No* 26
Vrijdag 1 Juli 1938
52e Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND*
DADERS DES WOORDS*
VAN VERRE EN NABIJ*
ZEEUWSCHE KERKBODE.
REDACTIEDs. A, C. HEIJ en Ds. A. H. OUSSOREN.
MEDEWERKERSD.D. W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn„ A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN en W. H. v. d. VEGT.
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS 15 cent per regel bij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE
FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
DE V. U.-DAGEN TE ASSEN.
Het jaarverslag van de Vereeniging voor hoo-
ger onderwijs op Geref. grondslag verscheen nu
als de Juni-aflevering van het maandelijks ver
schijnend V.U.-blad.
Deze Juni-aflevering is nu gezonden aan alle
leden en begunstigers der Vereeniging ook dus
aan die begunstigers, die minder dan 5.per
jaar contribueeren, en niet in de organisatie een
functie bekleeden. Voor deze begunstigers is een
regeling getroffen, dat ook zij het blad maande
lijks kunnen ontvangen door combinatie met an
deren, die gezamenlijk minstens 5.bijdragen.
Komt dit verslag alzoo onder veler oogen, toch
willen we hier er één en ander uit releveeren.
Wanneer we het begrip „V. U.-dag" wat ruim
nemen, kunnen we daaronder ook begrijpen de
wetenschappelijke samenkomst, en de vergade
ring van Vrouwen-V.U. Hulp".
Woensdag 13 Juli wordt de wetenschappelijke
samenkomst gehouden in het Concerthuis.
In bespreking komen daar een referaat van
Prof. Dr. H. Dooyeweerd over .Recht en Histo
rie" en van Dr. J. Karserneijer over „Adnomi-
nale flexie en pronominale aanduiding in het Ne-
derlandsch". Deze referaten zijn voor ƒ1.ver
krijgbaar aan het bureau der Vereeniging Amster
dam, Keizersgracht 166, postgironummer 6327.
Op dienzelfden dag houdt Vrouwen-V. U.
Hulp" haar vergadering eveneens in het Concert
huis, 's middags te 2 uur. Mevr. FaberMeynen
van Hoogeveen hoopt daar te spreken over „De
Calvinistische vrouw en de V.U.".
Aan den avond van dien dag wordt te 8 uur
in de Zuidersingelkerk te Assen een bidstond ge
houden, waarin als voorganger optreedt Ds. B.
A. Bos.
Na afloop daarvan is er een begroetingssamen
komst in het Concerthuis.
Donderdag 14 Juli is de eigenlijke V.U.-dag.
Aanvang 10.30 uur. De leiding der vergadering
is opgedragen aan Prof. Dr. G. J. Sizoo. Na
behandeling van enkele huishoudelijke vergade
ringen houdt in de morgenvergadering Ds. Vel-
linga van Meppel een rede over „Volharding".
Voor de middagvergadering staan op het agen
dum redevoeringen van Prof. Nauta over „Een
Geref. Hoogeschool 400 jaar geleden" van Prof.
V. H. Rutgers „De rangorde onzer behoeften"
en van Ds. J. Overduin te Kampen over „Tus-
schen voorhoede en achterhoede".
Op de laatste bladzijde vindt men een Bewijs
van toegang, met een legitimatiekaart. Tegen in
wisseling daarvan kan aan elk station tegen di
recte betaling in ontvangst genomen worden een
speciale retourkaart 2e of 3e klasse naar Assen
tegen het 10-persoons gezelschaptarief geldig van
12 tot en met 14 Juli, of een speciale retourkaart
tegen het 20-persoons gezelschapstarief 2e of 3e
klasse, geldig op 13 of 14 Juli. Dit laatste is dus
een ééndagsretour. Vanuit Zeeland kan men dan,
ook wanneer men met den eersten trein vertrekt,
niet op tijd ter vergadering zijn. Met het eerste
heeft men alle gelegenheid den eigenlijken V.U.-
dag rustig bij te wonen.
Voor een lang traject als van Zeeland naar
Assen lijkt het ons geraden, na te gaan of het
reizen met een retour-vacantiekaart niet goed-
kooper uitkomt. Een derde klasse retourvacantie-
kaart kost 6.Men kan dan Woensdag zulk
een kaart nemen en op tijd op de vergadering zijn,
en op den volgenden dag daarop terug reizen, na
ook de middagvergadering nog te hebben bij
gewoond.
Zoo meen ik althans, dat het volgens de nieu
we reisgids juist is voorgesteld. Mocht iemand
hierin een onjuistheid ontdekken, zoo verzoek ik
hem mij daarop te wijzen, opdat een mogelijke
fout in de Kerkbode van 8 Juli nog tijdig zou
kunnen worden hersteld.
Volgende week hopen we op het jaarverslag
nog terug te komen.
JAARVERGADERING „VREDERUST".
Woensdag 6 Juli a.s. houdt de Vereeniging tot
Christelijke verzorging van krankzinnigen in Zee
land, haar jaarvergadering op de stichting „Vre
derust" te Bergen op Zoom.
In de bidstond, die te 11.15 uur aanvangt,
treedt als voorganger op Ds. D. J. Vossers te
Vlissingen.
In de middagvergadering hoopt Dr. G. Brillen-
burg Wurth een lezing te houden over„De
biecht in de moderne en in de Christelijke ziels
zorg".
Daaraan vooraf gaat de behandeling van de
huishoudelijke zaken.
We hopen, dat ook dit jaar op de vergadering
zal blijken, dat deze stichting blijft deelen in de
liefde van allen, die het een voorrecht achten,
dat de ellendigen, die door geesteskrankheid ge
troffen werden, een Christelijke verzorging mo
gen ontvangen en de bidstond en de vergadering
door zeer velen zullen worden bezocht.
Laat het jaarverslag, dat met zooveel zorg
wordt saamgesteld, ook gelezen worden.
Als een bijzonderheid vermelden we, dat een
radioinstallatie werd aangebracht, zoodat ook
die patiënten, die door ziekte of andere redenen,
de kerkdiensten niet kunnen bewonen, in de ge
legenheid zijn de preek te beluisteren. Dit lijkt
ons metterdaad een voortreffelijk ding.
We willen hier doorgeven het verzoek om ge
schikte lectuur, platen en tijdschriften te zenden.
Over den buitendienst onder leiding van Dr.
P. de Jonge, zij dit vermeld, dat de consultatie-
bureaux op vastgestelde tijden gehouden worden.
Te Goes den eersten en derden Maandag van
iedere maand van 34 uur in het Gasthuis aan
den Oostwal.
Te Middelburg den tweeden en vierden Maan
dag van iedere maand van 1112 uur in het
Gasthuis.
Te Zierikzee, den tweeden Dinsdag van iedere
maand van 12 uur in het gebouw in de Man
huisstraat.
Door Dr. de Jonge wordt berekend, dat er op
een bevolking van Zeeland van 250.000 zielen er
wel 750 onvolwaardigen zijn, die zich vrij in de
maatschappij bewegen en die dan in aanmerking
zouden komen om voorwerp te zijn van den bui
tendienst. Evenwel strekte zijn bemoeienis zich
maar uit over 233 personen. Hier is dus nog
veel te verbeteren.
Over de financiën kon een gunstig verslag
worden gedaan. De rekening sloot met een goed
saldo van 28.082,71, terwijl de verpleegprijs
toch nog met 10.verlaagd was en gebracht
op 650.per jaar.
Zoo waren, gelijk in het verslag wordt erkend,
de barmhartigheden Gods ook dit jaar vele.
HEIJ.
DE THEOLOGISCHE HOOGESCHOOLDAG
Als afgevaardigde van de Gereformeerde Kerk
van Middelburg, is ondergeteekende getuige ge
weest van den altijd blijden rijken dag dien onze
kerken eens in het jaar beleven. Het verslag, dat
hier volgt is gedeeltelijk uit het Gereformeerd
Kerkblad voor Drente en Overijssel.
Des avonds voor den eigenlijken Schooldag
heeft Ds. Chr. Teeuwen van Heerde de bidstond
geleid.
't Is vredig in de kerk. Telkens speelt de
avondzon door de groote ramen een rossig-
gouden gloed zeeft naar binnen. Er hangt een
penetrante geur van bloemen, die stil te bloeien
hangen van het orgel. Ds. Chr. Teeuwen van
Heerde spreekt bezielend; hij pakt de schare door
zijn levendige teekening van den onrechtvaardi-
gen rechter en de smeekende weduwe. Gezongen
wordt nog Ps. 113 1 en 2 121 1 en 126 3
gelezen Lucas 17 2037.
Ds. Teeuwen had tot tekst genomen Lulcas 18
vers 18, de gelijkenis van den onrechtvaardi-
gen rechter, en sprak over de gebedsvolharding
der gemeente waar het haar recht betreft. Ach
tereenvolgens bepaalde spr. zijn gehoor 1) bij het
bezitten van dat recht, 2) het opkomen voor dat
recht, 3) het verkrijgen van dat recht. Dat men
altijd bidden moet en niet vertragen." Dit altijd
bidden moet niet verstaan worden in den zin van
een onafgebroken gebed. Het is bidden, leven,
ademen in de sfeer van het gebed. Biddend leven
en levend bidden. Nu mogen wij daarin niet ver
tragen, niet „verslappen". Het gebedskoord tus-
schen God en onze ziel moet strak gespannen
staan.
Deze gelijkenis is eigenlijk een slot een slot
van Jezus' parousie-rede. Onze Heiland is zóó
groot in zijn onderwijs, dat Hij een pakkend slot
effect niet versmaadt. Wanneer de Christus nu
over het „altijd bidden" spreekt, dan denkt Hij
inzonderheid aan het Maranathagebed der ge
meente. Heel de gelijkenis is in de lijst gezet van
Christus' wederkomst. Vandaar ook 't „weduwe"-
beeld van de kerk, wier Bruidegom is heenge
gaan. Maar nu heeft die weduwe rechten te ver
dedigen, die ten nauwste samenhangen met haar
weduwenstaat. Zoo heeft de Christus de kerk
allerlei genadegoederen nagelaten, die zij te ver
dedigen heeft. Te verdedigen tegenover een
„wederpartij", n.l. den Satan. Met dien Satan
heeft de kerk haar groote twist over de genade
rechten haar door Christus verleend. Satan zal
de kerk bewegen die rechten los te laten. Aller
eerst richt hij zijn aanval op het Woord des Hee-
ren, dat ons gelegateerd is om te bewaren. Daar
toe heeft de kerk dan ook haar Theol. Hooge
school, daartoe ook het verband met de Theol.
faculteit der Vrije Universiteit 't gaat alles
om de bewaking van dat Woord. Hoe trouw de
kerk waakt, des te feller de aanval van Satan.
Die satanische twist is er vooral op het terrein
der wetenschap. En die twist kan niet uitgestre
den worden zonder de wetenschap dat wij een
hoogste Rechter, een Pleitbezorger hebben. Dra
gen wij vooral onze professoren en studenten, op
wie de volle zwaarte van dien strijd neerkomt,
op aan den Heere „Doe hen recht o God, te
genover hun wederpartij".
Vervolgens teekent spr. de verhouding tus-
schen den rechter en de weduwe. Al heeft ze een
andere uitweg gezocht, er is geen ander dan de
onrechtvaardige rechter. Voortdurend wordt zij
afgescheept. Zij houdt vol. Dat ze niet moede
loos wordt komt alleen door haar goed recht.
Daarvoor verdraagt ze alle vernederingen on
danks het advies van welmeenende menschen.
Op 't laatst dringt zij tot den rechter door. Ze
dreigt hem zelfs „het hoofd te breken" (letterlijk:
een blauw oog te slaan). Nu moeten wij niet
vragen of dat een geloovige houding van die
vrouw was om zich zoo op te winden. Zij zou
antwoorden „Ik vecht niet voor mijzelf. Ik
vecht voor wat mijn man mij heeft nagelaten".
Zoo ook wij. Wij hebben niet al te veel te staan
op ons persoonlijk recht. Geeft dat maar over.
Maar wij hebben te waken voor de rechten, die
de Christus ons naliet. Zoo hebben wij ook onze
Theol. Hoogeschool te zien als een ons toe-
betrouwd genadepand.
En het is volkomen in de stijl van onze weder
partij, de Satan als der kerk haar theologisch
onderwijs betwist zou worden. Satan rust niet
voor heel het kerkelijk leven met lamheid gesla
gen is, dat er geen dienaar des Woords meer
wordt opgeleid, geen peremptoir examen meer
afgenomen. In zulke tijden heeft de gemeente al
leen maar te pleiten Doe mij recht, o God. Zóó
heeft ons voorgeslacht gebeden voor de Theol.
School. Het was een gebed in het licht van
Christus' wederkomst. Sta ons gebed daar niet
bij achter.
Tenslotte zal de rechter de weduwe haar recht
bezorgen. Maar dan brengt Christus die merk
waardige wending aan de overgang van den
onrechtvaardigen rechter, die geen recht wil
doen, naar den Rechtvaardigen Rechter, God,
die wel recht wil doen. „Hoewel Hij lankmoedig
is met hem." Dat is niet de lankmoedigheid,
waarmede God de zonde toelaat. Het is het uit
stel Gods voordat Hij zijn kinderen het recht be
stelt. Waar wacht God nu op God zal wachten
met recht doen, totdat Zijn volk weer bidden
geleerd heeft.
Wij moeten weer leeren bidden voor onze
Theol. Hoogeschool maar ook voor haar ga
dan op ons Maranathagebed.
God heeft nu eenmaal een verband gelegd tus-
schen de gebedsverhooring en het geloof, waar
mede wij bidden. Zoo zij ons gebed voor onze
Theol. Hoogeschool allereerst een geloovig gebed.
Dat geloovig bidden nu zullen wij al biddend
hebben te leeren.
Als er onverhoorde gebeden zijn ook in betrek
king tot de Theol. Hoogeschool komt dit dan
omdat aan onze gebeden niet het beste heeft ont
broken Was er meer geloof, dan wisten wij het:
„Ik zeg u, dat Hij hen haastelijk recht doen zal".
God staat al met de verhooring in Zijn handen
gereed. God wacht maar op één ding, dat onze
handen leeg geworden zijn. Geloovig een Theol.
School stichten, dat is het moeilijkste nog niet.
Wel om het geloovig gebed 84 jaar vol te hou
den. Dat wij weer vragen om dat geloovig bidden.
„Wanneer zult ge eindelijk eens ophouden met
vragen vroeg Elisabeth van Engeland aan een
harer hovelingen. „Zoodra Uwe Majesteit op
houdt met geven", was het antwoord. Gaan wij
zoo tot den Heere „Ik zal ophouden met vragen,
als Gij ophoudt met geven, d.w.z. ik zal nooit
ophouden", eindigt spr. zijn predikatie.
Het was Donderdagmorgen 16 Juni j.l.
reeds vroeg druk in de stad Kampen. De stads-
beiaardier bespeelde op de hem eigen en geniale
wijze het mooie klokkenspel van de „Nieuwe to
ren", en vele bekende wijsjes werden over de
stad „uitgezonden". Daar zit toch iets wonder
moois in. Dat het studentenlied van Fides" werd
gespeeld is aardig, getuigt van gevoel en sympa
thie, maar dat boven van den toren, bij klinge
lend klokkenspel, het„Er ruischt langs de wol
kenwordt „uitgezonden", is ontroerend.
Toen ik het hoorde, moest ik onwillekeurig even
stil staan, en het even op me laten inwerken.
Ja, dat klokkenspel geeft jaar op jaar terstond
des morgens vroeg een echte feeststemming. Als
je het hoort, word je er terstond aan herinnerd,
dat er vandaag wat bijzonders is te doen. Nu, een
Theologische Hoogeschooldag is wat bijzonders.
Juist komt er een trein aan. De „lange brug" is
zwart van menschen allemaal „dagjesmenschen",
die vandaag feest komen vieren in Kampen.
Autobussen voeren de tientallen aan, uit alle
„oorden van ons vaderland" en het is een leuke
drukte, op den morgen van den Theologischen
Hoogeschooldag. Wat zie je een oude bekenden;
wat krijg je weer een nieuwe kennissen. Het is
kostelijk. Ja, br. v. d. Linde uit Laag-Zuthem
was er ook nog. Hij kon het wel niet meer hoo-
ren, maar toch nog wel zien, en voor de zeven-
en-zestigste maal bezocht hij den schooldag. In
derdaad, alleen in het zien schuilt al veel moois.
Eén dag in het jaar vindt ge in Kampen schier al
de Geref. Kerken in Nederland vertegenwoor
digd in één vergadering, en rondom één Theolo
gische Hoogeschool, die zich in de liefde van
allen mag verheugen.
We komen in de kerk.
De ruime Burgwalkerk is weer in feesttooi.
Haar groote ruimte neemt de honderden gaarne
in zich op. En onze Kruithof speelt de eene fan
tasie na de andere hij weet er terstond „stem
ming" in te brengen, en als dan straks de statige
rij van curatoren en professoren binnenkomt, dan
is er al een sfeer. Dan moet je eens even de kerk
doorkijken, en zien naar die vele glundere ge
zichten. Ja, dan versta je het het is feest van
daag.
De opening.
Rede Prof. Dr. K. Schilder.
Prof. Dr. K. Schilder, wien naar toerbeurt dc
leiding van den schooldag is toebetrouwd, laat
zingen Ps. 122 2, leest Galaten 6 110 en gaat
voor in gebed. Daarna spreekt hij als volgt
Zeer Geachte Vergadering.
De methode van het elkaar doen handelen
„naar toerbeurt" moge nog niet in alle zaken ge
volgd zijn onder ons, ook niet in betrekking tot
het instituut der Theologische Hoogeschool, of
van haar schooldag, ze is toch, voor wat althans
het praesidium van dezen jaarlijkschen ontmoe
tingsdag aangaat, sedert eenige jaren onder ons
in zwang gekomen. Het is krachtens de aanvaar
ding van dézen regel, dat ditmaal ik het genoe
gen heb, u hartelijk te verwelkomen. Reeds moch
ten gisteravond velen uwer elkander ontmoeten
in en na den bidstond, voor welks leiding wij
Ds. Chr. J. W. Teeuwen dankbaar zijn. De aan
blik van dit kerkgebouw liet toen reeds goede
dingen hopen voor wat het aantal der bezoekers
van heden betreft. Die verwachtingen blijken
heden niet beschaamd we zijn er dankbaar voor;
want kritiek op evangelische gezangen is on
der ons nog steeds in eere want er is in een
aantal véél gelegen. Uw aantal verblijdt ons. En
sedert wij onlangs opgewekt zijn om alle leden
eener Gereformeerde Kerk voor vrienden onzer
Hoogeschool te houden, totdat het tegendeel
blijkt, zullen wij, voorzoover wij dezen regel vol
gen, gelooven, dat er een gróóte kracht aan 't
werk is, die u hierheen gebracht heeft. God de
Heere zij overigens hartelijk gedankt, dat wij aan
een gróóte energie, met ruimer ontladingsveld
dan de grenzen dezer bijeenkomst afpalen, mo
gen gelooven op den vasten grond van Zijn be
lofte en bevel.
Het is mijn taak niet, u een overzicht te geven
van de lotgevallen der Theologische School
vaste gewoonte immers geeft steeds den rector
van elk jaar het woord als eersten eigenlijken
spreker. Ik zal me dus ditmaal op dit terrein niet
mogen begeven. Slechts in één ding wil ik hem
vóór zijn, omdat het een gebeurtenis van de jong
ste historie betreft binnen enkele dagen is, dank
zij een gift van honderd, een tweede van vijf
honderd, en een derde, nu pas ingekomen, van
driehonderd gulden, het fonds voor „den zesden"
uit de Schoolkas eventueel te honoreeren hoog
leeraar opgeklommen tot zeven en twintig dui
zend gulden. Laatstgenoemde gift had recht
streeks de bedoeling, u met dit nieuwe heden een
verrassing te bereiden. Ik zou me moeten scha
men, als ik niet zoowel voor deze afronding der
bijeengebrachte som naar boven, als voor het
goede vertrouwen, dat de gever in uw erkenning
van de aangenaamheid van zulke verrassingen
stelt, me ook als voorzitter dezer vergadering
dankbaar betoonde.
Uw rijen overzien, en de plaats van uw her
komst bepalen, kan ik niet, vooral niet in de eer
ste oogenblikken der bijeenkomst. Hoogstens
hebben de opschriften der parkeerende autobus
sen; ons een klein deel van het dagelijksche
nieuws in dezen kunnen verklappen. Of er dus
nog andere werelddeelen vertegenwoordigd zijn,
weet ik niet wél mag ik u zeggen, dat ditmaal
Amerika in onzen broeder W. de Vries uit Hol
land Grand Rapids hier blijk geeft van interesse
gezegde broeder is zestien jaar geleden uit Ne
derland vertrokken was toen reeds gewoon, zijn
meeleven met onze school klaarlijk te bewijzen,
en zij verzekerd, dat ook onderzijds zijn aanwe
zigheid onder ons op hoogen prijs gesteld wordt.
Ja, er zijn er wel meer, wier aanwezigheid wij
op hoogen prijs stellen. Met name denk ik hier
aan hen, die hetzij door blijken van meeleven,
hetzij door argumentatie in de pers er toe hebben
mee willen werken, dat elk spoor van nervositeit
hier in dit kerkgebouw ontbreken kan, niettegen
staande één onzer hoogleeraren, zij het dan ook
zonder vermelding van naam en qualiteit, door
een tweetal collega's eener bevriende inrichting
in het openbaar van „confessioneele afwijking"
en van „dwaling" beschuldigd is, zulks sedert den
schooldag van verleden jaar. Op zichzelf geno
men, zou er voor zekere spanning in deze ver
gadering aanleiding genoeg zijn in dergelijke si
tuatie temeer, omdat wij hier een kerkelijke