KERKNIEUWS* FEUILLETON. DE KLEINE LUYDEN VAN '86 OFFICIEELE BERICHTEN. onderzoeken die dingen, die ons te groot en te wonderlijk zijn. Dat geldt voor beide richtingen. Het infra moge op het eerste gezicht op het supra dit in zijn voordeel hebben, dat het zich houdt aan de historische orde der gebeurtenissen het doet toch hetzelfde als het supra het brengt de aanbiddelijke besluiten van den Eeuwigen Schep per in een logisch systeem dat het denken van den tijdelijken mensch heeft opgesteld. Nu luidt de aanklacht in het antwoord-rapport aldus, dat het leersysteem der Geref. Kerken niet anders zou zijn dan een nadere uitwerking van de supralapsarische richting. Zoo wordt het beweerd, maar nader aange toond wordt het niet. Daarom valt deze bewering ook moeilijk te toetsen op zijn juistheid en eventueel te erken nen of te bestrijden. Een onbewezen stelling kan men niet en be hoeft men ook niet te ontzenuwen. Wij kunnen in dit geval volstaan met eenvoudig te ontkennen, dat deze stelling juist is. Wij antwoorden Neen, broeders uit de Chr. Geref. Kerk, dat is onze dwaling niet. Wij kunnen wel dwalingen hebben, maar in dit punt vergist gij U. En anders maakt het duidelijk, toont het aan. Met enkele uitspra ken geschreven dertig en meer jaren geleden, gericht tegen sommige uilatingen van Dr. A. Kuy- per, kunt U niet aantoonen, wat U beweert. Daar zijn andere bewijzen voor noodig. En die geeft U niet. Geef ze, dan kunnen wij ze onder zoeken, en als het juist blijkt, dan zullen wij erkennen. Wel willen wij opmerken, dat het supralapsa- risme, als richting uit het dogmatisch denken van het verleden, onder de Gereformeerden niet meer leeft, naar onze overtuiging. Veereweg de mees ten onzer zullen de kwestie van de volgorde van de besluiten in Gods Raad rekenen tot de verborgene dingen die bij God alleen bekend zijn, en zullen zich liever onthouden van speculaties dienaangaande. Hiermee zouden wij van de leerstellige bezwa ren, welke tegen ons worden ingebracht kunnen afstappen. Immers het supralapsarisme zou de basis, de grondslag van het verkeerde leersysteem zijn. Indien die basis nu blijkt niet te bestaan, dan vervalt meteen het gebouw dat op deze basis is opgetrokken. Heel het verkeerde leer systeem zou niet anders zijn dan uitgewerkt su pralapsarisme, indien nu dat supralapsarisme t onder ons niet wordt aangehangen, dan wordt het natuurlijk allerminst uitgewerkt tot een systeem. Wij zouden hiermee kunnen eindigen. Doch willen dat niet doen. Omdat het leer stellig verschil o.i. ergens anders zit, hetgeen in het rapport der Chr. Geref. ook wordt ter sprake gebracht n.l. in de leer inzake het genadeverbond. Daarover dan de volgende keer. Brouwershaven. J. MEESTER. TWEETAL TE Meerkerk Cand. J. Th. Meesters te Zeist. Cand. P. Rullmann, hulppred. te Utrecht. BEROEPEN TE Soerabaja (vac. Veerhuizen): J. Plomp te Grijpskerke. MeerkerkCand. P. Rullmann, hulppred. te Utrecht. AANGENOMEN NAAR ZeistG. Lugtigheid te Amstelveen. Helpman J. W. Tunderman te Vrouwepolder. Ds. J. D. Wielenga. f Dinsdagmiddag is, na een langdurig lijden, waarvan hij het onafwendbare einde in stille be rusting tegemoet ging, op 57-jarigen leeftijd over leden Ds. J. D. Wielenga, predikant der Geref Kerk van Franeker. Meer dan één keer herleefde de hoop op herstel, doch de laatste weken was het duidelijk, dat de lijder niet meer in zijn ge liefd werk zou terugkeeren. Steeds zwakker wor dend, maar nog in staat, schriftelijk afscheid van zijn gemeente te nemen, heeft Ds. Wielenga zijn aardsche loopbaan voleindigd, achterlatende een gezin en een gemeente, voor welke dit heengaan een zwaar verlies beteekent. D O R o m a n uit den O Doleantietijd R FRED. VAN MEERTEN 27) Jannigje schudde het hoofd toen hij de deur uit was en zei„Vader heeft geen rust meer in huis". Bij Kees Vink aan de deur, vroeg hij of zijn vriend een eindje mee opliep. Kees was dadelijk bereid. Hij begreep het wel. En samen gingen ze het strand langs, waar de zee haar eeuwig heidslied zingt, dag en nacht. En tusschen die twee mannen is op dien ge- denkwaardigen avond veel gesproken. Eerst was er verschil, groot verschil. Van Duin zocht de ontknooping van zijn levensraadsel bij God in Diens geheimen Raad van eeuwigheid. Hij wan delt immers in wolken en donkerheid en hoe zullen wij de raadselen, die Hij ons opgeeft, ooit ontknoopen. Denk maar aan Job, als God hem ter verantwoording roept. Wat moest Job ten slotte antwoorden Als God spreekt in een on- weder en den mensch, die nietig stof en asch is ter verantwoording roept, wat zal hij dan zeg gen. Is het twisten met den Almachtige Evenals Job, wilde ook Van Duin tenslotte de hand maar op den mond leggen. Johannes Dirk Wielenga is 23 Januari 1881 te Nieuwendijk (Fr.) geboren en was een der zes zonen van Prof. Wielenga, die allen predi kant in de Geref. Kerken zijn geworden. Velen zullen zich de foto herinneren, waarop de we duwe van den Kamper hoogleeraar met dit zestal afgebeeld was, een wel zeldzame moederweelde De thans overleden predikant was de vijfde in de rij hij heeft uiteraard in Kampen gestudeerd en slaagde in 1903 cum laude voor zijn candi- daatsexamen. Niet terstond ging hij de pastorie in, maar vertrok naar Engeland waar hij aan het Harley-college te Londen (een Zendings school) studeerde. Na beëindiging van deze stu diën werd Ds. Wielenga officieel door de Geref. Kerken uitgezonden voor den arbeid onder de visschers, waartoe hij arbeidde op de Shetland- sche eilanden. Op 26 Febr. 1905 bevestigde zijn broer, wijlen Ds. G. Wielenga van Rotterdam, hem te Leek (Gron.) in het predikambt. 25 October 1908 deed hij zijn intrede te Middelburg (A) als opvolger van Ds. A. Littooij. In 1919 werd het beroep aangenomen naar de kleine kerk van Anna Ja- cobapolder. In 1921 werd een beroep aangenomen naar Hoofddorp, in de classis Haarlem. Hier gat Ds. Wielenga den krachtigsten stoot tot den bouw van een nieuwe kerk. 25 Sept. 1927 ver bond hij zich aan zijn laatste gemeente. In den kerkelijken kring heeft de overledene diverse functies bekleed meermalen werd hij afgevaardigde ter Prov. Synode. Hij was voorts secundus-curator aan de Theol. H. S. te Kam pen actuarius en archivaris der classis Franeker en classicaal sec. deputaat voor Kerkvisitatie. In Middelburg was Ds. Wielenga lid van het Zeeuwsch Genootschap van Kunsten en Weten schappen, welk genootschap een studie van hem publiceerde over ,,De classis Walcheren en de Zending van 16021675". Voor de Zending heeft Ds. Wielenga zich zeer verdienstelijk ge maakt. In Zeeland, waar bij zijn komst vrijwel geen Zendingsbelangstelling bestond, mocht het Ds. Wielenga gelukken de kerken warm te ma ken voor het Zendingswerk en aan zijn initiatief is het te danken, dat de Geref. Kerken in de drie zuidelijke provinciën thans een eigen Zendings terrein en een eigen missionair predikant hebben. Van dien tijd af dateert ook het optreden van den overledene in de Zendingsbeweging hier te lande. Op verschillende conferenties van den Zendingsstudieraad te Lunteren fungeerde Ds. Wielenga als voorzitter of referent. Vanaf de oprichting van het weekblad ,,De Reformatie" is Ds. Wielenga Zendingsmedewerker. De schetsen op Zendingsgebied door Ds. Wielenga geschre ven in het tijdschrift ,,De Macedoniër" en voor de Geref. Jongelingsvereenigingen, getuigen van een rijke belezenheid op Zendingsgebied. Ook de arbeid van Ds. Wielenga op het ge bied van blindenzorg, waarmede hij zich reeds in zijn jeugdjaren te Kampen bezig hield, verdient afzonderlijk vermeld. Bij de oprichting van het Chr. Blindeninstituut „Bartimeus" te Zeist, werd Ds. Wielenga secre taris. In het Geref. Theol. Tijdschrift publiceerde Ds. Wielenga eveneens bijdragen. (De Rotterdammer) De Theologische Schooldag. De Schooldag is weer voorbij. Wie hem bij woonde is zonder twijfel dankbaar in Kampen geweest te zijn. Het is van groot belang wie er spreken, maar niet minder klemmend is de vraag: „welke onderwerpen worden er behandeld De commissie tot organiseering van den Schooldag is uitstekend geslaagd. De sprekers pakten de schare. De onderwerpen plaatsten ons midden in het leven en de historie der kerken. Dr. Ridderbos van Eefde gaf ons een blik in de beteekenis der Bergrede, wees de verkeerde beschouwingen dienaangaande af, wekte op tot arbeid en alle Christelijke actie met de waar schuwing te bedenken, dat in de wijze waarop Jezus' geboden van het verkeer en bezit in de samenleving spreken, duidelijk ook het beperkte en voorloopige daarvan ligt opgesloten. Wat zijn er veel moeilijkheden, wanneer het gaat om de toepassing van Jezus' gebod in het leven Ook Dr. Ridderbos gaf daarvoor geen oplossing, maar de begeerte om de beteekenis van de Bergrede, waarover zoo ontzaglijk veel litteratuur verschenen is, meer te verstaan is zeer zeker versterkt geworden. Dr. Schelhaas van Tzummarum sprak over „de Kerk des Heeren en de afgebeden arbeiders in Zijn oogst". Waarover het ging voelt een ieder. Dankbaar erkennend, dat men eenigermate den Maar Kees Vink schudde het hoofd. „Je bent verkeerd, kameraad, heelemaal ver keerd. Ik zie dat anders. God spreekt niet in raadselen, maar Hij spreekt open en klaar tot jou en tot mij. Luister eens. Ik weet iets te zeg gen. Ik heb de laatste dagen ook over de dingen nagedacht en ik heb God ook om antwoord ge vraagd. Maar ik zie het zoo. Als wij God in het donker laten en van een God van raadselen spreken, doen wij Hem onrecht, Frans. Wij moe ten gelooven in een God der Schriften. Hij heeft Zich zelf aan ons geopenbaard. En Zijn wil is voor ons niet verborgen. God heeft duidelijk te kennen gegeven wat Hij van ons vraagt en wan neer Hij Zich verbergt, komt dat door onze zon den en ongerechtigheden. Als David zondigt, dan bidt hij of God Zijn Geest niet van hem wil ne men. Zoo is het, Frans. Wij mogen met God niet twisten, maar ons oor te luistere legge als Hij spreekt. Daar mankeert het bij ons aan. Wij luis tere te weinig en willen teveel met God debat- teere op de paadjes, die we zelf inslaan. Dat is het, Frans. Wat je vertelt over de domenie, laat dat weer zien. Jij denkt aan God en vraagt je zelf hoe Hij deze weg met jouw houden wil. Maar dat is een beleediging van den Heere. Hij wil zelf deze weg niet met jouw houden. Hij heeft immers duidelijk gezegd in Zijn Woord, dat Hij in het midden van Zijn volk wil aangebede zijn. En als dat niet gebeurt, is er zonde. Zonde bij ons en bij de kerk. En dan motte die zonden uit geroeid worden. Zóó staat het, Frans, en niet anders. God heeft zichzelf aan wetten gebonden en daar houdt Hij zich aan. En als wij ons er niet anhouwen, dan kan God niet met ons doen, wat Hij zelf wil." nood der candidaten trachtte te verzachten, wek te hij de kerken op tot vermeerdering van predi kantsplaatsen en tot decentralisatie. Op het ge vaar van de massale stadskerken met de stroeve afwerking van zooveel dingen, werd nadrukkelijk gewezen. Indien de kerken haar roeping zouden verstaan, indien de verantwoordelijkheid werd gevoeld, gedragen door liefde en offervaardig heid, zou het probleem van den candidaten-over- vloed opgelost zijn. De candidaten en de kerken werden er voor gewaarschuwd het ambt heilig te houden. De zware last van sommige kerken, door den bouw van dure kerkgebouwen, noemde spreker een koopen op afbetaling, wat hij ver oordeelde. Ik verwacht, dat dit onderwerp nog vaak aan de orde zal komen, waarbij ik hoop, dat Dr. Schelhaas' gedachten een ruime plaats innemen om onder Gods zegen in de toekomst verwerke lijking te vinden. Collega Bos was de laatste spreker. Zijn rede was meer historisch van aard en stond direct in verband met de Theologische Hoogeschool. Het kan toch niet anders, dan dat op zulk een dag daarover ook wordt gesproken Is er een ver gadering denkbaar van een of andere vereeniging waarover datgene, wat de vereeniging doet le ven, niet zou worden gesproken Dit geldt even zeer van de kerken en haar Hoogeschool. Ds. Bos, teruggaande tot de Synode van 1888 te Assen teekende de besluiten en overeenkom sten ten opzichte van de eigen inrichting der kerken en riep op tot „Houd, wat gij hebt". De beteekenis en rijkdom van deze Stichting werd geteekend, op verdere ontwikkeling en afbouw werd gewezen. Als een verlichting van den con- didaten-nood zou spreker voor allen het docto- raal-examen willen eischen op onderscheidene gronden, nader in zijn rede aangewezen. Deze Schooldag zal zeker blijven voortleven mogen rijke vruchten in de toekomst daarvan gezien worden en vervulle God, in Zijn Gunst de gebeden, door Ds. Teeuwen, voorganger in den bidstond, Hem opgedragen. Laten we voort durend bidden voor den welstand der Kerken en haar School, tot eer van Gods naam. Asser Kerkbode. Sch. Een gewichtig besluit. Donderdag, 16 Juni, kwamen de Zeeuwsche Kerken in Particuliere Synode te Goes bijeen, nadat de Zeeuwsche predikanten des Dinsdags samen vergaderd hadden en belangrijke aange legenheden verhandeld, rakende de zelfstandig heid der plaatselijke Kerk en de verhouding van Kerk en Staat, naar Art. 36 van onze Ned. Ge loofsbelijdenis. De Synode-vergadering verkreeg een bijzonder relief door de aanwezigheid van onzen, nu defi nitief in het vaderland weergekeerden, missionai- ren predikant, Ds. Merkelijn, die van harte in die vergadering werd welkom geheeten en uitgenoo- digd als adviseerend lid, in het bijzonder wat aan gaat de Zendingsaangelegenheden, te willen plaats nemen. Verheffend moment was het, toen deze Zen dingsarbeider, wien de last van meer dan 25 In dische dienstjaren, waarin van morgen tot avond, zeven dagen in de week gewerkt is, wel aan te zien is, tot ons, heel eenvoudig, maar aandoen lijk, ging spreken over den daar-verrichten ar beid, die nu zóó omvangrijk werd, dat die voor één mensch veel te zwaar is. Heel het werk, in al zijn omvang, vraagt gedurige zorg en advies. Den laatsten tijd preekte Ds. Merkelijn des Zon dags geregeld drie maal, wat gemeenlijk ook be- teekende drie Avondmaals-bedieningen en tus schen de diensten in nog onderzoek van belij denis-catechisanten en besprekingen met de goe- roe's en anderen. Al lang is vanuit Indië aangedrongen op het uitzenden van een tweeden predikant op ons Zendingsterrein, geen wonder, dat het woord van Ds. Merkelijn over de roeping Gods, die nu tot ons komt, krachtig heeft medegewerkt tot het nemen van het gewichtige besluit, dat die uitzen ding noodzakelijk is, een besluit, dat met alge- meene stemmen werd genomen, waarbij aan de- putaten werd opgedragen middelen en wegen te zoeken om daaraan uitvoering te geven. De Europeesche Gemeente te Magelang deed een voorstel gezamenlijk een predikant te beroepen In uiterste noodzaak zou daartoe dus kunnen worden overgegaan. De gehouden Part. Synode van N. Brabant-Limburg verklaarde zich bereid haar aandeel in de kosten te willen dragen. Wij kunnen op goede gronden voor ons zwaar-belast Zendingsterrein, met een betrekkelijk klein ach- Frans Van Duin luisterde aandachtig. Hij be greep nog niet volkomen wat zijn vriend hem te zeggen had, maar hij tastte naar zijn bedoeling. En Kees Vink praatte maar door. Hij had het er over. dat God een Licht is en dat er gansch geen duisternis in Hem is. Dat Hij Zijn vrien delijk Aangezicht over ons wil laten lichten, als wij zelf maar geen scheiding maken door onzen eigenwilligen godsdienst, die eigenlijk vrome dienstweigering is. En toen Frans eindelijk vroeg, wat hij met dit alles bedoelde, zei Kees „Ik bedoel er dit mee, dat God wilde, dat er verleje week en vandaag in de gemeenschap van Zijn volk voor jouw vrouw gebeje zou worden. Je mag er dus niet over tobbe, wat God er mee bedoeld kan hebbe, dat dit niet gebeurd is. Je heb alleen te vrage, hoe kom het, dat Gods wil vandaag en verleje week niet volbracht is in Zijn kerk. En dan leit het antwoord voor de hand dat kom omdat de kerk haar roeping niet meer verstaat, zij is geen moeder der geloovigen meer, zij laat de kinderen omkomme in ellende en jam mer. Zij geef steene voor brood en het is onze zonde, dat wij dat maar toegelate hebbe. Kijk, Frans, al deze dinge zijn me van de week dui delijk geworde. We staan van avond in de crisis en God zegt tegen mij en tegen jou wat wille jullie nou Zal je gehoorzame of zal je je op vrome manier verzetten En ik geloof dat ik mijn antwoord al weet, Frans. Nou mot het jou we nog komme." Deze twee mannen liepen samen langs het strand, waar de sterrenhemel in wijden boog zich koepelde over de bruisende zee. Frans haalde diep aan zijn pijp en stotterde ten laatste terland hier, steun vragen bij Generale Deputa- ten. Maar, dat betreft de nadere uitwerking, waarover wij hier nu niet meer willen schrijven. Laat het gewicht van dit besluit, dat noodzakelijk voortvloeit uit den rijken zegen, door God op ons terrein geschonken, goed tot ons doordringen Bergen op Zoomsch Kerkblad. Zending en Art. 177. Wij lezen in de „Locomotief" van 21 Maart j.l. het volgende „Zooals reeds eerder gemeld wordt thans eene intrekking van Art. 177 der I. S. regelend het werk van missie en Zending overwogen. De minister verzocht hierover het oordeel der Indi sche regeering, aldus de „Java-Bode". Over den huidigen stand van zaken kan het volgende wor den gemeld. Men moet zich, bij de beoordeeling der moge lijkheid van volkomen vrijlating van missie en Zending in de buitenbezittingen, op het stand punt plaatsen, dat van confectie-politiek hierin geen sprake kan zijn. Om eens een sterksprekend voorbeeld te noemen vrijlating van Christelijke propaganda in Atjeh ware uitlokking van op stand. Bali daarentegen, waarover destijds zoo veel rumoer is gemaakt, schijnt ons voor een be- heerschte propaganda der Christelijke religie geen gevaarlijk terrein. Zoo is dus heel Indië niet over één kam te scheren. Hier komt nog bij, dat men ook, wat de Christelijke religie betreft, moet schiften. Er zijn bijv. Amerikaansche Zen dingsgenootschappen welke volstrekt moeten worden geweerd. Men denke aan de groep van den Zendeling Jeffray, die in Centraal-Borneo en op Bali al te vrijmoedig optrad. Er zijn Ame rikaansche Zendings- of Bijbelgenootschappen, welke een politiek tintje hebben, en gaarne agee- ren tegen Westersch gezag in Oostersche lan den. Uiteraard moeten deze volkomen buiten In dië worden gehouden. Zoo is er verschil tusschen de gebieden en tusschen de religieuze genoot schappen. Thans is zoowel aan het centraal mis siebureau, als aan het Protestantsch kerkbestuur en den Zendingsconsul, advies gevraagd over de voorzorgen waarmee eventueel de intrekking van Art. 177 moet worden bekleed." De Wachter. Op 27 September a.s. zal de Vereeniging tot verspreiding der Heilige Schrift, Keizersgracht; 470 te Amsterdam (C.) 25 jaren bestaan. Allerwege zullen zich in ons land Comité's vormen, om dien dag niet onopgemerkt te laten voorbijgaan. K. B. S. Middelburg. VERGADERING van de Com missie van Beheer Dinsdag 28 Juni a.s., 's avonds 7.30 uur, Hofpleinkerk. De Secretaris. Middelburg. Ds. Bremmer is D.V. van 29 Juni tot 27 Juli afwezig. Aanvrage tot be zoek enz. richte men tot de Wijkouderlingen. Classis Goes. De e.v. vergadering zal worden gehouden op Donderdag 21 Juli 's middags 1.30 uur. Stukken voor het agendum in te zenden vóór 6 Juli a.s. bij den eerstondergeteekende. Namens de roepende Kerk van W olphaartsdijk, G. VAN HEININGEN, Praeses. F. CAAN, Scriba. Vergadering van de Classis Middelburg Dins dag 28 Juni, aanvang 10.30 uur. Ds. J. W. TUNDERMAN. Middelburg, VERGADERING van den Kerkeraad-Smal, gehouden 23 Juni 1938. Wegens afwezigheid beider predikanten leidt br. Heemskerk deze vergadering. Opening als gewoon. Aanwezig 23 broeders. Notulen vorige vergadering gelezen en onver anderd aanvaard. Commissie van Doopaanvrage enz. 2 doopattesten gevraagd, 2 attestaties aange vraagd. 1 met attestatie ingekomen. 2 doopen aangevraagd en 1 huwelijksbevestiging gevraagd; allen aanvaard en toegestaan. Een broeder diaken komt ter vergadering ter toelichting eener diaconale zaak. Ingekomen Stukken a. Bericht van overlijden van Ds. D. J. Wie- „Dus j-j-j-jij zou denken, dat ik God beleedigd heb door te denken, dat het Zijn wil was dat er niet voor Betje g-g-g-gebede zou w-w-worden en Hijzelf het ook anders zou g-g-gewild hebbe?" „Juist, de fout zit bij ons, Frans, en als God ons tegenkomt en wij in de war raken, dan hebbe we daar alleen een vingerwijzing in te zien, dat er bij ons iets niet in de haak is en we wat te veranderen hebbe. Kijk, over deze dingen heb ik nagedacht en ik geloof, dat ik de weg gevonden heb, Frans. We zulle d'r niet veel meer over hoeve te prate, je begrijp me wel, is 't niet zoo?" Ja, Frans begreep het wel. Hij gaf geen antwoord. Stil liepen ze samen den weg terug. Er was voor Van Duin een liefelijke gedachte in te weten, dat God zich niet in donkerheid hulde, dat het vragend hart zich niet op het duis tere probleem hoeft te richten, wat God met ons wil, dat integendeel de weg klaar en open ligt voor hen, die gelooven en gehoorzamen, dat wil zeggen hooren, naar wat God van ons vraagt. In deze plausibele oplossing, die zoo geheel voor dé hand lag, kon Van Duin zich nu vinden, en zijn ziel neigde zich om er nu ook de conse quenties uit te nemen. Hij was het spoor een oogenblik bijster geweest, maar nu het hem weer gewezen was en het hem zoo vlak voor de voe ten lag, nu wilde hij in geloof aan Gods onwan kelbare liefde en trouw, dat spoor ook weer volgen. „Ik g-g-geloof, dat je gelijk heb, Kees", zei hij. „Dan motte we ook aan 't werk. Frans." „Wat wil je „We motte naar het kerkbestuur schrijve, prottesteere en wijze op onze roeping en dan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1938 | | pagina 2