ZENDING.
KERKNIEUWS.
OFFICIEELE BERICHTEN.
DE BUCHMANBEWEGING (Vffl).
Hoe moet zij beoordeeld worden (b)
Brengt zij de menschen terug tot den Christus
der Schriften Dat is de vraag, die voor onze
beoordeeling beslissend is en deze vraag willen
wij dan nu gaan beantwoorden. Om dat te doen,
vergelijken we belangrijke stukken der waarheid,
die de Schrift ons leert omtrent den Christus,
met de uitspraken der Oxfordgroep.
Voorop staat voor ons de waarheid, dat onze
Heere Jezus Christus de eeuwige, natuurlijke
Zoon Gods is. Staat die waarheid ook in de
Groep voorop Allerminst. Zeker, men kan in
de geschriften der Oxfordgroep telkens uitspra
ken aantreffen, die er op aandringen te gelooven
in de goddelijke natuur van den Christus, en die
zeggen, dat de Zoon Gods op aarde is neder
gedaald, maar deze waarheid staat absoluut niet
in het middelpunt. Volgens Gabelein, aangehaald
bij Kraan, moeten er houseparties gehouden wor
den, waar Jezus nooit Gods Zoon of onze Heere
genoemd wordt en zou Buchman het van weinig
of geen beteekenis achten, wanneer men de ken
nis van den onfeilbaren Zoon van God in t wijf ei
trekt. Allen, eveneens aangehaald bij Kraan, zegt,
dat Jezus het beeld Gods genoemd kan worden,
niet, omdat Hij de eeniggeboren Zoon des Vaders
is, maar omdat Hij liefhad tot het uiterste, niet
bevreesd was, zonde zonde te noemen en sterke
woorden te gebruiken, om de wereld aan haar
zonde te ontdekken. Hier denken we men
heeft het immers zoo over de resultaten aan
het woord van Johannes ,,Wie is het, die de
wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is
de Zoon van God
Onze Heere Jezus, zoo gelooven wij, kwam
op aarde om Zijn ziel te geven tot een rantsoen
voor velen, opdat Zijn volk uit genade om niet
gerechtvaardigd zou worden door het geloof, dat
in Jezus is.
Wat zegt de Groep daarvan Ook deze waar
heid staat bij haar niet op den voorgrond. We
derom, ik kan uitspraken citeeren, waarin het
onomwonden gezegd wordt, dat men zijn behoud
alleen zoekt door het geloof in den Christus,
Die Zijn bloed stortte tot verzoening der zon
den, maar ik kan ook vele uitspraken aanhalen,
waarin de verzoening geheel genegeerd wordt of
waarin van die verzoening op onschriftuurlijke
wijze gesproken wordt. Russell bijv. verwonderde
zich er over, dat men uit zijn boek „Alleen voor
zondaars" de conclusie getrokken had, als zou
hij als Christen-schrijver de verzoening trachten
te verdoezelen. Hij schreef mede daarom een
tweede boek „Eén ding weet ik." Daarin staat
onder meer „Neem het kruis van Christus weg
en wat blijft er over
Wat maakt mij vrij van zonde en schuld
Niets dan des Heilands bloed."
Maar hij schrijft tevens „Ik geloof niet, dat
1 de verzoening den toorn van een boozen God
uitwischte, want er was geen toorn te stillen.
God haat de zonde, niet de zondaars. Hij was
reeds liefde, vóór de eigenlijke verzoening had
plaats gevonden, maar in die verzoening bewijst
Hij Zijn liefdeGods liefde is even groot
voor zondaars als voor heiligen en veel grooter
dan ons vermogen, om iemand of iets lief te heb
ben". Dit is nog een uitspraak van iemand, die
de verzoening gelooft en wil verdedigen, hoe
moeten dan wel niet anderen spreken Zij spre
ken allen heel veel over den Heere Jezus, maar
lang niet allen in den zin der Schrift. Eigenlijk
is er onder allen, die over Hem spreken, niet
de overeenstemming, dat zij gelooven in Hem als
Verzoener, maar dat zij Hem zien als de kracht
bron, die hen in staat stelt naar de vier absolute
eischen te leven. „Christus' kracht", „Christus
stelde mij in staat", „door Christus kon ik het
doen", „Christus bracht mij er toe" dat zijn
de woorden, die men overal kan aantreffen, maar
helaas niet het getuigen van Hem als het Lam
Gods.
Christus kwam op de aarde om der waarheid
getuigenis te geven. Hoe denkt de Groep daar
over Helaas, het woord en de daad der Groep
zijn hier wel zeer teleurstellend.
In de eerste plaats moeten we opmerken, dat
de Groep weinig belangstelling voor de vraag,
wat waarheid is Veel voornamer dan die vraag
is voor haar het probleem, hoe zij menschen van
gen kan voor den Christus. Het belangrijkste is
voor haar, niet, wat men denkt, maar wat men
doet. Feitelijk moet ik het zoo zeggen de waar-
heidsvraag komt niet aan de orde. Men verge
noegt zich met uit te spreken, dat men de grond
gedachten van het Nieuwe Testament aanhangt
of ee-n andere soortgelijke verklaring af te leg
gen, maar verder heeft men voor deze dingen
geen interesse. Ze beweert dan ook, dat Jezus
nooit geredetwist heeft en dat Hij niet vroeg,
wat de menschen geloofden, doch wat ze deden.
Daarom discussieert men niet op Houseparties,
gaat Buchman niet in op critiek, daarom krijgt
men, als men vraagt naar de waarheid, van een
Levenvernieuwer constant het antwoord, dat zij
de waarheid hebben, die de meeste bekeerlingen
maken, daarom kan men zinnen lezen als „Som
mige Christelijke secten verspillen geld, kostba
ren tijd en talenten om te bewijzen, dat zij alleen
de werkelijke en soms zelf, dat zij alleen de
eenige bezitters zijn van den waren godsdienst,
zooals Christus dien predikte" (Wat is de Ox
fordgroep), en daardoor wordt men, als men aan
de waarheid der Schrift wil vasthouden, zoo
licht beschuldigd, dat men zichzelf handhaven
wil.
In de tweede plaats moeten we opmerken, dat,
wat men dan nog voor waarheid aanvaardt, zoo
uiterst vaag is. De eischen zijn zoo weinig spe-
cifiek-Christelijk, dat zelfs Mohammedanen ze in
toepassing willen brengen, aldus een Roomsen
oordeel, dat overigens zeer welwillend is, de
waarheid wordt zoo vrij geformuleerd, dat een
vrijzinnig mensch, die tot verandering komt, geen
verandering meer behoeft te maken in zijn vrij
zinnige principes over den Bijbel, God, Christus
enz.
En in de derde plaats moeten we dienaangaan
de zeggen, dat het ons ook niet verwonderen
moet, dat de waarheidsvraag zoo weinig in het
middelpunt staat. De Groep onderwerpt zich im
mers niet aan het getuigenis Gods, aan Gods
Woord. Het O. T. haalt men in de Groep veel
minder aan dan het Nieuwe Testament, maar
ook het Nieuwe Testament aanvaardt men niet
als Gods Woord, het is veel meer een verzame
ling van ervaringen, die menschen in het begin
onzer jaartelling opdeden en die ook nog door
ons moeten worden gemaakt.
Het kan niet anders, of menschen, die der
waarheid getuigenis willen geven, moeten hier
met de scherpste critiek komen. De waarheids-
vraag staat immers voor den geloovigen Christen
in het middelpunt. Men zal van dezen laatsten
zin smalend kunnen zeggen, dat hier weer eens
koude orthodoxie aan het woord is en men zal
misschien nog andere liefelijke benamingen hier
voor over hebben, het is opmerkelijk, dat men
schen, die zoo zijn voor liefde onder broeders,
de scherpste woorden weten te vinden voor
broeders, die aan de waarheid willen vasthou
den, wij handhaven toch dezen zin met kracht.
Slechts de waarheid omtrent God en Zijn werken
mogen wij verkondigen. We moeten arbeiden,
opdat we de rechte kennis van Christus zouden
mogen hebben. De Oxfordgroep maakt dat van
te voren onmogelijk, want ze wil niet eens dis
cussieeren en laat op de Houseparties geen dis
cussie toe. Hier gaan we denken aan het woord
van den apostel der liefde „Indien iemand tot
ulieden komt, en deze (de leer van Christus)
niet brengt, ontvangt hem niet in huis, (als leer-
aar) en zegt tot hem niet: Zijt gegroet". 2 Joh. 10.
Christus kwam om zondaren zalig te maken
en hen door Zijn Geest te leiden als kinderen
Gods. Hier spreekt dan toch wel de Groep de
taal der Schrift, hoe gaarne onderwerpt zij zich
aan het getuigenis des Geestes, hoe veel spreekt
zij niet over leiding Maar juist hier heb ik als
Gereformeerd predikant zeer ernstige bezwaren.
Leiding is immers volgens de Groep, dat men
stil gaat zitten en afwachten gaat, wat na gebed
en bijbellezing in ons opkomt en dat opschrijven
en uitvoeren, want God leidt ons in dien stillen
tijd door Zijn Heiligen Geest. Ik zeg het maar
heel praktisch. Natuurlijk weet ik wel, dat de
Groep niet gelooft, dat al de gedachten van God
zijn, dat de Groep toetsregels heeft opgesteld,
dat in twijfel men anderen om leiding kan vra
gen, dat een beroep kan gedaan worden op de
leiders en op Buchman zelf, maar het komt toch
neer op stil zitten en afwachten, wat er komen
gaat. (Hoe ernstig dit alles genomen wordt en
hoe gevaarlijk het is, bewijst het volgende ver
haal. „Op een keer bezocht Collins zijn geeste
lijken leider in zijn huis op het land. Het was
een prachtige zomeravond. Na het eten stak
Collins moedig een sigaret aan. (Moedig, want
Buchman had hem het rooken absoluut verbo
den) Later nam Buchman zijn discipel onder
handenCollins wilde toch rooken. „Laten
we dan naar God luisteren", zei Buchman. (Ze
zullen dus den Bijbel raadplegen en nagaan, wat
God daar zegt. Gansch iets anders En dus
gingen ze in twee armstoelen zitten op de slaap
kamer voor de haardplaats met gesloten oogen.
Zij ontspanden zich en blijven zwijgend gedu
rende eenige minuten zitten. Toen sprak Buch
man „Ik heb een directe boodschap van God
gekregen, dat ie het rooken moet opgeven.
„Grappig", zei Collins, „maar ik heb een directe
boodschap gekregen, dat ik er mee kan door
gaan." Zoo vertelt het Schild, een Roomsch
maandschrift. Zulke verhalen kan men bij tien
tallen lezen God moet beslissen door den stillen
tijd in allerlei omstandigheden. En dan beslist
God, dat de een op zijn jongentje moet passen,
opdat het niet van een heuvel zal vallen, dat
een klein meisje haar moeder moet helpen met
borden wasschen en dat Allen een nieuwe cham-
berloak moet koopen om eerder te kunnen op
staan en dan kan hij langer stillen tijd houden
enz. enz. enz.)
Wie ziet hier niet, dat we, dit doende, uitko
men bij de leer van het inwendig licht Hier
worden we van het geschreven Woord, dat vast
en betrouwbaar is, geleid naar de onzekere ge
dachten en gevoelens, die in den mensch opko
men. Hier wordt „leiding" geplaatst naast Gods
Woord, en soms boven het Woord (Kraan wijst
er terecht op, dat Buchman ongetrouwd bleef,
omdat hij geen leiding kreeg om te trouwen, alsof
Gods Woord ook niet voor hem spreekt van
een huwelijksordinantie, die alleen maar onder
bepaalde voorwaarden voor ons wordt opgehe
ven) om straks tegen het Woord in te gaan.
Hier worden de heerlijke Schriftwaarheden over
leiding de Geest leidt ons, dat we het goede
willen doen, de HEERE leidt ons leven naar
Zijn Raad en zoo meet met behoud van den
naam ingeruild voor zeer groote dwalingen.
Arme mensch, die aan die leiding gelooft En
als er geen leiding komt, is het zijn eigen schuld
en moet hij maar gaan zoeken, wat er is tusschen
Christus en hem
Meliskerke. M. VREUGDENHIL.
KERSTFEEST OP 'T ZENDINGSTERREIN.
Tawang Mangoe, 6 Januari 1938.
Zendingsvrienden en -vriendinnen
Het is een fijn werk, waar ik me nu toe mag
zetten verslag te geven van den grooten zegen,
dien onze Kerstfeesten aan de Javaansche en
Chineesche bevolking hebben mogen brengen.
U weet nog van het plan van verleden jaar
We hadden toen de gedachte gekregen, om
z.g. huis-Kerstfeesten te vieren, en wel zoo mo
gelijk rondom onze naaicursussen-met-Evangelie.
In elke kampong, waar een Javaansch Christen
woonde, zouden de buren en vrienden van dien
Christen uitgenoodigd worden, om deel te nemen
aan onze Kerst-blijdschap. Waar een naaicursus
was, natuurlijk de ouders der meisjes in de eer
ste plaats.
Onze verwachtingen voor dit jaar zijn over
troffen. Ik telde de aantallen bezoekers op met
Mej. Soetirah, mijn mede-helpster, en we kwamen
tot 1350 volwassenen en kinderen, die het Kerst
evangelie hebben mogen hooren. Zeer velen voor
het eerst.
God zij gedankt voor Zijn groote genade
Voor de verhooring uwer en onzer gebeden
Maar nu het verslag.
Laat ik met het bedienden-Kerstfeest beginnen.
li weet, de Hollanders hier in den Oost ge
nieten in huis en erf de trouwe hulp van Javaan
sche bedienden.
Er wordt wel eens over die bedienden ge
klaagd, maar over het algemeen worden ze toch
onmisbaar geacht om het huiselijk bedrijf vlot te
laten loopen. Een Hollandsche huismoeder hier
zou het in de meeste gevallen een ramp vinden,
wanneer ze het zonder den steun van haar ba
boe, kokki of djongas zou moeten stellen.
Als het gezin groot is, gebeurt het wel, dat
het bediendental, halfwassen meegerekend, van
lieverlee tot vier, vijf, soms zes uitdijt. Ja, er was
in Magelang zelfs een Hollandsche dame, die me
Kerstbijdrage stuurde voor haar zeven trawanten!
Nu weegt het in het algemeen de Christen-
Hollanders zwaar, dat ze bij die Javaansche men
schen, met wie-ze dagelijks in zoo nauw contact
leven, „geen goed woord kwijt kunnen", omdat
ze de taal, het Javaansch of Maleisch niet vol
doende spreken.
Die verantwoording kan wel eens heel erg
gaan drukken.
Dit heeft er verleden jaar de Gereformeerde
Kerk van Semarang toe geleid, een Kerstfeest te
organiseeren uitsluitend voor bedienden, bedoeld
als eerste punt van contact met die van ons zoo
gescheiden levende Javaansche bevolkingsgroep.
In spanning werd toen dat Kerstfeest tegemoet
gezien. Onder de bedienden zijn namelijk vele
felle Islamieten, die men maar niet zoo gemak
kelijk in een kerk krijgt.
Door innig en gemeenschappelijk gebed voor
bereid, is toen dat Kerstfeest in Semarang tot
een groot welslagen geworden.
Op den Christelijken hoogtijd-avond was de
kerk van Mohamedanen vol En het Evangelie
werd met aandacht aangehoord.
„Het geloof is uit het gehoor, en het gehoor
is door het Woord Gods."
Dit voorbeeld van Semarang heeft onze Ja
vaansche Christen-Vrouwen vereeniging aange
spoord, een dergelijke feestavond op touw te
zetten voor de bedienden in Magelang. Mej.
Soetirah, mijn medewerkster, kwam het eerst op
de gedachte.
Wat hebben we vóór dat feest in spanning
gezeten
Weken te voren hadden we het voorbereid
een circulaire verspreid onder de Hollandsche
Christenen, met lijsten rondgeloopen om giften
te verzamelen, later uitnoodigingskaartjes ver
zonden, sprekers gezocht, een ontvangst-commis
sie ingesteld, enzoovoort.
In het begin zijn we door enkele geruchten
ietwat ontmoedigd, maar we hebben geloovig
volgehouden en alles van den Heere verwacht.
En de uitslag is werkelijk schitterend geweest.
Alle uitgenoodigde bedienden waren gekomen,
op die van twee families na, die wettige verhin
dering hadden. De harde regen had niemand
weerhouden
En zoo hebben al die 248 menschen drie uur
lang in de kerk gezeten, en naar het Kerstevan
gelie geluisterd. Ds. Merkelijn heeft gesproken
en de Javaansche Pandita en nog twee onder
wijzers. Een van de bedienden heeft zelfs nog
het woord gevraagd
Ze hebben koffie gehad en koek en een pre
sentje, en waren allen erg voldaan.
Het zaad is gevallen. Dank zij den Heere, die
ons in de verwerkelijking van dit plan mee heeft
willen gebruiken.
Dit Kerstfeest heeft veel Hollandsche menschen
een last van de schouders genomen.
Ze zijn natuurlijk niet in eenen bekeerd, die
bedienden (ik weet maar van één keer, dat een
Javaan zich plotseling bekeerde op de prediking,
dat het hem ineens licht werd en hij het Evan
gelie aannam), maar het ijs is nu tenminste ge
broken, en ze kunnen nu eens gemakkelijk aan
gemoedigd worden, om een tweede maal naar de
kerk te gaan. We kunnen op een anderen ker
kdijken hoogtijd b.v. nog eens een feestelijke
samenkomst beleggen Javanen zijn nu een
maal tuk op feesten en als dan de heeren en
de mevrouwen er voor vrij geven (en het den
Heere behaagt ons door onze gebrekkige plannen
heen, het eeuwig Koninkrijk te bouwen), dan
kan dit een weg zijn van nauwer contact en het
openbaar worden der geesten.
In mijn eigen woning heb ik op drie achter
eenvolgende avonden Kerstfeest gevierd. Één
feest voor arme kinderen, één voor priaji-dames,
één voor Chineesche dames.
Het Kerstfeest voor de kinderen viel op Zater
dag, den 25sten December. Het waren meisjes
van een jeugdclub, waarvan enkele Javaansche
onderwijzeressen de leidsters zijn.
Die club telt 27 leden en is verdeeld in een
ouderen- en jongerenafdeeling. Op het feest
mochten de leden haar vriendinnetjes meebren
gen, zoodat er om 6 uur 80 kinderen op den
vloer van mijn achtergalerij zaten. We hadden
er eerst matten op gelegd, anders zouden de te
gels te koud zijn geweest.
Ze zaten rondom een kruis van kaarsen. Oos
terlingen houden van symbolen en dit „lichtende
kruis" hadden wij ontleend aan de „clubjes van
vijf" van Dr. Bavinck.
Het is ook een heel mooi feest geworden.
Vele kinderen hebben voor het eerst het ge
heim van Gods groote liefde beluisterd.
In de pauze kregen ze allemaal een krenten
broodje. Dat was iets bijzonder fijns. Daarom
aten ze het ook niet op Dat ging straks mee
naar huis. Daar zat het kleine broertje immers
al verlangend te wachten op de thuiskomst van
zus, en verbeeld je, als ze dan niet wat kon mee
brengen Neen, ze zou het krentenbroodje ge
woon niet door haar keel kunnen krijgen bij de
gedachte aan dat lieve kleine broertje, dat daar
tegen zijn slaap zat te vechten, om straks maar
de mooie verhalen te kunnen aanhooren
Die Javaansche meisjes zijn zoo ontzettend lief
voor haar kleine broertjes, het zijn net al moe
dertjes. Als ik ze zie, denk ik altijd met groote
schaamte aan mijn eigen egoïstische jeugd.
Zoo is het Evangelie weer gebracht aan oud
en jong.
Heel gebrekkig, daar zijn we van overtuigd.
Hoe kunnen die schamele woorden van ons
eigenlijk Gods groote liefde uitdrukken
Toch zooals de kribbe het Goddelijk Kind
bevatte, zoo kan ons armelijk Kerstverhaal den
Heere dienen, om Zijn grootste Gave in te dra
gen in een geloovig en ontvankelijk hart.
God staat boven onze gebrekkigheid.
Dit is onze troost.
Een volgend keer misschien iets over ons
Kerstfeest voor Chineesche vrouwen.
C. BAARBÉ.
DRIETAL TE
Dinteloord J. Groen te Venlo.
O. van Noord te Schoon re woerd.
H. de Valk te Stellendam.
BEROEPEN TE
Stad aan 't HaringvlietCand. A. A. v. d. Hoorn.
hulppred. te Middelburg.
BEDANKT VOOR
AmersfoortP. D. Kuiper te Sassenheim.
Zondag 16 Januari 1938 is overleden Ds.
C. Lindeboom, em. pred. van de Geref. Kerk van
Amsterdam. Geboren 12 Juli 1872, werd hij in
1895 candidaat. Hij diende de kerken van Sprang
(1896), Bolnes (1900), Apeldoorn (1905), Go-
rinchem (1908) en van 13 Mei 1914 de kerk
van Amsterdam tot 1 Mei 1937, toen hij eervol
emeritaat verkreeg. In hem is zeer ijverig dienaar
des Woords heengegaan.
Dinsdag 18 Januari 1938 droeg Prof. Dr.
G. M. den Hartogh het rectoraat der Theol.
School over aan Prof. Dr. K. Dijk na een rede
te hebben gehouden over het Christelijk Gere
formeerd Semanarie te Amsterdam. Eene rede,
die met belangstelling werd aangehoord en die
getuigde van veel en nauwgezet onderzoek.
K. B. S.
Regeling der vacaturebeurten voor de Classis
Zierikzee, in de maanden FebruariMei 1938.
GEERSDIJK.
24 April Ds. Meester.
NIEUWERKERK.
6 Februari Dr. van Zuijlen.
OOSTERLAND.
13 Februari Ds. van den Ende.
13 Maart Dr. van Lonkhuijzen.
10 April Ds. van Sluijs.
8 Mei Ds. linger.
Terneuzen. Ontvangen de collecten voor de
Theol. Hoogeschool van de Kerken in de Clas
sis Axel.
Aardenburg 12.Axel 38.40 Hoek
18.04 Neuzen 82.86 Oostburg 16.43
Schoondijke 21.41 Zaamslag 103.51.
Totaal 292.65.
L. MICHIELSEN, Correspondent.
AGENDUM van de vergadering der Classis
Tholen der Gereformeerde Kerken in
Nederland, te houden D.V. op Woens
dag 2 Februari 1938 te Bergen op Zoom.
1. Opening door den Praeses.
2. Nazien der credentiebrieven.
3. Vaststelling der notulen.
4. Zaken uit de notulen.
5. Mededeeling van ingekomen stukken en ge
voerde correspondentie.
6. Behandeling van e.v. instructiën.
7. Rapporten.
8. Rondvraag naar Art. 41 en (zoo noodig)
Art. 43 K.O.
9. Vacaturebeurten.
10. Algemeene rondvraag.
11. Lezen van het persverslag.
12. Vaststelling van de aanvang der volgende
vergadering en sluiting.
Collecten
Zending onder de Joden.
Hulpbehoevende kerken in Nederland.
Theol. Fac. V.U., voorzoover nog niet overge-'
maakt.
Voor den arbeid onder de Gereformeerde mili
tairen (bijdrage).
W. G. F. v. HERWIJNEN, h.t. Scriba.
Rilland-Bath, 19-1-'38.
KORTE NOTULEN van de vergadering
der Classis Axel, gehouden 18 Januari
1938 te Ter Neuzen.
Art. 1. Ds. de Vries opent namens de kerk
van Schoondijke op gebruikelijke wijze.
Art. 2. De vergadering wordt geconstitueerd.
Alle kerken zijn wettig vertegenwoordigd. Als
Moderamen nemen zitting Ds. Vink, Praeses
Ds. Post, Scriba Ds. Tiemens, Assessor.
Art. 3. De notulen der vorige vergadering
worden gelezen en vastgesteld.
Art. 4. Ingekomen Stukken
a. Van het Comité „Overvloed van werk en
werkkrachten". Ds. Post wordt verzocht hier
voor het correspondentschap op zich te nemen.
b. Van het Verband van Evangelisatie-comm.
in de Geref. Kerken in Nederland.
c. Een schrijven van de kerk van S.
Art. 5. Rondvraag naar Art. 41.
De kerk van A. vraagt de steun der Classis
voor 1938 en medewerking der Classis bij haar
steunaanvragen aan de Part. Synode. Wordt
toegezegd.
De kerk van Z. deelt mede, voortaan het voor
de kerk van A. gevraagde quotum op te brengen.
De kerk van A. vraagt en ontvangt advies in
zake een grenskwestie.
De kerk van H. vraagt van de Classis steun
voor 1938 en medewerking voor haar aanvragen
bij de Part. Synode. Wordt toegestaan.
De kerk van O. vraagt inlichtingen inzake be-