No* 53 Donderdag 30 December 1937 51e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND. DADERS DES WOORDS. ZEEUWSCHE REDACTIEDs. A. C. HEI] en Ds. A. H. OUSSOREN. MEDEWERKERS: D.D. W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN cn W. H. v. d. VEGT. ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS 15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ 6 OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 OUDEJAARSAVOND. Wanneer we het jaar willen eindigen met God. moeten we dat niet doen in de gedachte, dat dan, zonder meer, de overgang van het oude in het nieuwe jaar, gemakkelijk zou worden dat, met de gedachte aan God alles ineens licht zou worj- den en in dat licht alle last ons aanstonds van de schouders zou glijden. Als we bij het einde, ook van dit jaar, terug zien en onzen blik laten gaan over wat was, zien we, dat er ook in dit jaar veel ellende geleden werd, veel smart moest doorworsteld worden. Misschien was er leed en smart in uw eigen leven. En zoo gij daarvoor gespaard bleeft, vondt ge dat in den kring van uw naaste verwanten. En zoo ook daar het leven verliep zonder diep aangrijpend leed, zoo hebt ge maar te zien naai en in te leven in den nood van zoovele duizenden en ge vindt daar dat ieed en die smart. Ook van dit jaar moet worden getuigd, dat het te aanschouwen gaf„zooveel lijden, dat ons onverdiend toeschijnt, zooveel rampen, waarvan wij de oorzaken niet kunnen aangeven, zoo on gelijke en onbegrijpelijke lotsbedeeling, een schreiende tegenstelling van vreugde bij den één en smart bij den ander" (Dr. H. Bavinck Dogm. II 411). Ook dit jaar was er die toestand, waarop Dr. Kuyper eens wees„een toestand, die pijnlijk aandoet, als ge ziet hoe menige arme weduwe met al haar tobben nog niet genoeg voor haar leeftocht kon vinden, terwijl menige rijkaard schatten gelds, waarvoor hij niets deed, die hij eenvoudig erfde, verkwistte in overdaad. Dat door een ziekte, een eenige zoon, die de steun was van zijn arme moeder, werd weggeraapt, terwijl daar vlakbij een nieuweling, die God noch mensch ontzag, gespaard bleef". (In de schaduw des doods, bl. 75.) Als we dan bedenken, dat God dit alles zoo bestuurde, dan wordt het, zonder meer, niet licht, maar dan gaan we instemmen met Ps. 93 de Heere regeert, rondom Hem zijn wolken en don kerheid. Wanneer we terugzien op ons eigen leven bui ten God om, zien we allicht vele tekortkomingen, dingen waarvan we nu spijt hebben, en die ons dan ook kunnen drukken. Maar wanneer we op die zelfde dingen terug zien en dan denken aan God, tegen Wien we zondigden, dan wordt het nog heel anders. Want dan bedenken we, dat God Rechter is en Hij de schuldige geenszins onschuldig houdt. Velen, die niet met God rekenen, hebben vaak gemakkelijker Oudejaarsavond, dan zij, die het einde zoeken te zien in Gods licht en het wen- schen te doorleven als voor Gods aangezicht. De mensch, die den bijbel gesloten laat, ont gaat wel het oordeel niet, maar het baart hem geen onrust. Maar die den bijbel opent leest van het oordeel. „Wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage hetgeen door het lichaam geschiedt, naar dat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. 2 Cor. 5 10. „En ik zag" zoo Openb. 20 1113 „een grooten witten troon en dengenen, die daarop zat, van Wiens aangezicht de aarde en de hemel wegvloden en geen plaats is voor die gevonden. En ik zag de dooden klein en groot, staande voor God en de boeken werden geopend en een an der boek werd geopend dat des levens is en de dooden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hunne werken. En de zee gaf de dooden, die in haar waren en de dood en de hel gaven de dooden, die in hen wa ren en zij werden geoordeeld een iegelijk naar hunne werken." Toch zullen we niet den bijbel maar dicht la ten om niet aangegrepen te worden door de groo- te onrust, die het bijbelwoord wekken kan, en te genieten de rust, die zonder dat Woord nog mogelijk is. Die rust is er dan zonder de waarheid die rust bedriegt en zal schrikkelijk worden verstoord. En de waarheid brengt, waar ze geloovig wordt aanvaard tot de ware rust. God is een God des gerichts, maar ook een God van zaligheid en van verlossing. God is de Vader van onzen Heere Jezus Chris tus, dien Hij ons gaf tot een Zaligmaker. De God des gerichts heeft het gericht, het oordeel laten gaan over Zijn Zoon, opdat Hij den vloek zou dragen en wegnemen, en opdat ons genade zou kunnen bewezen worden en wij verlost zouden worden van alle zonde en ellende. Die God verzekert, dat Hij geen lust heeft in den dood des goddeloozen, maar daarin, dat de goddelooze zich bekeere van zijnen weg en leve (Ez. 33:11). Hij roept op tot het geloof in dien Heere Jezus Christus, met de belofte van de vergeving der zonden. „Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol (Jes. 1 18). David roept in Ps. 103 op tot het loven des Heeren en dan voert hij daarvoor dezen grond aan die al uw ongerechtigheid vergeeft, die al uw krankheden geneest, die uw leven verlost van het verderf. Dit noodt er toe den bijbel te openen en aan God te denken, ook al is dat er dan onrust kan komen, want alleen bij God is de ware rust te vinden. Als een kind, dat naar een dokter gebracht wordt, in den man, die daar staat bij een tafel met instrumenten, z'n vijand ziet, is het te be grijpen, dat zoo'n kind benauwd wordt en schreeuwt van angst. Maar dat kind vergist zich dan. De ouders nemen dat kind dan ook niet weer mee naar huis om het zoo tot rust te brengen. Zij zullen pogen het gerust te stellen door het de overtuiging bij te brengen, dat die dokter geen vijand is, maai het helpen wil, zoodat het zich gerust aan hem kan toevertrouwen. Naar Zijn beloften vraagt God dat vertrouwen van ons. Zullen we dan trachten Hem te ont vluchten Zullen we dan omdat dit niet kan in werkelijkheid het trachten in de gedachten, door niet aan Hem te denken. Of, zullen we ons aan Hem toevertrouwen, opdat Hij aan ons doe wat noodig is om ons te genezen en ons te rei nigen van onze zonden Neen, het denken aan God op den Oudejaars avond maakt het niet, zonder meer, gemakkelijk het jaar te eindigen. Maar wel dien mensch, die zich daartoe door de waarheid laat roepen die mag het jaar ook eindigen in het licht der beloften. En door het geloof aan die beloften Gods komt er de rust, die de ware rust is. UIT HET V.U. BLAD VAN DECEMBER. Met ingang van 1 Jan. zal de lezerskring van het V.U. blad belangrijk worden uitgebreid. Het werd reeds gezonden aan de correspon denten, comitéleden, hoofden, helpsters enz., maar dan zal het ook gezonden worden aan alle leden der vereeniging en aan alle contribuanten, die tenminste 5.per jaar bijdragen. Zij, die min der bijdragen, zullen alleen het Juni-nummer ont vangen, dat de gegevens bevat voor de jaarver gadering in Juli. Directeuren willen overwegen of het mogelijk zal zijn, dat aan hen, die niet een contributie van 5.per jaar kunnen be talen, zoo zij dat wenschen, in combinatie een exemplaar kan gezonden worden, één blad voor twee of drie of meer begunstigers, die dan ge zamenlijk minstens 5.bijdragen. Tot 1 Febr. kan men den wensch daartoe te kennen geven aan het bureau der vereeniging, Amsterdam, Keizersgracht 166. Dezen maatregel juichen we hartelijk toe. Zoo komt er in steeds breederen kring bekendheid met de Vrije Universiteit en de actie voor deze stichting wint daardoor aan kracht. Aan het zilveren ambtsjubileum van Prof. Grosheide, wordt door zijn collega Prof. Aalders op waardeerende en sympathieke wijze herinnerd. Bij dat woord sluiten we ons gaarne aan. In de zen hoogleeraar ontving de Universiteit een man van erkende bekwaamheid, die, door zijn velen arbeid, waaronder vooral te rekenen is zzijn ver klaring van verschillende boeken van het N. Tes tament, zeer veel voor onze kerken deed en die door zijn trouw en eenvoud een groote plaats verwierf in het hart van ons Gereformeerde volk. Moge de Heere hem nog vele jaren sparen en in staat stellen zijn belangrijken arbeid voort te zetten. Over de nieuwe busjesactie worden moed gevende berichten gepubliceerd. Het aantal zus ters, dat blijft doorsparen is groot. Terecht wordt dan ook de trouw der vrouwen tegenover de V.U. geroemd. Dat versterking van de inkomsten nog zeer gewenscht is, en dus de arbeid der vrouwen zeer moet worden gewaardeerd, wordt ook in dit nummer in 't licht gesteld. Het tekort voor 1937 zal door de reeds ver kregen verhooging der contributies en giften niet grooter zijn dan 10.000, Maar voor de begrooting van 1938 wordt weer een groot tekort geraamd, tenzij de verhooging der contributiën in belangrijke mate doorgaat en de opbrengst van de busjesactie eens verrassend hooger zou zijn dan velen die durven te ramen. Moge dan de arbeid met alle kracht worden voortgezet. En zzij er daarom bij ons trouw in het verstaan en vervullen van onze roeping te genover deze stichting, waarin de Heere aan ons volk zoo rijken zegen wilde schenken. HEIJ. DE BUCHMANBEWEGING (VI). Hoe zij haar idealen wil verwerkelijken (b) We hebben in het vorige artikel gezien, dat de Oxfordgroep meent, dat zij haar veromvat- tende idealen alleen maar bereiken kan, als de menschen er toe gebracht kunnen worden hun leven niet maar aan de zonde te wijden, maar over te geven aan God en als zij bereid zullen worden het door den stillen tijd onder Gods on middellijke leiding te stellen. Maar de Buchman- beweging vraagt nog meer van haar aanhangers, zij wil, dat haar aanhangers ook bereid zullen zijn tot „deelen" en „goedmaken". Wat verstaat zij onder deze dingen Om bij dat z.g.n. deelen te beginnen, de Groep begrijpt hieronder twee stukken het eigenlijke deelen en het getuigen. A. Het eigenlijke deelen. „Het deelen der zonden, zooals de Oxfordgroep dat doet, is op te vatten als deelen in den gewonen zin van het woord het beteekent, in korte woorden, onze zonden te vertellen aan iemand anders, wiens leven reeds aan God toebehoort. Hebben wij dat reeds bereikt, dan kunnen wij anderen helpen door, indien wij daartoe leiding ontvangen, onze zonden uit het verleden of verzoekingen van het tegenwoordige naast de hunne te plaatsen, opdat zij daardoor er gemakkelijker toe gebracht zullen worden, hunne zonden, die tusschen hen en God staan, te onderscheiden en aan het licht te bren gen." (Wat is de Oxfordgroep?) Aan dit deelen hecht de Buchmanbeweging groote waarde, zoo groote waarde, dat velen in dit deelen de kern der Groepgedachte zien. Zij doet dan ook alle moeite om te béwijzen, dat deze gedachte Schriftuurlijk is en beroept zich daartoe naast andere Schriftwoorden (Hand. 19 18 en 1 Joh. 1 3) vooral op Jac. 5:16. (Be lijdt elkander de misdaden en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordteen krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.) Waarom hecht ze zoo groote waarde aan dat deelen In de eerste plaats is dat deelen zoo goed voor dengene, die zijn misdaden belijdt. Het is immers zoo gemakkelijk om voor God belijdenis te doen van onze zonden en tegenover onze medemenschen voor brave broeders te spelen. Dan, het geeft zoo'n prettig gevoel van bevrijding en verlichting. Men is geheel en al opgelucht, als men zijn zonden kwijt is. Bovendien, dat deelen stelt de zenden in het volle licht, geeft ze hun ware belangrijkheid en doet ons hun bestaan er kennen het zijn niet langer schrikbeelden, maar naakte feiten, die vierkant onder de oogen moe ten worden gezien, en op hun tijd met Gods hulp moeten worden uitgeroeid. En voorts, dat deelen werpt een slagboom op, dat we niet weer in die zonde vervallen, want dan moeten we weer toe komen aan dat vernederende deelen. In de tweede plaats is deelen zoo nuttig voor dengene, met wien gedeeld wordt. Het waar schuwt hem om nooit zulke dwaasheden te doen, als wij bedreven, het brengt ons dichter tot el kander en het maakt, dat wij opener, eerlijker, doorzichtiger voor elkander worden. En vooral, als dan hij, met wien we deelen, zelf van zijn zonden gaat vertellen. Ach, we denken zoo vaak, dat we zeer bijzondere zonden doen, dat we zulke erge ongerechtigheden bedrijven, dat we aan niemand durven en kunnen vertellen, maar dan worden we gewaar, dat ook andere men schen dezelfde zonden hebben, en we vinden ons zelf niet zoo belangrijk meer en onze zonden niet meer zoo gewichtig, en we staan niet meer al leen en we wanhopen niet meer. „En deelen is in de derde plaats nuttig naar den kant van God. Dan pas weten wij wat zonde is, en dan pas weten wij ook, dat wij onzen hoog moed voor God beleden hebben, wanneer wij dit alles eerst toevertrouwd hebben aan een mensch. Niets wordt voor God werkelijkheid, tenzij het tegelijk en vóór Hem en vóór den naaste geschiedt." (Kroon.) Maar als het deelen dan zoo groote nuttigheid afwerpt, zouden wij dan dit kruis niet op ons nemen en ons vernederen, opdat de opstanding volgen kan B. Het getuigen. Getuigen is (volgens den leek): anderen mededeeling te doen van de voor naamste redenen, waarom wij ons leven aan God overgaven, en de tastbare resultaten daarvan. Alleen praten over Christelijk geloof en alles wat het zou moeten beteekenen voor anderen, zou van weinig nut zijn in een wereld waar al veel te veel gepraat wordt. „Geloof zonder werken", zegt Jacobus, „is onvruchtbaar". Hoe dat getuigen moet geschieden, moet de leiding uitmaken, want dat getuigen, hoe nood zakelijk het ook is, is zeer moeilijk en brengt vele gevaren met zich mee. Men is zich dat in de Groep heel goed bewust. Zoo schrijft Fangen Maar de Oxfordgroep verlangt niet, dat er men schen zullen opstaan in de bijeenkomsten, om verslag uit te brengen over hun particulier leven. In de meeste gevallen heeft dit weinig nut. 't Is goed, dit eens en vooral vast te stellen. De be weging mag niet worden veroordeeld, omdat en kele menschen zich af en toe eens vergissen." Hij wil dan, dat we levende brieven van Christus zijn en anderen vertellen, wat levensvernieuwend vermogen de kracht van Christus in ons gebracht heeft. Dit is een heel gematigd woord, het woord van een man, die weet, wat kwaad het „getuigen" kan teweeg brengen. Anderen zien dat lang zoo goed niet in en breken er een lans voor, dat publieke zondebelijdenis zal geschieden, en dan maar niet alleen een belijdenis van „nette zon den", maar ook van vieze zonden, als zonden op sexueel gebied. Het schijnt, dat het veelal van de leiders afhangt, hoe het getuigen geschiedt, maar in ieder geval, gematigd of niet, de Groep wil, dat niet alleen onder vier oogen gedeeld wordt, maar dat het ook geschiedt in bijzijn van vele anderen, dat het bijvoorbeeld ook geschiedt op een Houseparty. Zoo komen we aan een nieuw middel, dat de Groep gebruikt om haar idealen te verwezenlijken, de Houseparty. We hebben dit woord al enkele malen gebezigd, het wordt tijd, dat we eens vast stellen, wat dat woord eigenlijk inhoudt. We gaan weer naar het boekje van den leek „Wat is de Oxfordgroep?" Met voorliefde gebruikt de Groep dezen naam voor haar grootere samenkomsten, want zij hebben niet het karakter van godsdien stige vergaderingen en zijn ook geen opwekkings samenkomsten, het zijn a.h.w. vergaderingen in huis. Bezoekers van deze Houseparties worden als gasten behandeld, zij ontmoeten elkander als maatschappelijk gelijkstaanden, wat elders hun maatschappelijke plaats ook moge zijn somber heid schittert door afwezigheid en er wordt veel meer gelachen dan op vele gewone gezllige bij eenkomsten. Op deze Houseparties worden Chris tus en Zijn macht, Zijn leven en Zijn bedoelin gen zoo vrijelijk besproken, zoo zonder eenig vertoon van schijnvroomheid, dat de buitenstaan der, misschien nog onbekend met de onomwon den methoden der Oxfordgroep, dikwijls eerst ontzet en onthutst is, voor dat hij door het ver langen wordt gepakt om dieper door te dringen in de gezonde opvatting van dit Christendom der Oxfordgroep." De dag wordt in de Houseparties, die wel acht a tien dagen duren, doorgebracht met het luisteren naar een godsdienstoefening, een gemeenschappelijke stille tijd, een uitspreken van getuigenissen en de vrijere bijeenkomsten in kleiner kring. Het resultaat, dat de Houseparties bereiken, is heel groot, zeer velen zijn op deze wijze tot het aanvaarden van dit Christendom gebracht. Daartoe heeft ook veel bijgedragen het z.g.n. team-werk. De Groep gaat er van uit, dat men in verband moet evangeliseeren. Daarom zendt ze teams uit, groepjes menschen, die zich aan den dienst van God hebben gewijd en een nieuw le ven leiden en die samen pogen anderen voor God te winnen. Zoo zond men teams naar Lon don en bepaalde wijken van London, naar Scan dinavië, naar Nederland, naar de steden in Ne derland enz. enz. Tenslotte, de Groep verwacht van haar aan hangers ook nog, dat zij bereid zullen zijn tot goedmaken. „In dezen tijd gelooven wij, moderne menschen, veel meer in wat wij zien, dan in wat wij hooren... Toon het ons, is het wachtwoord." Om hier aan tegemoet te komen, legt de Groep zoo den nadruk op het „goedmaken" en „terug betalen" De eenige wijze om dit te doen is het bekennen van onze fouten aan de betrokke nen en het goedmaken door .'t vragen van ver giffenis, of, zoo noodig, door in natura terug te geven, wat wij hun ontnomen hebben. We kunnen hiermede ons overzicht over ide alen en methoden der Groep wel besluiten. Ik ben er van overtuigd, dat dit overzicht zeer kort is en daardoor een onvolledig beeld geeft van de Groep. Mocht ik over ruimte beschikken, dan zou ik eens een staaltje kunnen vermelden van hun werk, bijvoorbeeld hun pogen tot het ver overen van een der armste wijken van London, het z.g.n. East-End, maar een Kerkbode moet ook weer eens andere dingen kunnen opnemen. Daarom sluit ik hiermee dit overzicht af, dat al mag het kort zijn, gepoogd heeft een eerlijk beeld te geven (vandaar de vele citaten), om over te gaan tot het beproeven van dezen geest, of hij uit God is. Meliskerke. M. VREUGDENHIL.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1937 | | pagina 1