KERKNIEUWS.
FEUILLETON.
DE KLEINE LUYDEN
VAN '86
aangezicht bestaan kan in den wettigen weg. Die
eenheid, die de Heere Jezus wenscht, van al die
genen, die in Hem gelooven naar de Schrift. Die
eenheid, die voor het gericht Gods bestaan kan.
Naar Zijn Woord.
En als dan in dezen tijd pogingen gedaan wor
den, om allen in één kerk te vereenigen, die Gods
Woord en de belijdenis der Reformatoren lief
hebben, dan stijge onze bede op, zoowel in ons
persoonlijk leven als in de samenkomst der ge
meente, opdat het waarlijk worde één kerk met
één Heere.
We bespraken reeds het verwijt, hoeveel na
deel aan de kerk berokkend wordt door vein
zerij, Farizeërs in de kerk. Nu rest nog een enkel
woord over een droeve zaak dat christenlanden
zich niet ontzien om de meest wreede oorlogen
te voeren. We raken hier natuurlijk de kwestie
aan van het zesde gebod Gij zult niet doodslaan.
We willen eerst gaarne erkennen, dat die lan
den, die aanspraak maken op den naam chris
telijk en die toch uit land-honger, imperialistisch
streven naar het zwaard grijpen, die christennaam
niet kunnen dragen.
Natuurlijk zijn bij iedere oorlog zoovele mo
tieven in het spel., dat zelfs de scherpzinnigste
diplomaat deze niet alle kent. Maar wel moet
erkend worden, dat helaas dikwijls zondige mo
tieven bij iederen oorlog aanwezig zijn.
Aan de andere zijde staat evenzeer vast, dat
ieder, ook ieder land, geroepen is zich te ver
dedigen tegen den indringer. Dat doet reeds
iedere man van eer tegen den indringer in zijn
woning. Hoeveel te meer als de heiligste goede
ren worden aangerand.
Daarom moeten we ook het geroep van Kerk
en Vrede, dat o zoo mooi luidt, van het mooie
masker ontdoen en achter die roep de zondige
mentaliteit zien., die niet rekent met de bittere
werkelijkheid der zonde en de gevolgen der zon
de. Vooral in deze Kerstdagen verstaat de Chris
ten, dat er vrede kan zijn, zelfs op het slagveld.
Dat is niet de vrede van de wereldling, maar
een vrede, die alle verstand te boven gaat.
zijn niet minder dan 657 stuks kleederen. ver
schaft door genoemde vereenigingen. Met deze
kleederen worden niet minder dan 92 gezinnen
verblijd.
We roemen niet in den mensch. Enkel in de
genade Gods, die aan zondaren die gunst gaf,
dat ze iets wilden doen voor de arme leden der
kerk. We roemen in den Heere.
A. H. OUSSOREN.
DE BUCHMANBE'WEGING (IV).
Haar idealen (b).
In mijn vorig artikel heb ik als één der idealen
der Oxfordgroep genoemd het beoefenen van de
vier Christelijke hoofddeugden, waaronder, men
verstaat absolute eerlijkheid, absolute onzelf
zuchtigheid, absolute liefde en absolute reinheid.
Wij willen in dit artikel nagaan, wat die vier
deugden inhouden en willen daartoe zooveel mo
gelijk het v/oord geven aan aanhangers van de
Oxfordgroep en vooral aan den leek, die het
boekje geschreven heeft, dat in de vorige arti
kelen reeds aangehaald werd.
De leek begint zijn stuk over absolute eerlijk
heid met een aanhaling van den bekenden Engel-
schen schrijver Shakespeare, die ergens zegt
„Wees eerlijk tegenover Uzelven, en gelijk de
nacht volgt op den dag, zoo zal valschheid tegen
anderen uitgesloten zijn. „Hij gaat dan voort
„Tegenover onszelven volkomen eerlijk, tegen
over anderen even eerlijk als tegenover onszel
ven. Kunnen wij dat Kunnen wij voor enkele
minuten neerzitten en onszelven, dat „ik" dat de
wereld niet ziet, in het aangezicht zien en het
de volstrekte waarheid zeggen En dan, als wij
dat verborgen ik de absolute waarheid gezegd
hebben, kunnen wij dan eerlijk zijn en die waar
heid tot een bewust deel van onszelf maken
Hoevelen kunnen dat
En verder zegt hij Wanneer wij in een plot
selinge opwelling anderen de waarheid zeggen,
zonder voorafgaand zelfonderzoek, kunnen wij
ongekend veel kwaad veroorzaken. Wij moeten
in de eerste plaats volmaakt eerlijk tegenover
onszelf staan, voordat we het tegenover anderen
Mag nu de kerk verweten worden, dat ze de
oorzaak is van al die oorlogen Neen Oorzaak
van elke groote en kleine oorzaak is de zonde.
Zoo slechts geleefd zou worden naar de wetten
van onzen Koning, die de Heere in Zijn Kerk
laat hooren, er zouden geen oorlogen zijn.
Maar laten dan ook christenen als leden der
kerk ook toonen, dat ze een eenheid zijn. Laat
ze waarheid en daarna vrede minnen. Laat ze
niet het toonbeeld zijn van onderlinge geschillen.
Laten we vooral in onze dagen van molshopen
geen bergen maken. Niemand die meer gnuift dan
satan, indien christenen oneenig zijn.
Hebt dan de waarheid en de vrede lief.
kunnen zijnAbsolute eerlijkheid in zaken wil
zeggen, iedereen gelijk behandelen en het spel
van den handel even eerlijk te spelen als ieder
ander spel. Wij deballoteeren (gaan er niet mee
om) iemand uit de fatsoenlijke kringen, als hij
valsch speelt, hoeveel te meer moeten dan de
fatsoenlijke kringen iemand deballoteeren, die de
armen bedriegt, onbeschermde weduwen en wee
zen berooft door zijn meedoogenlooze methoden
om meer te verdienen dan hij ooit gebruiken kan,
ook al zijn die methoden van berooving dan ook
niet in strijd met de letter van de wet.
Er is een, die absoluut eerlijk wil zijn. Ziehier
zijn relaas Ik zou willen, dat gij het gedeelte
van mijn verhaal, dat hier volgt, beschouwt als
een spelletje, dat ge thuis kunt doen. Een waar
heidsspelletje, dat ge geheel alleen moet spelen
in een rustige kamerMisschien houdt ge
uzelf voor een tamelijk beminnelijk mensch, met
mogelijk enkele zwakheden, maar niets om over
te tobben. Gij vergist u
Waarom had ik bijvoorbeeld spijt, hier ge
komen te zijn (Hij wordt eerlijk tegenover zich
zelf.) Dat was ik nu, dien men voor een Christen
hield en ik maakte mij druk over een bed, lakens
en behangsel
Waarom durfde ik mij niet onder de menschen
daarbuiten een Housepartij te begeven
„Omdat ze mij misschien een massa vervelende
vragen zouden stellen over mijn boeken, beslag
op mij leggen en een toespraak van mij verlan
gen." Dat had ik mijzelven wijs gemaakt, toen
ik voor het venster stond. Maar, zoodra ik dit
spelletje van volkomen eerlijkheid eens probeer
de, zag ik in, dat dit in het geheel niet de ware
reden was. De reden was juist het tegenover
gestelde. Ik was bang, dat men geen beslag op
mij leggen zou en dat niemand mij om een toe
spraak zou vragen. Om de waarheid te zeggen,
had ik zelfs niet den minsten lust, een toespraak
te houden, maar ik moest erkennen, dat het wel
aardig was, wanneer men mij er om vroeg
Ik bleef doorgaan. Na een half uur volkomen
eerlijk tegenover mijzelf geweest te zijn, gevoelde
ik mijn ijdelheid, lafheid en werkelijke onreinheid.
Met andere woorden, ik was mij bewust gewor
den van mijn zonden
Absolute onzelfzuchtigheidDe leek spreekt
weer. „Absolute onzelfzuchtigheid is alleen be
staanbaar door absolute liefde, die wij het voor
werp onzer onzelfzuchtigheid toedragen. Het of
fer van onszelf of onze belangen aan andere be
reikte zijn vriend de hand.
„H-h-h-oe g-g-g-aat 't vroeg hij met toe
geknepen oogen.
„Dat gaat wel", antwoordde Van der Veer
bedachtzaam, „is hier ook alles nog in welstand?"
„O-o-o-nder 's Heeren z-z-z-egen wel", zei
Van Duin en klopte weer ijverig door met zijn
hamer, zijn breede duim besloeg bijna het ge-
heele dameshakje.
Van der Veer bekeek aandachtig het werk en
behalve het eentonig geklop was het een poos
stil in het werkplaatsje.
„Ik kom eens vragen wanneer we weer een
samenkomst hebbe, het is al weer een week of
drie geleje, dat we bij elkaar geweest benne."
Van Duin knikte en zweeg. Hij had spijkertjes
in zijn mond en kon dus niet spreken.
Van der Veer zag het en hij begreep het hij
was met de manipulaties van Van Duin vol
komen op de hoogte. Hij wist ook, dat Van Duin
in de werkplaats het werk vóór alles liet gaan,
zelfs onder de gewichtigste gesprekken zou hij
den arbeid niet staken.
Van der Veer wendde zich dan ook maar tot
den knecht en vroeg „En zit jij nog altijd onder
het Paapsche juk gebonden, beste vrind
Kees Kas maakte een kruisje „Wat blief
vraagt hij verwonderd.
„Of jij nog altijd deelgenoot van die ver
vloekte afgoderij wil zijn verduidelijkte Van
der Veer zijn vraag.
Maar voor Kees werd het er geenszins dui
delijker op.
„Ik weet niet wat je wil", mompelde hij en
smeerde kwaadaardig een groote kwast lijm op
langen, zonder gedachte aan belooning is in zich-
zelven al liefde, ook al zijn we ons dat misschien
niet zelf bewust op het oogenblik, dat we onze
daad van onzelfzuchtigheid volbrengenGe
ven en nemen is een populair geneesmiddel voor
onzelfzuchtigheid, waarvan verondersteld wordt,
dat het veeten vermag te beëindigen maar de
uitdrukking zou meer praktisch nut hebben, als
het „nemen" er niet bij behoordeZelfzucht
draagt veel bij tot klassehaat. De algemeene
verkwisting in deze dagen van schrijnende ar
moede is misdadig, maar wie zal er een eind aan
maken Regeeringen, wetten, revoluties Zij,
die meer bezitten, dan wat hun toekomt aan
wereldsche goederen, hebben het land aan cri-
tiek. Kunnen wij met het onze doen wat wij wil
len Wetten noch burgeroorlog kunnen ooit
een rechtvaardige verdeeling van rijkdom en
bezit tot stand brengen. Het is de plicht van
ieder van ons, om Christus in dit probleem te
betrekken
Hij zegt ook nogWat is het leven grap
pig Maar wanneer en hoe zal deze belachelijke
wijdverspreide manie ophouden, of het nu olym
pische spelen geldt, die geen kameraadschap tot
motief hebben, kunstvliegen, voetbalwedstrijden
om het kampioenschap, opmerkelijker door het
enorm aantal toeschouwers dan om het spel zelf,
non-stop dansrecords, vastende mannen en vrou
wen in vatenAndere beschavingen aanba
den diezelfde godheid vlak voor hun ondergang.
Is het een teeken, dat ook wij den ondergang
onzer beschaving tegemoet gaan
Absolute liefde.Wederom de leek, die zegt
Absolute liefde is de stuwkracht voor absolute
eerlijkheid, reinheid en onzelfzuchtigheid. Zonder
absolute Liefde kan geen der andere hoedanig
heden volledig ons deel worden. Als wij God
volmaakt liefhebben, zullen wij aan de wereld
blijk geven, dat wij ook al die andere hoedanig
heden bezitten. Wij kunnen toonbeelden van ge
rechtigheid zijn, maar als wij de Liefde niet heb
ben, zijn wij geestelijk dood. Velen, die geven,
hechten te veel aan den dank, die echter niet
zoo noodig is voor den gever, als zij veronder
stellen. Ik doe nooit weer iets voor hem, zeggen
zij, hij heeft mij niet eens bedankt. Kreeg Chris
tus ooit dank voor het grootste goed, dat Hij
gaf Zijn mensch wording ten onzen be
hoeve Ons pogen om van Christus' liefde de
lucht te maken, die onze ziel inademt, zal de
beste manier zijn om deze wereld een beter en
gelukkiger plaats te doen zijn om in te leven
Wie is goed, tenzij hij door lief te hebben
goed geworden is, vroeg de heilige Augustinus.
Uitstralende volmaakte liefde tot alle menschen
maakt ons onkwetsbaar voor slagen en ongeluk
ken en verbindt ons met den Heiligen Geest.
Dat is de weg tot een volmaakt leven.
Absolute reinheidAbsolute reinheid is
niet alleen een christelijke levenswet, die een
reinen geest in een rein lichaam eischt. Het om
vat veel meer. Het houdt in rein zijn in zaken,
in werk en spel, het gebruik van onze bezittin
gen, onze belangstelling in wereldlijke zaken,
onze houding tegenover onze familie, vrienden
en bekenden. In dezen zin is reinheid verwant
aan absolute eerlijkheid. Reinheid is getrouw
zijn aan den besten kant van onze natuur, gees-
stelijk, physiek en verstandelijk het behoeft vol
strekt geen saaiheid te beteekenen. Er schuilt iets
avontuurlijks in reinheidAls onze ziel naakt
staat voor God en Hij aanschouwt ons in vol
komen natuurlijkheid, dan en dan alleen door
staan wij de proef van ware reinheidVoor
een zekere groep menschen, die zich intellectu-
eelen noemen, is onreinheid mode geworden. Ve
len van hen zijn eigenlijk verstandelijke parvenu's,
wier geest, niemand tot nut, vervuld is van een
geweldige onbeschaamdheid. Schrijvers van een
zeker soort litteratuur maken iederen vorm van
zedelijkheid en reinheid bespottelijk en slechts
door hun brutaliteit maken zij het lezend publiek
wijs, dat het laten drukken van uitdrukkingen en
woorden, die gewoonlijk in een fatsoenlijk gezel
schap niet gebezigd worden, een bewijs van ge
nialiteit is
De eenige, die hierop antwoorden kan, is
Christus en Hij kan niet antwoorden, eer wij
werkelijk wenschen te weten en luisteren naar
wat Hij ons te zeggen heeft
Met opzet hebben wij veel citaten gegeven.
Men kan er nu eenigen indruk van hebben, in
welke lucht de Oxfordgroep leeft. Voor het
oogenblik zullen wij ons van critiek onthouden
ik zou er op kunnen wijzen, dat in de hoofd
deugden totaal niet gesproken wordt van ver
eering Gods, dat de oplossing van vele brandende
problemen al heel simpel is, dat over zeer ge-
een schoenzool, want dit was een klant, die zijn
schoenen gelijmd en niet gespijkerd wilde heb
ben.
Van der Veer schudde zijn hoofd „Zoo stom
als de visschen", was zijn conclusie.
Dan tikte hij Kees op den schouder en zei
„Jij moet ook es op onze samenkomst komen,
kereltje, daar kun je wat leeren, het gaat om
het behoud van je diep bedorven ziel, want je
dient te weten, dat je niet door je goede wer
ken, maar alleen uit verbeurde genade kunt be
houden worden. Praat er maar met je baas es
over, die kan het nog beter vertellen dan ik,
vriendje. Of maakt hij zijn eigen niet vrij van
je arme ziele
Van der Veer keek onderzoekend naar Van
Duin, die ijverig aan het kloppen bleef en slechts
even met zijn oogleden knipperde, alsof hij zeg
gen wilde „dat komt in orde".
Kees Kas haalde zijn schouders op. Wat moest
hij op al die woorden zeggen Hij wist het niet.
Laat Van der Veer met zijn baas praten net
als hij anders altijd doet, maar hem er buiten
laten. Toch op zoo'n samenkomst wou hij wel
eens komen. Hij was nieuwsgierig van aard en
hij luisterde graag naar allerlei vreemde dingen.
Van Duin had de spijkertjes uit zijn mond ge
nomen, ze zaten nu allen in de schoenzool. Even
rustte zijn hamer op het leer, dan zei hij
„D-d-d-onderd-d-d-dagavond a-acht uur b-b-bij
Bas Pronk, k-k-en dat
„Ja, dat moet dan maar", meende Van der
Veer. Hij had zijn pijp gestopt en hield er een
lucifer bij. Het vlammetje verlichtte zijn gelaats
profiel. Dan haalde hij een krant uit den binnen-
wichtige vraagstukken, het beperken van het kin
deraantal bijv. gansch niet gesproken wordt
die critiek zou ik willen bewaren, totdat we een
afsluitend geheel hebben van de bedoelingen der
Oxfordgroep. Daarom in een volgend artikel
over de wegen, die de Oxfordgroep bewandelt
om haar idealen te verwerkelijken.
Meliskerke. M. VREUGDENHIL.
RATTEN IN HET STROO.
„Jullie Nederlanders bent een ongedisciplineerd
volk", zei de kleine directrice van een Fransch zieken
huis in de omgeving van Lyons tegen het Hollandsche
verpleegstertje, dat in het buitenland haar kennis en
ervaring kwam vermeerderen.
Een ongedisciplineerd volk zou het waar zijn?
Wie ziet, hoe moeilijk men zich b.v. aan bepaalde
verkeersregels houdt, waarvan men toch zeil de wen-
schelijkheid inzietwie op straat de houding van de
jeugd tegenover ouderen en van die ouderen tegen
over vreemdelingen waarneemt, is geneigd ja te zeggen.
Dat we ongedisciplineerd zijn, is erg, maar dat wij
die tuchteloosheid mooi vinden of vergoelijken, is nog
erger. We pochen graag op onzen vrijheidszin im
mers tachtig jaar tegen de Spanjaarden gevochten en,
pas honderd jaar geleden, het Fransche juk van Na
poleon mee helpen versplinteren
Terwijl wij zoo roemen, vergeten wij, dat de één
vrijheidszin noemt, wat inderdaad tuchteloosheid is.
Men kan wel hoonen, dat bepaalde volken alles maar
slikken; en de jeugd zich ginds laat inlijven in dit
en in datmaar daarmee is onze ongeordendheid
nog niet goedgepraat.
Een ongedisciplineerd volk die woorden vallen
als hamers op me neer, wanneer ik, ieder jaar opnieuw,
getuige ben van den moeizamen propaganda-arbeid
onzer jeugdbonden. Soms lijkt het, alsof er een cate
gorie van jonge menschen bestaat, die zegtnu jullie
ons zoo graag lid maken wilt, worden wij het juist
niet. Wij laten ons niet dwingen, wij willen vrij zijn.
Zie, dat is juist geen vrijheidszin, maar gebrek aan
zelftucht. Een hebbelijkheid van dat on-ge-dis-ci-pli-
neerde volk.
Onze propaganda is eigenlijk een maatregel van
disciplineeen middel, waarmee we ons zelf en an
deren aansporen, ons te schikken in den ordelijken
gang. En zooals elke orde-maatregel door sommigen
vervelend gevonden wordt, is dat vaak het negatieve
succes, dat onze jeugdvereenigingen te boeken hebben
na hun propaganda.
Discipline is noodzakelijk in staat en maatschappij
maar zonder haar gaat ook de Kerk te gronde. Dis
cipline is van het hoogste belang voor het geestelijk
welzijn van al haar leden.
Calvijn heeft zijn leven verteerd in den strijd tegen
de tuchteloosheid der Geneefsche kerkledenen óf hij
óf zijn blinde mede-arbeider Corrault, heeft gezegd,
dat als er geen discipline was, de christenen zouden
leven als ratten in het stroo. Weinig vleiend, maar
zeg, propagandisten, ontmoet je niet veel van die
diertjes Ze kruipen weg onder uitvluchten en voor
wendsels ze ontglippen je na één of twee avonden
van kennismaking op de vereeniging. De waarde en
bcteekenis van het jeugdwerk kunnen zij niet ontken
nen, de nuttigheid voor henzelf moeten ze half toe
geven. Maar wanneer hun de eisch voorgehouden
wordt, dat elke jonge man en ieder Gereformeerd
meisje gedurende enkele jaren lid zal wezen van een
jeugdvereeniging, missen zij de kracht om zichzelf
onder deze discipline te stellen en met bewustheid te
zoggen ik schik mij naar dien maatregel, die nood
zakelijk is voor hel geestelijk welzijn van mijn Kerk,
mijn land en mijzelf, en gééf me in den gemeenschap-
pelijken arbeid. Als ratten glippen ze weg in het stroo.
Ir. het donker kruipen ze, in plaats van te gaan staan
in het volle licht. Alleen inplaats van gezamenlijk.
De boel kapot knagen inplaats van, met anderen, mee
te arbeiden aan de groote toekomst.
Liever dan gelijkenis te vertoonen met zulke gladde,
besmetting-verspreidende knaagdieren, willen de disci
pelen van Christus discipline oefenen over zichzelf en
anderen. Voor hen is het niet noodig, dat de Staat of
dc Kerk „Aansluiten" decreteert. De noodzakelijkheid
van ons eigen Geref. jeugdwerk inziende, schikken zij
zich graag en gewillig in datgene, wat van hen ge
vraagd wordt, wetend, dat zij zóó niet alleen hun
Kerk, hun land en zichzelf, maar ook hun Heiland
dienen. De ratten kruipen weg tusschen het stroo,
maar Christus' discipelinnen maken zich klaar om die
nend en als strijdsters te staan in den vollen levensdag.
GERA KRAAN—VAN DEN BURG.
BEROEPEN TE
's-Gravenzande A. S. Timmer te Bedum.
zak van zijn jas en legde hem uit op het schoen
makerstafeltje.
„Dat is De Heraut van verleje week, as je
'm geleze heb, mot je 'm maar an Dirk Taal
geve, die heit 'm nog niet gehad."
Van Duin nam het gele blad tusschen de rug
gen van zijn handen, vanwege zijn vuile vingers
en legde het op een plank achter zich.
„Z-z-z-al g-g-g-gebeure", zei hij.
„Wat heit de dominé 't er een Zondag toch
weer slecht ofgebrocht, hé Van der Veer
zuchtte diep bij deze klacht.
Van Duin haalde de schouders op, alsof hij
zeggen wouwat kun je anders verwachten
Van der Veer vervolgde „Hij heit het maar
over de storm op zee en de vangst, maar aan
het menschenvangen komt-ie niet toe. De zielen
laat-ie aan d'r lot over."
Het was weer even stil. Kees Kas dacht na
over die beeldspraakwat moest een dominé
met menschenvangen Kon je dat niet aan de
politie overlaten. Rare praat hadden die men
schen.
Van der Veer deed een diepe haal aan zijn
pijp en vervolgde „Weet je, dat de dollejansie
overal in het land doorgaat Kijk hier heb ik
een krantenberichtje. Op verschillende plaatsen
benne ze an de gang."
Van Duin maakte een afwerende beweging.
„D-d-d-at heb ik zelf o-o-o-k al g-g-g-eleze,
h-h-houd 't m-m-maar."
Van de doleantie moest Van Duin niets heb
ben. De kerk der vaderen was hem te lief om
er uit te loopen.
(Wordt vervolgd)
Tenslotte het kerkelijk besef in onzen tijd
moet verlevendigd worden. Laat lid van de kerk
beteekenen, dat we die kerk hooghouden. Niet
wereldgelijkvormig op die kerk afgeven. Laat ons
gebed voor de kerk oprijzen tot den Koning der
Kerk. Laten we onze krachten geven aan die
kerk. Laten we in deze dagen van ontrouw,
trouwe leden zijn. De jongeren ten voorbeeld.
Laat zoo door ons allen het heil der kerk en
daarmee de eere Gods gezocht worden.
KERSTUITVOERING.
Het Christelijk gemengd a Capella Koor „Sur-
sum Corda", directeur de Heer T. A. Winter,
met medewerking van den Heer I. van Noppen,
organist,zal op Dinsdag 21 December 1937, 8 uur
in de Hofpleinkerk te Middelburg, een uitvoering
geven, die zeer zeker door velen beluisterd zal
worden.
Als we het programma inzien, dan kunnen we
niets anders zeggen dan dit moet mooi worden.
Bovendien is de prijs van 0.10 dat gevraagd
wordt voor het programma, voor niemand een
bezwaar.
WERK DER BARMHARTIGHEID.
Dat het niet alles egoïsme is wat de klok slaat
in onze dagen, blijkt wel uit gegevens, die ik
verkreeg van de arbeidsprestaties van drie naai-
vereenigingen van de Gereformeerde Kerk te
Middelburg. Natuurlijk zal in andere plaatsen
eenzelfde liefde zich openbaren. Maar deze ge
gevens heb ik bij den hand. Andere niet. En dan
D
O R o m a n uit den
O Doleantietijd
R
FRED. VAN MEERTEN
3)
„Kom nou maar gauw ete, de aardappels worre
koud", waarschuwde zijn vrouw met aandrang.
Van Duin haastte zich het gangetje door en zette
zich aan tafel.
Zwijgend werd het sobere maal genuttigd,
waarbij vrouw Van Duin telkens verbaasd naar
den kleinen Job keek, en zich, net als iederen
middag, afvroeg, waar die al het eten liet.
In den middag werd de winkeldeur opengedaan
en kwam Willem van der Veer binnen. Hij was
een zeer mager man, met spitsen neus en aarze
lende bewegingen. Zijn oogen bewogen zich
steeds of ze iets zochten.
„Goeie middag menschen", zei hij en keek
naar den hoek van de toonbank, waar een sta
peltje schoenen gereed stond om weggebracht
te worden.
Van der Veer schoof ze met een resoluut ge
baar iets op zij en zette zich naast den stapel
op de toonbank.
Van Duin onderbrak even zijn geklop en