FEUILLETON BRANDING KERKNIEUWS. als het met duivelsche geest bezielde Commu nisme, spitst al haar aandacht op de knechting, de onderdrukking van de Kerk. Het Nationaal Socialisme, omdat de kerk eerst de staat moet dienen, daarna Christus. En als het de staat niet dient of ook als de dienst van Christus in botsing komt met den dienst van den Staat, wel dan weg met die kerk de dienaren in de concentratie kampen. De kinderen van de Jeugdvereenigingen en opgevoed naar Nationaal Socialistisch model: Hitier Jugend Alles wat zich niet richten wil naar de ge dachte van de totalitaire staat moet bukken, goedschiks of kwaadschiks. En Rusland-Frankrijk-Belgiëach, we zijn alweer gewend geraakt aan de vervolgingen. En we zijn al weer gewend geraakt aan het feit, dat de arbeiders in Frankrijk de regeering het gezag uit de handen nemen. We zijn alweer gewend geraakt, aan revolutionair bezetten van de fa brieken. Aan de noodkreten van de kerk (Eglise Reformée) in Frankrijk. We leven zoo snel. We zien de verschrikkingen aan alle grenzen en tochwe slapen zoo spoedig in, bij al die gerommel van het naderend onweer. Velen dut ten, nu de hel zich opmaakt de kerk te over weldigen. Het is wel een zeer tragisch jubileum, dat dezer dagen gevierd is door het „Landelijk werk comité Dr. Schabert". (L.W.C.) Echt typee rend voor onzen tijd. Immers wat het Roode Kruis doet op het wereldlijk gebied, dat doet dit Comité op het terrein van de Kerk des Hee- ren. Het is de door Dr. Shabert in het leven ge roepen actie tegen het vernielend werk van het godloos bolsjewisme. Dood aan de kerk en gods dienst was en is de strijdleus van het Leninisme. Daartegenover liet Dr. Schabert door de Chris tenheid zijn roep gaan „Steunt Gods Kerk in het land der godloozen Welnu, het is 12)/£ jaar geleden, dat deze ar beid der liefde aan de Kerk Gods in Rusland een aanvang nam. Het is een jubileum, waaraan de tragiek nauw verbonden is. We zien de in puin gevallen kerk van Rusland, we zien ver moorden en verbannen dienaren, we zien ver hongerde en verhongerende menschen, die het brood der smarte eten. Wie zou zóó kunnen jubileeren Ja, we moeten wel wakker zijn in deze dagen. Dr. Schabert is overleden, de groote held, die gevangen is geweest, maar die na allerlei kwel lingen ontvluchten kon. lThans rust de leiding in handen van Ds. Stein- wand te Dorpat. Hier in het land geheeten „Landelijk werkcomité Dr. Schabert", van welk Comité Dr. Krop voorzitter, Ds. F. de Vries 2e voorzitter is en Ds. Koning penningmeester voor Zeeland. Het doel is de kerk te mobiliseeren tot het verleenen van steun aan de vervolgde kerk in het land der godloozen. Niet alleen in stoffe lijke zin, neen, evenzeer het levendig houden der belangstelling van de Christenheid in ons land. Berichten door de Sovjetregeering uitgestrooid, als zou de godsdienstvervolging tot het verleden behooren, wekken een valsche gerustheid, een lauwheid en daardoor een minder toevloeien van de gaven. Hulp is noodig. Ook nu. De brieven, die binnenkomen, bewijzen dat. Evenals de vele dankbetuigingen, die ontvangen worden. Dat Christelijk Nederland en ook Zeeland met zijn mooie actie van de Zeeuwsche beker niet ver- slappe We zouden natuurlijk eenzijdig zijn, indien we alleen maar oog hadden voor het roode ge vaar. Het Nationaal Socialisme moge in haar pro gram schrijven, dat ze waarborgt vrijheid van godsdienst, maar blijkens haar toelichting, moet dit zóó verstaan worden, dat de vrijheid dan zeker is, als ze gehoorzaamt aan de staat. Een kerk, die de staat ontzegt op haar terrein te ko men, wordt het zwijgen opgelegd. Inderdaad beleven we groote tijden. Wie in deze dagen van spanning, van beroe ring, niet actief meeleeft, schiet in zijn roeping tekort. Y n Machten, helsche machten, zijn vlak bij onze grenzen. Op allerlei slinksche manieren trachten ze over onze grenzen heen te komen en ons óf op te DOOR K. H. M ARIN USSEN 46) De door haar van Lucie ontvangen brief be vatte niets nieuws. Alleen de mededeeling, dat zij trachtte dapper Freds plaats op het kantoor in te nemen, wat haar niet meeviel, „maar vader was nogal geduldig". Van Fred hadden zij vernomen, dat hij in Bra bant vertoefde voor 't aanleggen van telegraaf- en telefoonlijnen en voor het nazien van bruggen. Verder had zij iemand gesproken, die gelegerd was in Den Haag in dezelfde school waar Dolf was ondergebracht. Wegens ernstige ziekte van zijn moeder had die kennis verlof kunnen krijgen, om even naar Rotterdam te gaan. Overigens was de controle heel streng en konden de militairen hun garnizoen niet verlaten, al waren er wel, die in burgerkleeding een paar uren van het tooneel verdwenen des avonds. Die kennis dan kende Dolf en had ook wel eens met hem gepraat. Hij had haar verteld, dat Dolf veel omgang had met een sergeant, die in Rotterdam voorzitter was van een Jongelingsvereeniging. Annie kende hem wel. Hij heette Everaards. „Ik was blij, dat ik dat vernam. Dolf kon in slechter gezelschap verkeeren dan in dat van Everaards Deze is een heel soepel iemand, die aan niemand zijn zienswijze opdringt, maar zóó leggen de zegeningen van de Sowjetrevolutie de zegeningen van het Nationaal Socialisme. Beiden kerkvernielers. Beiden beknotters van de vrijheid. Beiden aantastend onze heiligste goederen. Het is niet waar, dat deze „politiek" niets met de kerk te maken heeft. De kerk heeft met heel het wereldgebeuren te maken, ook met de poli tiek. Omdat onze politiek doortrokken moet zijn met het Christelijk zuurdezem, moeten wij ons voor de vraag stellen vooral in deze tijden wat wilt Gij dat we doen zullen? Laten we dus wakker zijnActief zijn Op onze politieke vergaderingen aanwezig zijn Straks onzen leider gaan beluisteren Laten we toonen mannen en vrouwen van de daad te zijn Vroom praten in de hoogste spanning is niet moeilijk Maar laten we dan nu, gezien de tee kenen der tijden, vroom doen Onze oogen open houden De vijand onderkennen Vooral nu hij zich aandient als een engel des lichts. Laten we weten, waar we staan, krachtens onze doop en belijdenis En dat toonen Opdat door onze le vensopenbaring in dezen tijd de Naam des Hee- ren geprezen en niet gelasterd worde. A. H. OUSSOREN. MöTTLINGEN (VI). Gebeuren er in Möttlingen wonderen We hebben getracht, zooveel mogelijk dei- waarheid getrouw, weer te geven, wat Möttlin gen beteekent en bedoeltwe willen nu pogen vanuit de H. S. Möttlingen te waardeeren, we willen nu naar eisch van Gods Woord dezen geest beproeven, of hij uit God is. En dan moe ten we dien geest scherp beproeven. We moeten maar niet aan de oppervlakte blijven staan, maar niet wat goede dingen opnoemen en daar dan wat verkeerde dingen tegenover plaatsen, zooals zoo vaak geschiedt, dat is naar onze meening pleisteren met looze kalk en doet aan de groot heid van Möttlingen tekort. Want Möttlingen is een groot ding, niet alleen in de oogen van anderen, maar ook in eigen oogen. Möttlingen beweert maar niet, dat zij een partij is onder andere partijen, dat zij een Chris telijke groep is onder andere Christelijke groe pen, zij pretendeert met kracht, dat bij haar din gen geschieden, die zal het goed zijn met de Christelijke kerk en de Christelijke groepen, ook bij hen moeten geschieden, en zij maakt op haar standpunt volkomen terecht, de anderen daar over een verwijt. Ja, men zegt het zoo sterk mo gelijk Möttlingen is de plaats, waar de gaven des Geestes weer gevonden worden, zooals die rijkelijk waren uitgegoten over de eerste Chris tenen, of Möttlingen heeft geen bestaansrecht. Een groep, die dat durft zeggen, en ik bewonder den moed en de kracht bij dat zeggen, wordt alleen maar naar recht gewaardeerd door een scherpe beoordeeling en niet door een beetje ja en een beetje neen. Tegenover zulke uitspraken past een klaar antwoord als wij dezen geest geplaatst hebben tegenover Gods Woord, moe ten we kunnen zeggen, of hij naar de Schrift is of niet. Maar, zoo zeggen vélen, het kan toch niet anders, of deze groep is uit Christus, want, zoo dit niet ware, dan zouden toch al die won deren in Möttlingen niet geschieden de geloofs- genezingen van Möttlingen bewijzen toch, dat Christus daar werkt. Laten wij deze stelling eens onderzoeken. Ver schillende oordeelen worden in deze stelling uit gesproken, bijv., dat in Möttlingen genezingen tot stand komen en dat die tot stand komen door de werking van den Heiligen Geest en dat die werking het klaarlijk zegt, dat Christus in Mött lingen krachtig arbeidt. Er zouden dus in Möttlingen genezingen tot stand komen. En niet maar heel-gewone gene zingen van heel-gewone ziekten, zeer bijzondere genezingen van menschen, die bij dokters geen hulp meer konden verkrijgen. Ik geloof, dat deze stelling waar is. Ik geloof, dat inderdaad in Möttlingen zeer wonderlijke dingen gebeuren, dat daar tegen alle verwachting in, menschen gene zen, en zelfs genezen van zeer erge ziekten. Ik geloof niet, dat we alle berichten daaromtrent moeten wantrouwen en alle wonderbaarlijke ge nezingen moeten toeschrijven aan overdrijving der ziekten, waaraan men geleden zou hebben enz. Maar ik geloof niet, dat die genezingen tot stand komen door een bijzondere werking van den Heiligen Geest. Daartoe is dan toch wel eerste eisch, dat er blijvende genezing tot stand komt. tactisch te werk gaat, dat de ander ongemerkt onder zijn goeden invloed komt. Hij zal overigens wel werk hebben, dien „wilden" Dolf te tempe ren. Ik hoop vurig voor jullie, dat Dolf onder dien goeden invloed blijft. Op deze wijze kan God geven, dat hij inziet, een verkeerd pad te bewandelen en kan uit het kwade het goede voortkomen, 't Is toch zoo bedroevend, dat een veelbelovend iemand, als Dolf, de verzenen tegen de prikkels slaat Annie borg den brief weg, daar noch moeder, noch Lena vroeg, dien voor te lezen, alleen in formeerde zij naar den welstand der familie Hil- derink in Rotterdam. 's Avonds werd Lucie's brief in de eenzaam heid nog eens overgelezen. 't Waren eenvoudige woorden, die over Dolf. Maar voor Annie die wist, hadden zij veel be- teekenis. Zij waren neergeschreven door een schreiend meisjeshart. Voor haar stond het vast, al had zij er nooit over gesproken, dat Lucie aan Dolf dacht in méér dan gewonen zin. En van Dolf wist zij, dat hij Lucie liefhad. Wat moest dat nog eens worden Maar dan kon Annie na opgestaan te zijn van de knieën, alles weer overgeven aan haar he- melschen Vader, wat verreweg het beste was. En wat haar rust klonk te midden van de brandende onrust dier dagen. HOOFDSTUK XIII. Naar de grenzen. „Loopen jullie ook in het Militair Tehuis aan. Blumhardt vertelt van een jongen man, die bij hem kwam en bij hem genezing vond. Vermoe delijk leed deze jonge man aan tuberculose, een ziekte, die vaak processen van stilstand vertoont, zonder dat gesproken kan worden van genezing. Deze genezen jonge man werd na eenigen tijd weer ziek en overleed twee jaren, nadat hij van Blumhardt was weggegaan. Bovendien mag toch ook wel als eisch gesteld worden, dat de genezingen niet langs natuurlij ken weg te verklaren zijn. Ons lichaam heeft vele herstellende krachten in zich, waardoor ook zonder medisch ingrijpen genezingen tot stand komen en daarom zijn alle genezingen, waaraan geen dokter te pas is gekomen, nog geen won deren. Dan moeten die genezingen niet langs natuurlijken weg te verklaren zijn en moet uiter aard de genezing in korter tijd plaats vinden dan zij geschied zou zijn onder doktersbehandeling. „Het is toch niet aan te nemen, dat men bij een aardschen dokter in drie dagen klaar zou komen, terwijl bijv. de Geest er vier dagen voor noodig zou hebben." (Dr. P. Jasperse in een artikelen reeks in de Ref. Jaargang 1935,) Daar moet nog bijkomen, dat een, die op het geloof genezen wordt, minder risico moet loo pen als een, die door dokters behandeld wordt. Blindedarmontsteking kan uitstekend genezen zonder ingrijpen van een arts, maar ieder weet, hoe groot gevaar er bij iedere blindedarmontste king is voor buikvliesontsteking. Geneest dus een blindedarm zonder een arts, dan is er niets bijzonders gebeurd, en zeker geen rechtstreeksch wonder van den Heiligen Geest. Hield men dat maar altijd in het oog dan zou men Möttlingen heel wat beter beoordeelen dan nu vaak ge schiedt. In vele boekjes over Möttlingen kan men lezen, dat Broeder Geiger in Möttlingen genezen is op zijn gebed en onder de voorbede door de krachtige werking des Heiligen Geestes. Onge twijfeld is hij in Möttlingen genezen, maar ik ge loof niet, dat de Heilige Geest door een bijzon dere werking hem genezen heeft. Broeder Geiger leed aan een koud abces en koude abcessen ple gen ook zonder dokters te genezen, doordat zij doorbreken. Alleen, men loopt dan het groote gevaar van bloedvergiftiging. Het abces brak pok bij Broeder Geiger door, maar er waren toen pl verschijnselen van bloedvergiftiging En toch, hij loopt in Möttlingen rond als een levend be wijs van hetgeen de Geest vermag. A deze dingen moeten we in oogenschouw nemen, voordat we spreken gaan, met recht al thans spreken gaan over geloofsgenezingen. En als we dat doen, dan vervallen er heel wat ge loofsgenezingen en komen ze neer op genezin gen, die door de natuur zijn tot stand gebracht of door invloeden van suggestie of ook wel, de ziekten hebben alleen maar bestaan in de ver beelding der menschen of ze zijn althans door de zieken zoo groot gemaakt, dat het een wonder lijkt, dat zulke menschen nog genezen worden dit laatste komt ook steeds in de gedachte, als men de genezing leest van de ziekte van Broeder Geiger. Ik voor mij geloof er dan ook niets van, dat bijv. Gottliebin Dittus genezen is door een won der des Geestes. Misschien, dat Blumhardt door zijn gebed een meisje heeft teruggebracht van een zeer slechten weg, haar bekeerd heeft van veel bedriegelijke handelingen, maar dat hij haar genezen heeft van een ernstige ziekte, dat geloof ik niet. Nogmaals, natuurlijk ontken ik daarmede niet, dat er in Möttlingen wat gebeurt. Ik geloof graag, dat er in Möttlingen menschen genezen worden, maar ik geloof niet, dat die genezingen zoo won derlijk zijn als Möttlingen ze voorstelt en ik ge loof absoluut niet, dat die genezingen Geestes werk zijn. Volkomen kan ik mij vereenigen met de meening van Prof. Aalders, die hierover in het Ouderlingenblad geschreven heeftIk stel met de meeste beslistheid, dat merkwaardige ge nezingen niets, maar dan ook niets ten gunste van de beweging van Möttlingen zeggen. Merk waardige genezingen komen altijd en overal voor, en het is niet alleen Möttlingen, maar evenzeer om een sprekend voorbeeld te noemen, het Roomsche Lourdes, dat op zulke genezingen bo gen kan. Hoe dergelijke genezingen verklaard moeten worden, behoeven wij hier niet in den breede te onderzoeken. Men houde dit vasthet Woord des Heeren leert ons de geesten te be proeven, of zij uit God zijn, maar dat beproeven kan alleen geschieden op grond van het Woord, en het feit, dat er ook wel merkwaardige gene zingen plaats vinden, kan nooit als toetssteen dienst doen om de goddelijkheid van eenigen geest te bewijzen. Zoo moeten wij deze kwestie bezien. De ge- Ja toch zeker vroeg sergeant Everaards, die dien avond en nacht wachtcommandant was van het Arsenaal in Vlissingen. ,,'k Weet niet, wat Woldinga van plan is. Maar ik ga, na de stad te hebben bekeken, er in elk geval heen. Is het gemakkelijk te vinden „Je loopt de Walstraat maar door. Aan het eind vindt je wel een aanwijzing. Het gebouw staat in een smal straatje. Oogelijk is de entrée niet, maar 't is er gezellig. Vanmiddag ben ik er geweest. Nu, prettige wandeling." De twee jonge soldaten liepen over de keien, die van de Visschershaven naar het oude gebouw waren gelegd, het gebouw, dat Arsenaal heette en tot kazerne was ingericht, hoewel het dien weidschen naam niet dragen mocht. Maar er was plaatsgebrek. De beide andere kazernes van Vlissingen, de Willem III en de Bomvrije, lagen boordevol soldaten, nu den vo- rigen dag een deel van de reserves uit Den Haag naar Zeeland was gezonden. Dolf Woldinga behoorde onder hen. Hij was in Den Haag met spoed afgericht en daarna in den gewonen troep opgenomen, om alle diensten mede te verrichten, al was hij reeds maanden soldaat. Tegen den twintigsten Augustus had hij met de anderen de school in de Haagsche Nassau- laan moeten ontruimen, omdat de vacantie ten einde liep en de school, die deerlijk geleden had een goede beurt moest hebben, teneinde de kin deren weer te kunnen opnemen. Op de uitgestrekte vlakte van Waalsdorp was een uitgebreid tentenkamp ingericht, waar de troepen uit alle scholen in Den Haag, bij elkaar nezingen hebben plaats. Hoe kan het ook anders? Alles werkt daartoe mede. Verhalen van gene zing gaan rond men ontmoet genezen patiënten men komt in een rustige omgeving men moet een heel gezonde leefwijze volgen natuurlijk hebben de broeders veel ervaring opgedaan, vooral van geesteszieken. Maar ze bewijzen niet, dat deze geest uit Christus is. Mag ik hier her inneren aan een woord van Augustinus, dat een mijner collega's mij aan de hand deed Christus is niet gekomen om ons van podagra te verlossen en mag ik tevens herinneren aan de waarschu wing van Mozes tegen de valsche profeten Wanneer een profeet, of droomendroomer in het midden van u zal opstaan, en u geven een teeken of wonder en dat teeken of wonder komt, dat hij tot u gesproken had, zeggendeLaat ons andere goden, die gij niet gekend hebt, navolgen en hen dienen gij zult naar de woorden van dien profeet of naar dien droomendroomer niet hoorenwant de HEERE uw God, verzoekt ulieden, om te weten, of gij den HEERE, uwen God liefhebt met uw gansche hart en met uw gansche ziel. Den HEERE, uwen God, zult gij navolgen, en Hem vreezen, en Zijne geboden zult gij houden, en Zijne stem gehoorzaam zijn en Hem dienen, en Hem aanhangen. (Deut. 13:1-4.) Het wonder beslist niet, Gods Woord en ge bod dat gelde ook over Möttlingen. Meliskerke. M. VREUGDENHIL. BEROEPEN TE Gameren Cand. K. J. Schaafsma te Gasselternijveen. Bierum P. H. Wolfert te Mariënberg. Zwartsluis Cand. A. Zwaan te Enkhuizen. Oosterbeek S. Wouters te Soest. AANGENOMEN NAAR Uithuizermeeden W. Scheele te Hoogersmilde. BEDANKT VOOR Steenwijk B. Holwerda te Kantens. Ds. R. J. VAN DER VEEN. 1887 24 April 1937. Op 24 April 1937 hoopt Ds. R. J. van der Veen, em. pred. van de Gereformeerde Kerk van Goes te herdenken het zeldzame feit, dat hij 50 jaar geleden in de kerk van Hindeloopen den herderstaf opnam. Naar we vernemen zal Ds. van der Veen op Zondag 25 April a.s. optreden te Goes, in welke plaats hij de Geref. Kerk 34 jaren heeft gediend n.l. van 26 April 1896 tot 31 Augustus 1930, toen hij met eervol emeritaat ging na 43-jarigen dienst. Te Goes hoopt hij te herdenken en te danken en bij zijn „blijde incomste" in Goes wil ook de Zeeuwsche Kerkbode niet achterblijven hem te bieden een hartelijke gelukwensch, dat God hem dit groote voorrecht schenkt en dat hij nog zoo krachtig is en frisch van geest om eene gedach tenisrede uit te spreken in het midden zijner laat ste gemeente, waaraan de wensch zij toegevoegd, dat God hem nog veel goeds in dit leven schenke en hem steeds rijker vervulle met de vertroos tingen des Heiligen Geestes en bij het klimmen der jaren hem schenke een blijmoedigen wandel naar het Sion der rust. Dat de Zeeuwsche Kerkbode aan Ds. van der Veen een heilwensch biedt, is zeker te verstaan, waar hij jarenlang voorzitter was van het be stuur der Persvereeniging, die de Kerkbode uit geeft en tevens was hij ook medewerker aan het blad, zoodat te begrijpen is een hartelijk mede leven op zijn feestdag en dat te meer, omdat in gedachtenis voortleeft al de arbeid, die Ds. van der Veen in Zeeland op kerkelijk terrein heeft verricht en waarvan de vrucht zich eenmaal ten volle ontplooien zal. De Heere schenke hem op zijnen gedenkdag te verstaan Ik zal Uw' naam met dankerkentenis Verheffen, U al mijn geloften brengen 'k Zal liefd' en lof ten offer mengen In 't heiligdom, waar 't volk vergaderd is. Kapelle-Biezelinge. A. SCHEELE. Theologische Schooldag. De Theologische Schooldag zal dit jaar D.V. op 17 Juni te Kampen worden gehouden. Des avonds te voren zal te 7 uur in de Burgwalkerk te Kampen een bidstond worden gehouden, waar in hoopt voor te gaan Ds. J. G. Feenstra van Scheveningen. Na afloop zullen de bezoekers van buiten worden ontvangen in de Aula der Theologische School. De vergaderingen van den 17e zullen in de duizenden soldaten, werden ondergebracht, zoo dat Dolf onmiddellijk het leven in de tenten mee maakte, welke verandering hem niet onwelgeval lig was geweest, daar hij vooral het slapen onder het tentdoek veel gezonder vond dan in de schoollokalen, waar tientallen jongens over den met stroo bedekten vloer verspreid lagen. Nog steeds was het hoog zomer gebleven, zoodat het leven in de tenten zeer aanlokkelijk was geweest. Met de oefeningen was dat niet het geval, want zij beklommen dag in dag uit de duinenreeks, wat hij des avonds maar al te goed in zijn knieën had gevoeld. De eerste avonden had hij er dan ook niet aan gedacht, naar Den Haag te gaan, maar weldra veranderde dat. Met sergeant Everaards en den milicien, met wien hij thans op pad was, Jan van Oosten, ging hij geregeld naar de stad, een wandeling van een half uur langs een weg van natuurschoon, waar voor zijn hart openging. Hij was geregeld be zoeker van het Militair Tehuis gebleven en nam steeds kennis van den inhoud der Christelijke dagbladen, waaraan hij geheel was ontgroeid. Een evenement was geweest, toen op zekeren dag de geheele Waalsdorper vlakte, vergezeld van verschillende muziekkorpsen, naar het Malie veld in Den Haag toog, waar het sterke garni zoen van Den Haag, ook de artillerie, reeds was opgesteld. Als een loopend vuurtje ging spoedig langs de rijen het gerucht, dat de Koningin de troepen zou komen inspecteeren. En werkelijk was zij, fier gezeten op een zwart paard, het veld opgedraafd, om vervolgens te voet langs de fron ten te schrijden, hier en daar plotseling op een soldaat toetredend. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1937 | | pagina 2