wel zelfstandig, maar heeft toch
de roeping, met andere kerken, die dezelfde be
lijdenis hebben en eenzelfde Kerkorde willen
onderhouden, in kerkverband saam te leven.
Dat kerkverband in één Particuliere Synode
eischt, dat ze op de hoogte blijven met wat in
die andere kerken gebeurt. Dat kan alleen door
een provinciale Kerkbode. In zulk een provin
ciale Kerkbode verschijnen de agenda's van de
verschillende Classes en de Korte verslagen van
die vergaderingen. Daarin wordt opgenomen een
verslag van de Particuliere Synode, ook dat van
den Zendingsarbeid. Wie alleen maar een plaat
selijke Kerkbode leest, blijft van dat alles on
kundig.
Wanneer men zou tegenwerpen, dat ook de
landelijke kerkelijke pers vele van deze berichten
bevat, moet daartegen opgemerkt, allereerst, dat
deze die berichten niet zoo breed kan opnemen
als de provinciale Kerkbode en in de tweede
plaats, dat maar een klein deel der leden, die
landelijke bladen leest en daarom zelfs die ver
korte berichten niet onder hun aandacht krijgen.
Het kerkelijk meeleven zou groote schade lij
den, wanneer niet een provinciale Kerkbode hier
z'n diensten bewees. En reeds uit dat oogpunt
is te zeggen, dat voor een goed kerkelijk leven
een provinciale Kerkbode onmisbaar is.
Daar komt nog een tweede ding bij.
Het Gereformeerd kerkelijk leven in ons land
heeft in z'n eenheid toch ook nuanceeringen, het
is nog weer anders in Groningen en Friesland
dan bijv. in Zeeland. In de ééne provincie doen
zich nog weer andere vraagstukken voor dan
in de andere.
Het is noodig, dat met die nuanceeringen ge
rekend wordt in de voorlichting, die de kerkelijke
pers zoekt te bieden en dat daarin die speciale
vragen worden behandeld.
Ook daarvoor is dan noodig een provinciale
Kerkbode.
Maar dan mag ook bij de oprichting van plaat
selijke Kerkbodes niet vergeten worden de vraag
onder de oogen te zien, of men daarmee niet de
provinciale pers zou afbreuk doen en alzoo het
kerkelijk leven schade toebrengen.
We verstaan, dat men in grootere kerken er
veel voor voelt een plaatselijke Kerkbode te heb
ben het plaatselijk kerkelijk leven kan daarmee
gebaat zijn. Maar ook zulk een kerk staat in het
kerkverband, en moet ook bedacht zijn op het
belang van haar zusterkerken. En wanneer dan
die oprichting op tal van plaatsen zou meebrengen
het gevaar dat de provinciale Kerkbode niet zou
kunnen blijven bestaan, mag zulk een kerk zich
wel afvragen of zij niet een weg moet zoeken.,
waarin niet alleen het plaatselijk, maar ook het
provinciaal belang kan behartigd.
Daar komt nog dit bij, dat, wanneer de leden
van zulk een kerk alleen hun plaatselijk blad le
zen, zij geïsoleerd worden van het kerkelijk leven
in hun provincie.
Schade alzoo voor de eigen leden en mogelijke
schade voor andere kerken.
Om die schade af te weren is het, dat in den
laatsten tijd telkens een bijzondere opwekking
werd geplaatst om op de Kerkbode te abonnee-
ren en dat we hopen, dat die opwekking zal ter
harte genomen worden.
We meenen, dat voor een goed kerkelijk leven
in een provincie een provinciale Kerkbode on
misbaar is en dat dus alles moet vermeden, wat
het bestaan daarvan zou kunnen in gevaar bren
gen.
A.S. ZONDAG BIDSTOND.
In „De Standaard" lazen we, dat de Classis
s-Gravenhage, besloot, lettende op den gespan
nen internationalen toestand, de kerken op te
wekken a.s. Zondag in den dienst des Woords
en der gebeden, zich te vereenigen in verootmoe
diging en gebed voor den Heere of het Hem be
hagen mocht om der wille van onzen Heere en
Zaligmaker Jezus Christus de ramp van een oor
log af te wenden en zich te ontfermen over ons
volk en de volkeren der geheele wereld.
Reeds zal wel op de laatste Zondagen gedaan
zijn, zooals in deze opwekking wordt gevraagd.
Althans zal in de gebeden de nood der wereld
wel voor God zijn gebracht.
Dat mag dan echter geen reden zijn om niet
aan dit verzoek te voldoen.
De internationale toestand is nog zorgelijk en
geeft reden om bij vernieuwing Gods ontferming
af te smeeken en te gaan op den verschen en le
venden weg, dien Christus ons ingewijd heeft tot
den troon der genade.
En moge God dan die gebeden verhooren.
OUDERLINGEN-CONFERENTIE.
Dinsdag 25 April wordt weer de Ouderlingen
conferentie gehouden, ditmaal te Goes.
Als referenten hopen op te treden br. P. de
Putter van Terneuzen met het onderwerp Kerk
en Evangelisatie en Dr E. D. Kraan te Vlaar-
dingen over De moreele en geestelijke herbewa
pening.
De ouderlingen ontvingen alle een agendum
voor deze conferentie, 't Is voldoende hen daar
aan te herinneren. Als het hun mogelijk is gaan
ze daarheen.
Maar ook niet-ambtsdragers zijn daar welkom.
Dat willen we hier nog even meedeelen.
Het worde een goede vergadering.
HEIJ.
BANGE TIJDEN.
De doorwerking der anti-christelijke beginse
len doet zich in onze dagen wel heel sterk ge
voelen.
De naïeve mensch moge denken, dat met het
verdwijnen van een Hitler, Stalin, Mussoline, de
wereld gered zal zijn, wie even verder ziet, ach
ter de verschijnselen, weet, dat niet deze begin
seldragers, maar de beginselen-zelf zich doen
gelden.
En die beginselen, zoowel van Nationaal So
cialisme als Marxisme, zijn daarom zoo verder
felijk, omdat ze niet steunen op het Woord des
Heeren, maar dat Woord radicaal verwerpen.
In dit opzicht zijn dan ook het Nationaal So
cialisme en het Communisme gelijk. De één moge
wat meer tolerantie openbaren voor de kerk dan
den ander, in wezen is er geen verschil. Beide
zijn ze opgekomen uit den afgrond. Beide staan
ze tegenover des Heeren Kerk. Beiden willen ze
zich laten leiden door menschelijk redeneeren en
niet door de van God gegeven normen.
In den laatsten tijd is dit wel zeer duidelijk ge
worden. Plechtig gegeven beloften, en met moeite
gesloten overeenkomsten worden verscheurd als
of er geen eer meer bestaat. Niet meer gelden de
vaste statische beginselen van Gods Woord, dat
eeuwig zeker is. Niet meer gelden die waarden,
die absoluut zijn. Maar dynamische beginselen,
beginselen die zich richtten naar de omstandighe
den, naar wat nuttig is, voordeelig voorkomt.
Hiervoor behoeft men werkelijk niet Nationaal
Socialist te zijn. Wiens oogen open zijn, ziet,
hoe dezelfde menschen, die voor enkele jaren
terug als een hoogste principe de ontwapening
voorstelden, in deze dagen weer roepen om ster
ke bewapening. Dat dezelfde menschen, die voor
enkele jaren zich richtten tegen het Vorstenhuis,
en zeiden, dat de opstand van de „Zeven Provin
ciën" hen „verduiveld goed deed", nu spreken
van „trouw" en vaderlandsch liefde.
Het is goed dit in het oog te houden. We
loopen in onzen tijd gevaar eenzijdig te zien naar
de beginselen van het Nationaal Socialisme, maar
wie op de basis van Gods Woord staande, deze
verschijnselen beziet, kan niet eenzijdig zijn oog
wenden naar de ééne richting met voorbijgaan
van den andere. Beiden zijn verderfelijk. Beiden
zijn ze gevaarlijk. Beiden werken zoo hard ze
maar kunnen naar den afgrond. Beiden zijn ze
dynamiet onder onze samenleving.
Ieder weet wel hoe vele Marxisten voor het
oogenblik de kunst verstaan deze beginselen te
verbergen. Dit opportunisme is alleszins ver
klaarbaar. Het zou zelfs niet verstandig zijn, om
het niet te doen. Maar met dit verbergen van