KERKNIEUWS*
FEUILLETON.
DE KLEINE LUYDEN
VAN '86
OFFICIEELE BERICHTEN.
onderzoeken die dingen, die ons te groot en te
wonderlijk zijn. Dat geldt voor beide richtingen.
Het infra moge op het eerste gezicht op het supra
dit in zijn voordeel hebben, dat het zich houdt
aan de historische orde der gebeurtenissen het
doet toch hetzelfde als het supra het brengt de
aanbiddelijke besluiten van den Eeuwigen Schep
per in een logisch systeem dat het denken van
den tijdelijken mensch heeft opgesteld.
Nu luidt de aanklacht in het antwoord-rapport
aldus, dat het leersysteem der Geref. Kerken niet
anders zou zijn dan een nadere uitwerking van
de supralapsarische richting.
Zoo wordt het beweerd, maar nader aange
toond wordt het niet.
Daarom valt deze bewering ook moeilijk te
toetsen op zijn juistheid en eventueel te erken
nen of te bestrijden.
Een onbewezen stelling kan men niet en be
hoeft men ook niet te ontzenuwen. Wij kunnen
in dit geval volstaan met eenvoudig te ontkennen,
dat deze stelling juist is. Wij antwoorden Neen,
broeders uit de Chr. Geref. Kerk, dat is onze
dwaling niet. Wij kunnen wel dwalingen hebben,
maar in dit punt vergist gij U. En anders maakt
het duidelijk, toont het aan. Met enkele uitspra
ken geschreven dertig en meer jaren geleden,
gericht tegen sommige uilatingen van Dr. A. Kuy-
per, kunt U niet aantoonen, wat U beweert.
Daar zijn andere bewijzen voor noodig. En die
geeft U niet. Geef ze, dan kunnen wij ze onder
zoeken, en als het juist blijkt, dan zullen wij
erkennen.
Wel willen wij opmerken, dat het supralapsa-
risme, als richting uit het dogmatisch denken van
het verleden, onder de Gereformeerden niet meer
leeft, naar onze overtuiging. Veereweg de mees
ten onzer zullen de kwestie van de volgorde
van de besluiten in Gods Raad rekenen tot de
verborgene dingen die bij God alleen bekend zijn,
en zullen zich liever onthouden van speculaties
dienaangaande.
Hiermee zouden wij van de leerstellige bezwa
ren, welke tegen ons worden ingebracht kunnen
afstappen. Immers het supralapsarisme zou de
basis, de grondslag van het verkeerde leersysteem
zijn. Indien die basis nu blijkt niet te bestaan,
dan vervalt meteen het gebouw dat op deze
basis is opgetrokken. Heel het verkeerde leer
systeem zou niet anders zijn dan uitgewerkt su
pralapsarisme, indien nu dat supralapsarisme
t onder ons niet wordt aangehangen, dan wordt
het natuurlijk allerminst uitgewerkt tot een
systeem.
Wij zouden hiermee kunnen eindigen.
Doch willen dat niet doen. Omdat het leer
stellig verschil o.i. ergens anders zit, hetgeen in
het rapport der Chr. Geref. ook wordt ter sprake
gebracht n.l. in de leer inzake het genadeverbond.
Daarover dan de volgende keer.
Brouwershaven. J. MEESTER.
TWEETAL TE
Meerkerk Cand. J. Th. Meesters te Zeist.
Cand. P. Rullmann, hulppred. te Utrecht.
BEROEPEN TE
Soerabaja (vac. Veerhuizen): J. Plomp
te Grijpskerke.
MeerkerkCand. P. Rullmann, hulppred. te
Utrecht.
AANGENOMEN NAAR
ZeistG. Lugtigheid te Amstelveen.
Helpman J. W. Tunderman te Vrouwepolder.
Ds. J. D. Wielenga. f
Dinsdagmiddag is, na een langdurig lijden,
waarvan hij het onafwendbare einde in stille be
rusting tegemoet ging, op 57-jarigen leeftijd over
leden Ds. J. D. Wielenga, predikant der Geref
Kerk van Franeker. Meer dan één keer herleefde
de hoop op herstel, doch de laatste weken was
het duidelijk, dat de lijder niet meer in zijn ge
liefd werk zou terugkeeren. Steeds zwakker wor
dend, maar nog in staat, schriftelijk afscheid van
zijn gemeente te nemen, heeft Ds. Wielenga zijn
aardsche loopbaan voleindigd, achterlatende een
gezin en een gemeente, voor welke dit heengaan
een zwaar verlies beteekent.
D
O R o m a n uit den
O Doleantietijd
R
FRED. VAN MEERTEN
27)
Jannigje schudde het hoofd toen hij de deur
uit was en zei„Vader heeft geen rust meer in
huis".
Bij Kees Vink aan de deur, vroeg hij of zijn
vriend een eindje mee opliep. Kees was dadelijk
bereid. Hij begreep het wel. En samen gingen
ze het strand langs, waar de zee haar eeuwig
heidslied zingt, dag en nacht.
En tusschen die twee mannen is op dien ge-
denkwaardigen avond veel gesproken. Eerst was
er verschil, groot verschil. Van Duin zocht de
ontknooping van zijn levensraadsel bij God in
Diens geheimen Raad van eeuwigheid. Hij wan
delt immers in wolken en donkerheid en hoe
zullen wij de raadselen, die Hij ons opgeeft, ooit
ontknoopen. Denk maar aan Job, als God hem
ter verantwoording roept. Wat moest Job ten
slotte antwoorden Als God spreekt in een on-
weder en den mensch, die nietig stof en asch is
ter verantwoording roept, wat zal hij dan zeg
gen. Is het twisten met den Almachtige Evenals
Job, wilde ook Van Duin tenslotte de hand maar
op den mond leggen.
Johannes Dirk Wielenga is 23 Januari 1881
te Nieuwendijk (Fr.) geboren en was een der
zes zonen van Prof. Wielenga, die allen predi
kant in de Geref. Kerken zijn geworden. Velen
zullen zich de foto herinneren, waarop de we
duwe van den Kamper hoogleeraar met dit zestal
afgebeeld was, een wel zeldzame moederweelde
De thans overleden predikant was de vijfde in
de rij hij heeft uiteraard in Kampen gestudeerd
en slaagde in 1903 cum laude voor zijn candi-
daatsexamen. Niet terstond ging hij de pastorie
in, maar vertrok naar Engeland waar hij aan
het Harley-college te Londen (een Zendings
school) studeerde. Na beëindiging van deze stu
diën werd Ds. Wielenga officieel door de Geref.
Kerken uitgezonden voor den arbeid onder de
visschers, waartoe hij arbeidde op de Shetland-
sche eilanden.
Op 26 Febr. 1905 bevestigde zijn broer, wijlen
Ds. G. Wielenga van Rotterdam, hem te Leek
(Gron.) in het predikambt. 25 October 1908 deed
hij zijn intrede te Middelburg (A) als opvolger
van Ds. A. Littooij. In 1919 werd het beroep
aangenomen naar de kleine kerk van Anna Ja-
cobapolder. In 1921 werd een beroep aangenomen
naar Hoofddorp, in de classis Haarlem. Hier gat
Ds. Wielenga den krachtigsten stoot tot den
bouw van een nieuwe kerk. 25 Sept. 1927 ver
bond hij zich aan zijn laatste gemeente.
In den kerkelijken kring heeft de overledene
diverse functies bekleed meermalen werd hij
afgevaardigde ter Prov. Synode. Hij was voorts
secundus-curator aan de Theol. H. S. te Kam
pen actuarius en archivaris der classis Franeker
en classicaal sec. deputaat voor Kerkvisitatie.
In Middelburg was Ds. Wielenga lid van het
Zeeuwsch Genootschap van Kunsten en Weten
schappen, welk genootschap een studie van hem
publiceerde over ,,De classis Walcheren en de
Zending van 16021675". Voor de Zending
heeft Ds. Wielenga zich zeer verdienstelijk ge
maakt. In Zeeland, waar bij zijn komst vrijwel
geen Zendingsbelangstelling bestond, mocht het
Ds. Wielenga gelukken de kerken warm te ma
ken voor het Zendingswerk en aan zijn initiatief
is het te danken, dat de Geref. Kerken in de drie
zuidelijke provinciën thans een eigen Zendings
terrein en een eigen missionair predikant hebben.
Van dien tijd af dateert ook het optreden van
den overledene in de Zendingsbeweging hier te
lande. Op verschillende conferenties van den
Zendingsstudieraad te Lunteren fungeerde Ds.
Wielenga als voorzitter of referent. Vanaf de
oprichting van het weekblad ,,De Reformatie" is
Ds. Wielenga Zendingsmedewerker. De schetsen
op Zendingsgebied door Ds. Wielenga geschre
ven in het tijdschrift ,,De Macedoniër" en voor
de Geref. Jongelingsvereenigingen, getuigen van
een rijke belezenheid op Zendingsgebied.
Ook de arbeid van Ds. Wielenga op het ge
bied van blindenzorg, waarmede hij zich reeds in
zijn jeugdjaren te Kampen bezig hield, verdient
afzonderlijk vermeld.
Bij de oprichting van het Chr. Blindeninstituut
„Bartimeus" te Zeist, werd Ds. Wielenga secre
taris. In het Geref. Theol. Tijdschrift publiceerde
Ds. Wielenga eveneens bijdragen.
(De Rotterdammer)
De Theologische Schooldag.
De Schooldag is weer voorbij. Wie hem bij
woonde is zonder twijfel dankbaar in Kampen
geweest te zijn. Het is van groot belang wie er
spreken, maar niet minder klemmend is de vraag:
„welke onderwerpen worden er behandeld De
commissie tot organiseering van den Schooldag
is uitstekend geslaagd. De sprekers pakten de
schare. De onderwerpen plaatsten ons midden
in het leven en de historie der kerken.
Dr. Ridderbos van Eefde gaf ons een blik in
de beteekenis der Bergrede, wees de verkeerde
beschouwingen dienaangaande af, wekte op tot
arbeid en alle Christelijke actie met de waar
schuwing te bedenken, dat in de wijze waarop
Jezus' geboden van het verkeer en bezit in de
samenleving spreken, duidelijk ook het beperkte
en voorloopige daarvan ligt opgesloten.
Wat zijn er veel moeilijkheden, wanneer het
gaat om de toepassing van Jezus' gebod in het
leven Ook Dr. Ridderbos gaf daarvoor geen
oplossing, maar de begeerte om de beteekenis
van de Bergrede, waarover zoo ontzaglijk veel
litteratuur verschenen is, meer te verstaan is zeer
zeker versterkt geworden.
Dr. Schelhaas van Tzummarum sprak over „de
Kerk des Heeren en de afgebeden arbeiders in
Zijn oogst". Waarover het ging voelt een ieder.
Dankbaar erkennend, dat men eenigermate den
Maar Kees Vink schudde het hoofd.
„Je bent verkeerd, kameraad, heelemaal ver
keerd. Ik zie dat anders. God spreekt niet in
raadselen, maar Hij spreekt open en klaar tot
jou en tot mij. Luister eens. Ik weet iets te zeg
gen. Ik heb de laatste dagen ook over de dingen
nagedacht en ik heb God ook om antwoord ge
vraagd. Maar ik zie het zoo. Als wij God in het
donker laten en van een God van raadselen
spreken, doen wij Hem onrecht, Frans. Wij moe
ten gelooven in een God der Schriften. Hij heeft
Zich zelf aan ons geopenbaard. En Zijn wil is
voor ons niet verborgen. God heeft duidelijk te
kennen gegeven wat Hij van ons vraagt en wan
neer Hij Zich verbergt, komt dat door onze zon
den en ongerechtigheden. Als David zondigt, dan
bidt hij of God Zijn Geest niet van hem wil ne
men. Zoo is het, Frans. Wij mogen met God niet
twisten, maar ons oor te luistere legge als Hij
spreekt. Daar mankeert het bij ons aan. Wij luis
tere te weinig en willen teveel met God debat-
teere op de paadjes, die we zelf inslaan. Dat is
het, Frans. Wat je vertelt over de domenie, laat
dat weer zien. Jij denkt aan God en vraagt je
zelf hoe Hij deze weg met jouw houden wil. Maar
dat is een beleediging van den Heere. Hij wil
zelf deze weg niet met jouw houden. Hij heeft
immers duidelijk gezegd in Zijn Woord, dat Hij
in het midden van Zijn volk wil aangebede zijn.
En als dat niet gebeurt, is er zonde. Zonde bij
ons en bij de kerk. En dan motte die zonden uit
geroeid worden. Zóó staat het, Frans, en niet
anders. God heeft zichzelf aan wetten gebonden
en daar houdt Hij zich aan. En als wij ons er
niet anhouwen, dan kan God niet met ons doen,
wat Hij zelf wil."
nood der candidaten trachtte te verzachten, wek
te hij de kerken op tot vermeerdering van predi
kantsplaatsen en tot decentralisatie. Op het ge
vaar van de massale stadskerken met de stroeve
afwerking van zooveel dingen, werd nadrukkelijk
gewezen. Indien de kerken haar roeping zouden
verstaan, indien de verantwoordelijkheid werd
gevoeld, gedragen door liefde en offervaardig
heid, zou het probleem van den candidaten-over-
vloed opgelost zijn. De candidaten en de kerken
werden er voor gewaarschuwd het ambt heilig
te houden. De zware last van sommige kerken,
door den bouw van dure kerkgebouwen, noemde
spreker een koopen op afbetaling, wat hij ver
oordeelde.
Ik verwacht, dat dit onderwerp nog vaak aan
de orde zal komen, waarbij ik hoop, dat Dr.
Schelhaas' gedachten een ruime plaats innemen
om onder Gods zegen in de toekomst verwerke
lijking te vinden.
Collega Bos was de laatste spreker. Zijn rede
was meer historisch van aard en stond direct in
verband met de Theologische Hoogeschool. Het
kan toch niet anders, dan dat op zulk een dag
daarover ook wordt gesproken Is er een ver
gadering denkbaar van een of andere vereeniging
waarover datgene, wat de vereeniging doet le
ven, niet zou worden gesproken Dit geldt even
zeer van de kerken en haar Hoogeschool.
Ds. Bos, teruggaande tot de Synode van 1888
te Assen teekende de besluiten en overeenkom
sten ten opzichte van de eigen inrichting der
kerken en riep op tot „Houd, wat gij hebt". De
beteekenis en rijkdom van deze Stichting werd
geteekend, op verdere ontwikkeling en afbouw
werd gewezen. Als een verlichting van den con-
didaten-nood zou spreker voor allen het docto-
raal-examen willen eischen op onderscheidene
gronden, nader in zijn rede aangewezen.
Deze Schooldag zal zeker blijven voortleven
mogen rijke vruchten in de toekomst daarvan
gezien worden en vervulle God, in Zijn Gunst
de gebeden, door Ds. Teeuwen, voorganger in
den bidstond, Hem opgedragen. Laten we voort
durend bidden voor den welstand der Kerken
en haar School, tot eer van Gods naam.
Asser Kerkbode. Sch.
Een gewichtig besluit.
Donderdag, 16 Juni, kwamen de Zeeuwsche
Kerken in Particuliere Synode te Goes bijeen,
nadat de Zeeuwsche predikanten des Dinsdags
samen vergaderd hadden en belangrijke aange
legenheden verhandeld, rakende de zelfstandig
heid der plaatselijke Kerk en de verhouding van
Kerk en Staat, naar Art. 36 van onze Ned. Ge
loofsbelijdenis.
De Synode-vergadering verkreeg een bijzonder
relief door de aanwezigheid van onzen, nu defi
nitief in het vaderland weergekeerden, missionai-
ren predikant, Ds. Merkelijn, die van harte in die
vergadering werd welkom geheeten en uitgenoo-
digd als adviseerend lid, in het bijzonder wat aan
gaat de Zendingsaangelegenheden, te willen
plaats nemen.
Verheffend moment was het, toen deze Zen
dingsarbeider, wien de last van meer dan 25 In
dische dienstjaren, waarin van morgen tot avond,
zeven dagen in de week gewerkt is, wel aan te
zien is, tot ons, heel eenvoudig, maar aandoen
lijk, ging spreken over den daar-verrichten ar
beid, die nu zóó omvangrijk werd, dat die voor
één mensch veel te zwaar is. Heel het werk, in
al zijn omvang, vraagt gedurige zorg en advies.
Den laatsten tijd preekte Ds. Merkelijn des Zon
dags geregeld drie maal, wat gemeenlijk ook be-
teekende drie Avondmaals-bedieningen en tus
schen de diensten in nog onderzoek van belij
denis-catechisanten en besprekingen met de goe-
roe's en anderen.
Al lang is vanuit Indië aangedrongen op het
uitzenden van een tweeden predikant op ons
Zendingsterrein, geen wonder, dat het woord
van Ds. Merkelijn over de roeping Gods, die nu
tot ons komt, krachtig heeft medegewerkt tot het
nemen van het gewichtige besluit, dat die uitzen
ding noodzakelijk is, een besluit, dat met alge-
meene stemmen werd genomen, waarbij aan de-
putaten werd opgedragen middelen en wegen te
zoeken om daaraan uitvoering te geven. De
Europeesche Gemeente te Magelang deed een
voorstel gezamenlijk een predikant te beroepen
In uiterste noodzaak zou daartoe dus kunnen
worden overgegaan. De gehouden Part. Synode
van N. Brabant-Limburg verklaarde zich bereid
haar aandeel in de kosten te willen dragen. Wij
kunnen op goede gronden voor ons zwaar-belast
Zendingsterrein, met een betrekkelijk klein ach-
Frans Van Duin luisterde aandachtig. Hij be
greep nog niet volkomen wat zijn vriend hem te
zeggen had, maar hij tastte naar zijn bedoeling.
En Kees Vink praatte maar door. Hij had het
er over. dat God een Licht is en dat er gansch
geen duisternis in Hem is. Dat Hij Zijn vrien
delijk Aangezicht over ons wil laten lichten, als
wij zelf maar geen scheiding maken door onzen
eigenwilligen godsdienst, die eigenlijk vrome
dienstweigering is. En toen Frans eindelijk vroeg,
wat hij met dit alles bedoelde, zei Kees
„Ik bedoel er dit mee, dat God wilde, dat er
verleje week en vandaag in de gemeenschap van
Zijn volk voor jouw vrouw gebeje zou worden.
Je mag er dus niet over tobbe, wat God er mee
bedoeld kan hebbe, dat dit niet gebeurd is. Je
heb alleen te vrage, hoe kom het, dat Gods wil
vandaag en verleje week niet volbracht is in Zijn
kerk. En dan leit het antwoord voor de hand
dat kom omdat de kerk haar roeping niet meer
verstaat, zij is geen moeder der geloovigen meer,
zij laat de kinderen omkomme in ellende en jam
mer. Zij geef steene voor brood en het is onze
zonde, dat wij dat maar toegelate hebbe. Kijk,
Frans, al deze dinge zijn me van de week dui
delijk geworde. We staan van avond in de crisis
en God zegt tegen mij en tegen jou wat wille
jullie nou Zal je gehoorzame of zal je je op
vrome manier verzetten En ik geloof dat ik
mijn antwoord al weet, Frans. Nou mot het jou
we nog komme."
Deze twee mannen liepen samen langs het
strand, waar de sterrenhemel in wijden boog zich
koepelde over de bruisende zee.
Frans haalde diep aan zijn pijp en stotterde
ten laatste
terland hier, steun vragen bij Generale Deputa-
ten. Maar, dat betreft de nadere uitwerking,
waarover wij hier nu niet meer willen schrijven.
Laat het gewicht van dit besluit, dat noodzakelijk
voortvloeit uit den rijken zegen, door God op
ons terrein geschonken, goed tot ons doordringen
Bergen op Zoomsch Kerkblad.
Zending en Art. 177. Wij lezen in de
„Locomotief" van 21 Maart j.l. het volgende
„Zooals reeds eerder gemeld wordt thans eene
intrekking van Art. 177 der I. S. regelend het
werk van missie en Zending overwogen. De
minister verzocht hierover het oordeel der Indi
sche regeering, aldus de „Java-Bode". Over den
huidigen stand van zaken kan het volgende wor
den gemeld.
Men moet zich, bij de beoordeeling der moge
lijkheid van volkomen vrijlating van missie en
Zending in de buitenbezittingen, op het stand
punt plaatsen, dat van confectie-politiek hierin
geen sprake kan zijn. Om eens een sterksprekend
voorbeeld te noemen vrijlating van Christelijke
propaganda in Atjeh ware uitlokking van op
stand. Bali daarentegen, waarover destijds zoo
veel rumoer is gemaakt, schijnt ons voor een be-
heerschte propaganda der Christelijke religie
geen gevaarlijk terrein. Zoo is dus heel Indië
niet over één kam te scheren. Hier komt nog bij,
dat men ook, wat de Christelijke religie betreft,
moet schiften. Er zijn bijv. Amerikaansche Zen
dingsgenootschappen welke volstrekt moeten
worden geweerd. Men denke aan de groep van
den Zendeling Jeffray, die in Centraal-Borneo
en op Bali al te vrijmoedig optrad. Er zijn Ame
rikaansche Zendings- of Bijbelgenootschappen,
welke een politiek tintje hebben, en gaarne agee-
ren tegen Westersch gezag in Oostersche lan
den. Uiteraard moeten deze volkomen buiten In
dië worden gehouden. Zoo is er verschil tusschen
de gebieden en tusschen de religieuze genoot
schappen. Thans is zoowel aan het centraal mis
siebureau, als aan het Protestantsch kerkbestuur
en den Zendingsconsul, advies gevraagd over de
voorzorgen waarmee eventueel de intrekking van
Art. 177 moet worden bekleed." De Wachter.
Op 27 September a.s. zal de Vereeniging
tot verspreiding der Heilige Schrift, Keizersgracht;
470 te Amsterdam (C.) 25 jaren bestaan.
Allerwege zullen zich in ons land Comité's
vormen, om dien dag niet onopgemerkt te laten
voorbijgaan.
K. B. S.
Middelburg. VERGADERING van de Com
missie van Beheer Dinsdag 28 Juni a.s., 's avonds
7.30 uur, Hofpleinkerk.
De Secretaris.
Middelburg. Ds. Bremmer is D.V. van 29
Juni tot 27 Juli afwezig. Aanvrage tot be
zoek enz. richte men tot de Wijkouderlingen.
Classis Goes.
De e.v. vergadering zal worden gehouden op
Donderdag 21 Juli 's middags 1.30 uur.
Stukken voor het agendum in te zenden vóór
6 Juli a.s. bij den eerstondergeteekende.
Namens de roepende Kerk van
W olphaartsdijk,
G. VAN HEININGEN, Praeses.
F. CAAN, Scriba.
Vergadering van de Classis Middelburg Dins
dag 28 Juni, aanvang 10.30 uur.
Ds. J. W. TUNDERMAN.
Middelburg, VERGADERING van den
Kerkeraad-Smal, gehouden 23 Juni 1938.
Wegens afwezigheid beider predikanten leidt
br. Heemskerk deze vergadering.
Opening als gewoon. Aanwezig 23 broeders.
Notulen vorige vergadering gelezen en onver
anderd aanvaard.
Commissie van Doopaanvrage enz.
2 doopattesten gevraagd, 2 attestaties aange
vraagd. 1 met attestatie ingekomen. 2 doopen
aangevraagd en 1 huwelijksbevestiging gevraagd;
allen aanvaard en toegestaan.
Een broeder diaken komt ter vergadering ter
toelichting eener diaconale zaak.
Ingekomen Stukken
a. Bericht van overlijden van Ds. D. J. Wie-
„Dus j-j-j-jij zou denken, dat ik God beleedigd
heb door te denken, dat het Zijn wil was dat er
niet voor Betje g-g-g-gebede zou w-w-worden
en Hijzelf het ook anders zou g-g-gewild hebbe?"
„Juist, de fout zit bij ons, Frans, en als God
ons tegenkomt en wij in de war raken, dan hebbe
we daar alleen een vingerwijzing in te zien, dat
er bij ons iets niet in de haak is en we wat te
veranderen hebbe. Kijk, over deze dingen heb ik
nagedacht en ik geloof, dat ik de weg gevonden
heb, Frans. We zulle d'r niet veel meer over
hoeve te prate, je begrijp me wel, is 't niet zoo?"
Ja, Frans begreep het wel.
Hij gaf geen antwoord.
Stil liepen ze samen den weg terug.
Er was voor Van Duin een liefelijke gedachte
in te weten, dat God zich niet in donkerheid
hulde, dat het vragend hart zich niet op het duis
tere probleem hoeft te richten, wat God met ons
wil, dat integendeel de weg klaar en open ligt
voor hen, die gelooven en gehoorzamen, dat wil
zeggen hooren, naar wat God van ons vraagt.
In deze plausibele oplossing, die zoo geheel
voor dé hand lag, kon Van Duin zich nu vinden,
en zijn ziel neigde zich om er nu ook de conse
quenties uit te nemen. Hij was het spoor een
oogenblik bijster geweest, maar nu het hem weer
gewezen was en het hem zoo vlak voor de voe
ten lag, nu wilde hij in geloof aan Gods onwan
kelbare liefde en trouw, dat spoor ook weer
volgen.
„Ik g-g-geloof, dat je gelijk heb, Kees", zei hij.
„Dan motte we ook aan 't werk. Frans."
„Wat wil je
„We motte naar het kerkbestuur schrijve,
prottesteere en wijze op onze roeping en dan