No, 11 Vrijdag 18 Maart 1938 52e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND, UIT HET WOORD, DADERS DES WOORDS, VAN VERRE EN NABIJ, ZEEUWSCHE KERKBODE REDACTIEDs. A. C HEI] cn Ds. A. H. OUSSOREN. MEDEWERKERSD.D. W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M, KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN cn W. H. v. d. VEGT. ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS: 15 cent per regel; bij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE FIRMA LITTOOIJ G OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ G OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER -12280 GEBONDEN OM ONS TE ONTBINDEN. De bende dan en de overste over duizend en den dienaar der Joden namen Jezus gezamenlijk en bonden hem. Johannes 18 12. In den hof der olijven, Gethsemané, is Jezus laatste en bangste lijden begonnen. Daar is, na zijn zielsworsteling, een bende op hem losgeko men. In Gethsemané is uw Jezus ook gebonden. Hij heeft zich daar laten binden door menschen. Als of Hij een zeer gevaarlijk misdadiger was. Dat behoorde ook tot zijn diepe vernedering. Is het voor een mensch geen diepe vernedering geboeid te worden Binden doet men toch alleen maar een gevaarlijk bloeddorstig dier, of een mensch, die als een waanzinnige te keer gaat. Een ge boeide is toch gevaarlijk voor zijn omgeving. Maar vernederend is het voor zulk een mensch, voor den vrijen mensch om gebonden te worden. Zulk een diepe vernedering wordt uw Jezus niet bespaard. Velen werpen zich op hem, een gansche bende zelfs. Ze grijpen hem vast, lezen we op andere plaatsen, zooals men een misdadi ger vastgrijpt. Eigenlijk zijn ze voor dezen vreemde bang Hij is toch geheel anders dan de gewone mis dadigers Hoe rustig ziet Hij hen aan Hoe tri- umfeerend is zijn blik Niet zij, maar Hij be- heerscht het terrein. Als zij hem meenemen, ne men zij eigenlijk een overwinnaar mede. Hij laat zich toch vrijwillig binden en mee voeren. Het schijnt, alsof de vijanden nu vrij zijn om alles met dien wonderlijken gevangene te doen, wat ze maar willen. Niemand, die hen tegenhoudt. Heel Jeruzalem slaapt. Het is diep in den nacht. Alleen de machten der duisternis zijn in volle actie. Die slapen nooit De overste der wereld heeft zijn slag geslagen en Jezus is zijn gevangene. Het feest van de hel kan begin nen. Zoo lijkt het tenminste, doch zoo is het niet. En het zal nooit zoover komen. Want, als daar in Gethsemané uw Heiland gebonden werd door menschen, was Hij al gebonden door zijn God. Hij was Gods gevangene. Hij had toch zijn bange zielsworsteling al doorgemaakt. De smeekbede van den Heiland „Mijn Vader, indien het mo gelijk is, laat dezen drinkbeker Mij voorbijgaan", was al overwonnen door het„Uw wil geschie de Vóórdat Jezus, als een misdadiger geboeid, werd weggeleid door de straten van Jeruzalem heen, naar het huis van Annas, had Hij zich in zijn ziel laten binden door den wil zijns Vaders. Hij is éénswillens geworden met 's Vaders wil, ook tot het bitterst lijden des doods. Om alles te lijden, wat nietige menschen hem zullen aandoen. Maar vóór alles, om den drink beker van Gods toorn te ledigen tot den bodem toe. En daarbij te vergelijken is 's menschen kleinzielig gedoe maar armzalig werk. Blijkt dit niet duidelijk bij wat geschiedde, toen de hel op hem losstormde Op Jezus' rustige vraagwien zoekt gij, en op hun antwoord Jezus den Nazarener en dan zijn rustige over gave Ik ben het deinzen en vallen ze voor hem ter aarde neer. En na dezelfde vraag, ge schiedt dit nog eens. Hij maakt van de gelegen heid geen gebruik om te ontvluchten, doch zorgt alleen voor zijn discipelen. „Indien gij dan mij zoekt, zoo laat dézen henengaan." Niet de hel, nóch haar machten beheerschen hier het terrein. Jezus alleen is Koning Heel de wereld ook dit stukje grond in den olijven hof zijn gebied. En als hij nu gegrepen wordt en gebonden, is dit niet door hun overmacht, maar omdat hij hetzelf wil. Juist andersom, Jezus is de vrije. Zij zijn de gebondenen. Hij is vrij in den waren zin van het woord. Immers ware vrijheid is gebondenheid aan Gods wil. Zoo gaf Jezus zich vrijwillig over. Niet door uiterlijken dwang overweldigd. Niet tegen zijn wil, maar met zijn wil. Zooals God het wilde, heeft hij het lijden des doods aanvaard. Ook in dat gebonden-zijn, heeft hij den last op zich genomen, dien zonde en schuld te dragen gaf. Hij heeft die banden aanvaard, om ons gebon denen, los te maken en de vrijheid te hergeven. Zeker, als een diepe vernedering, heeft hij die banden gevoeld. Hier in den hof. En straks op nieuw, toen hij door den Joodschen Raad ge vonnist werd, en opnieuw in boeien geklonken, weggeleid werd naar Pontius Pilatus. Dan draagt hij voor de oogen des volks niet meer zijn boeien als een ruw overweldigde, maar als een door het gerecht schuldig verklaarde en veroordeelde. „Hij heeft mij gezonden om te verbinden de gebroke- nen van hart, om den gevangenen vrijheid uit te roepen en den gebondenen opening der gevange nis" (Jes. 61 1). Waarom, vraagt ge, moest dit alles den Zone Gods overkomen De Schrift zegt het u duidelijk om zijn volk vrij te maken. Hier mogen wij ons verwonderen over de ge nade van den Borg en dankend belijden met ons Avondmaalsformulier „gebonden, opdat Hij mij zou ontbinden". Hier is alles borgtochtelijk werk. Gebondenen zijn toch hier niet degenen, die door uiterlijke banden gebonden zijn. Dat toonen ons Jezus banden wel. Hij werd geboeid en toch vrij. Weet ge, wie hier de gebondenen zijn Dat zijn zij, die hem binden. Zij zijn gebonden met banden der zonde. En wij met henJudas, die de beurs droeg, is slaaf van zijn geldzucht. De Overpriesters en de Schriftgeleerden zijn slaven van hun eerzucht. Zij zijn allen dienstknechten der zonde. Want „die de zonde doet, is een slaaf der zonde". Is gebonden. Op knellender wijze, dan met touwen en zeelen. Jezus' discipelen hebben het toen niet verstaan, dat deze dingen geschieden moesten. Naar de Schriften. De vurige Simon, die, zooals ook de anderen, met en voor den Heiland, sterven wil en zeker niet aan Jezus geërgerd zou worden, grijpt naar vleeschelijke middelen, en komt zoo in opstand tegen het wettig gezag. Deze zelfbevrijding bevordert de zaak des Heeren niet. Hij wordt straks verstrikt in ban den, waaruit zijn Heiland hem weer losmaakt. Niet Simon, die het zwaard opneemt, maar Petrus, die naar buiten vlucht, en in de eenzaamheid bitter weent, is de bevrijde Wel worden de dis cipelen in de strikken van het vieesch verward, wel worden zij in deze bange ure, allen aan Jezus geërgerd, er zijn toch banden aan den Christus. Er is waarachtig geloof, er is vurige liefde voor hem. Deze banden, zijn door God zelf gelegd. Banden, die sterker zijn dan hun zonde, sterker zelfs dan Simons verloochening van zijn Heiland. Jezus' banden zijn juist hun vrijheid. Immers de Heiland heeft vóór zijn overgave aan zijn vijan den, de vrijheid zijner discipelen bedongen. Zoo wordt hij gebonden en gaan zij vrijuit. Zooals la ter Christus werd vastgehouden en Bar-abbas, de zondaar, losgelaten wordt. Dat is geen volksgunst geweest, doch uitvoe ring van Gods Raad aangaande onze verlossing. Dat is niet, omdat de vijanden het zoo wilden, maar omdat Jezus zelf het zoo wil in gehoorzaam heid aan zijn Vader. Er zou niemand verloren gaan van hen, die de Vader hem gegeven had. Zoo is uw Jezus gevangen en toch vrij Vrij en toch gevangen En wie gelooft in hem, die gebonden werd is waarlijk vrij. Juist de band, die er is aan Chris tus, is onze bevrijding. De band van geloof, de band van liefde en de band van hoop. Het zijn levensbanden, die geen zonde en we reld en hel verscheuren kunnen. Banden, waar door Gods dienaren in gevangenis en concentra tiekamp nog juichen kunnen, want ze zijn niet gevangenen van den mensch, maar Gods gevan genen. En wie door den Zoon des Menschen is vrijgemaakt, zal waarlijk vrij zijn. Zijt gij het, mijn lezer Vrijgemaakt door zijn gebondenheid? Of nog gebonden aan de zonde Aan de wereld Aan uw vieesch, inplaats van aan den Zoon des Menschen Zoo ja, moge dan in deze lijdensweken uw oog telkens gevestigd worden op den gebonden Hoo- gepriester „die met één offerande in eeuwigheid volmaakt heeft degenen, die geheiligd worden". Zoo, door te zien, geloovig te zien op het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegdraagt zult gij komen tot de vrijheid der kinderen Gods. Ik lag machteloos gebonden, Gij kwaamt en maaktet mij vrij. Ik was bevlekt met zonden Gij kwaamt en reinigdet mij Domburg. J. E. VISSER. DE INKOMSTEN DER KERK. We behoeven tegenwoordig niet te klagen over gebrek aan voorlichting over oeconomische huishouding. Zelfs Ministers der Kroon achten het niet be neden hun waardigheid de eerste beginselen daar van te doceeren en dan te verwijzen naar de wijsheid van de huismoeder, dat men een gulden maar één keer kan uitgeven en dat men de tering naar de nering moet zetten. Zoo langzamerhand is het wel tot allen doorgedrongen, dat er even wicht moet zijn tusschen de uitgaven en de in komsten en dat dus, als de inkomsten vermindè- ren, ook op de uitgaven moet worden besnoeid. Nu levert de toepassing van deze wijsheid geen onoverkomelijke bezwaren op, wanneer met terdaad op de uitgaven kan worden bezuinigd zonder dat levensbelangen worden geschaad. Als er menschen waren, die drie, vier auto's hielden, was als de inkomsten geweldig ach teruit gingen de conclusie wel heel duidelijk de uitgaven te verminderen door een paar auto's af te schaffen, of misschien wel allemaal, als het niet noodig was die voor het bedrijf aan te hou den. Een fiets, of tram, of trein is wel een minder voornaam vervoermiddel dan een auto, maar men kan daarmee ook veel plaatsen bereiken. En als een autotocht eens vervangen moest worden door een wandeltocht, was de gezondheid daar mee allicht nog gebaat. Een voordeel kon het ook geven, wanneer een groot dienstpersoneel moest verminderd en de zegen van den arbeid ook werd genoten door hen, die anders hun dagen in ledigheid door brachten. En wanneer van een buitenlandsche reis moest afgezien, om het evenwicht te bewaren tusschen uitgaven en inkomsten, of zelfs een binnenland- sche reis daarvoor moest opgegeven worden, kon dat een teleurstelling brengen, maar onmogelijk was dan de toepassing van de huismoederwijs heid niet. Evenwel is die regel toch niet altijd toe te passen, dat de uitgaven moeten worden terugge bracht totdat ze gelijk staan met de inkomsten. Als toch de inkomsten van een gezin zóó zou den dalen, dat ze zelfs voor een heel sober be staan niet voldoende zouden zijn, gaat het niet aan te zeggen, dat daar eenvoudig dit uit zou voortvloeien, dat zulk een gezin dan ook maar gebrek moet lijden. Dan is de eenige goede conclusie deze, dat moet gezocht naar middelen om de inkomsten van dat gezin te vermeerderen. Dan is daar een taak voor de familie allereerst. Dan kan daar ook een taak zijn voor de diaconie, en voor an dere instanties. In de abnormale omstandigheden van dezen tijd heeft de overheid in menig geval geoordeeld, dat het ook op haar weg lag steun te bieden. En hoe groote bezwaren er in onze kringen ook bestaan tegen die overheidsbemoeiing, en hoezeer er daarom ook op aangedrongen wordt die te beperken tot de noodzakelijkste gevallen, toch is er wel niemand onder ons. die nu de stelling zou willen voor z'n rekening nemen, dat die overheidssteun verkeerd is, en dadelijk zou moeten worden ingetrokken. Leerzaam is hier dan ook de practijk van de overheid, ook wanneer zij zich laat leiden door de wijsheid van de huismoeder, dat niet meer mag worden uitgegeven dan wordt ontvangen. Wanneer de overheid komt te staan voor uit gaven, die zij noodzakelijk acht, oordeelt ze dat de inkomsten dan moeten vermeerderd worden. Dan volgt er een voorstel tot belastingverhoo- ging. En dan waarlijk niet uit de overweging, dat die belastingen zóó laag zijn, dat er gemak kelijk nog een schepje op kan. Ze verklaart dan zelve, dat de belastingen al erg hoog zijn en op het volk een zwaren druk leggen, maar des ondanks komt ze toch met het voorstel om die toch nog te verhoogen, omdat het eenvoudig moetomdat ook de volksbelangen dat eischen. En wanneer ze dan met zulk een voorstel komt bij de volksvertegenwoordiging, die tot taak heeft, de belangen van het volk zoo noodig tegen over de overheid te verdedigen, zien we, dat die volksvertegenwoordiging de voorstellen goed keurt en die zwaardere lasten voor het volk aan vaardt, omdat ook zij die uitgaven noodig keurt, en oordeelt, dat daarom de inkomsten moeten vermeerderd, om die uitgaven mogelijk te maken. Een heel frappant voorbeeld is daarvan te zien in de aanneming van de laatste defensiebegroo- ting. Hoe vaak gebeurde het vroeger niet, dat zoo'n begrooting maar met een kleine meerder heid werd aangenomen, of ook zelfs werd ver worpen. En nu kwam er een begrooting van defensie, die heel wat zwaardere lasten op het volk wilde leggen en ze werd met bijna alge- meene stemmen aanvaard. Ook socialisten en vrijzinnig democraten stemden voor. Men zag het gevaar, dat ons land bedreigde, wanneer wij niet zorgden, dat ons volk weerbaar was. Zij, die vroeger hadden geweigerd ook maar één cent uit te geven voor 't leger geen man en geen cent durfden nu niet de verantwoordelijk heid op zich nemen van een weigering van wat de regeering vroeg en ze aanvaardden de zwaar dere lasten. De inkomsten moesten verhoogd, opdat de noodige uitgaven zouden kunnen gedaan worden. Dat zou dan offers vragen, maar zoo werd geoordeeld dan moesten die offers gebracht worden. Daarbij stond ons volk immers voor dit dilem ma of die offers niet brengen, maar dan ook gevaar loopen, dat onze zelfstandigheid verloren ging, waaruit zou voortvloeien een veel grooter verlies, óf die offers brengen, maar dan ook het uitzicht hebben, dat onze zelfstandigheid behou den werd met al die rijke zegeningen, die daarin voor ons besloten liggen. En zoo was het dan een wijs besluit, om de inkomsten te vermeerderen, ook al zou dat niet kunnen dan door zware lasten op het volk te leggen. Het behoud van onze nationale zelfstandigheid en van onze vrijheid vordert het brengen van die offers. We schreven in dit artikel nog niets over de inkomsten der kerk. Maar wat we hier zeiden, leek ons dienstig als een leerzame inleiding. Vol gende maal hopen we dat aan te wijzen, als we het dan willen gaan hebben over de inkomsten der kerk. SYMPATHIEKE ACTIE. Het bestuur van den Bond van Meisjesvereeni- gingen op Geref. grondslag zond ook aan onze redactie een schrijven, waarin melding gemaakt wordt van het plan om in verband met den twin tigsten Bondsdag gelden bijeen te brengen als een dankoffer, ten bate van de Zending onder de vrouwen en meisjes op de verschillende Zendings terreinen. Dit lijkt ons een sympathiek plan. De arbeid onder de vrouwen en meisjes, blijkt hoe langer hoe meer van groote beteekenis te worden. Van uitbreiding van dien arbeid, hoe gewenscht ook, moet echter vaak worden afgezien uit gebrek aan middelen. Wanneer als vrucht van deze actie een belang rijk bedrag door onze Meisjesvereenigingen zou kunnen worden bijeengebracht, zou deze geze gende arbeid daardoor ten zeerste worden gebaat. We vragen dus de aandacht voor den oproep van net bestuur, die elders in de Kerkbode is opgenomen. HEIJ. REVOLUTIONAIRE GODSDIENSTEN. Als eerste noemden we het Nieuw Imperialis me. Dit wordt aangeduid met verschillende na men Fascisme, Nationaal Socialisme, Economi sche Self-Sufficiency. Maar hoe deze beweging zich ook noemt, zij bestaat uit een reeks nationale bewegingen, die ieder voor zich zonder schroom optreden, een zending drijven en veel zelfrespect bezitten. Alle bronnen, die in de Totalitaire staat aanwezig zijn, worden aangeboord om haar tot het hoogste op te voeren. Een verschijnsel, dat zijn weerga in de wereld niet heeft noch gehad heeft. Wel is in het Oude Perzië iets dergelijks be proefd en ook Philips de Schoone van Frankrijk en Hendrik VIII van Engeland en Lodewijk XIV hebben dergelijke aspiraties gehad, maar ze had den niet die wetenschappelijke basis, die het Nieuw Imperialisme thans heeft. De vitale trekken van het Nieuw Imperialisme zijn haar absolutisme en haar onbegrensde hon ger. De totalitaire staat wenscht geen grenzen te stellen aan haar macht. Zij concentreert alle macht in één hand, zoowel politiek, economisch,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1938 | | pagina 1