ZENDING. KERKNIEUWS. OFFICIEELE BERICHTEN. DE BUCHMANBEWEGING (Vffl). Hoe moet zij beoordeeld worden (b) Brengt zij de menschen terug tot den Christus der Schriften Dat is de vraag, die voor onze beoordeeling beslissend is en deze vraag willen wij dan nu gaan beantwoorden. Om dat te doen, vergelijken we belangrijke stukken der waarheid, die de Schrift ons leert omtrent den Christus, met de uitspraken der Oxfordgroep. Voorop staat voor ons de waarheid, dat onze Heere Jezus Christus de eeuwige, natuurlijke Zoon Gods is. Staat die waarheid ook in de Groep voorop Allerminst. Zeker, men kan in de geschriften der Oxfordgroep telkens uitspra ken aantreffen, die er op aandringen te gelooven in de goddelijke natuur van den Christus, en die zeggen, dat de Zoon Gods op aarde is neder gedaald, maar deze waarheid staat absoluut niet in het middelpunt. Volgens Gabelein, aangehaald bij Kraan, moeten er houseparties gehouden wor den, waar Jezus nooit Gods Zoon of onze Heere genoemd wordt en zou Buchman het van weinig of geen beteekenis achten, wanneer men de ken nis van den onfeilbaren Zoon van God in t wijf ei trekt. Allen, eveneens aangehaald bij Kraan, zegt, dat Jezus het beeld Gods genoemd kan worden, niet, omdat Hij de eeniggeboren Zoon des Vaders is, maar omdat Hij liefhad tot het uiterste, niet bevreesd was, zonde zonde te noemen en sterke woorden te gebruiken, om de wereld aan haar zonde te ontdekken. Hier denken we men heeft het immers zoo over de resultaten aan het woord van Johannes ,,Wie is het, die de wereld overwint, dan die gelooft, dat Jezus is de Zoon van God Onze Heere Jezus, zoo gelooven wij, kwam op aarde om Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen, opdat Zijn volk uit genade om niet gerechtvaardigd zou worden door het geloof, dat in Jezus is. Wat zegt de Groep daarvan Ook deze waar heid staat bij haar niet op den voorgrond. We derom, ik kan uitspraken citeeren, waarin het onomwonden gezegd wordt, dat men zijn behoud alleen zoekt door het geloof in den Christus, Die Zijn bloed stortte tot verzoening der zon den, maar ik kan ook vele uitspraken aanhalen, waarin de verzoening geheel genegeerd wordt of waarin van die verzoening op onschriftuurlijke wijze gesproken wordt. Russell bijv. verwonderde zich er over, dat men uit zijn boek „Alleen voor zondaars" de conclusie getrokken had, als zou hij als Christen-schrijver de verzoening trachten te verdoezelen. Hij schreef mede daarom een tweede boek „Eén ding weet ik." Daarin staat onder meer „Neem het kruis van Christus weg en wat blijft er over Wat maakt mij vrij van zonde en schuld Niets dan des Heilands bloed." Maar hij schrijft tevens „Ik geloof niet, dat 1 de verzoening den toorn van een boozen God uitwischte, want er was geen toorn te stillen. God haat de zonde, niet de zondaars. Hij was reeds liefde, vóór de eigenlijke verzoening had plaats gevonden, maar in die verzoening bewijst Hij Zijn liefdeGods liefde is even groot voor zondaars als voor heiligen en veel grooter dan ons vermogen, om iemand of iets lief te heb ben". Dit is nog een uitspraak van iemand, die de verzoening gelooft en wil verdedigen, hoe moeten dan wel niet anderen spreken Zij spre ken allen heel veel over den Heere Jezus, maar lang niet allen in den zin der Schrift. Eigenlijk is er onder allen, die over Hem spreken, niet de overeenstemming, dat zij gelooven in Hem als Verzoener, maar dat zij Hem zien als de kracht bron, die hen in staat stelt naar de vier absolute eischen te leven. „Christus' kracht", „Christus stelde mij in staat", „door Christus kon ik het doen", „Christus bracht mij er toe" dat zijn de woorden, die men overal kan aantreffen, maar helaas niet het getuigen van Hem als het Lam Gods. Christus kwam op de aarde om der waarheid getuigenis te geven. Hoe denkt de Groep daar over Helaas, het woord en de daad der Groep zijn hier wel zeer teleurstellend. In de eerste plaats moeten we opmerken, dat de Groep weinig belangstelling voor de vraag, wat waarheid is Veel voornamer dan die vraag is voor haar het probleem, hoe zij menschen van gen kan voor den Christus. Het belangrijkste is voor haar, niet, wat men denkt, maar wat men doet. Feitelijk moet ik het zoo zeggen de waar- heidsvraag komt niet aan de orde. Men verge noegt zich met uit te spreken, dat men de grond gedachten van het Nieuwe Testament aanhangt of ee-n andere soortgelijke verklaring af te leg gen, maar verder heeft men voor deze dingen geen interesse. Ze beweert dan ook, dat Jezus nooit geredetwist heeft en dat Hij niet vroeg, wat de menschen geloofden, doch wat ze deden. Daarom discussieert men niet op Houseparties, gaat Buchman niet in op critiek, daarom krijgt men, als men vraagt naar de waarheid, van een Levenvernieuwer constant het antwoord, dat zij de waarheid hebben, die de meeste bekeerlingen maken, daarom kan men zinnen lezen als „Som mige Christelijke secten verspillen geld, kostba ren tijd en talenten om te bewijzen, dat zij alleen de werkelijke en soms zelf, dat zij alleen de eenige bezitters zijn van den waren godsdienst, zooals Christus dien predikte" (Wat is de Ox fordgroep), en daardoor wordt men, als men aan de waarheid der Schrift wil vasthouden, zoo licht beschuldigd, dat men zichzelf handhaven wil. In de tweede plaats moeten we opmerken, dat, wat men dan nog voor waarheid aanvaardt, zoo uiterst vaag is. De eischen zijn zoo weinig spe- cifiek-Christelijk, dat zelfs Mohammedanen ze in toepassing willen brengen, aldus een Roomsen oordeel, dat overigens zeer welwillend is, de waarheid wordt zoo vrij geformuleerd, dat een vrijzinnig mensch, die tot verandering komt, geen verandering meer behoeft te maken in zijn vrij zinnige principes over den Bijbel, God, Christus enz. En in de derde plaats moeten we dienaangaan de zeggen, dat het ons ook niet verwonderen moet, dat de waarheidsvraag zoo weinig in het middelpunt staat. De Groep onderwerpt zich im mers niet aan het getuigenis Gods, aan Gods Woord. Het O. T. haalt men in de Groep veel minder aan dan het Nieuwe Testament, maar ook het Nieuwe Testament aanvaardt men niet als Gods Woord, het is veel meer een verzame ling van ervaringen, die menschen in het begin onzer jaartelling opdeden en die ook nog door ons moeten worden gemaakt. Het kan niet anders, of menschen, die der waarheid getuigenis willen geven, moeten hier met de scherpste critiek komen. De waarheids- vraag staat immers voor den geloovigen Christen in het middelpunt. Men zal van dezen laatsten zin smalend kunnen zeggen, dat hier weer eens koude orthodoxie aan het woord is en men zal misschien nog andere liefelijke benamingen hier voor over hebben, het is opmerkelijk, dat men schen, die zoo zijn voor liefde onder broeders, de scherpste woorden weten te vinden voor broeders, die aan de waarheid willen vasthou den, wij handhaven toch dezen zin met kracht. Slechts de waarheid omtrent God en Zijn werken mogen wij verkondigen. We moeten arbeiden, opdat we de rechte kennis van Christus zouden mogen hebben. De Oxfordgroep maakt dat van te voren onmogelijk, want ze wil niet eens dis cussieeren en laat op de Houseparties geen dis cussie toe. Hier gaan we denken aan het woord van den apostel der liefde „Indien iemand tot ulieden komt, en deze (de leer van Christus) niet brengt, ontvangt hem niet in huis, (als leer- aar) en zegt tot hem niet: Zijt gegroet". 2 Joh. 10. Christus kwam om zondaren zalig te maken en hen door Zijn Geest te leiden als kinderen Gods. Hier spreekt dan toch wel de Groep de taal der Schrift, hoe gaarne onderwerpt zij zich aan het getuigenis des Geestes, hoe veel spreekt zij niet over leiding Maar juist hier heb ik als Gereformeerd predikant zeer ernstige bezwaren. Leiding is immers volgens de Groep, dat men stil gaat zitten en afwachten gaat, wat na gebed en bijbellezing in ons opkomt en dat opschrijven en uitvoeren, want God leidt ons in dien stillen tijd door Zijn Heiligen Geest. Ik zeg het maar heel praktisch. Natuurlijk weet ik wel, dat de Groep niet gelooft, dat al de gedachten van God zijn, dat de Groep toetsregels heeft opgesteld, dat in twijfel men anderen om leiding kan vra gen, dat een beroep kan gedaan worden op de leiders en op Buchman zelf, maar het komt toch neer op stil zitten en afwachten, wat er komen gaat. (Hoe ernstig dit alles genomen wordt en hoe gevaarlijk het is, bewijst het volgende ver haal. „Op een keer bezocht Collins zijn geeste lijken leider in zijn huis op het land. Het was een prachtige zomeravond. Na het eten stak Collins moedig een sigaret aan. (Moedig, want Buchman had hem het rooken absoluut verbo den) Later nam Buchman zijn discipel onder handenCollins wilde toch rooken. „Laten we dan naar God luisteren", zei Buchman. (Ze zullen dus den Bijbel raadplegen en nagaan, wat God daar zegt. Gansch iets anders En dus gingen ze in twee armstoelen zitten op de slaap kamer voor de haardplaats met gesloten oogen. Zij ontspanden zich en blijven zwijgend gedu rende eenige minuten zitten. Toen sprak Buch man „Ik heb een directe boodschap van God gekregen, dat ie het rooken moet opgeven. „Grappig", zei Collins, „maar ik heb een directe boodschap gekregen, dat ik er mee kan door gaan." Zoo vertelt het Schild, een Roomsch maandschrift. Zulke verhalen kan men bij tien tallen lezen God moet beslissen door den stillen tijd in allerlei omstandigheden. En dan beslist God, dat de een op zijn jongentje moet passen, opdat het niet van een heuvel zal vallen, dat een klein meisje haar moeder moet helpen met borden wasschen en dat Allen een nieuwe cham- berloak moet koopen om eerder te kunnen op staan en dan kan hij langer stillen tijd houden enz. enz. enz.) Wie ziet hier niet, dat we, dit doende, uitko men bij de leer van het inwendig licht Hier worden we van het geschreven Woord, dat vast en betrouwbaar is, geleid naar de onzekere ge dachten en gevoelens, die in den mensch opko men. Hier wordt „leiding" geplaatst naast Gods Woord, en soms boven het Woord (Kraan wijst er terecht op, dat Buchman ongetrouwd bleef, omdat hij geen leiding kreeg om te trouwen, alsof Gods Woord ook niet voor hem spreekt van een huwelijksordinantie, die alleen maar onder bepaalde voorwaarden voor ons wordt opgehe ven) om straks tegen het Woord in te gaan. Hier worden de heerlijke Schriftwaarheden over leiding de Geest leidt ons, dat we het goede willen doen, de HEERE leidt ons leven naar Zijn Raad en zoo meet met behoud van den naam ingeruild voor zeer groote dwalingen. Arme mensch, die aan die leiding gelooft En als er geen leiding komt, is het zijn eigen schuld en moet hij maar gaan zoeken, wat er is tusschen Christus en hem Meliskerke. M. VREUGDENHIL. KERSTFEEST OP 'T ZENDINGSTERREIN. Tawang Mangoe, 6 Januari 1938. Zendingsvrienden en -vriendinnen Het is een fijn werk, waar ik me nu toe mag zetten verslag te geven van den grooten zegen, dien onze Kerstfeesten aan de Javaansche en Chineesche bevolking hebben mogen brengen. U weet nog van het plan van verleden jaar We hadden toen de gedachte gekregen, om z.g. huis-Kerstfeesten te vieren, en wel zoo mo gelijk rondom onze naaicursussen-met-Evangelie. In elke kampong, waar een Javaansch Christen woonde, zouden de buren en vrienden van dien Christen uitgenoodigd worden, om deel te nemen aan onze Kerst-blijdschap. Waar een naaicursus was, natuurlijk de ouders der meisjes in de eer ste plaats. Onze verwachtingen voor dit jaar zijn over troffen. Ik telde de aantallen bezoekers op met Mej. Soetirah, mijn mede-helpster, en we kwamen tot 1350 volwassenen en kinderen, die het Kerst evangelie hebben mogen hooren. Zeer velen voor het eerst. God zij gedankt voor Zijn groote genade Voor de verhooring uwer en onzer gebeden Maar nu het verslag. Laat ik met het bedienden-Kerstfeest beginnen. li weet, de Hollanders hier in den Oost ge nieten in huis en erf de trouwe hulp van Javaan sche bedienden. Er wordt wel eens over die bedienden ge klaagd, maar over het algemeen worden ze toch onmisbaar geacht om het huiselijk bedrijf vlot te laten loopen. Een Hollandsche huismoeder hier zou het in de meeste gevallen een ramp vinden, wanneer ze het zonder den steun van haar ba boe, kokki of djongas zou moeten stellen. Als het gezin groot is, gebeurt het wel, dat het bediendental, halfwassen meegerekend, van lieverlee tot vier, vijf, soms zes uitdijt. Ja, er was in Magelang zelfs een Hollandsche dame, die me Kerstbijdrage stuurde voor haar zeven trawanten! Nu weegt het in het algemeen de Christen- Hollanders zwaar, dat ze bij die Javaansche men schen, met wie-ze dagelijks in zoo nauw contact leven, „geen goed woord kwijt kunnen", omdat ze de taal, het Javaansch of Maleisch niet vol doende spreken. Die verantwoording kan wel eens heel erg gaan drukken. Dit heeft er verleden jaar de Gereformeerde Kerk van Semarang toe geleid, een Kerstfeest te organiseeren uitsluitend voor bedienden, bedoeld als eerste punt van contact met die van ons zoo gescheiden levende Javaansche bevolkingsgroep. In spanning werd toen dat Kerstfeest tegemoet gezien. Onder de bedienden zijn namelijk vele felle Islamieten, die men maar niet zoo gemak kelijk in een kerk krijgt. Door innig en gemeenschappelijk gebed voor bereid, is toen dat Kerstfeest in Semarang tot een groot welslagen geworden. Op den Christelijken hoogtijd-avond was de kerk van Mohamedanen vol En het Evangelie werd met aandacht aangehoord. „Het geloof is uit het gehoor, en het gehoor is door het Woord Gods." Dit voorbeeld van Semarang heeft onze Ja vaansche Christen-Vrouwen vereeniging aange spoord, een dergelijke feestavond op touw te zetten voor de bedienden in Magelang. Mej. Soetirah, mijn medewerkster, kwam het eerst op de gedachte. Wat hebben we vóór dat feest in spanning gezeten Weken te voren hadden we het voorbereid een circulaire verspreid onder de Hollandsche Christenen, met lijsten rondgeloopen om giften te verzamelen, later uitnoodigingskaartjes ver zonden, sprekers gezocht, een ontvangst-commis sie ingesteld, enzoovoort. In het begin zijn we door enkele geruchten ietwat ontmoedigd, maar we hebben geloovig volgehouden en alles van den Heere verwacht. En de uitslag is werkelijk schitterend geweest. Alle uitgenoodigde bedienden waren gekomen, op die van twee families na, die wettige verhin dering hadden. De harde regen had niemand weerhouden En zoo hebben al die 248 menschen drie uur lang in de kerk gezeten, en naar het Kerstevan gelie geluisterd. Ds. Merkelijn heeft gesproken en de Javaansche Pandita en nog twee onder wijzers. Een van de bedienden heeft zelfs nog het woord gevraagd Ze hebben koffie gehad en koek en een pre sentje, en waren allen erg voldaan. Het zaad is gevallen. Dank zij den Heere, die ons in de verwerkelijking van dit plan mee heeft willen gebruiken. Dit Kerstfeest heeft veel Hollandsche menschen een last van de schouders genomen. Ze zijn natuurlijk niet in eenen bekeerd, die bedienden (ik weet maar van één keer, dat een Javaan zich plotseling bekeerde op de prediking, dat het hem ineens licht werd en hij het Evan gelie aannam), maar het ijs is nu tenminste ge broken, en ze kunnen nu eens gemakkelijk aan gemoedigd worden, om een tweede maal naar de kerk te gaan. We kunnen op een anderen ker kdijken hoogtijd b.v. nog eens een feestelijke samenkomst beleggen Javanen zijn nu een maal tuk op feesten en als dan de heeren en de mevrouwen er voor vrij geven (en het den Heere behaagt ons door onze gebrekkige plannen heen, het eeuwig Koninkrijk te bouwen), dan kan dit een weg zijn van nauwer contact en het openbaar worden der geesten. In mijn eigen woning heb ik op drie achter eenvolgende avonden Kerstfeest gevierd. Één feest voor arme kinderen, één voor priaji-dames, één voor Chineesche dames. Het Kerstfeest voor de kinderen viel op Zater dag, den 25sten December. Het waren meisjes van een jeugdclub, waarvan enkele Javaansche onderwijzeressen de leidsters zijn. Die club telt 27 leden en is verdeeld in een ouderen- en jongerenafdeeling. Op het feest mochten de leden haar vriendinnetjes meebren gen, zoodat er om 6 uur 80 kinderen op den vloer van mijn achtergalerij zaten. We hadden er eerst matten op gelegd, anders zouden de te gels te koud zijn geweest. Ze zaten rondom een kruis van kaarsen. Oos terlingen houden van symbolen en dit „lichtende kruis" hadden wij ontleend aan de „clubjes van vijf" van Dr. Bavinck. Het is ook een heel mooi feest geworden. Vele kinderen hebben voor het eerst het ge heim van Gods groote liefde beluisterd. In de pauze kregen ze allemaal een krenten broodje. Dat was iets bijzonder fijns. Daarom aten ze het ook niet op Dat ging straks mee naar huis. Daar zat het kleine broertje immers al verlangend te wachten op de thuiskomst van zus, en verbeeld je, als ze dan niet wat kon mee brengen Neen, ze zou het krentenbroodje ge woon niet door haar keel kunnen krijgen bij de gedachte aan dat lieve kleine broertje, dat daar tegen zijn slaap zat te vechten, om straks maar de mooie verhalen te kunnen aanhooren Die Javaansche meisjes zijn zoo ontzettend lief voor haar kleine broertjes, het zijn net al moe dertjes. Als ik ze zie, denk ik altijd met groote schaamte aan mijn eigen egoïstische jeugd. Zoo is het Evangelie weer gebracht aan oud en jong. Heel gebrekkig, daar zijn we van overtuigd. Hoe kunnen die schamele woorden van ons eigenlijk Gods groote liefde uitdrukken Toch zooals de kribbe het Goddelijk Kind bevatte, zoo kan ons armelijk Kerstverhaal den Heere dienen, om Zijn grootste Gave in te dra gen in een geloovig en ontvankelijk hart. God staat boven onze gebrekkigheid. Dit is onze troost. Een volgend keer misschien iets over ons Kerstfeest voor Chineesche vrouwen. C. BAARBÉ. DRIETAL TE Dinteloord J. Groen te Venlo. O. van Noord te Schoon re woerd. H. de Valk te Stellendam. BEROEPEN TE Stad aan 't HaringvlietCand. A. A. v. d. Hoorn. hulppred. te Middelburg. BEDANKT VOOR AmersfoortP. D. Kuiper te Sassenheim. Zondag 16 Januari 1938 is overleden Ds. C. Lindeboom, em. pred. van de Geref. Kerk van Amsterdam. Geboren 12 Juli 1872, werd hij in 1895 candidaat. Hij diende de kerken van Sprang (1896), Bolnes (1900), Apeldoorn (1905), Go- rinchem (1908) en van 13 Mei 1914 de kerk van Amsterdam tot 1 Mei 1937, toen hij eervol emeritaat verkreeg. In hem is zeer ijverig dienaar des Woords heengegaan. Dinsdag 18 Januari 1938 droeg Prof. Dr. G. M. den Hartogh het rectoraat der Theol. School over aan Prof. Dr. K. Dijk na een rede te hebben gehouden over het Christelijk Gere formeerd Semanarie te Amsterdam. Eene rede, die met belangstelling werd aangehoord en die getuigde van veel en nauwgezet onderzoek. K. B. S. Regeling der vacaturebeurten voor de Classis Zierikzee, in de maanden FebruariMei 1938. GEERSDIJK. 24 April Ds. Meester. NIEUWERKERK. 6 Februari Dr. van Zuijlen. OOSTERLAND. 13 Februari Ds. van den Ende. 13 Maart Dr. van Lonkhuijzen. 10 April Ds. van Sluijs. 8 Mei Ds. linger. Terneuzen. Ontvangen de collecten voor de Theol. Hoogeschool van de Kerken in de Clas sis Axel. Aardenburg 12.Axel 38.40 Hoek 18.04 Neuzen 82.86 Oostburg 16.43 Schoondijke 21.41 Zaamslag 103.51. Totaal 292.65. L. MICHIELSEN, Correspondent. AGENDUM van de vergadering der Classis Tholen der Gereformeerde Kerken in Nederland, te houden D.V. op Woens dag 2 Februari 1938 te Bergen op Zoom. 1. Opening door den Praeses. 2. Nazien der credentiebrieven. 3. Vaststelling der notulen. 4. Zaken uit de notulen. 5. Mededeeling van ingekomen stukken en ge voerde correspondentie. 6. Behandeling van e.v. instructiën. 7. Rapporten. 8. Rondvraag naar Art. 41 en (zoo noodig) Art. 43 K.O. 9. Vacaturebeurten. 10. Algemeene rondvraag. 11. Lezen van het persverslag. 12. Vaststelling van de aanvang der volgende vergadering en sluiting. Collecten Zending onder de Joden. Hulpbehoevende kerken in Nederland. Theol. Fac. V.U., voorzoover nog niet overge-' maakt. Voor den arbeid onder de Gereformeerde mili tairen (bijdrage). W. G. F. v. HERWIJNEN, h.t. Scriba. Rilland-Bath, 19-1-'38. KORTE NOTULEN van de vergadering der Classis Axel, gehouden 18 Januari 1938 te Ter Neuzen. Art. 1. Ds. de Vries opent namens de kerk van Schoondijke op gebruikelijke wijze. Art. 2. De vergadering wordt geconstitueerd. Alle kerken zijn wettig vertegenwoordigd. Als Moderamen nemen zitting Ds. Vink, Praeses Ds. Post, Scriba Ds. Tiemens, Assessor. Art. 3. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en vastgesteld. Art. 4. Ingekomen Stukken a. Van het Comité „Overvloed van werk en werkkrachten". Ds. Post wordt verzocht hier voor het correspondentschap op zich te nemen. b. Van het Verband van Evangelisatie-comm. in de Geref. Kerken in Nederland. c. Een schrijven van de kerk van S. Art. 5. Rondvraag naar Art. 41. De kerk van A. vraagt de steun der Classis voor 1938 en medewerking der Classis bij haar steunaanvragen aan de Part. Synode. Wordt toegezegd. De kerk van Z. deelt mede, voortaan het voor de kerk van A. gevraagde quotum op te brengen. De kerk van A. vraagt en ontvangt advies in zake een grenskwestie. De kerk van H. vraagt van de Classis steun voor 1938 en medewerking voor haar aanvragen bij de Part. Synode. Wordt toegestaan. De kerk van O. vraagt inlichtingen inzake be-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1938 | | pagina 2