OFFICIEELE BERICHTEN. Twee referaten zijn geleverd. In de morgen vergadering heeft Ds. Meester van Brouwersha ven gehandeld over Enkele fundamenteele vra gen, betreffende de Kerk als instituut. Als eerste punt stelde hij aan de orde de vraag naar de verhouding van de Kerk als instituut tot de Kerk als lichaam van Christus. Dat laatste is de ge meenschap van alle geloovigen, door alle eeuwen heen, op alle plaatsen, waar Christgeloovigen zijn, met hun Hoofd Christus, welke gemeenschap concreet is, en op alle levensterreinen. Het in stituut werd omschreven als de plaatselijk onder de leiding der ambten georganiseerde gemeen schap der geloovigen, dus ,,het lichaam van Christus" in zijn plaatselijke organisatie, welke tot stand komt door samenwerking der geloovi gen naar het bevel van Christus. Het tweede punt handelde over het noodwendig locaal karakter van de Kerk als instituut. Dat werd bewezen a. met het schriftuurlijk spraakgebruik van het woord ekklesiab. uit de N. Testamentische kerkinrichting, in onderscheiding van die onder het oude Testamentc. uit het structuurprinciep van de Kerk als reëel menschelijk samenlevings verband. Bij dit punt werd gewezen op de be- teekenis van dit primair plaatselijk karakter der Kerk ten aanzien van de beoordeeling der zoo genaamde oecumenische beweging, ten aanzien van de pluraliteit van institutie, de ambten en het handelen in kerkverband. In de derde plaats handelde spreker over het tijdelijk-menschelijk karakter van de Kerk als instituut. De kerk is eeuwig, maar het instituut is tijdelijk al wijst het ook, daar het geheel be trokken is op den Christus aan Gods rechter hand, altijd boven den tijd uit. Uit het tijdelijk- menschelijke volgt, dat de Kerk als instituut ge brekkig en gebroken door de zondemacht, zooals alles in deze wereld. In de vierde plaats werd gehandeld over het doel van het instituut. In onderscheiding van andere menschelijke organi saties is ze geloofsgemeenschap, en dan bijzon derlijk gemeenschap, om in het geloof den Naam des Heeren aan te roepen en te belijden in de publieke godsdienstoefening. Dat is het primaire doel van het instituut. Alle overige arbeid der Kerk moet altijd daarmee in direct verband staan, hetgeen spreker met voorbeelden verduidelijkte, ontleend aan het kerkelijk onderwijs, de tucht, de diaconie. Voorts behoort natuurlijk ook tot de roeping der Kerk als instituut de prediking van het evangelie aan de wereld. In de vijfde plaats werd getracht de verhouding van de Kerk als instituut tot andere samenlevingsverbanden in principe zuiver te stellen. Die verhouding zien we beter, naarmate we scherper het eigen struc tuurprinciep van het kerkelijk samenlevingsver band onderscheiden. Om dat te benaderen, wees spreker de bestemmingsfunctie en de fundeerings- functie der Kerk aan. Wat betreft de verhouding van de Kerk als instituut tot andere organisaties is het meest bekend geworden de relatie Kerk en Staatzulks vindt zijn oorzaak in de histo rische worsteling tusschen beide. Spreker ein digde met op te merken, dat door dezen histori- schen strijd het inzicht in de verhouding van Kerk en Staat zeer vertroebeld werd, het meest, doordat het kerkelijk instituut haar eigen door God verordende structuur had verloochend. Daardoor is de historische worsteling tusschen Kerk en Staat eigenlijk verbasterd tot een strijd tusschen twee politieke machten, waarvan de eene (Rome) zich, in afschuwelijke afgoderij, met het lichaam van Christus heeft vereenzelvigd. In de middagvergadering refereerde Ds. Tun- derman van Vrouwepolder-Gapinge, over Sub- stantialiteit en Individualiteit. Nadat spreker uit voerig is ingegaan op enkele bezwaren, die wor den ingebracht tegen wijzigingen in de traditio- neele terminologie, bespreekt hij het moderne functionalisme. Dit functionalisme erkent slechts het bestaan van een of meer activistisch opge vatte subjectsfuncties (Descartes cogito, Kant transcendentaal bewustzijn; Dilthey vivo). Wanneer van schriftgeloovige zijde verzet te gen dit functionalisme wordt geboden, verdient dat krachtigen steun. Gevraagd moet echter worden, of dat verzet in zijn principieele kracht niet wordt gebroken, wanneer men steun zoekt in het substantiebegrip der voor-humanistische metaphysica. Nadat het spraakgebruik der Schrift bespro ken is, analyseert spreker het metaphysische sub stantiebegrip. In het bijzonder gaat hij in op het substantiebegrip van Aristoteles en Thomas, dat de substantie zoekt in de eenheid van vorm en materie. Dat substantiebegrip is innerlijk anti- nomisch het wezen wordt gezocht in het hoo- gere, de individualiteit in het lagere. Bovendien moet dat substantionalisme beschouwd worden als verkapt functionalisme. Het overslaan van het substantionalisme in het functionalisme is een overgang binnen het gemeenschappelijk ka der der immanentie-philosophie, die het Archi- medisch punt zoekt in het theoretisch denken zelf. Het functionalisme is de humaniseering van het substantionalisme. Beide richtingen zoeken de vastheid binnen onzen kosmos, terwijl wij belijden, dat we de vastheid der wereld hebben in onzen God. Wanneer men van Christelijke zijde steun zoekt in het substantialisme, dan blijft men be vangen in de immanente spanningen van de on schriftuurlijke wijsbegeerte, en wordt men be trokken in de crisis van het moderne denken. Als voorbeeld van deze laatste crisis wijst spre ker op de doodsphilosophie van Heideggers existentie-wijsbegeerte met haar angst-motief. Bovendien wordt noch door het substantia lisme, noch door het functionalisme rekenschap gegeven van de individualiteit van de komische totaliteiten. Het individualiteitsprobleem is de crux aller immanentiephilosophie (Prof. Dooyeweerd). Al leen door een schriftuurlijk denken kan reken schap van de individualiteits-structuur gegeven worden. Spreker wijst dan op de transcendentale idee der individualiteit in de Wijsbegeerte der Wets- idee, waardoor de individualiteit niet door een begrip wordt omvat (wat onmogelijk is), maar door een idee theoretisch wordt benaderd. Spre ker laat tenslotte zien, hoe op deze wijze de in dividualiteit benaderd wordt door de onderschei ding van qualificeerende functie, radicaal-type, stam-type en variabiliteits-type. In het bijzonder wordt gewezen op de beteekenis van deze idee voor de kennis van de verbandsstructuren. Er volgde op deze schoone referaten een leer zame en levendige bespreking. Namens de Predikantenconferentie, F. J. v. d. ENDE, Scriba. KORT VERSLAG der Provinciale Synode van Zeeland, gehouden op 9 Juni 1937 te Middelburg. Art. 1. Opening. Namens de roepende kerk van Middelburg wordt de Synode op de gebrui kelijke wijze geopend door Ds. A. H. Oussoren, predikant bij die kerk. Art. 2. Constitueering. De credentiebrieven worden nagezien, alle primi afgevaardigden zijn tegenwoordig, de Synode constitueert zich. Art. 3. Moderamen. Tot leden van het Mo- deramen worden gekozen de predikanten A. C. Heij, Praeses A. Scheele, Assessor A. B. W. M. Kok, le Scriba; J. van Lonkhuijzen, 2e Scriba. Art. 4. In memoriam van Ds. S. Groeneveld. De Praeses spreekt een woord van herinnering en hartelijke waardeering van den zoo pas plot seling overleden emeritus-predikant van Terneu- zen, n.l. Ds. S. Groeneveld. Een schrijven van deelneming zal aan de familie gezonden worden. Art. 5. Notulen. De notulen worden, met ge ringe aanvulling, als in de Acta der Synode op genomen, vastgesteld. Art. 6. Correspondentie. Ds. van den Ende, Scriba der vorige Synode, doet op verzoek van den Praeses mededeeling van de correspondentie namens de Synode gevoerd. Een schrijven werd ontvangen van de laatst gehouden Generale Sy node onzer Kerken betreffende de vraag onzer Synode om advies inzake de behartiging der kerkelijke belangen van de Geref. Hollanders in Londen. De Synode ging op deze zaak niet in. Zie Acta art. 65. Ds. A. Scheele geeft eenige nadere toelichting. Art. 7. Ingekomen Stukken a. Circulaire van de Deputaten voor het Ver band van de Geref. Kerken en de Theol. Facul teit der V. U. b. Schrijven van br. K. d. V. te Z. Hem wordt toegestaan 250.uit de kas der Synode. Art. 8. Rapporten a. Over de zaken van Art. 13 K.O. De ar beid der Deputaten wordt met dankzegging goed gekeurd. De begrooting wordt vastgesteld. De voorstellen der Dep. worden aanvaard. Aan gaande de aansluiting bij de voorgenomen lan delijke saamwerking wordt besloten daar alsnog niet toe over te gaan. b. Der Dep. voor de zaken van Art. 19 K.O. Het rapport wordt eveneens met dank goedge keurd. Het voorstel om geen collecte dit jaar voor dit doel te houden, wordt aangenomen. Ook wordt aangenomen het voorstel der Dep. tot wijziging der regeling voor alumni, met de toevoeging, dat Dep. een revisie-ontwerp der geheele regeling het volgende jaar aan de Part. Synode zullen voorleggen. c. Zending. De rekening en verantwoording van den Penningmeester over 1936 worden goed gekeurd. De begrooting wordt vastgesteld. De bedragen voor den hoofddienst worden gerekend naar het percentage in gebruik bij Art. 13 e.a. Aangezien de gehoopte samenspreking met de Part. Synode van N. Br. en Limburg dit jaar mislukt is, zoo zal het voorstel blijven gelden voor het komende jaar en zal aan de roepende kerk opgedragen worden den datum voor de samenkomst onzer Synode te bepalen na den datum waarop de Synode van N. Br. en Limburg gehouden wordt. Ook wordt aan de Zendings- deputaten opgedragen de vraag in studie te ne men, hoe onze Zending, bij vermeerdering van zegen en arbeid, ook tot meerdere ontvangsten kan geraken. Een schrijven zal uitgaan van deze Synode tot Ds. Merkelijn en de Zendingsarbei ders, waarin uitdrukking gegeven wordt van ons meeleven met den arbeid. Voorts wordt besloten op Zondag 12 September een jubileum-dag voor onze Zending te houden, met een jubileum-col lecte. Voor den Medischen dienst worden voor de te storten bedragen de cijfers van het percen tage van dit jaar nog behouden. d. Hulpbehoevende Kerken. Het finantieele verslag der Deputaten wordt goedgekeurd. De gedane aanvragen worden toegestaan. e. Prov. Fonds tot ondersteuning van Hulp behoevende Diaconieën, die idioten en andere ellendigen verzorgen. Dr. J. J. van den Berg uit Goes geeft verslag en beantwoordt enkele vra gen. Besloten wordt dit jaar Yi collecte te hou den. Evangelisatie. Het finantieel verslag wordt goedgekeurd en de aangevraagde bedragen wor den toegestaan, alsook de gevraagde collecte. g. Theol. School. De curator, Ds. A. Schee le, doet verslag van de zaken der School. Enkele besprekingen volgen. Elke plaatselijke kerk zal zorgen voor een plaatselijken correspondent. h. Art. 49 K.O. Ook voor dezen arbeid rap porteert Ds. Scheele. De broeders worden door den Praeses voor hun arbeid bedankt. i. Quaestor. Alsnog rapporteert Ds. Scheele betreffende de finantiën der Synode. Zijn voor stellen dienaangaande worden aanvaard. j. Archief. Aangaande het archief wordt ge rapporteerd door br. van Donk. Men zal verder werkzaam zijn tot completeering van het archief. Art. 9. Onderzoek pensioen br. K. d. V. te Z. De Comm. doet verslag bij monde van Ds. v. d. Vegt en de conclusie der Comm. wordt aanvaard. Art. 10. Appèl-zaak. Van een appèl-zaak wordt kennis genomen en deze wordt in handen eener Commissie gegeven tot onderzoek en zoo mogelijk tot oplossing. Art. 11. Drukwerk. Ds. M. Vreugdenhil rap porteert namens de Comm. aangewezen om naar aanleiding van een verzoek van br. L. te T. een onderzoek in te stellen inzake het drukken van drukwerk der Synode door bedrijven niet aan gesloten bij de Chr. organisatie dier bedrijven. De conclusie der Comm. wordt aanvaard t. w. dat aan het verzoek van br. L. te T. om prin cipieele redenen niet kan worden voldaan. Art. 12. Benoemingen. Tot Deputaten der Part. Synode worden benoemd Archiefbewarende Kerk De Kerk van Goes (Oud. H. C. van Donk, Goes, in samenw. met Di F. J. v. d. Ende en A. Scheele). CorrespondentDs. W. H. v. d. Vegt, Goes. Quaestor Ds. A. Scheele. Giro no. 278425. Sec. Ds. W. M. le Cointre. Curator Theol. SchoolDs. A. Scheele. Sec. Ds. W. H. v. d. Vegt. Voor Art. 11 K.O.Ds. F. J. v. d. Ende (voorz. en penn.) en C. P. Vogelaar te Krab- bendijke J. Boidin te Schoondijke (secr.), Ds. A. Koning, St. Laurens en Ds. Joh. Booij, Hein- kenszand. Generaal-Deputaat Ds. F. J. van den Ende, Sec.Ds. A. Koning. Voor Art. 13 K.O. Cl. AxelDs. J. S. Post. Sec. Ds. A. B. W. M. Kok. Cl. Goes Ds. A. Scheele. Sec. Ds. J. Koolstra. Cl. Middelburg C. P. Pouwer. Sec. J. Louwerse. Cl. Tholen J. J. Boon (Penningm.). Sec. Ds. C. A. Vreug denhil. Cl. Zierikzee Ds. F. J. v. d. Ende. Sec.: Dr. J. van Lonkhuijzen. Generaal-DeputaatDs. A. Scheele. Sec. C. P. Pouwer. Voor Art. 19 K.O.Di. A. B. W. M. Kok, Joh. Booij, D. Bremmer (Penningm.), C. A. Vreugdenhil en F. J. v. d. Ende. Sec. Di J. S. Post, G. van Heiningen, W. F. M. Lindeboom, J. Spoelstra en Dr. J. van Lonkhuijzen. Voor Art. 49 K.O. Di. A. Scheele (adres), J. S. Post, A. C. Heij, W. M. le Cointre en F. J. v. d. Ende. Sec.Di A. B. W. M. Kok, E. Beukema, M. Vreugdenhil, Dr. C. Veltenaar en Dr. J. van Lonkhuijzen. Voor de Zending Cl. AxelDs. D. de Vries. Sec.Ds. J. A. Tiemens. Cl. GoesDs. A. Scheele. Sec.Ds. W. H. v. d. Vegt. Cl. Middelburg Ds. A. C. Heij. Sec.Ds. C. B. Bavinck. Cl. Tholen Ds. W. M. le Cointre. Sec. Ds. C. A. Vreugdenhil. Cl. ZierikzeeDr. J. v. Lonkhuijzen. Sec. Ds. J. B. Vogelaar. Voor Evangelisatie Cl. AxelDs. A. B. W. M. Kok. Sec.Ds. J. S. Post. Cl. Goes: Ds. G. v. Heiningen (penn.). Sec.: Ds. W. H. v. d. Vegt. Cl. Middelburg Ds. D. Bremmer. Sec. Ds. G. Smeenk. Cl. Tholen Ds. W. M. le Cointre. Sec.Ds. C. A. Vreugdenhil. Cl. ZierikzeeDr. J. v. Lonkhuijzen. Sec. Ds. J. B. Vogelaar. Voor de Kas tot ondersteuning van diaconieën: Cl. AxelF. de Koeyer, Zaamslag. Cl. Goes Dr. J. J. v. d. Beg, Valckenstr. 3, Goes. Cl. Mid delburg A. J. Huysman, Meliskerke. CI. Tholen: J. v. Luyk. CI. Zierikzee W. v. d. Berg, Brui- nisse. Voor nazien boeken der verschillende quaes tores Goes. De Kerk van Goes zal D.V. de volgende Sy node samenroepen. Art. 13. Omvraag. Ds. Scheele dankt de Part. Synode namens de predikantenconferentie. Ook voor het a.s. jaar zal de Synode haar dezelfde vriendelijkheid bewijzen. Art. 14. Sluiting. Ds. Scheele bedankt den voorzitter voor zijn leiding, waarnaar de Praeses voorgaat in dankgebed en de Synode sluit. In naam en op last der Synode, J. VAN LONKHUIJZEN, 2e Scriba. KORT VERSLAG der 17e Provinciale Diaconale Conferentie in Zeeland, ge houden te Goes, den 11 Juni 1937 in de Gereformeerde Kerk. Te ruim 10 uur opent de Voorzitter, br. W. v. d. Berg, de vergadering, laat zingen Ps. 146:4 en 5, leest dien Psalm en gaat voor in gebed. In zijn openingswoord zegt hij ,,In verband met de verkiezingen is er allerlei lectuur ver spreid, waaruit na lezing bleek, dat allen het stuk der welvaart aan de orde stelden. Vooral van rev. zijde zou, naar een zeker plan, er geen probleem van welvaart meer hoeven te zijn. Ook de H. S. werd genoemd en de eer ste Christengemeente werd als voorbeeld ge noemd voor het Communisme. Wanneer ge in uw bijbel leest inplaats van er overheen, dan blijkt, dat Mozes de wet heeft gegeven waarin ook over de armoede wordt ge sproken. De Heere heeft het in Zijn wijsheid ge wild, dat er armen zullen zijn. Maar zij hebben recht op bescherming en hulp. In dezen Psalm komt duidelijk aan het licht de macht van God tegenover de broosheid van den mensch. De Majesteit Gods strekt zich uit tot den ellendige. De Heere werkt middellijk. De uit oefening van de zorg over armen en ellendigen heeft Hij opgedragen aan den dienst der barm hartigheid. En deze eenvoudige arbeid in dien dienst heeft hooge beteekenis. Israëls zang wekt op tot Godsbetrouwen. Dit is ook in het diaken ambt noodig. Jacobs God ter hulpe te weten, dat geeft moed en kracht om in de nooden en be hoeften te blijven voorzien en troost te brengen, waar daaraan behoefte is. Laten we dit jaar weer beginnen met de bescheiden middelen die ons ten dienste staan en als het jaar voorbij is, zie, dan zijn we weer uitgekomen. De adviseurs, Ds. A. Koning en Ds. J. Spoelstra. worden welkom geheeten en dank gebracht voor hun bereidwilligheid om ons als zoodanig te willen dienen. Aanwezig zijn 68 broeders, vertegenwoordi gende 39 Diaconieën. De notulen worden, zonder voorlezing, vast gesteld en goedgekeurd. De Penningmeester brengt verslag uit over zijn financieel beheer, waaruit blijkt, dat er op 1 Jan. 1937 een batig saldo was van 354.26. De Diaconie van Wolfaartsdijk brengt dan verslag uit over de gehouden controle van kas en boeken, die in orde werden bevonden. De Penningmeester wordt dank gebracht voor zijn beheer. De uitslag der stemming voor verkiezing van Comitéleden is, dat gekozen zijn de brs P. Diele- man en G. Bijlinga en herkozen br. W. v. d. Berg. Allen nemen hun benoeming aan. De afgetreden broeders Snoodijk en Timmer mans worden in hartelijke bewoordingen dank gebracht voor hun gedane arbeid in het belang der Conferentie. Zij zelf danken voor het geno ten vertrouwen en de hartelijke samenwerking, die zij hebben ondervonden. Br. Wessels, oud-Voorzitter, ter vergadering aanwezig, vraagt en verkrijgt het woord om de broeders te danken voor de hem geschonken foto bij het beëindigen van zijn Voorzitterschap, welke foto ter bezichtiging is neergelegd in de consistoriekamer Thans komt in behandeling „Navraag vruch ten der vorige Conferentie", welke een aanlei ding tot bespreking gaf. Nu is aan de orde een vraagpunt van het Co mité „Is het de taak der Diaconie de onder steuning van de aan hun zorg toevertrouwde ar men zoodanig te stellen, dat ook zij mede kunnen bijdragen aan de vrijwillige bijdragen voor de kerk Na een korte inleiding komt deze vraag in be spreking. Het voor en het tegen wordt breed voerig besproken. Uit de besprekingen blijkt, dat het wenschelijk geacht moet worden, dat zij, die ondersteuning genieten ook mede de verantwoor delijkheid moeten gevoelen, dat ook zij verplich tingen tegenover de kerk hebben en mitsdien ook de kerk financieel behooren te steunen. Zoo noodig hebben de Diaconieën de plicht om in deze de helpende hand te bieden. Tijdens de vergadering vraagt een der Diaco- niën advies „Hoe moet de houding van de Dia conie zijn tegenover een werkschuwe broeder Nadat eerst de gewenschte inlichtingen zijn verstrekt tot een betere beoordeeling, wordt, na lange bespreking, geadviseerd tegen zulk een broeder met kracht op te treden door aanhou dende vermaning, toepassing der kerkelijke tucht, zoonoodig tot de uiterste remedie doorvoeren. Blijven hulp verleenen in geen geval met geld, doch in natura, daar bij rekening te houden met het geheele gezin. Na het sluiten der morgenvergadering worden de broeders in de gelegenheid gesteld om gebruik te maken van den kouden maaltijd door de goede zorgen van de Diaconie van Goes aangericht. Om half twee opent de Voorzitter de middag vergadering en laat zingen Ps. 72 7. Dr. Los van 's-Gravenhage ter vergadering gekomen, wordt door den Voorzitter welkom geheeten en in de gelegenheid gesteld zijn aan gekondigd referaat te houden over „Barmhartig heid en recht in de uitoefening van het diaconaal ambt" aan de hand van onderstaande stellingen. a. Barmhartigheid en rechtvaardigheid zijn eigenschappen, die Hij openbaart in Zijn schep pingswerk en in Zijn Woord. Tusschen de da den, uit deze eigenschappen voortvloeiende, be staat geen antinomie, want zij staan, blijkens de historie, in wisselwerking met elkaar. b. In de verbanden van gezin, familie, Kerk en Staat, ondergaan de zedelijke en de rechts sferen en functies veranderingen door den in vloed van zonde en genade, doch hun oorspron kelijk wezen wordt daardoor niet aangetast. c. In het gezin en de familie staan de zede lijke liefdesbetrekkingen in verband met rechts verhoudingen, b.v. kinderen hebben recht op on derhoud door de ouders. De rechtsverhoudingen in gezin en familie zijn niet compleet, tenzij zij geheiligd zijn door de religieus-zedelijke liefde, b.v. kinderen, zooals Jozef en David, achtten het een eer om hun ouders en familie te mogen onderhouden. d. Bij storingen in de zedelijke- en rechtsver houdingen in gezinnen en families, die, hetzij ge heel of gedeeltelijk, tot een Kerk behooren, heb ben allereerst de opzieners van die Kerk de roeping om door gebeden, vermaningen en op voeding naar Gods Woord de normale betrek kingen te herstellen. Zij kunnen daarbij wijzen op Schriftuurplaatsen als 2 Sam. 9 vs 7 1 Tim. 5 vs 4, alsmede op de voorbeelden van Calvijn en de Geref. vaderen in ons land. e. Het diaconaat treedt op tot herstel van de verbroken stoffelijke gelijkheid (evenwicht) tus schen de leden der Kerk. Hieruit volgt het ver leenen van bijstand van hen, die waarlijk be hoeftig zijn niet alleen door onderhoud, maar ook door het helpen handhaven van hun recht op onderhoud door derden, b.v. als weezen tekort gedaan worden door onderhoudsplichtigen. Het diaconaat heeft ook te zorgen, dat de Gemeente niet bezwaard worde, door bedrog van gealimenteerden, door weigering van onderhouds plicht, door verzuim van vergoeding bij veran derde levensomstandigheden of door obstructie tegen de sociale wetten van de overheid. De middelen, om die bezwaring te voorkomen of te verhelpen, zijn broederlijke vermaning van de betrokkenen, aanbrengen van deze bij den raad der Kerk, scheidsrechterlijke uitspraak, doch geen dwang, aangezien de Kerk des Heeren geen ander zwaard heeft dan het zwaard des Geestes, d.i. Gods Woord, waaraan als conclusie moet worden toegevoegd: „Dat de Diaconie, hetzij direct of indirect, mag gebruik maken van de rechtspraak door de Overheid, uitgezonderd in gevallen waarin de verhoudingen van Gods Woord en het betoon van broederlijke liefde daartoe schade zou leiden". Spreker zegtEr zijn twee zedelijke deugden, die onder de menschen weinig gevonden wor den, rechtvaardigheid en recht. David vraagt om niet in de handen der menschen te vallen. Zoo ook wat het recht betreft. De Heere spreekt over een onrechtvaardigen rechter, die tot toegeven wordt bewogen. Pontius Pilatus is een schandvlek over de ge heele wereld wat beide deugden betreft. God alleen is de bron van alle goed. Er moet onder ons gevonden worden een handhaven van rechtvaardigheid en recht. De band, die voortvloeit uit de gemeenschap der Heiligen, moet onder ons worden gevonden, en komt indirect in aanraking met de gezinsliefde. De diaken komt met het recht in aanraking door de wetgeving, het uitwisselend recht (gaven door de gemeente gegeven), vergeldingsrecht. Op diaconaal terrein mag er geen tegenstelling zijn tusschen liefde en recht. Liefde en recht moeten in het ambtelijke werk tot hun volle recht komen. Het doel wordt niet bereikt als dit met elkaar in botsing komt. De diakenen hebben de roeping de ongelijk heid weg te nemen. Door de zonde ondergaat ze een zekere ver andering in den persoon van den diaken. Het

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1937 | | pagina 2