OFFICIEELE BERICHTEN.
Twee referaten zijn geleverd. In de morgen
vergadering heeft Ds. Meester van Brouwersha
ven gehandeld over Enkele fundamenteele vra
gen, betreffende de Kerk als instituut. Als eerste
punt stelde hij aan de orde de vraag naar de
verhouding van de Kerk als instituut tot de Kerk
als lichaam van Christus. Dat laatste is de ge
meenschap van alle geloovigen, door alle eeuwen
heen, op alle plaatsen, waar Christgeloovigen
zijn, met hun Hoofd Christus, welke gemeenschap
concreet is, en op alle levensterreinen. Het in
stituut werd omschreven als de plaatselijk onder
de leiding der ambten georganiseerde gemeen
schap der geloovigen, dus ,,het lichaam van
Christus" in zijn plaatselijke organisatie, welke
tot stand komt door samenwerking der geloovi
gen naar het bevel van Christus. Het tweede punt
handelde over het noodwendig locaal karakter
van de Kerk als instituut. Dat werd bewezen
a. met het schriftuurlijk spraakgebruik van het
woord ekklesiab. uit de N. Testamentische
kerkinrichting, in onderscheiding van die onder
het oude Testamentc. uit het structuurprinciep
van de Kerk als reëel menschelijk samenlevings
verband. Bij dit punt werd gewezen op de be-
teekenis van dit primair plaatselijk karakter der
Kerk ten aanzien van de beoordeeling der zoo
genaamde oecumenische beweging, ten aanzien
van de pluraliteit van institutie, de ambten en het
handelen in kerkverband.
In de derde plaats handelde spreker over het
tijdelijk-menschelijk karakter van de Kerk als
instituut. De kerk is eeuwig, maar het instituut
is tijdelijk al wijst het ook, daar het geheel be
trokken is op den Christus aan Gods rechter
hand, altijd boven den tijd uit. Uit het tijdelijk-
menschelijke volgt, dat de Kerk als instituut ge
brekkig en gebroken door de zondemacht, zooals
alles in deze wereld. In de vierde plaats werd
gehandeld over het doel van het instituut. In
onderscheiding van andere menschelijke organi
saties is ze geloofsgemeenschap, en dan bijzon
derlijk gemeenschap, om in het geloof den Naam
des Heeren aan te roepen en te belijden in de
publieke godsdienstoefening. Dat is het primaire
doel van het instituut. Alle overige arbeid der
Kerk moet altijd daarmee in direct verband staan,
hetgeen spreker met voorbeelden verduidelijkte,
ontleend aan het kerkelijk onderwijs, de tucht,
de diaconie. Voorts behoort natuurlijk ook tot
de roeping der Kerk als instituut de prediking
van het evangelie aan de wereld. In de vijfde
plaats werd getracht de verhouding van de Kerk
als instituut tot andere samenlevingsverbanden
in principe zuiver te stellen. Die verhouding zien
we beter, naarmate we scherper het eigen struc
tuurprinciep van het kerkelijk samenlevingsver
band onderscheiden. Om dat te benaderen, wees
spreker de bestemmingsfunctie en de fundeerings-
functie der Kerk aan. Wat betreft de verhouding
van de Kerk als instituut tot andere organisaties
is het meest bekend geworden de relatie Kerk
en Staatzulks vindt zijn oorzaak in de histo
rische worsteling tusschen beide. Spreker ein
digde met op te merken, dat door dezen histori-
schen strijd het inzicht in de verhouding van
Kerk en Staat zeer vertroebeld werd, het meest,
doordat het kerkelijk instituut haar eigen door
God verordende structuur had verloochend.
Daardoor is de historische worsteling tusschen
Kerk en Staat eigenlijk verbasterd tot een strijd
tusschen twee politieke machten, waarvan de
eene (Rome) zich, in afschuwelijke afgoderij,
met het lichaam van Christus heeft vereenzelvigd.
In de middagvergadering refereerde Ds. Tun-
derman van Vrouwepolder-Gapinge, over Sub-
stantialiteit en Individualiteit. Nadat spreker uit
voerig is ingegaan op enkele bezwaren, die wor
den ingebracht tegen wijzigingen in de traditio-
neele terminologie, bespreekt hij het moderne
functionalisme. Dit functionalisme erkent slechts
het bestaan van een of meer activistisch opge
vatte subjectsfuncties (Descartes cogito, Kant
transcendentaal bewustzijn; Dilthey vivo).
Wanneer van schriftgeloovige zijde verzet te
gen dit functionalisme wordt geboden, verdient
dat krachtigen steun. Gevraagd moet echter
worden, of dat verzet in zijn principieele kracht
niet wordt gebroken, wanneer men steun zoekt
in het substantiebegrip der voor-humanistische
metaphysica.
Nadat het spraakgebruik der Schrift bespro
ken is, analyseert spreker het metaphysische sub
stantiebegrip. In het bijzonder gaat hij in op het
substantiebegrip van Aristoteles en Thomas, dat
de substantie zoekt in de eenheid van vorm en
materie. Dat substantiebegrip is innerlijk anti-
nomisch het wezen wordt gezocht in het hoo-
gere, de individualiteit in het lagere. Bovendien
moet dat substantionalisme beschouwd worden
als verkapt functionalisme. Het overslaan van
het substantionalisme in het functionalisme is
een overgang binnen het gemeenschappelijk ka
der der immanentie-philosophie, die het Archi-
medisch punt zoekt in het theoretisch denken
zelf. Het functionalisme is de humaniseering van
het substantionalisme. Beide richtingen zoeken
de vastheid binnen onzen kosmos, terwijl wij
belijden, dat we de vastheid der wereld hebben
in onzen God.
Wanneer men van Christelijke zijde steun
zoekt in het substantialisme, dan blijft men be
vangen in de immanente spanningen van de on
schriftuurlijke wijsbegeerte, en wordt men be
trokken in de crisis van het moderne denken.
Als voorbeeld van deze laatste crisis wijst spre
ker op de doodsphilosophie van Heideggers
existentie-wijsbegeerte met haar angst-motief.
Bovendien wordt noch door het substantia
lisme, noch door het functionalisme rekenschap
gegeven van de individualiteit van de komische
totaliteiten.
Het individualiteitsprobleem is de crux aller
immanentiephilosophie (Prof. Dooyeweerd). Al
leen door een schriftuurlijk denken kan reken
schap van de individualiteits-structuur gegeven
worden.
Spreker wijst dan op de transcendentale idee
der individualiteit in de Wijsbegeerte der Wets-
idee, waardoor de individualiteit niet door een
begrip wordt omvat (wat onmogelijk is), maar
door een idee theoretisch wordt benaderd. Spre
ker laat tenslotte zien, hoe op deze wijze de in
dividualiteit benaderd wordt door de onderschei
ding van qualificeerende functie, radicaal-type,
stam-type en variabiliteits-type. In het bijzonder
wordt gewezen op de beteekenis van deze idee
voor de kennis van de verbandsstructuren.
Er volgde op deze schoone referaten een leer
zame en levendige bespreking.
Namens de Predikantenconferentie,
F. J. v. d. ENDE, Scriba.
KORT VERSLAG der Provinciale Synode
van Zeeland, gehouden op 9 Juni 1937
te Middelburg.
Art. 1. Opening. Namens de roepende kerk
van Middelburg wordt de Synode op de gebrui
kelijke wijze geopend door Ds. A. H. Oussoren,
predikant bij die kerk.
Art. 2. Constitueering. De credentiebrieven
worden nagezien, alle primi afgevaardigden zijn
tegenwoordig, de Synode constitueert zich.
Art. 3. Moderamen. Tot leden van het Mo-
deramen worden gekozen de predikanten A. C.
Heij, Praeses A. Scheele, Assessor A. B. W.
M. Kok, le Scriba; J. van Lonkhuijzen, 2e Scriba.
Art. 4. In memoriam van Ds. S. Groeneveld.
De Praeses spreekt een woord van herinnering
en hartelijke waardeering van den zoo pas plot
seling overleden emeritus-predikant van Terneu-
zen, n.l. Ds. S. Groeneveld. Een schrijven van
deelneming zal aan de familie gezonden worden.
Art. 5. Notulen. De notulen worden, met ge
ringe aanvulling, als in de Acta der Synode op
genomen, vastgesteld.
Art. 6. Correspondentie. Ds. van den Ende,
Scriba der vorige Synode, doet op verzoek van
den Praeses mededeeling van de correspondentie
namens de Synode gevoerd. Een schrijven werd
ontvangen van de laatst gehouden Generale Sy
node onzer Kerken betreffende de vraag onzer
Synode om advies inzake de behartiging der
kerkelijke belangen van de Geref. Hollanders in
Londen. De Synode ging op deze zaak niet in.
Zie Acta art. 65. Ds. A. Scheele geeft eenige
nadere toelichting.
Art. 7. Ingekomen Stukken
a. Circulaire van de Deputaten voor het Ver
band van de Geref. Kerken en de Theol. Facul
teit der V. U.
b. Schrijven van br. K. d. V. te Z. Hem
wordt toegestaan 250.uit de kas der Synode.
Art. 8. Rapporten
a. Over de zaken van Art. 13 K.O. De ar
beid der Deputaten wordt met dankzegging goed
gekeurd. De begrooting wordt vastgesteld. De
voorstellen der Dep. worden aanvaard. Aan
gaande de aansluiting bij de voorgenomen lan
delijke saamwerking wordt besloten daar alsnog
niet toe over te gaan.
b. Der Dep. voor de zaken van Art. 19 K.O.
Het rapport wordt eveneens met dank goedge
keurd. Het voorstel om geen collecte dit jaar
voor dit doel te houden, wordt aangenomen.
Ook wordt aangenomen het voorstel der Dep.
tot wijziging der regeling voor alumni, met de
toevoeging, dat Dep. een revisie-ontwerp der
geheele regeling het volgende jaar aan de Part.
Synode zullen voorleggen.
c. Zending. De rekening en verantwoording
van den Penningmeester over 1936 worden goed
gekeurd. De begrooting wordt vastgesteld. De
bedragen voor den hoofddienst worden gerekend
naar het percentage in gebruik bij Art. 13 e.a.
Aangezien de gehoopte samenspreking met de
Part. Synode van N. Br. en Limburg dit jaar
mislukt is, zoo zal het voorstel blijven gelden
voor het komende jaar en zal aan de roepende
kerk opgedragen worden den datum voor de
samenkomst onzer Synode te bepalen na den
datum waarop de Synode van N. Br. en Limburg
gehouden wordt. Ook wordt aan de Zendings-
deputaten opgedragen de vraag in studie te ne
men, hoe onze Zending, bij vermeerdering van
zegen en arbeid, ook tot meerdere ontvangsten
kan geraken. Een schrijven zal uitgaan van deze
Synode tot Ds. Merkelijn en de Zendingsarbei
ders, waarin uitdrukking gegeven wordt van ons
meeleven met den arbeid. Voorts wordt besloten
op Zondag 12 September een jubileum-dag voor
onze Zending te houden, met een jubileum-col
lecte. Voor den Medischen dienst worden voor
de te storten bedragen de cijfers van het percen
tage van dit jaar nog behouden.
d. Hulpbehoevende Kerken. Het finantieele
verslag der Deputaten wordt goedgekeurd. De
gedane aanvragen worden toegestaan.
e. Prov. Fonds tot ondersteuning van Hulp
behoevende Diaconieën, die idioten en andere
ellendigen verzorgen. Dr. J. J. van den Berg uit
Goes geeft verslag en beantwoordt enkele vra
gen. Besloten wordt dit jaar Yi collecte te hou
den.
Evangelisatie. Het finantieel verslag wordt
goedgekeurd en de aangevraagde bedragen wor
den toegestaan, alsook de gevraagde collecte.
g. Theol. School. De curator, Ds. A. Schee
le, doet verslag van de zaken der School. Enkele
besprekingen volgen. Elke plaatselijke kerk zal
zorgen voor een plaatselijken correspondent.
h. Art. 49 K.O. Ook voor dezen arbeid rap
porteert Ds. Scheele. De broeders worden door
den Praeses voor hun arbeid bedankt.
i. Quaestor. Alsnog rapporteert Ds. Scheele
betreffende de finantiën der Synode. Zijn voor
stellen dienaangaande worden aanvaard.
j. Archief. Aangaande het archief wordt ge
rapporteerd door br. van Donk. Men zal verder
werkzaam zijn tot completeering van het archief.
Art. 9. Onderzoek pensioen br. K. d. V. te
Z. De Comm. doet verslag bij monde van Ds.
v. d. Vegt en de conclusie der Comm. wordt
aanvaard.
Art. 10. Appèl-zaak. Van een appèl-zaak
wordt kennis genomen en deze wordt in handen
eener Commissie gegeven tot onderzoek en zoo
mogelijk tot oplossing.
Art. 11. Drukwerk. Ds. M. Vreugdenhil rap
porteert namens de Comm. aangewezen om naar
aanleiding van een verzoek van br. L. te T. een
onderzoek in te stellen inzake het drukken van
drukwerk der Synode door bedrijven niet aan
gesloten bij de Chr. organisatie dier bedrijven.
De conclusie der Comm. wordt aanvaard t. w.
dat aan het verzoek van br. L. te T. om prin
cipieele redenen niet kan worden voldaan.
Art. 12. Benoemingen. Tot Deputaten der
Part. Synode worden benoemd
Archiefbewarende Kerk De Kerk van Goes
(Oud. H. C. van Donk, Goes, in samenw. met
Di F. J. v. d. Ende en A. Scheele).
CorrespondentDs. W. H. v. d. Vegt, Goes.
Quaestor Ds. A. Scheele. Giro no. 278425.
Sec. Ds. W. M. le Cointre.
Curator Theol. SchoolDs. A. Scheele. Sec.
Ds. W. H. v. d. Vegt.
Voor Art. 11 K.O.Ds. F. J. v. d. Ende
(voorz. en penn.) en C. P. Vogelaar te Krab-
bendijke J. Boidin te Schoondijke (secr.), Ds.
A. Koning, St. Laurens en Ds. Joh. Booij, Hein-
kenszand. Generaal-Deputaat Ds. F. J. van den
Ende, Sec.Ds. A. Koning.
Voor Art. 13 K.O. Cl. AxelDs. J. S. Post.
Sec. Ds. A. B. W. M. Kok. Cl. Goes Ds. A.
Scheele. Sec. Ds. J. Koolstra. Cl. Middelburg
C. P. Pouwer. Sec. J. Louwerse. Cl. Tholen
J. J. Boon (Penningm.). Sec. Ds. C. A. Vreug
denhil. Cl. Zierikzee Ds. F. J. v. d. Ende. Sec.:
Dr. J. van Lonkhuijzen. Generaal-DeputaatDs.
A. Scheele. Sec. C. P. Pouwer.
Voor Art. 19 K.O.Di. A. B. W. M. Kok,
Joh. Booij, D. Bremmer (Penningm.), C. A.
Vreugdenhil en F. J. v. d. Ende. Sec. Di J. S.
Post, G. van Heiningen, W. F. M. Lindeboom,
J. Spoelstra en Dr. J. van Lonkhuijzen.
Voor Art. 49 K.O. Di. A. Scheele (adres),
J. S. Post, A. C. Heij, W. M. le Cointre en
F. J. v. d. Ende. Sec.Di A. B. W. M. Kok,
E. Beukema, M. Vreugdenhil, Dr. C. Veltenaar
en Dr. J. van Lonkhuijzen.
Voor de Zending
Cl. AxelDs. D. de Vries. Sec.Ds. J. A.
Tiemens.
Cl. GoesDs. A. Scheele. Sec.Ds. W. H.
v. d. Vegt.
Cl. Middelburg Ds. A. C. Heij. Sec.Ds.
C. B. Bavinck.
Cl. Tholen Ds. W. M. le Cointre. Sec. Ds.
C. A. Vreugdenhil.
Cl. ZierikzeeDr. J. v. Lonkhuijzen. Sec.
Ds. J. B. Vogelaar.
Voor Evangelisatie
Cl. AxelDs. A. B. W. M. Kok. Sec.Ds.
J. S. Post.
Cl. Goes: Ds. G. v. Heiningen (penn.). Sec.:
Ds. W. H. v. d. Vegt.
Cl. Middelburg Ds. D. Bremmer. Sec. Ds.
G. Smeenk.
Cl. Tholen Ds. W. M. le Cointre. Sec.Ds.
C. A. Vreugdenhil.
Cl. ZierikzeeDr. J. v. Lonkhuijzen. Sec.
Ds. J. B. Vogelaar.
Voor de Kas tot ondersteuning van diaconieën:
Cl. AxelF. de Koeyer, Zaamslag. Cl. Goes
Dr. J. J. v. d. Beg, Valckenstr. 3, Goes. Cl. Mid
delburg A. J. Huysman, Meliskerke. CI. Tholen:
J. v. Luyk. CI. Zierikzee W. v. d. Berg, Brui-
nisse.
Voor nazien boeken der verschillende quaes
tores Goes.
De Kerk van Goes zal D.V. de volgende Sy
node samenroepen.
Art. 13. Omvraag. Ds. Scheele dankt de Part.
Synode namens de predikantenconferentie. Ook
voor het a.s. jaar zal de Synode haar dezelfde
vriendelijkheid bewijzen.
Art. 14. Sluiting. Ds. Scheele bedankt den
voorzitter voor zijn leiding, waarnaar de Praeses
voorgaat in dankgebed en de Synode sluit.
In naam en op last der Synode,
J. VAN LONKHUIJZEN, 2e Scriba.
KORT VERSLAG der 17e Provinciale
Diaconale Conferentie in Zeeland, ge
houden te Goes, den 11 Juni 1937 in
de Gereformeerde Kerk.
Te ruim 10 uur opent de Voorzitter, br. W.
v. d. Berg, de vergadering, laat zingen Ps. 146:4
en 5, leest dien Psalm en gaat voor in gebed.
In zijn openingswoord zegt hij ,,In verband
met de verkiezingen is er allerlei lectuur ver
spreid, waaruit na lezing bleek, dat allen het
stuk der welvaart aan de orde stelden.
Vooral van rev. zijde zou, naar een zeker
plan, er geen probleem van welvaart meer hoeven
te zijn. Ook de H. S. werd genoemd en de eer
ste Christengemeente werd als voorbeeld ge
noemd voor het Communisme.
Wanneer ge in uw bijbel leest inplaats van er
overheen, dan blijkt, dat Mozes de wet heeft
gegeven waarin ook over de armoede wordt ge
sproken. De Heere heeft het in Zijn wijsheid ge
wild, dat er armen zullen zijn. Maar zij hebben
recht op bescherming en hulp. In dezen Psalm
komt duidelijk aan het licht de macht van God
tegenover de broosheid van den mensch.
De Majesteit Gods strekt zich uit tot den
ellendige. De Heere werkt middellijk. De uit
oefening van de zorg over armen en ellendigen
heeft Hij opgedragen aan den dienst der barm
hartigheid. En deze eenvoudige arbeid in dien
dienst heeft hooge beteekenis. Israëls zang wekt
op tot Godsbetrouwen. Dit is ook in het diaken
ambt noodig. Jacobs God ter hulpe te weten, dat
geeft moed en kracht om in de nooden en be
hoeften te blijven voorzien en troost te brengen,
waar daaraan behoefte is. Laten we dit jaar weer
beginnen met de bescheiden middelen die ons
ten dienste staan en als het jaar voorbij is, zie,
dan zijn we weer uitgekomen.
De adviseurs, Ds. A. Koning en Ds. J. Spoelstra.
worden welkom geheeten en dank gebracht voor
hun bereidwilligheid om ons als zoodanig te
willen dienen.
Aanwezig zijn 68 broeders, vertegenwoordi
gende 39 Diaconieën.
De notulen worden, zonder voorlezing, vast
gesteld en goedgekeurd.
De Penningmeester brengt verslag uit over zijn
financieel beheer, waaruit blijkt, dat er op 1 Jan.
1937 een batig saldo was van 354.26.
De Diaconie van Wolfaartsdijk brengt dan
verslag uit over de gehouden controle van kas
en boeken, die in orde werden bevonden. De
Penningmeester wordt dank gebracht voor zijn
beheer.
De uitslag der stemming voor verkiezing van
Comitéleden is, dat gekozen zijn de brs P. Diele-
man en G. Bijlinga en herkozen br. W. v. d. Berg.
Allen nemen hun benoeming aan.
De afgetreden broeders Snoodijk en Timmer
mans worden in hartelijke bewoordingen dank
gebracht voor hun gedane arbeid in het belang
der Conferentie. Zij zelf danken voor het geno
ten vertrouwen en de hartelijke samenwerking,
die zij hebben ondervonden.
Br. Wessels, oud-Voorzitter, ter vergadering
aanwezig, vraagt en verkrijgt het woord om de
broeders te danken voor de hem geschonken
foto bij het beëindigen van zijn Voorzitterschap,
welke foto ter bezichtiging is neergelegd in de
consistoriekamer
Thans komt in behandeling „Navraag vruch
ten der vorige Conferentie", welke een aanlei
ding tot bespreking gaf.
Nu is aan de orde een vraagpunt van het Co
mité „Is het de taak der Diaconie de onder
steuning van de aan hun zorg toevertrouwde ar
men zoodanig te stellen, dat ook zij mede kunnen
bijdragen aan de vrijwillige bijdragen voor de
kerk
Na een korte inleiding komt deze vraag in be
spreking. Het voor en het tegen wordt breed
voerig besproken. Uit de besprekingen blijkt, dat
het wenschelijk geacht moet worden, dat zij, die
ondersteuning genieten ook mede de verantwoor
delijkheid moeten gevoelen, dat ook zij verplich
tingen tegenover de kerk hebben en mitsdien ook
de kerk financieel behooren te steunen.
Zoo noodig hebben de Diaconieën de plicht
om in deze de helpende hand te bieden.
Tijdens de vergadering vraagt een der Diaco-
niën advies „Hoe moet de houding van de Dia
conie zijn tegenover een werkschuwe broeder
Nadat eerst de gewenschte inlichtingen zijn
verstrekt tot een betere beoordeeling, wordt, na
lange bespreking, geadviseerd tegen zulk een
broeder met kracht op te treden door aanhou
dende vermaning, toepassing der kerkelijke tucht,
zoonoodig tot de uiterste remedie doorvoeren.
Blijven hulp verleenen in geen geval met geld,
doch in natura, daar bij rekening te houden met
het geheele gezin.
Na het sluiten der morgenvergadering worden
de broeders in de gelegenheid gesteld om gebruik
te maken van den kouden maaltijd door de goede
zorgen van de Diaconie van Goes aangericht.
Om half twee opent de Voorzitter de middag
vergadering en laat zingen Ps. 72 7.
Dr. Los van 's-Gravenhage ter vergadering
gekomen, wordt door den Voorzitter welkom
geheeten en in de gelegenheid gesteld zijn aan
gekondigd referaat te houden over „Barmhartig
heid en recht in de uitoefening van het diaconaal
ambt" aan de hand van onderstaande stellingen.
a. Barmhartigheid en rechtvaardigheid zijn
eigenschappen, die Hij openbaart in Zijn schep
pingswerk en in Zijn Woord. Tusschen de da
den, uit deze eigenschappen voortvloeiende, be
staat geen antinomie, want zij staan, blijkens de
historie, in wisselwerking met elkaar.
b. In de verbanden van gezin, familie, Kerk
en Staat, ondergaan de zedelijke en de rechts
sferen en functies veranderingen door den in
vloed van zonde en genade, doch hun oorspron
kelijk wezen wordt daardoor niet aangetast.
c. In het gezin en de familie staan de zede
lijke liefdesbetrekkingen in verband met rechts
verhoudingen, b.v. kinderen hebben recht op on
derhoud door de ouders. De rechtsverhoudingen
in gezin en familie zijn niet compleet, tenzij zij
geheiligd zijn door de religieus-zedelijke liefde,
b.v. kinderen, zooals Jozef en David, achtten het
een eer om hun ouders en familie te mogen
onderhouden.
d. Bij storingen in de zedelijke- en rechtsver
houdingen in gezinnen en families, die, hetzij ge
heel of gedeeltelijk, tot een Kerk behooren, heb
ben allereerst de opzieners van die Kerk de
roeping om door gebeden, vermaningen en op
voeding naar Gods Woord de normale betrek
kingen te herstellen. Zij kunnen daarbij wijzen
op Schriftuurplaatsen als 2 Sam. 9 vs 7 1 Tim.
5 vs 4, alsmede op de voorbeelden van Calvijn
en de Geref. vaderen in ons land.
e. Het diaconaat treedt op tot herstel van de
verbroken stoffelijke gelijkheid (evenwicht) tus
schen de leden der Kerk. Hieruit volgt het ver
leenen van bijstand van hen, die waarlijk be
hoeftig zijn niet alleen door onderhoud, maar
ook door het helpen handhaven van hun recht
op onderhoud door derden, b.v. als weezen tekort
gedaan worden door onderhoudsplichtigen.
Het diaconaat heeft ook te zorgen, dat de
Gemeente niet bezwaard worde, door bedrog van
gealimenteerden, door weigering van onderhouds
plicht, door verzuim van vergoeding bij veran
derde levensomstandigheden of door obstructie
tegen de sociale wetten van de overheid. De
middelen, om die bezwaring te voorkomen of te
verhelpen, zijn broederlijke vermaning van de
betrokkenen, aanbrengen van deze bij den raad
der Kerk, scheidsrechterlijke uitspraak, doch
geen dwang, aangezien de Kerk des Heeren geen
ander zwaard heeft dan het zwaard des Geestes,
d.i. Gods Woord,
waaraan als conclusie moet worden toegevoegd:
„Dat de Diaconie, hetzij direct of indirect,
mag gebruik maken van de rechtspraak door de
Overheid, uitgezonderd in gevallen waarin de
verhoudingen van Gods Woord en het betoon
van broederlijke liefde daartoe schade zou leiden".
Spreker zegtEr zijn twee zedelijke deugden,
die onder de menschen weinig gevonden wor
den, rechtvaardigheid en recht. David vraagt om
niet in de handen der menschen te vallen. Zoo
ook wat het recht betreft. De Heere spreekt over
een onrechtvaardigen rechter, die tot toegeven
wordt bewogen.
Pontius Pilatus is een schandvlek over de ge
heele wereld wat beide deugden betreft.
God alleen is de bron van alle goed.
Er moet onder ons gevonden worden een
handhaven van rechtvaardigheid en recht.
De band, die voortvloeit uit de gemeenschap
der Heiligen, moet onder ons worden gevonden,
en komt indirect in aanraking met de gezinsliefde.
De diaken komt met het recht in aanraking door
de wetgeving, het uitwisselend recht (gaven door
de gemeente gegeven), vergeldingsrecht.
Op diaconaal terrein mag er geen tegenstelling
zijn tusschen liefde en recht. Liefde en recht
moeten in het ambtelijke werk tot hun volle recht
komen. Het doel wordt niet bereikt als dit met
elkaar in botsing komt.
De diakenen hebben de roeping de ongelijk
heid weg te nemen.
Door de zonde ondergaat ze een zekere ver
andering in den persoon van den diaken. Het