FEUILLETON. DE KLEINE LUYDEN VAN '86 ZENDING* KERKNIEUWS* is dat een bondeling „breekt met het verbond en met den God van het verbond", heeft ook dit onze hartelijke instemming. „Door zijn ongehoorzaamheid sluit hij de hemelpoort voor zich zelf toe" zoo lezen wij op blz. 28. En ook deze zin „Zoo kan men dus in het verbond zijn, en er zich uit onttrekken in den wijnstok Christi ingeënt zijn en afgehouwen worden levenssappen uit den wortel trekken en afgekapt worden" (blz. 28). Dit zijn dingen, die onder ons door velen zeer duidelijk worden gepredikt. Geen wonder, de Heere zegt het. En ik wil er wel bij voegen, dat het mijn niet geringe verwondering en verheuging opwekt, dat onze Chr. Geret. broeders dit zoo beslist met ons belijden. Zij schijnen van meening te zijn, dat dit onder ons niet wordt gepredikt. Nu wij persoonlijk ver keerden in de meening, dat het bij hun niet ern stig werd gepredikt. Grond voor deze meening geeft mij o.a. mijn persoonlijke ervaring met Christelijk Geref. gezinde broeders en zusters. Het valt mij altijd weer op, dat juist zij van dit scherpe deel der verbondsprediking zeer afkeerig zijn. Zij verkiezen liever te hooren dat een zon daar, ook een bondeling dood is en dus het ver bond niet kan houden noch verbreken. Het ver wondert mij zeer en stemt tot groote dankbaar heid in dit officieele Chr. Geref. geschrift zulke schriftuurlijke dingen te lezen aangaande het verbond. Brouwershaven. J. MEESTER. ZEEUWSCH-VLAAMSCHE BRIEVEN. Zaamslag, Juni 1938. Ter gelegenheid van het herdenken der Af scheiding voor honderd jaren en der Doleantie voor vijftig jaren te Axel heeft niet alleen de vroegere predikant Ds. Lammertsma een gedach tenisrede gehouden, maar heeft de Kerkeraad ook een boekje aan de leden der gemeente aan geboden. Daardoor bestaat de mogelijkheid om rustig te lezen wat God gedaan heeft in het ver leden ook in die streek van Zeeuwsch-Vlaande ren. Met groote belangstelling en met veel genoe- t gen heb ik dit herdenkingsboekje gelezen. Waar 't hier den arbeid in Gods Koninkrijk in Zeeuwsch-Vlaanderen betreft, wil ik in dezen brief gaarne het een en ander uit dit boekje mee- deelen, hetgeen niet alleen voor Axel maar voor geheel Zeeland van belang is. Het is eigenaardig, dat het Oostelijk deel van Z. VI. slechts op vier plaatsen een Gereformeerde Kerk bezit (te Axel, Hoek, Terneuzen en Zaam slag). Een groot deel is Roomsch-Katholiek. Hoe is dit verschijnsel te verklaren Het herdenkingsboekje noemt het een gevolg van den tachtigjarigen oorlog en schrijft Waar de strijd hoofdzakelijk aan de grenzen der Zeven Gewesten gestreden werd, kreeg het hedendaag- sche Z. VI. daarvan volop zijn deel. Bij het sluiten van het Twaalfjarig bestand waren de vier genoemde plaatsen aan de zijde der Staatsschen, de rest werd door Parma bezet gehouden. Wijl de bevolking van het door de Staten bezette deel door den oorlog zeer ver minderd was, werden door de Staten bewoners uit andere streken hier gevestigd. Dit waren voornamelijk Proestanten uit Walcheren (dit valt ook nog af te leiden uit de taaleenheid met Wal cheren, in onderscheid met Zuid-Beveland) met het doel de bevolking overwegend Protestant, d.i. Staatsch te maken. Omdat de overige plaatsen eerst veel later door de Staatschen bezet werden, is het te verklaren, dat deze overwegend Roomsch-Katholiek geble ven zijn. Zoodoende heeft ook de Afscheiding in de 19e eeuw zich slechts over deze vier plaat sen doen gelden. Na de inleiding volgt een interessant overzicht der kerkelijke geschiedenis van Axel tot het begin der 19e eeuw. Volgens Scharp begon de Evangelieprediking hier in de vijfde eeuw onder de Bourgondiërs, nam toe in de zevende eeuw onder Eligius' pre diking en later door Willebrord. Wat de Reformatie betreftde eerste die hier D O R o m a n uit den O Doleantietijd R FRED. VAN MEERTEN 26) Maar toen de dienst naar het einde liep en de dominé noch in het groote, noch in het korte nagebed aan het verzoek gedacht had, werd het Van Duin toch benauwd onder den dienst. Krampachtig hielden zijn vingers de houten plank van zijn bank vast. En hij nam zich voor om direct na den dienst naar de consistoriekamer te gaan en het daar den dominé toch eens te ver tellen, hoe hij zoo iets vond. De gemeente verrees om den zegen te ontvan gen. Ook Van Duin rechtte zijn stramme lijf en wazig zag hij den dominé staan, de handen over de gemeente uitbreidend. „Amen", galmde het door het kerkgebouw. De gemeente kon gaan en Van Duin kon ook gaan. Maar alsof de predikant zich even bedacht, deed hij een paar treden terug op den kansel en zei bijna achteloos tot de gemeente „De voorbede van de gemeente is nog ge vraagd door broeder Van Duin voor zijn vrouw, die ernstig ongesteld in het ziekenhuis vertoeft." de Hervormde leer predikte was de bekende Caspar van der Heyden (hij arbeidde omstreeks 1565 en 1566 in deze streek). De inquisitie woedde echter fel. De overzicht schrijver haalt als bewijs hoe vreeselijk hier werd huisgehouden de volgende beschrijving aan „de galgen hingen gerist, de raden, de staken, de boo- men aan de wegen stonden overladen met lijken, gewurgd, onthalst, gebarnt zoodat de menschen. nu in de lucht tot ademschepping geschapen, als in een gemeen graf en een woning der overlede nen verkeerden". Een van de bekendste predikanten uit later tijd is Jan Scharp geweest (Ds. H. H. Barger schreef over hem een boek Een predikant uit den pa triottentijd) In 1780 werd Scharp predikant te Axel. Om dat hij weigerde den eed van trouw af te leggen aan de beginselen der revolutie, werd hij in 1796 afgezet. Scharp is niet alleen een bekend kanselrede naar geweest, doch heeft ook als dichter naam gemaakt. Enkele gedichten van zijn hand zijn opgenomen in den Evangelischen Gezangenbun del. Bilderdijk gaf van hem het schoone getuigenis: „Hij, trost den felsten storm op kerk en staatsbewind, Hield Christus' zoenleer vast, en bleef Oranje's vrind". Het tweede hoofdstuk bespreekt den toestand in de Hervormde Kerk te Axel in de jaren vóór de Afscheiding. Hier wordt natuurlijk vooral gehandeld over den oefenaar Johan Willem Vijgeboom, die met een aantal leden der kerk van Axel een acte van opzegging van lidmaatschap indiende. In 1822 was er dus in Axel reeds een afgescheiden kerk. Vijgeboom en de zijnen noemden zich De oude gesepareerde (afgescheiden) gemeente van Chris tus of De Herstelde kerk van Christus. Deze gemeente keerde tot de Drie Formulie ren van Eenigheid en de Dordtsche Kerkenorde ning terug. De samenkomsten van de Vijgeboomi- anen werden verboden en, toen ze toch bijeen kwamen, werden ze met boete gestraft. Vijgeboom heeft van sommige schrijvers den naam van voorlooper der Afscheiding gekregen. Volgens anderen (o.a. Dr. Keizer in „De Af scheiding van 1834") is dit geen juiste benaming Langzamerhand is Vijgeboom's gemeente ver hopen. Sommigen aldus de overzichtschrij ver zijn teruggekeerd tot de Hervormde Kerk, de anderen zijn later opgegaan in de Afscheiding, die, vooral onder invloed van Ds. Scholte, reeds spoedig in Axel, Terneuzen en Zaamslag plaats had. Over de Afscheiding handelt hoofdstuk III. Zoolang er in Z. VI. nog geen afgescheiden kerken geïnstitueerd waren moesten degenen, die zich hadden afgescheiden, bij één der gemeenten op Walcheren of Zuid-Beveland zich aansluiten. Op 19 Januari 1838 vergaderden echter de manslidmaten van Axel, Zaamslag en Terneuzen op de hofstede van Jan van de Wege (gem. Neu zen) om een gemeente te formeeren. Een moeilijke tijd brak aan, maar God liet 't aan zijn zegen niet ontbreken. Merkwaardig is dat in Mei 1843 besloten werd de catechisaties op Spui te houden, waarschijn lijk omdat dit in 't midden der drie gemeenten lag en zoodoende gemakkelijk te bereiken. Zelfs werd (later kwam er wijziging in dit besluit) bij kerk- en schoolbouw het oog op Spui als centrum gevestigd. Van 18461855 werden de kerkeraadsverga- deringen beurtelings te Axel, Neuzen en Zaam slag gehouden. Na enkele vergeefsche pogingen nam Ds. A. G. de Waal het beroep aan. Sinds Juni 1846 staat hij vermeld als herder en leeraar der ge meente Axel, Neuzen en Zaamslag. Maarwaar zou hij wonen 1 Neuzen zoowel als Zaamslag dongen naar de eer. Op 19 Januari 1847 werden in de kerkeraads- vergadering twee briefjes geschreven op het eene stond Neuzen, op het andere Zaamslag. Een kind moest een der briefjes nemen. Vooraf werd gebeden of God de hand van het kind zóó wilde besturen, dat de woonplaats duidelijk werd. Het bleek Neuzen te zijn. Evenwelin Neuzen bleek geen geschikte woning te zijn. Voor 60.kon Ds. de Waal wonen in 't huis van Dieleman te Zaamslag. Natuurlijk kon splitsing niet uitblijven toen 't aantal leden grooter werd. Met een korte hoofdknik verliet de prediker den kansel. De gemeente kon gaan. Er waren broeders onder de ambtsdragers, die dit toch niet te verdedigen vonden en het den dominé zeiden. „Had dit nu niet anders gekund, dominé vroeg Vroolijk, de reeder. „Ik begin er niet aan op den stoel voor Jan en alleman te bidden, als je daarmee begint, weet je niet waar het einde is. Tenslotte maken ze van den preekstoel een bidstoel, waar je je verlang lijstje kan indienen. Ik bedank er voor. De ge meente weet nu ook waarvoor ze bidden kan, laat wie het wil, 't nu maar bij zichzelf thuis doen." De broeders kregen een hoofdknik en de do miné verdween door het deurtje naar buiten. Wel wat beteuterd volgden de broeders één voor één. De meesten moesten echter den dominé ge lijk geven. Waar was het eind als je daarmee begon Bij den kerkuitgang had Van Duin heel wat handen te drukken. De meesten wisten wel van de ziekte van zijn vrouw, maar dat hij de voor bede verzocht, beteekende toch wel, dat het heel erg moest zijn. Van alle kanten werden vragen gedaan en menigeen wist dienzelfden middag al te vertellen, dat het dien avond nog wel zou af- loopen met zijn vrouw. Men betreurde het, dat Van Duin zijn vrouw al zoo vroeg zou moeten missen, en opperde de mogelijkheid, dat hij bij zijn dochter zou gaan inwonen. Van Duin was blij, toen hij weer thuis was. Wim sprak gelukkig nergens over en vroeg ook niets, toen hij een half uur later uit het zaal- Later beriepen de drie kerken elk afzonderlijk een predikant. Welke eigenaardige toestanden men had blijkt uit de instelling van de „Vlas commissie". Een vijftal broeders der gemeente vormden de „Vlascommissie" en kochten vlas aan. De be werking geschiedde in den winter door de leden der gemeente, die geen werk hadden en anders op de Diakonie waren aangewezen. Uit de baten werden de aflossingen betaald en de tekorten voor Kerk en Armen aangezuiverd. Ook de geschiedenis van de Doleantie te Axel is zeer belangwekkend. Als eerste predikant arbeidde Ds. F. W. J. Wolff zeven jaar te Axel. Onder Ds. Chr. Bruins kwam de plaatselijke ineensmelting tot stand (4 Dec. 1913). En thans is de Kerk van Axel blijkens het Voorwoord uitgegroeid tot een schare van 1800 zielen. Kort geleden werd aan den predikant een hulppredi ker toegevoegd. Van harte vereenig ik mij met de bede „Stelle de Heere verder Zijn gezegend Woord aan de Kerk van Axel tot een licht en tot een kracht en make Hij ons en ons nageslacht getrouw". A. B. W. M. KOK. ONS GEZINSLEVEN EN DE HEILIGE SCHRIFT. 68. Wonderlijke vermenigvuldiging. „Aan jouw vrome redeneeringen heb ik niets Ik ben beter aan wat meer rijksdaalders en aan een betrekking, die een goed bestaan geeft Schrijnend ruw en pijnlijk hard klonk dit woord, snerpte het in het hart van den eenvoudi- gen Christen, die zijn hoop en vertrouwen, zij het schoorvoetend, uitsprak op de trouw en de genade van zijn God in Christus. Hij had gewezen op de geweldig groote daad van Jezus, ons beschreven in Matth. 14. Daar wordt ons verhaald, hoe de Heiland niet minder dan vijf duizend mannen, de vrouwen en kinde ren niet meegerekend, had gespijzigd met vijf brooden en twee visschen. Gespijzigd Neen, meer nog Hij had ze verzadigd, en daar bleven nog twaalf volle korven met brokken over En onze vriend had daaraan toegevoegd zóó groot is de macht en de genade van onzen God in den hemel niet maar vroeger, in de dagen van Jezus' verblijf op de aarde, maar ook nu nog Op won derlijke en verrassende wijze kan immers de Heere ook nu nog uitkomst en Zijn zegen geven! Als wij het maar met Hem en door Hem in het geloof durven aanvaarden. De God van Elia leeft nog Maar hoe was onze broeder nu afgestooten Gelukkig, dat hij zijn Bijbel nog had. En weer, thuis gekomen, las hij dat treffend verhaal in Matth. 14. „En zij aten allen en werden ver zadigd Dat kon, omdat hier Jezus' zegen werkte Een wonderlijke vermenigvuldiging bewerkte. Bij menschen onmogelijk, maar mogelijk bij God En hij sterkte zich in den Heere, zijn God Och ja, hij was arm en gering maar zijn God was rijk en machtig En in Christus een trouw en liefdevol Vader. Die het alles voor hem wilde en ook kon wél maken. Voor de tijdelijke zorgen en moeiten alleen Voor de broodvraag alleen Voor de voorzie ning in allerlei nooddruft en behoeften O, voor meer ook nog Ook voor de geestelijke nooden en zorgen immers is God een wonderdoend God, door even wonderlijke vermenigvuldiging Onze vriend had er wel eens met z'n vrouw over gepraat. Ze hadden een groot gezin en die vele kinderen eischten natuurlijk bovenal leiding in het geestelijke leven. En nu wilden beide ouders wel graag erkennen, dat ze zoo weinig ontwikkeld waren en eigenlijk wel veel meer moesten weten en veel meer kennis hebben van de Schriften en de Goddelijke waarheden. Dan zouden ze hun kinderen beter kunnen onderrich ten en wijs maken in den weg des heils. Ze wil den wel graag zoo veel kennis hebben als de dominee en sommige ouderlingen Wat zouden ze dan veel beter voor hun kinderen voor den dag kunnen komen en ze tot steun en leering zijn. O, ze deden wel hun best ze kerkten heel trouw en lazen ernstig in den Bijbel en ook wel in kerkelijke bladen. Maar ze vonden toch altijd nog maar hun kennis gering en hun inzicht ge brekkig endaarom vreesden ze wel eens, dat hun onderricht eigenlijk maar heel weinig voor de kinderen te beteekenen had. tje kwam. Misschien begreep hij het, zonder dat er over gesproken werd. Jannigje had alleen ge vraagd of de dominé gebeden had voor moeder en toen Van Duin zijn hoofd schudde, zweeg ook zij verder hierover. Maar het feit zelf zette bij alle drie zich in het denken vast en heel den Zondag stond het als een vlammend schrift voor hun geest. Van Duin bleef den heelen dag in huis. Het was alsof hij zich schaamde om buiten te komen. Hij begreep, dat zijn verzoek aan den dominé het onderwerp van ieders gesprek zou zijn en het scheen hem toe, dat hij iets onbetamelijks gedaan had. Had hij werkelijk teveel gevraagd door de voorbede van heel de gemeente te vra gen Hij wist het niet meer. En God liet hem tobben in het donkere hoekje, waarin hij zich gedreven voelde. Hij had geen houvast meer aan zijn geloof. Alles scheen hem ontzonken. God had zich teruggetrokken in wolken en donker heid. Zijn hoop en moed waren weg en bitter klaagde zijn ziel over de vereenzaming, die over hem gekomen was. 's Middags, na den maaltijd, las hij psalm zeven en twintig, waarin hij zijn zielsgesteldheid getee- kend vond. Maar de troost, die deze psalm geeft, ontving hij niet. Hij kon niet verder komen dan de bede Verberg Uw Aangezicht niet van mij, keer Uw knecht niet af in toornEn deze woorden herhaalde hij heel den middag telkens zachtjes voor zich heen. „Heereverberg Uw Aangezicht niet voor mij 's Middags ging Jannigje een uurtje rusten en Wim maakte een wandeling naar een kennis. Maar weet ge, wat ze dan maar veel deden Dan baden ze, dat de Heere zelf door Zijn Woord en Geest de dingen maar mocht verdui delijken voor hun kroost. En dat hun eenvoudig onderricht, door God gezegend, alzoo toch nog heerlijke vruchten mocht afwerpen En ziet, daarin werden ze werkelijk verblijd. Tot hun ootmoedige dankbaarheidWant ze merkten, dat ook uit het kinderhart openbarin gen naar buiten kwamen, die hun ouderhart vol blijdschap stemden. Het zaad droeg toch vruch ten En dat gaf hoop, vertrouwen, dat Gods werk ook hier alles wél zou maken. „Dat gaat nu met ons onderricht en voorbeeld net eender als met het brood, dat door Jezus' handen was gegaan, moeder zei vader. „Dat brood was maar weinig en gering maar de Heiland maakte het tot heel veel Zoo zijn onze woorden en lessen maar erg eenvoudig en op zich zelf niet zoo veel waard. Maar als ze door onzen, God in Christus gezegend worden, dan wordt het geringe tot iets groots, dan wordt het zwakke machtig Had de man geen gelijk Moed gehouden, eenvoudige vaders en moeders Van W. te W. VERANTWOORDING VAN JUBILEUM GAVEN. Het is al meer dan een jaar geleden, dat de Jubileum-actie werd begonnen en nog altijd blij ven de giften binnenkomen. Sinds de vorige verantwoording (23 Maart 1938) werd ontvangen van N.N. te W. 10. Boekh. Wielenga, Assen 0.30 Geref. Kerk te Tholen 12.van 's-Hertogenbosch 3e gift 88.28 (in totaal thans 130.93!); de fam. H. te Hillegom 15.uit Serooskerke (240 ge denkboeken) 38.60 uit Meeuwen (35 gedenk boeken) 1.75 uit Breda 26.15 uit Axel (450 gedenkboeken) 71.65 uit Vlissingen 26.60. Al deze gevers zeer hartelijk dank voor hun gaven. Verder ontving ik bericht uit Ierseke (200 ge denkboeken), dat men daar 160.had ingeza meld. Ook de broeders in Ierseke onzen hartelij- ken dank voor hun ijver en hun brief. Brieven uit Holland als bewijzen van mee leven zijn altijd zoo bemoedigend voor de arbei ders in Indië. Uit Holland werd dus thans ontvangen behalve de extra gift uit Goes, een bedrag van 3943.75. Hiervan is 1800.voor het Gedenkboek be stemd, zoodat er voor de kerk van Blondo nog ruim 2200.overblijft. Dat is nog bijna 1200.te weinig, want de kerk zal kosten 3400.—. Toch zijn we maar met de bouw begonnen. Ds. en Mevrouw Merkelijn hebben op den dag van hun vertrek uit Magelang op de doorreis nog even Blondo aangedaan en hadden op de 3e Mei 1938 nog juist de gelegenheid de eerste steen van de kerk te leggen. Wij hadden zoo graag gewild, dat zij de ope ning nog hadden kunnen meemaken. Maar dat ging niet meer. Daarom zijn wij blij, dat zij toch nog hebben mogen zien hoe reeds met den bouw begonnen is. Die vordert thans flink. 1 September zal het gebouw D.V. gereed komen. En zouden nu de broeders en zusters in Hol land willen zorgen, dat op dien datum ook al het geld dat nog te weinig is, bij elkaar gebracht is. Dan zullen wij in Indië dubbel dankbaar zijn. Ook met de kerken in Djoema en Grabag werd reeds begonnen. Deze worden echter door giften uit Indië be taald, evenals die te Temanggoeng, waarvoor juist een zeer geschikt stuk grond kon worden gekocht. C. VAN NES. BEROEPEN TE Kantens: Cand. G. Winters, hulppred. te Eenrum. Particuliere Synode Geref. Kerken van Zeeland. In de gehouden vergadering van de Particuliere Synode der Geref. Kerken van Zeeland werd tot Praeses gekozen Ds. W. H. v. d. Vegt te Goes, Van Duin maakte weer den gang naar het zie kenhuis, waar de toestand onveranderd scheen. Toen was het, dat Van der Veer de deur lang zaam opendeed en binnentrad. Hij keek voor zichtig de kamer in en zei zachtjes „Is t'r nie mand in Hij kreeg geen antwoord. Jannigje sliep vast. Het verwonderde hem, dat het huis verlaten scheen, maar hij herinnerde zich, dat ze de ge woonte hadden 's Zondagsmiddags naar het zie kenhuis te gaan. Hij greep een stuk krant die op tafel lag en schreef met een potloodje een paar woordjes op den witten rand „Van der Veer is hier geweest, maar vond niemand thuis. Zeker naar het ziekenhuis. Kom terug. Ik gedenk de vrouw en moeder in de gebede. Psalm 27 vers 1. Van der Veer." Hij sloot behoedzaam de deur achter zich dicht en tobde er over hoe het zou moeten gaan, wan neer de vrouw van zijn vriend werkelijk werd weggenomen. Hoe was hij er toe gekomen deze woorden van troost op dit stuk papier te zetten Hij wist er geen verklaring van te geven. Het was hem plots in de gedachten gekomen. Een herinnering misschien, hoe hij vroeger zelf in dagen van smart gesterkt was door dit woord van David. Toen Jannigje wakker werd en de krant op tafel zag liggen, keek ze met verwondering naar het potloodschrift. Zij schaamde zich zóó vast geslapen te hebben midden op den dag. Wat zou vader daar wel van zeggen Zij zocht in den bijbel de plaats, die Van der Veer genoemd had, op. Toen vouwde ze de krant en legde hem op

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1938 | | pagina 2