FEUILLETON.
DE KLEINE LUYDEN
VAN '86
ZENDING*
indien God het niet genadiglijk verhoeden wii.
Ons menschelijk hart huivert aan de slachting
van jonge levens, aan de moord op vrouwen en
kinderen in steden en dorpen. Dit alles is echter
maar bijzaak. Hoofdzaak is ditwelke machten,
welke goden zullen op deze aarde heerschen.
De godheid der Klasse of de godheid van den
Rasstaat. En als uit de komende krijg één van
beiden als overwinnaar naar voren treedt, dan
zal blijken, hoe het christendom niet geduld
wordt, noch naast de Absolute van het Nationaal
Socialisme of Fascisme, hier en in Azië, noch
naast de Absolute van het Communisme en So
cialisme.
De donkerte van onzen tijd is dan in de eerste
plaats dit dat de mensch de God der Schriften
verwerpt. En daarom heeft de mensch smart op
smart te vreezen. De mensch van onze dagen kan
verbazend veel. Technisch heeft de mensch zoo
veel gepresteerd als in geen eeuwen daarvoor is
geschied. De wetenschap heeft een vlucht geno
men zóó geweldig, dat het schijnt dat alleen maar
in een zeer klein onderdeel iemand geleerde kan
zijn. Maar wat die mensch ook vermag, hij kan
niet God vervangen. Hij kan niet de crisis der
wereld oplossen als de Heere de aarde slaat.
Hij kan niet pestilentiën tegenhouden als de
Heere komt met zijn slaande hand, nu hier, dan
ginds op het onverwachts. Medici mogen in on
zen tijd het ver gebracht hebben, maar als de
Heere komt met zijn slaande hand en de midde
len tegen de ziekte niet zegenen wil, staan ook
zij machteloos. De mensch kan niet oorlogen
tegenhouden als de Almachtige het wil. De
mensch kan niet de aarde in bedwang houden
als de Schepper haar doet beven. De mensch
kan niet een oogenblik tot zijn levensdagen toe
doen. Kleine mensch, zondige mensch als hij is,
hoe is het mogelijk, dat hij bij al die onmacht
zóó Zijn Schepper vergeten, verwerpen kan. Ja,
dat is mogelijk als hij de deuren sluit voor het
kloppen van den Almachtige en de deuren open
stelt voor de daemonen der hel.
Als er één ding in onze donkere dagen duide
lijk is, dan is het wel het kloppen Gods. God
roept. Roept tot deze wereld. We weten niet of
deze tijden de laatste tijden zijn. Er zijn oorlogen,
geruchten van oorlogen, pestilentiën, aardbevin
gen. Er is een anti-christelijke openbaring. Maar
de Heere Jezus leert ons Van die ure weten
wij menschen niet, zelfs de engelen in den hemel
niet. Laat ons dus niet gaan gissen. Maar wat
veel voornamer is laat ons bereid zijn. Temeer
en dat weten we zeker dat de dag nadert.
Bereid zijn nu de Heere zoo duidelijk spreekt.
En laat ons die sprake Gods verkondigen. Aan
al diegenen, die er nu nog doof voor zijn. Laat
er bij onszelf komen verootmoediging. Een be
lijden, dat ook om onze zonden, om onze on
trouw, God in toorn op deze wereld neerziet.
Laat in ieder kerkgebouw van Zeeland a.s. Zon
dag de bede opstijgen om schuldvergiffenis. Laat
er door ons allen gesmeekt worden dat Hij, die
om Christus' wil onze Vader is, zich nog ontfer
men wil over deze wereld. Over onze zonen en
dochteren, vrouwen en kinderen. Dat hij de af
goden van dezen tijd neer late werpen, ook door
onze actie. Hier in ons Vaderland, daarbuiten,
ook in ons Indië. Laten we ons mobiel maken
door bidden en werken voor den strijd die komen
zal. Opdat we wakkere soldaten zijn, die strijden
willen voor Koning Jezus.
A. H. OUSSOREN.
L. S.
Woensdag 21 September zal te Middelburg,
zoo de Heere wil, weder de gewone jaarlijksche
deurcollecte worden gehouden voor de Vereeni-
ging tot Verspreiding der Heilige Schrift.
Gij kent het doel van deze Vereeniging door
middel van verspreiding van gedeelten uit Gods
Woord wil zij aan zondaren het Evangelie bren
gen, dat dient tot hun eeuwige behoudenis. Dit
doel tracht zij ook te bereiken door de gratis
verspreiding van Kalenders, Psalmboekjes, Trac-
taten, enz. En de vrucht? Deze valt zeer zeker
duidelijk op te merken.
In sommige plaatsen van ons land zijn er hon
derden menschen, die door het gestadig ontvan
gen en lezen van het Woord des Heeren, als
gevolg'van den arbeid van bovengenoemde Ver
eeniging, tot kennis der waarheid mochten ko
men, en nu weder de voeten naar Gods Huis
richten.
Om bovengenoemde redenen kan en wil ik
niet anders dan U krachtig er toe opwekken
zendt a.s. Woensdag de collectanten voor dit
D
O Roman uit den
O Doleantietijd
R
FRED. VAN MEERTEN
38)
,,Dat is niet noodig. Ik heb me nog is bedacht
en vond het maar 't beste om de zaak ongedaan
te maken. Je heb je wel een beetje vergaloppeerd
Zondagmorgen, maar ik ben ook een beetje drif
tig geweest. As je wil ken je morge weer beginne.
Maar dan mot je mijn dat papiertje weer terug
geve."
„Netuurlijk baas, graag, as ik weer beginne
ken, heb ik 't niet noodig."
Jobs vader ging naar het oude kabinet en
haalde het vel papier voor den dag.
,,As je blief baas, dank je wel. Dan zal ik
morge maar weer komme
„Bel ja, late we maar net doen of t'r niks
gebeurd is en praat er verder maar met geen
mensch over."
,,Dat beloof ik. Wel bedankt."
Van Leeuwen stond op, groette met een hoofd
knik en vertrok. Heel wat lichter was zijn stap
toen hij het steegje uit liep dan toen hij er in
kwam.
„Dat is van de Heere geschied, vrouw", zei
doel niet weigerend van Uw deur weg. Steunt
daarentegen dezen heerlijken arbeid met Uw
milde gaven. Bedenkt, hoe heerlijk het is, ook
aldus met allen, die de verschijning van onzen
Heere Jezus Christus hebben liefgehad, te mogen
medewerken tot de verbreiding van het Evange
lie van den eenigen Middelaar Gods en der
menschen.
En vergeet dit vooral niet God heeft
den blijmoedigen gever lief.
D. BREMMER.
DE CHRISTELIJKE VOLKSBIBLIOTHEEK.
Nu wij Zaterdag 17 September a.s. de biblio
theek weder hopen te openen en ons 9e leessei-
zoen aanvangen, is het ons een aangename taak
hier in het kort een verslag te geven van de
positie en omvang onzer bibliotheek.
Van de 79 in 1929 geplaatste rentelooze aan-
deelen a 10.--, werden in den loop der jaren
18 afgelost. Geschiedde deze aflossing in het be
gin ten laste van de Gereformeerde Mannenver-
eeniging ,,Dr. Herman Bavinck", die ook den
stoot gaf tot oprichting, de laatste jaren was de
finantieele positie der bibliotheek van dien aard,
dat de aflossing voor haar eigen rekening kon
worden genomen.
Elk leesseizoen konden wij een belangrijk aan
tal nieuwe boeken aanschaffen, en beginnen met
een kast, die op uitbreiding was berekend, is
thans een tweede kast reeds overvol. Ook nu
staat een belangrijke uitbreiding op het program
ma. Velen onzer leden, die vanaf de oprichting
lid zijn, bleven ons trouw, maakten ook van de
bibliotheek een goed gebruik. Het vorige lees
seizoen werden ruim 5000 boeken uitgegeven.
Alles te zamen genomen past ons grooten dank
aan God, die ons tot dezen arbeid in staat stelde
en daarnaast ook aan hen, die elke Woensdag
en Zaterdag hun arbeid belangloos ten dienste
van de bibliotheek stelden.
Toch is onze leuze „in elk Christelijk gezin
een Christelijk boek" nog niet ten volle begrepen.
Wordt daarom allen lid van de Christelijke
Volksbibliotheek, zulks in Uw belang en dat van
Uw kinderen.
De bibliotheek is gevestigd in de consistorie
kamer der Noorderkerk, Bogardstraat, Middel
burg, en is geopend Woensdagavond van 67
uur en Zaterdagavond van 79 uur. De contri
butie bedraagt ƒ1.per jaar, waarvoor men
elke week een boek ontvangt.
HET BESTUUR.
EEN NIEUW KERKGEBOUW TE GRABAG
IN GEBRUIK GENOMEN.
Vrijdag 12 Augustus werd in Grabag onder
groote belangstelling het nieuwe fraaie kerkge
bouw in gebruik genomen.
Het gebouw was geheel gevuld circa 200
menschen waren er aanwezig toen Ds. Pos het
samenzijn opende, of liever toen met het uitspre
ken van het votum de godsdienstoefening ter in
gebruikneming aanving.
Tot dusver worden de gewone wekelijksche
koempoelans in Grabag nog steeds uitsluitend in
het Maleisch gehouden, omdat het overgroote
deel der leden en hoorders daar Chineesch zijn
en veel beter Maleisch verstaan dan Javaansch.
Ook deze dienst was dus een Maleische dienst,
die geleid werd door Ds. Pos, welke sinds het
vertrek van Ds. Merkelijn het consulentschap
waarneemt voor het Maleisch Chineesche werk.
Ds. Pos preekt in het Maleisch over 2 Kronie
ken 7 vs. 16 Want ik heb nu dit huis verkoren
en geheiligd, opdat Mijn Naam daar zij tot in
eeuwigheid, en Mijne oogen en Mijn hart zullen
daar ten alle dagen zijn.
In een prachtige toespraak bepaalde Ds. Pos
zijn hoorders bij de belofte Gods, die hij geeft
aan zijn gemeente. Dat Hij bij hen wil wonen te
alle dagen le. met zijn naam, 2e. met zijn oog,
3e. met zijn hart
Na de prediking en nadat Ds. Pos ook den ze
gen had uitgesproken, kwam een groote rij van
sprekers de Zending en de jonge gemeente ge-
lukwenschen.
Het was een mooie samenkomst, waarbij elke
toespraak tevens een Evangelieverkondiging was.
Geen enkele van de vele toespraken maakte daar
op een uitzondering.
Een der sprekers vergeleek de mooie kerk met
een fraaie lampekap. Maar de gemeente was de
lamp en hij bood ernstig de gemeente op het hart
Jobs vader dankbaar.
„Dat is 't net", zei zijn vrouw met een traan
in d'r oog.
Jobs vader dacht er verder niet bij na. Het
was een wonder des Heeren, die de harten neigt
en daarmee uit.
Maar toen Kees Vink het verhaal hoorde van
Van Duin, dat Jobs vader weer te werk was
gesteld door Van Leeuwen, glimlachte hij eens
en zei„Ik heb wel gedacht, dat hij zijn verstand
zou gebruike".
Van Leeuwen bleef den afslager den eersten
tijd een beetje uit den weg.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het was Van Duin in de laatste dagen won
derlijk te moede.
Het was hem alsof er voortdurend feest bij
hem in huis was.
Zijn vrouw was na haar ziekte geheel veran
derd. Haar klaaglied was veranderd in een lof
zang en telkens kon hij haar hooren neuriën
„Wat zal ik met Gods gunsten overlaan, dien
trouwen Heer voor Zijn gena vergelden en
onwillekeurig stemde hij mee in in den lofzang
want de bron van haar vreugd was dezelfde als
de zijne.
En nu pas had zij hem gezegd, dat ze zoo innig
verlangen kon nu het heilig Avondmaal mee te
vieren met Gods kinderen. Nooit had ze dat ge
durfd in groote schuchterheid en vrees, dat zij
iets zou doen, wat haar niet toekwam, maar nu
verlangde ze er naar met geheel haar ziel om het
toch vooral haar licht ook te laten schijnen.
Tegelijk met het kerkgebouw heeft daar de
Hollandsche schoolvereeniging een schoolgebouw
laten bouwen voor de bloeiende Chr. Holl. Chin,
school, die reeds meer dan 100 leerlingen telt.
Grabag is toch een Chineezencentrum.
Feitelijk behoort dus Grabag vooral ook tot
het Zendingsterrein dat de Hollandsche kerken
van Magelang en Bandoeng gezamelijk voor hun
rekening hebben genomen.
En toen verleden jaar de kerken van Bandoeng
en Magelang onderling het terrein verdeelden,
kwam Grabag feitelijk voor rekening van de kerk
van Bandoeng.
Aanvankelijk was het de bedoeling, dat de
kerk van Bandoeng en de Zending van Middel
burg gezamelijk enkele kerken die zeer noodig
waren zouden bouwen, n.l. één in Temanggoeng
en één in Grabag.
Beide kerkgebouwen zouden dan beurtelings
voor Javaansche en Maleische Chineesche dien
sten gebruikt kunnen worden.
Bij nader inzien bleek het verstandig, dat ieder
één kerk voor zijn rekening nam en zoo zal de
kerk van Bandoeng een dezer dagen een kerk in
Temanggoeng laten bouwen, terwijl de Zending
van Middelburg de kerk in Grabag bekostigd
heeft van het geld, dat de broeders en zusters in
Indië bij gelegenheid van het Jubileum der Zen
ding aan Ds. Merkelijn voor kerkbouw hebben
aangeboden.
Zoo kreeg Grabag dus tegelijk een mooie kerk
en een mooie school. De gemeente van Grabag
heeft op keurige wijze de geheele inventaris der
kerk verzorgd. Niet alleen alle zitplaatsen, maar
ook was er een prachtige avondmaalstafel en een
schitterend benzinegas lichtinstallatie.
De school daar bloeit ook zeer en is een be
langrijke Zendingspost.
Het hoofd der school, de volijverige Theng
Tiang Koen, was als kind reeds in de Pinkster
gemeente gedoopt. Den Zondag na de opening
der kerk deed hij nu belijdenis in onze gemeente.
Het was de eerste maal, dat ik in het Maleisch
preekte en de sacramenten bediende. Er waren
n.l. tevens enkelen gedoopt.
Zoo'n eerste maal in een vreemde taal preeken
en spreken valt niet mee. Maar het went spoe
dig, al blijft het toch altijd meer dan gewone
inspanning vragen.
Ook voor de gemeente van Grabag hopen en
bidden wij zeer dat spoedig de tijd gekomen zal
zijn, dat een missionair-predikant zich geheel en
al aan den arbeid onder de Chineezen geven zal.
God zegene daartoe de stappen die de kerke
raden van Bandoeng, Djocja en Magelang reeds
hebben gedaan.
Op het oogenblik wordt de gemeente van Gra
bag nog verzorgd door de Javaansche Goeroe-
Indjil van Pingit, een bekwaam man met vurige
ijver. Ook Juffrouw Baarbé heeft er eens in de
14 dagen een samenkomst met Chineesche vrou
wen.
Maar het is wel erg noodig, dat er spoedig eeri
aparte Goeroe-Indjil komt. Er is al veel gebeden
of God ons hier de weg wil wijzen en de man
wil zenden, die daarvoor geschikt is en wij zullen
blijven bidden om arbeiders die de oogst ook in
Grabag kunnen binnenhalen.
C. VAN NES.
NEDERLAND EN DE JODEN EN DE
INTERNATIONALE JODENZENDING.
Als onze lezers dit stukje onder de oogen krij
gen, hopen wij in Londen of op weg daarheen te
zijn, waar wij a.s. Zondag des morgens voor
onze Nederlandsche Gereformeerden hopen te
preeken, terwijl wij er Woensdag 21 September
een zitting van het „Internationale Comité voor
de toenadering van de Christenen tot de Joden"
(„International Committee on the Christian Ap
proach to the Jews") hebben bij te wonen.
Wij gaan als Nederlandsch lid eigenlijk altijd
met een zekere blijdschap en trots naar de zit
tingen van dat Comité.
Wij stellen er een eere in, dat in ons land de
Joden zoo veel beter behandeld worden, dan in
vele andere landen.
Steeds ook weer moeten wij het ervaren, dat
in Jodenzendingskringen en ook onder de Joden
in het buitenland ons land om zijn houding te
genover de Joden hoog aangeschreven staat.
„O, is U uit Hollond Dat is een goed land
voor de Joden zoo riep een Jood in Warschau
ons toe, toen wij daar jaren geleden een Joodsch
leerhuis waren binnengegaan.
Avondmaal te gebruiken en alzoo Gods rijke
genade ook in dit sacrament te ervaren.
En Van Duin had er met Kees Vink over ge
sproken en deze had maar geknikt. Hij had dit
verwacht, zei hij. Wanneer Gods kinderen op
den rechten weg wandelen, wenschen ze ook in
gehoorzaamheid het voedsel te gebruiken, dat
God voor de Zijnen verordend heeft.
En nu zou het een dubbele feestdag worden.
Want aanstaande Zondag zou er niet alleen
Avondmaal gevierd worden in de jonge gemeen
te, maar de eerste kleinzoon van Van Duin zou
ook gedoopt worden.
Gisteren was de kleine, een flinke gezonde
jongen, geboren en zijn vader en moeder waren
het beiden over eens geweest, dat dit kind den
eersten Zondag al gedoopt moest worden. Dat
was volgens de oude Gereformeerde practijk,
lange jaren te schrikkelijk verwaarloosd, maar
Gode zij dank, nu weer in eere hersteld, zei Wim.
Het zou in de timmermanswerkplaats aan den
Drogersdijk plaats hebben. Het zaaltje, waarin
men tegenwoordig vergaderde, moest verbouwd
worden en uit nood kwam men nu weer enkele
Zondagen in de timmermanswerkplaats samen.
Het zou wel vreemd zijn. Avondmaal in een tim
mermanswinkel Maar het was een Avondmaal
naar Gods ordinantie, heilig en ongerept, Chris
tus zelf zou er als Koning van Zijn kerk de
Gastheer zijn en Zijn genadegaven uitdeelen aan
behoeftige zondaren, die hongerden en dorstten
naar de gerechtigheid.
De hamer sloeg met vaste, harde slagen op het
leer, zooals Van Duin dat gewend was, wanneer
het naar zijn zin ging. En stil .voor zich heen
Als Nederlander waren wij welkom. En zeker
mee daaraan danken wij het, dat wij met een
groote kring van Joden daar in het leerhuis een
ernstig gesprek ook over den Heere Jezus Chris
tus als Messias konden voeren, dat we niet daar
mee eindigden, dat de Joden zich gewonnen gaven,
maar toch gevolgd werd door vele hartelijke
handschuddingen ten afscheid.
't Is nu met een heel bijzonder gevoel van
dankbaarheid, dat wij naar de Conferentie van
het Internationale Comité gaan.
We zijn ervan overtuigd, dat onze buitenland -
sche leden ook kennis genomen hebben van de
rijke feestviering met onze jubileerende Vorstin.
Zij zullen 't ook wel gelezen hebben, hoe deze
openlijk getuigde, dat zij Haar regeeringstijd
wenschte te bezien in het licht der Goddelijke
leiding.
Door Christenen in andere landen is met een
zeker heilige jaloerschheid gezien naar ons, die
zulk een Vorstin hebben, en die zoo met haar
de daden des Heeren mogen gedenken.
Wij mogen ons als geloovige Christenen in ons
land zoo echt rijk gevoelen met onze God en
Christus belijdende Koningin.
Hoe schril steken de toestanden in andere lan
den af tegenover die in ons land.
Hoe pijnlijk treft ons in onze gezegende rust
de tegenstelling met de onrust en het lijden van
de Joden in meerdere landen, juist in deze laatste
tijden.
De Joden in Midden-Europa komen in zoo'n
vreeselijk pijnlijke situatie.
En niet alleen zij, maar ook de Joden-Christe
nen, de gedoopte Joden, allen die nog eenigszins
Joodsch bloed in de aderen hebben.
En de moeilijkheden onder de Joden vinden
ook hun terugslag in de Jodenzending.
Ik behoef niet met vele woorden te verzekeren,
dat er op de Conferentie in Londen op 21 Sep
tember moeilijke problemen te bespreken zijn, die
wij maar niet met één enkel handomdraaien zul
len kunnen oplossen.
Zoo blij als wij zijn, om wat wij als Nederlan
ders genieten, zoo beklemd gevoelen wij ons bij
het overzien van de wereldsituatie onder de Jo
den en bij de beschouwing van de problemen
waarvoor wij, met de zware verantwoordelijk
heid, om te trachten, ze op te lossen, in de Joden-
zending geplaatst worden.
En gij begrijpt, dat het hier maar niet enkel zal
gaan, om in theoretischen zin adviezen te geven,
maar de Christenen moeten in dezen moeilijken
tijd ook wat doen.
Wat doen, dat zeker ook financieele offers zal
vragen.
En nu en dat is beschamend voor ons Ne
derlanders was het aandeel in de kosten van
het Internationale Comité van Nederland over
1937 en over 1938 nog niet voldaan, een paar
weken geleden.
Een stukje, dat wij plaatsten in ons Jodenzen-
dingsblad, bracht tal van broeders en zusters in
allerlei plaatsen van ons land er toe, om ons een
grootere of kleinere bijdrage voor den arbeid van
het Inter. Comité, dat meerdere kosten met zich
zal gaan brengen, toe te zenden.
Maar die giften waren nog lang niet voldoende
voor één jaarlijksche bijdrage vanuit ons land.
Wij hebben echter van de „Nederlandsche
Vereeniging tot medewerking aan de uitbreiding
van het Christendom onder de Joden" de bijdrage
voor 1937 in haar geheel gekregen tot onze groo
te blijdschap.
Maar 1938 is al bijna verstreken en voor 1939
zal ons Nederlandsch aandeel zeker niet minder
mogen zijn.
Ik vraag nu aan U, broeders en zusters, of gij
niet ook iets wilt geven, om wat ontbreekt voor
1938 en 1939 aan te vullen.
Ik zal in Londen zeggen, dat ik er vast op
reken, dat Christelijk Nederland niet zal achter
blijven, om de handen van het Internationale
Comité te sterken in dezen bangen tijd.
Wij vertrouwen er ten volle op, dat er nog
wel meer broeders en zusters zijn, die in het ge
voel van hun dankbaarheid over wat wij hier
genieten, gaarne iets zullen geven ten behoeve
van der. arbeid in 't belang van de zoo zwaar
bezochte Joden.
Mijn giro-nummer is 69600.
Wat zou ik het heerlijk vinden, als ik, terug
komend uit Engeland, bevinden mocht, dat in-
tusschen het door Nederland te storten bedrag
ook voor 1938 was bijeengebracht.
't Spreekt vanzelf, dat wij graag zouden zien,
dat zij, die helpen willen, dat spoedig deden.
JAC. VAN NES Cz.,
Oostduinlaan 47, 's-Gravenhage.
neuriede hij den eenen psalm na den andere.
Kees Kas begreep dien gemoedsgesteldheid
niet.
Hij had zijn oogen niet in zijn zak en hij zag
drommels goed, dat het werk er niet op vooruit
ging de laatste weken.
De stapel kapotte schoenen slonk met de week
en telkens kwam Job thuis met de echte Jobs
tijding „Baas, ze hebbe gezegd, dat we daar
niet meer om de schoene hoeve te komme. Ze
hebbe 'n andere schoenmaker genome".
De baas wist het dan wel. Die andere schoen
maker was een hervormde. Een dolleerende
schoenmaker kon men met goed fatsoen ook niet
aan de deur laten komen. En dan knikte Van
Duin maar eens. Even gleed een rimpel over
zijn hooge voorhoofd, maar verder merkte je
niets aan hem.
Maar Kees had toch wel gezien, dat de baas
veel langzamer werkte dan vroeger. Hij deed veei
kalmer aan. Hij haastte zich niet meer. Dat
kwam natuurlijk, omdat hij den dag vol wilde
hebben. Je kon toch niet om vier uur ophouden,
omdat je geen schoenen meer te repareeren had
En vanzelf deed Kees ook wat kalmer aan. je
zou anders je zelf in de wielen rijden. Want als
er geen werk voor hem was, zou hij natuurlijk
gedaan krijgen. En dan stond je op straat en
zoo'n baas kreeg je nooit meer. Maar hij begreep
toch niet hoe het mogelijk was, dat de baas bij
dien achteruitgang van zaken er zoo den moed
in kon houden. De zaken gingen veel slechter
en de baas was veel beter te spreken. Dat rijmde
niet in de logica van Kees.
Hij sprak er wel eens met Job over, en die