ZENDING. FEUILLETON, BRANDING KERKNIEUWS* gaan en de gevolgen, die dat voor hun zaken zou kunnen meebrengen, te dragen, dit gemis aan voldoende contact met ouderen wordt volkomen vergoed door de vele mogelijkheden, die ons het jeugdwerk biedt. Er zijn gezinnen, waarvan va der noch moeder onze kerkdiensten ooit bezoch ten, terwijl hun kinderen tot onze trouwe kerk gangers worden gerekend". Met gezinnen, die geheel of gedeeltelijk door kerkgang of vereenigingsbezoek met de kerk meeleven wordt door huisbezoek, eventueel ook ziekenbezoek, nader contact gezocht. Een hoogtepunt in den arbeid is de Kerstfeest viering. Zelfs het verbouwde (het interieur is nu heel gezellig) kerkje, bleek in 1936 te klein. Ondanks veel tegenstand van moderne zijde, mag het Kerstfeest zich steeds in een groote belangstelling verheugen. Ziedaar de voornaamste punten uit 't verslag toegelicht en besproken. God geeft veel zegen. Maar er is nog heel veel te doen. Zegene de Heere den arbeid tot behoud van vele zieken en boven alles tot de verheerlijking van Zijnen Naam A. B. W. M. KOK. meest welgestelden, terwijl de meesten het er, wat verdiensten betreft, zeker niet verder bren gen dan het zooeven genoemde bedrag. Als ge zoo iets leest, dan is het een blijvend raadsel, waarvan zulke menschen moeten rond komen. Maar dan is het ook direct duidelijk, dat die menschen niet kunnen zorgen voor het volle on derhoud van het kerkelijk leven en als het oog dan ziet de cijfers, wat die menschen nog ver zamelen voor hun kerk en armen per jaar, dan staat ge eenvoudig verstomd. Er is dus wel terdege bereidheid en offervaar digheid, maar als moet gewacht, totdat Djoema, Parakan en Temanggoeng ieder voor zichzelf ge noeg kunnen opbrengen voor het onderhoud van een eigen predikant, dan kan het nog wel heel lang duren en daarom lijkt de gedachte van Ds. Merkelijn zeer aanbevelenswaardig om die drie gemeenten te combineeren ter beroeping van een gezamenlijken predikant, wat zeker niet al te veel kosten meer zou meebrengen, omdat nu toch op elk der drie plaatsen is een bezoldigde goeroe- indjil. Op ons Zendingsterrein zal het er wel toe moeten komen de kracht te zoeken in inlandsche predikanten, die veel van het werk van de mis sionaire predikanten overnemen kunnen en be kend met taal en zeden zeker gemakkelijker in vloed zullen hebben. Toch neemt dat alles niet weg, dat ons Zendingsterrein behoefte zal heb ben aan de voortdurende hulp van de Zendings kerk c.a., want de kracht op het Zendingsterrein is nog zoo zwak en klein en laat het ons eene vreugde zijn die kleine, maar goedwillige gemeen ten te helpen, zooveel als maar kan. Meermalen wordt na opwekking tot Zendings liefde, die zich ook te uiten heeft in milde bij dragen om 's Heeren wil, de opmerking gemaakt: „kunnen die christenen in Indië ook niet wat meer doen Want hier is het op allerlei gebied: „geef, geef en nog eens geef"." Dit laatste zij toegestemd, maar is het niet een voorrecht, dat wij het kunnen en mogen doen tot uitbreiding van 's Heeren Kerk naar Zijn be vel en het is toch altijd zoo, als er was een algemeene medewerking van ieder, naar hij of zij van God gezegend is, dat er dan nog veel meer gebeuren kon en zou, want wij zijn er niet af met te bidden „Uw Koninkrijk kome". Wie dat verstaat, ziet ook de opgelegde roe ping om daadwerkelijk te steunen allen arbeid op het Zendingsterrein, diep er van overtuigd, dat die menschen op het Zendingsveld nog niet voor zichzelf zorgen kunnen, wat het kerkelijk leven betreft. Ook hier kan het Jaarverslag van Ds. Merke lijn wel iets leeren. Daarin wordt betoogd, dat eene gemeente om volkomen zelfstandig te kunnen optreden moet voldoen aan den eisch tot zelfregeering, zelfuit- breiding en zelfonderhoud. Stelt ge nu den eisch, dat eene Javaansche gemeente eerst haar eigen predikant moet kunnen onderhouden voor ze tot beroeping kan overgaan, dan zal het wel heel lang duren, eer aan die gestelde eisch kan vol daan. Ds. Merkelijn wijst op 3 geïnstitueerde kerken van Djoema, Parakan en Temanggoeng. Deze 3 gemeenten voldoen wel aan den eisch van zelfregeering, want ze hebben alle drie een kerkeraad en in die gemeenten blijken de krach ten aanwezig voor regeering der kerk. 't Zelfde geldt ook voor den eisch van zelf- uitbreiding, want in die drie kerken zijn er velen, die deze roeping zeer goed verstaan en ook de kerkeraden sporen telkens weer de leden der ge meente aan krachtig mede te werken tot uitbrei ding, maar die kerken zijn finantieel o zoo zwak. Met een voorbeeld is dit den lezers duidelijk te maken. Uit het Jaarverslag moge letterlijk overgeno men het volgende Kort geleden deelde, op een vraag, een lid van de kerk te Djoema iets mede over zijn burgerlijk bestaan. Deze broeder is, wat men in die streken noemt, een gezeten land bouwer eene uitdrukking, die ook hier in het Zuiden van ons land eene zekere beteekenis heeft. Een gezeten landbouwer dus, wiens bezit aan grond groot is vijf bouw (een bouw is 7000 M2) en dan kan elke landbouwkundige wel uit rekenen, hoe groot de oppervlakte lands van dezen welgestelden landman is. Op dat land kan alleen gezet mais of gepoot ketéla (aardappelknollen); voor rijstbouw is het daar te hoog. Per jaar is de opbrengst per bouw 24.en zoo komt ge tot een ontvangst van 120.en zoo heeft zulk een broeder voor zich eivzijn gezin 10.per maand of 2.50 per week. Nu is het waar, dat het leven daar in Djoema niet zoo duur is als hier, want dat berekende hij op 12J/2 cent voor het geheele gezin, maar daar bij komen toch ook, nog de uitgaven voor ver lichting, kleeding en belasting. Dit geldt dan de DOOR K. H. MARINUSSEN 62) „Ik dank U wel voor deze mededeeling. Die is mij veel waard. Er is niet een persoonlijke veete. Ik zal mijn best doen, zonder te laten merken, dat U mij gevraagd hebt, U te helpen." „Doe je best, Everaards. En God moge je helpen. Heb je in Rotterdam tijd, even bij mijn moeder aan te loopen Haar adres is Goudsche- weg 82a. Als je kunt, ga even en vertel haar, wat je mij hebt meegedeeld. Maar spreek niet van de pijnlijke ontmoeting, die ik met mijn broer had." „Ik beloof U, even te zullen aanloopen. Het beste lijkt mij, dat ik uw broer niet vertel, er ge weest te zijn." Frits begreep hem onmiddellijk. „Zeer juist. Hij moet niet bemerken, dat er aan hem gewerkt wordt." HOOFDSTUK XVII. Verzoening. De zomer was lang en warm geweest. Maar de eerste oorlogswinter werd streng. 't Was in de maand Januari, toen het begon te vriezen, dat het kraakte. Een heldere maannacht, terwijl aan het firma- EEN BEDE UIT MAGELANG. De volgende circulaire is door de Zendings- menschen te Magelang dezer dagen rechtstreeks aan alle kerkeraden in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg gezonden Magelang, Juli '37. WelEerwaarde en Eerwaarde Broeders In de circulaire, die Ds. C. van Nes gezonden heeft over het jubileumboek, deelde hij mede, dat, indien 15 cent voor ieder exemplaar betaald zou worden, daarmee de kosten van het boek zouden zijn gedekt. En dat alles wat daarboven gegeven werd, bestemd zou worden voor kerkbouw. Indien elk boekje eens 1.zou opbrengen, dan zouden daarvan niet minder dan 3 kerken gebouwd kun nen worden. Wat zou het prachtig zijn, indien dat eens ge beurde Nu is het gerucht van dat plan ook doorgedrongen tot de Javaansche gemeenten al hier en ze vroegen reeds wanneer ze met den bouw konden beginnen. Ze verlangen zoo naar hun kerkje. In Blondo en Temanggoeng vergaderen we in zeer ongeschikte plaatsen. De gemeenten breiden zich uit, maar als U zag, hoe we ons behelpen moeten, dan zou zeker dit jubileumbedrag niet moeilijk bijeen te brengen zijn. Het is zoo noodig op die plaatsen een kerkge bouw te hebben, dat de al te primitieve vergader plaatsen vervangt. Daar is een bedrag mee gemoeid van 10.000. Daar kunnen 3 kerken voor worden gebouwd, ook het kerkje van Parakan, waarvoor reeds een bedrag van 1800.bijeengebracht werd. De inlandsche gemeenten kunnen slechts een luttel bedrag daarvoor bijdragen. Aan de Zendende Kerk durven we zoo'n be drag niet te vragen. Het kost toch reeds zooveel inspanning om de gewone gelden voor het Zen dingswerk bij elkaar te krijgen. Maar waar moeten we 't dan vandaan halen Die kerkjes moeten er komen. We hebben behoefte aan een geschikte ver gaderplaats. Het is noodig voor het Zendings werk, opdat de Javanen met het oog op de pri mitieve gelegenheid, waar we vergaderen, niet langer zeggen dat is alleen maar voor de armen. Noodig ook om niet al te armoedig af te ste ken bij de gebouwen, die Rome zet. Zoo mooi als Rome het doet, behoeft het ook niet, maar in de plaatsen, waarvoor we vragen, hoofdplaatsen, mogen we niet met een te armoe dig kerkje voor den dag komen. Dat zou de Zending en den voortgang van het werk bepaald schaden. Daarom wat is zoo'n jubileumjaar een pracht gelegenheid om dit bedrag nu eens bij elkaar te brengen. ment duizenden sterren flonkerden, spreidde zijn sluier over de velden van Zeeuwsch-Vlaanderen. In het estaminet op den tweesprong was een wacht van de compagnie van Nieuw-Namen. Twee dubbelposten stonden uit. Acht man rust ten. De wachtcommandant, sergeant Everaards, zat bij de kachel, die gloeiend rood stond, een courant te lezen. In den hoek van het café was een brits ge maakt, waarop stroozakken lagen. De niet op post staande soldaten mochten rusten, daar de wachtdiensten zwaar waren. Van dat rusten kwam heel vaak slapen. Als regel had men, van post komend, vier uur den tijd. Om de kou was nu onderling overeengekomen, dat de posten om het uur werden afgelost. Sergeant Everaards zorgde voor een behage- lijke warmte in het wachtlokaal, zóó, dat naar hij meende, alle soldaten sliepen. Waarin hij zich echter vergiste. Want plotseling rees Dolf op, greep een stoel en kwam naast hem zitten. „Ik kom niet in slaap", zeide hij. ,,'t Is razend koud. Hoelang zouden we nog in dit gat zitten?" Sergeant Everaards haalde glimlachend de schouders op. „Er gaan geruchten, dat we worden afgelost. Maar 'k weet niet, wat er van waar is. Een paar maanden zal het in elk geval nog wel duren. We moeten geduld hebben, jong. Er zit niets anders op." „Aan dien armzaligen oorlog komt ook geen eind", mopperde Dolf. „Je bent in een sombere stemming, dunkt me. Probeer te slapen. Neem mijn jas er maar bij." „Slapen Ik kan niet slapen. Je wordt een- Om dit jaar nu eens te gebruiken voor het ver zamelen van een bedrag in eens voor kerkbouw. Met een beetje goeden wil kan het. 't Is een jubileumjaar voor de Zending. Een jaar, waarin we denken aan den zegen, dien God op Uw werk, op Uw Zendingsterrein heeft wil len geven. Laat die dank uiten in dit kleine bedrag. Wat zullen de Javaansche gemeenten er blij mee zijn. Wat zullen de Zendingsarbeiders er door bemoedigd worden. Wat zal het inzonderheid ook voor Ds. Mer kelijn een blijdschap zijn, als in zijn laatste jaar op het Zendingsveld deze kerkjes konden worden gebouwd. Wij zenden van bijgaand schrijven een aantal exemplaren voor het geval U besluiten mocht een rondgang door de gemeente te doen plaats hebben om het gevraagde bedrag te verzamelen. Wij hebben U zooveel exemplaren toegezon den, dat er wel voldoende zal zijn voor het aan tal broeders en zusters, die zich met dezen rond gang willen belasten en dit verzoek willen laten lezen aan degenen, die ze zullen bezoeken. De opbrengst kan het gemakkelijkst gestort worden op het Hollandsche gironummer 163376 van Ds. van Nes, te Magelang. Op die manier komt het geld het vlugst in In dië. Men storte bij voorkeur vóór 28 Augustus. In de Zeeuwsche Kerkbode en de Brabantsche Kerkbode zullen we de ontvangen gelden ver antwoorden. De Zendingsarbeiders op Uw Zendingsveld, Mej. C. BAARBÉ. Mej. Dr. G. J. DRECMEIJER. Ds. A. MERKELIJN. Ds. C. VAN NES. Aan bovenstaande mag zeker iets toegevoegd en dat geheel op eigen verantwoording, wijl op dit oogenblik wegens vacantie Zendingsdeputa- ten niet te bereiken zijn. De zaak zelf is ons sympathiek en als de Zen dingsarbeiders met deze circulaire hun doel moch ten bereiken, zou mij persoonlijk niets aangena mer zijn. Laat het dan ook niet opgevat om remmend op te treden, als hier een kleine opmerking wordt gemaakt. Indertijd is er in verschillende kerken mij be kend hard gewerkt met het Gedenkboek dei- Zending te Magelang en een beduidende som opgehaald boven het ontvangen quantum a 0.15 per exemplaar. Die som is toen verkregen door er op te wijzen geef wat meer dan 0.15 en al wat ge meer geeft, doet u zijn meebouwer of -bouwster aan de kerkjes van Parakan, Blondo en Temanggoeng. Verrassende ervaringen zijn er in die dagen opgedaan in verschillende gezinnen om, al had men het zelf werkelijk niet breed, toch met groot en klein samen te werken, dat er meer kwam dan de 15 cents voor dat boekje. Zijn er menschen ook in zulke kerken, die reeds met dat doel gaven, die toch nog iets op deze circulaire willen zenden, dat zij het doen met een blij hart. Mij moet ook iets van het hart en wel dit, dat het me tegenviel vorige week te moeten lezen, dat er plaatsen waren, waar de opbrengst van de gelden voor de verspreide exemplaren van het Gedenkboekje nog niet eens opgebracht hadden Vs van dien laag gestelden prijs. Als dat zoo is, dan is dat wel jammer, doch wellicht hebben de kerkeraden of Zendingscom missies het ontbrekende er later aan toegevoegd. Haast kan ik het bericht niet gelooven en als het zoo is, dan is mijn persoonlijk bezwaar, dat dan de gelden, die in verschillende mij bekende kerken zijn verzameld, straks zullen moeten die nen tot bijpassing van het tekort van andere kerken, waar men niet zorgde voor 15 cent per exemplaar. Indertijd is het ook geschreven aan Ds. van Nes dit bedrag is voor de bedoelde kerkbouw en niet voor tekorten aan betaling van aange vraagde exemplaren „Gedenkboek". Daarom zij dit verzoek uit Indië nog eens ter overweging aanbevolen aan die kerken, die in dit opzicht weinig of niets deden en dan nog het ver zoek aan Indië ons per gelegenheid eens in te lichten, hoe het met het „Gedenkboek" is ge- loopen. Kapelle-Biezelinge. A. SCHEELE. voudig gek van dit eentonige leven. Me dunkt, dat je nog beter oorlog hebben kunt." „Dat zullen de menschen aan het front je wel anders vertellen We mogen wel dankbaar zijn, dat ons land tot nu toe zonder kleerscheuren er afkomt." „Dit is ook een geestdoodend leven", morde Dolf. „Het valt niet mee, ik geef het toe. Maar door een verkeerde stemming kun je het totaal beder ven. Probeer nog eens te slapen." „Is dat de eenige remedie Nu ja, slaap geeft vergetelheid." „Neen, slaap is niet de eenige remedie. Hij is heel geen medicijn voor jouw stemming, werkt alleen als morphine. Je weet wel, hoe ik er over denk. Alleen met een hart, dat recht voor God staat, kun je dit leven met opgewektheid dragen. Alleen, als je alles geeft in handen van God, kun je gerust zijn." „Je zult wel gelijk hebben. Maar dat is juist zoo razend moeilijk." Everaards schudde heftig het hoofd. „Het is heel eenvoudig, jongen. Je maakt het je moeilijk. Voor je broer om een voorbeeld te geven, valt het ook niet mee, van vrouw en kind te moeten blijven en zijn school te moeten ver laten. Tóch draagt hij zijn lot geduldig. Ik wéét het, want enkele malen sprak ik hem." „Heb je mijn broer gesproken vroeg Dolf verbaasd en den wachtcommandant onderzoe kend aanziende „Toen ik onlangs met verlof ging, ben ik met je broer naar Hulst gefietst en toen ik terugkwam heb ik hem weer in Hulst gesproken. Een sym- TWEETAL TE Hoogersmilde Cand. A. Bos te Groningen. Cand. T. Lopers te Ruinerwold. AANGENOMEN NAAR Aalten P. Kuijper Jr. te Monnikendam. MunnekezijlCand. H. van der Wey te Coevorden. BEDANKT VOOR StadskanaalR. J. van der Meulen te IJmuiden. Heden zijn toegezonden aan alle Kerkeraden de Handelingen van de Curatoren der Theol. School van de Geref. Kerken in Nederland, ge houden op 20 Augustus, 29 October, 1 Decem ber, 23 December 1936, 20 Januari en 19 April 1937 en eindelijk de gewone curatorenvergade- ring op 5 en 6 Juli 1937 te Kampen. D.V. volgende week het een en ander daar over. Zevenbergen. 8 Augustus 1937 werd Cand. J. S. v. d. Weg van Dubbeldam bevestigd als Dienaar des Woords bij de Geref. Kerk te Ze venbergen door zijn broer, Ds. A. van de Weg van Oudewater, na een predicatie over 1 Cor. 3:9 tot 13. Na de handoplegging werd toege zongen Psalm 134 3. Des avonds deed Ds. van de Weg zijn intrede met een predikatie over 2 Cor. 4 5—7. De onderhoudskosten van den Pastorietuin. Deze kunnen afgetrokken worden bij de In komstenbelasting, volgens een arrest van den Hoogen Raad. Men leze wat het Maandblad voor Belastingrecht van 25 Juli j.l. meldt De kosten, welke een predikant maakt tot on derhoud van een tuin bij zijn ambtswoning be- hoorend, welke kosten te zijnen laste zijn, zijn aftrekbaar volgens art. 10 I. B. Arrest van den H. R. van 23 Dec. 1936 te vinden in B. 6280. De H. R. overwoog „dat, krachtens art. 10 voornoemd de op brengst eener bron van inkomen, ter berekening van haar zuiver bedrag wordt verminderd met de kosten tot verwerving, inning en behoud der opbrengst en met de op de opbrengst rustende lasten, zooals de bedrijfs- en beroepskosten, met inbegrip van kosten tot onderhoud „dat de bron van inkomen, over welker zuivere opbrengst het hier gaat, is het door belangheb bende bekleede ambt van predikant en van de opbrengst dezer bron deel uitmaakt het voordeel van vrije woning, bestaande in pastorie met daar bij behoorenden tuin „dat derhalve ter berekening van het zuiver bedrag van de opbrengst van het ambt in minde ring komt datgene wat belanghebbende, indien het onderhoud van den tuin te zijnen laste is, daaraan besteedt ter voorkoming, dat het voor deel, dat de tuin hem oplevert, en daarmee de opbrengst van zijn ambt achteruit gaat „overwegende, dat hieruit volgt, dat de be streden uitspraak niet in stand kan blijven „dat de raad van beroep alsnog, lettende op hetgeen partijen daaromtrent hebben aange voerd, het zuiver bedrag der opbrengst van be- langhebbendes ambt, voorzooveel betreft het voordeel van vrije woning, pastorie met tuin, zal hebben vast te stellen." (Heraut) De Javaansche Bundel voor Kerkgezang. Op de te Malang gehouden conferentie van Zendingsarbeiders in het Javaansche taalgebied, is ook gesproken over de kwestie van een Ja- vaanschen Bundel voor Kerkgezang. De „Opwekker" geeft daarvan dit verslag Door de beslissing van de laatst gehouden Sy node staat het vast, dat voor het Zendingswerk der Gereformeerde Kerken de bundel voor kerk gezang een berijming van alle 150 Psalmen zal moeten bevatten. Naar aanleiding hiervan werd de vraag aan de orde gesteld, of onder deze om standigheden het gebruik van een gemeenschap- pelijken bundel voor alle terreinen in de toe komst nog mogelijk is m.a.w. of de andere Zen dingsterreinen bezwaar maken tegen een kerk boek, dat alle 150 Psalmen bevat. Langdurig en breed is over deze kwestie ge handeld. De verschillende Zendingsconferenties hebben zich alle uitgesproken tegen een bundel met de 150 Psalmen. Voor de Salatiga- en Doopsgezinde Zending waren het uitsluitend practische bezwaren, die tot deze uitspraak ge- pathieke vent, die broer van je." „Toen je met verlof ging? 's Morgens?" „Ja, hij was officier van piket en had de pos ten afgereden. Hij vertelde, jou ook te hebben gesproken. Dat je 's avonds niet eens naar Hulst gaatJe mag nu weg. En je kunt mijn fiets wel leenen. Je broer heeft een gezellige kamer en hij stelt het op prijs, eens bezoek te ontvangen. Meestal is hij alleen. De verhouding onder de officieren in Hulst is best, maar ja, het verschil in levensbeschouwing spreekt natuurlijk een woordje mee. Ga er toch eens heen, kerel." Hulst is mij te ver. Ik ben blij, als ik weer in mijn kwartier ben." „Kom, kom, zoo'n jonge vent. Het zal je goed doen." Dolf gaf er geen antwoord op. „Hoe kom je met mijn broer in aanraking Ben je op zijn kamer geweest „Ja, ik heb jou toch ook de groeten van je moeder en zuster gebracht. Die werden mij ook voor je broer meegegeven." De verklaring was zoo logisch mogelijk en ook zeer aannemelijk. Toch zag Dolf Everaards met eenig wantrouwen aan, als rook hij lont. Hij was te snugger dan dat hij om den tuin ge leid worden kon. Everaards bemerkte het wel en nam zich voor, voorzichtig te zijn. Één ver keerde zet en alles kon bedorven worden. „Dat is ook zoo. Als moeder de groeten voor mijn broer meegeeft, moet je die ook brengen. Ik vind het aardig van je, dat je thuis bent aan- geloopen. Hoe kon je het vinden Er zijn in Rotterdam nog adresboeken", ant woordde Everaards droog. „Ga je, als je met

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1937 | | pagina 2