No* 43 Vrijdag 23 October 1936 50e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND. UIT HET WOORD. DADERS DES WOORDS. VAN VERRE EN NABIJ. ZEEUWSCHE KERKBODE REDACTIEDs. A. C. HEIJ en Ds. A. H. OUSSOREN. MEDEWERKERS: D.D. W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, R. J. VAN DER VEEN en W. H. v. d. VEGT. ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS 15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE FIRMA LITTOOIJ 6 OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 waarom heden ten dage gezegd wordtOp den berg des Heeren zal het voorzien worden." Gen. 22 14b. Het ontroerende verhaal van Abrahams offer zang is onuitputtelijk van leering. De aartsvader heeft de ervaring, die hij in dien zwaren weg van zijn God opgedaan heeft, neer gelegd in een kort woord, waarmee hij den berg. waarop hij zijn zoon moest offeren, noemt,,De Heere (voor)ziet". Dit heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van het spreekwoord, gangbaar toen de gewijde schrijver het boek Genesis schreef„Op den berg des Heeren zal het voorzien worden" of, naar de meer juiste vertaling „Op den berg des Heeren wordt het gezien". Het begrip „voorzienigheid" ligt hier óók in, maar de goede vertaling leert ons beter de be doeling verstaan. In de naamgeving van dien berg des Heeren legt Abraham de geloofsovertuiging vast, waarin hij in den zwaren weg van beproeving bevestigd is en niet beschaamd. Toen hij met zijn volgzaam kind den berg be klom, had hij in zware gemoedsworsteling de zelfde gedachte uitgesproken als zijn eenig houd- vast. 't Was op de vraag van Izak Vader, zie hier het vuur en het hout, maar waar is het lam ten brandoffer Dat was nu juist de zaakWaar was het lam? Maar Izak moet weten, dat zijn vader ten volle den Heere vertrouwt. Een vader heeft er voor te waken, dat, door zijn toedoen, het ver trouwen op den Heere bij zijn kind nooit wankelt. Hij heeft dus geantwoord „God zal Zichzelf een lam ten brandoffer voorzien mijn zoon". Ook hier moet het woord „voorzien", volgens het Hebreeuwsch, genomen worden in de betee- kenis van zien, uitzien of uitkiezen. Hij openbaart hiermee aan zijn kind iets van zijn vreeselijk geheim, zoodat Izak van den ernst iets meer gaat beseffen. De vader spreekt erin uitDe keuze van het lam, Izak, is ditmaal niet aan ons, maar aan God Zelf. Hij ziet het lam, Hij zal het uitkiezen. Wanneer wij boven op den berg zijn, dan zal het blijken, dat Hij er een heeft. Het kind mag niet geschokt worden in het vertrouwen op God. Het vertrouwen van het kind op den vader neemt in dezen weg nog toe. En zoo wordt Abraham tevens gesterkt in zijn houding door het voorbeeld van zijn zoon, die hem tot het uiterste einde toe volkomen ver trouwt, zoodat hij leert, hoe hijzelf zijn hemel- schen Vader vertrouwen moet. Abraham mag daaruit weten, dat God het woord vervullen zal, waarmee hij Izak geant woord heeft. Zoo waren zij beiden te samen gegaan den zwaren weg der geloofsgehoorzaamheid op tot den top. Izak in vragende onwetendheid. Abraham in vragende vastberadenheid. Maar 't woord, waarmee Abraham Izak ant woordde en waaraan hij zich vasthield in zijn strijd, is op den berg heerlijk bevestigd. Niet al leen, dat hij zijn kind terugkreeg, maar er was ook een lam, zoodat het offer doorging. Daarom is 't een eeuwige waarheid en mag 't een spreekwoord zijn voor Gods volkOp den berg des Heeren wordt het gezien. Bovenop den berg zal de Heere 't ons doen zien, wat wij nu niet verstaan. Wanneer wij Zijn Wil door Zijn Woord voor ons leven kennen, dan is het eerste wat we hebben te doen, Zijn recht erkennen, bukken, klein worden voor den Heere. Zoo kan alleen de weg des geloofs worden bewandeld. De weg des geloofs is de weg der gehoor zaamheid. Dat is altijd een weg van strijd, van beproe ving en aanvechting, vaak een voortgang in raad selen en donkerheden. De geloofsweg is zwaar te gaan dikwijls, want 't is ook een weg die den berg op gaat. Maar het Woord is een lamp en 't gebod is een licht. Het vertrouwen op onzen hemelschen Vader zal niet beschaamd worden. Ga door tot den top. Blind in de toekomst, ziende in 't gebod. Straks op den berg zal 't gezien worden. Dan zult ge 't ware licht zien schijnen over heel uw leven, en uw Vader verheerlijken. Ge zult de trouw uws Gods opmerken, ook met betrekking tot de onbegrijpelijke en smarte lijke leidingen hier. 't Wordt dan alles helder en klaar, uw on geloof, uw zonde die ge belijden moet, ten spijt. God wordt heerlijk in Christus, den Borg, het Lam door den Vader gegeven, om geslacht te worden in uw plaats. Er is geen einde aan. Hem te kennen, den eenigen waarachtigen God en Jezus Christus, dien Hij gezonden heeft, dat is het eeuwige leven. Axel. POST. VAN DE SYNODE. De vorige week wezen we op een paar be sluiten van de Synode in verband met de Theol. School, n.l. op de benoeming van Dr. Dijk tot hoogleeraar en de naamsverandering in Theolo gische Hoogeschool. Op nog een tweetal andere besluiten van be- teekenis valt te wijzen. Zoo op dat inzake den zesden hoogleeraar en het promotierecht. Wat betreft den zesden hoogleeraar. Na bespreking van een voorstel der rappor- teerende commissie kon de geheele Synode zich vereenigen met een besluit, dat aan het Curatori um zou opgedragen worden, een nadere uiteen zetting te geven van de gronden, waarom het wenschelijk wordt geacht door het college van hoogleeraren en de meerderheid van het Cura torium, over te gaan tot de benoeming van een zesden hoogleeraar, en die gronden met nadere voorstellen bij de volgende Generale Synode in te dienen. Lector. In afwachting van het besluit, dat over deze zaak eerst op de volgende Synode zal kunnen genomen worden, werd met eenparige stemmen besloten, dat het Curatorium zoo spoedig mo gelijk zou overgaan tot de benoeming van een lector in het Latijn en Grieksch. Promotierecht. Door de Particuliere Synode van Drenthe was op de Gen. Synode het voorstel gebracht, om na te gaan hoever het staat met de „genoegzame eenparigheid" betreffende het promotierecht der Theol. School, opdat deze zaak op een volgende Synode tot een goed einde zou kunnen gebracht worden. Namens de Commissie van de Gen. Synode, waaraan deze zaak ter nadere voorbereiding was opgedragen, werd door Prof. Ridderbos rapport uitgebracht. In dat rapport werd volgens het verslag in „De Standaard" teleurstelling uitgesproken over het feit, dat de kwestie van het promotie recht na de beslissing der Synode van Arnhem in 1930 weer zoo spoedig op de agenda der Sy node was geplaatst, al werd gewaardeerd de vorm, waarin de kwestie nu aanhangig was ge maakt. Voorts werd in dat rapport opgemerkt, dat de Synode niet rechtstreeks zelf ter hand zou kun nen nemen het onderzoek naar de vraag of „de genoegzame eenparigheid" bestaat, doch dit zou hebben op te dragen aan te benoemen deputaten en dan waarschijnlijk aan deputaten-curatoren. De Commissie meende de Synode met beslist heid een dergelijk onderzoek te moeten ontraden, daar dat opnieuw den strijd over deze zaak in de kerken zou doen ontbranden en het aan de com missie ook niet duidelijk was hoe een zoodanig onderzoek zou zijn in te stellen. Daarom meende zij een anderen weg te moe ten adviseeren en wel deze, dat de Synode zou besluiten aan de deputaten-curatoren der Theol. School op te dragen, te onderzoeken of er in zake dit vraagstuk door onderling overleg een regeling of schikking zou kunnen gevonden wor den, waarin met de tegenover elkaar staande op vattingen zoodanig rekening wordt gehouden, dat men op goede gronden zou mogen verwachten, dat ze met genoegzame eenparigheid zou kunnen worden aanvaard. Bij dit voorstel rijzen onwillekeurig allerlei vragen. Om er maar een paar te noemen. Eén ontleend aan den tekst van dit voorstel zelf, n.l.: wat bedoeld wordt met onderling overleg Is dat het overleg onder de curatoren onderling of worden in dat overleg ook betrokken anderen, aan wier oordeel over deze materie waarde is te hechten, ook al behooren ze niet tot de cura toren der Theol. School. En een tweede vraag, die met deze eerste nauw verband houdt is deze, waarom het onderzoek in deze kwestie opgedra gen wordt aan de curatoren? Was er dan niet veel meer voor geweest om dat op te dragen aan een andes saamgestelde commissie Het is toch onweersprekelijk, dat in den boe zem onzer kerken over deze zaak tegengestelde meeningen worden gekoesterd, die wel eens tot strijd leidden. Terecht werd op de Synode ge sproken van een twistappel. Evenwel, wanneer het mogelijk zou blijken, dat curatoren, in overleg met de professoren der Theol. School, op de volgende Synode konden komen met een regeling of schikking, waarin allen zich zouden kunnen vinden, zouden we ons daarover ten zeerste verblijden. We achten het dan ook een zegen voor ons kerkelijk leven, dat dit voorstel door de Synode werd aanvaard. Toen op de Synode door iemand de vrees werd geopperd, dat de kwestie van het promotie recht nu weer in de kerkelijke pers naar voren zou komen, sprak Prof. Ridderbos zijn vertrou wen uit, dat begrepen zal worden, dat hangende dit onderzoek, zulks niet gewenscht is te achten. Dit mag met reden vertrouwd worden. We wachten nu rustig af het resultaat van het in te stellen onderzoek. ZENDINGSFILM. Nu we den winterijd tegemoet gaan willen we nog eens aandacht vragen voor de Zendingsfilm. Aan alle kerkeraden is door het Comité een circulaire gezonden omtrent de voorwaarden. Nu deze gewijzigd zijn en wel gewijzigd moesten worden om de exploitatie mogelijk te maken, zullen de finantieele voorwaarden voor de plaat selijke kerken niet zoo groot meer zijn als in vorige jaren. Dit behoeft echter geen reden te zijn om van de vertooning daarvan af te zien, omdat het Comité bereid is in overleg te treden met de kerkeraden, wanneer men zou vreezen, dat het voor een kerk een finantieele schade post zou worden. Ook wanneer men niet aanstonds een geldelijke bate kan boeken, zal de nadere bekendheid met het Zendingswerk toch op den duur er toe lei den, dat de inkomsten voor de Zending stijgen. En als men van te voren de gemeente goed bewerkt en zich moeite geeft om toegangskaarten te plaatsen en tekstboekjes te verkoopen, zal men in menige plaats ook wel een finantieele bate kunnen verwachten. Er is bij de toegangskaarten gerekend met verschillende beurzen. Er zijn kinderkaarten a 10 cent voor drie kinderen uit een gezin één kaart a 25 cent. En voorts voor volwassenen kaarten van 0.25; 0.40; 0.60 en 1.00. Wanneer iemand het wat beter kan doen koope hij een duurdere kaart. En als hij het heel goed kan doen één van 1. De tekstboekjes, waarin een omschrijving van het op de film vertoonde, kosten ook maar 10 cents. Deze bedragen toonen wel, dat met eeni gen goeden wil hier nog wel wat te bereiken is. Er zijn nu drie nieuwe filmen de Magelang- film, de Keboemen- en de Banjoemaasfilm. De Magelangfilm is die van ons eigen Zen dingsterrein. Deze is echter nog lang niet in alle plaatsen van onze provincie geweest. In de clas sis Axel zijn er nog 4 kerken, waar ze niet is vertoond. In de classis Goes in 7 classis Mid delburg 4 classis Tholen 2 en classis Zierikzee 8 kerken. Daaronder zijn dan nog enkele groote kerken, n.l. Axel, Terneuzen, Zaamslag, Goes, Zierikzee. We kunnen niet anders dan den wensch uit spreken, dat de Magelangfilm kome in alle ker ken onzer provincie, ook in de grootere. En wanneer men in een kerk de Magelangfilm al eens gezien heeft, kan men de Keboemen- of Banjoemaasfilm ontbieden, waardoor men wel niet 't werk op eigen Zendingsterrein voor oogen krijgt, maar toch ook het Zendingswerk. En dat is juist wat we noodig hebben, dat dit al meer voor de aandacht kome en een plaats krijge in het hart. Met eenigen aandrang vragen we dus hiervoor de belangstelling. Twee correcties. n Komische zetfout in het stuk van de vorige week wil ik even verbeteren in plaats van het slorpende en moeilijke werk leze men: sloopende. Voorts was het bedrag voor den zesden pro fessor aan de Hoogeschool te Kampen niet 13.595.maar 13.895.welk bedrag eind vorige week is aangegroeid volgens opgaaf in de Bazuin tot 14.043.12! Theol. School. Dat er hartelijke belangstelling is en steeds meer komt voor de Theologische School zal ieder, die het belang der kerken zoekt, waar- deeren. Het is dan ook niet zoo, dat we of voorstan ders van de V.U. of van de Hooge School in Kampen zijn, juist omgekeerd wie het wezenlijk belang van de een zoekt, zal ook het belang van den ander zoeken. Verblijdend was het, dat in het vorig nummer van de Kerkbode zooveel aandacht geschonken werd aan de School der kerken. Verblijdend, dat de giften voor den zesden professor nog steeds maar in stijgende lijn gaan. En professor Schilder weet van volhouden Iedere week 'n heel lijstje met als slotEn nu dankbaar, op weg naar de volgende honderd (of duizend). Giro 127278 K. Schilder. Ook werd de vorige week nog een legaat ont vangen van Mej. Wed. H. Esselink van 100. En voor enkele weken een legaat van 4000. Verblijdend zulke liefdeblijken. Op Vrijdag 9 Oct. 1.1. werden des avonds in de aula de colleges geopend. Uit de toespraak die de Pro-Rector Prof. Greijdanus hield, zij het volgende vermeld Ik heet U allen hartelijk welkom, zoowel U die heden U als student in het album dezer Hoo geschool hebt laten inschrijven, als LI die nu teruggekomen zijt om Uw studiën aan haar voort te zetten. Door de besluiten der laatst gehouden Synode onzer Kerken heeft Hij de ledige plaats van on zen diep betreurden Professor Hoekstra weer doen vervullen en Dr. K. Dijk als zijnen opvolger doen aanwijzen. De Synode heeft het voorts goed gevonden voorloopig een Lector in Latijn en Grieksch aan te stellen, zoodat het onderwijs in deze talen hier weer tot zijn vroegere hoogte wordt opgevoerd. Dat is voor onzen Oud-Lector Dr. J. J. Esser ongetwijfeld een zaak van blijdschap, evenals voor ons allen met het oog op de degelijkheid van het onderwijs. De definitieve vaststelling van de naamsver andering van Theol. School in Hoogeschool moet nog wachten op den gunstigen uitslag van een juridisch onderzoek inzake een vraag naar wets bepalingen omtrent erflatingen. Dr. K. J. Kremer werd benoemd tot bibliothe caris om de Bibliotheek beter aan de studie en aan den opbouw der kerken ten goede te doen komen. Zoo is daar reden tot blijdschap voor wat God aan deze School gegeven heeft, al blijven er niet alleen wenschen maar ook verwachtin gen als eisch van Gereformeerd beginsel. Want we moeten het zuivere Gereformeerde hebben, maar dan ook in volle consequentie. En we wei geren een Manicheesch-Doopersch beginsel van dualisme tusschen wetenschap en rechte opleiding tot den dienst des Woords als Gereformeerd te erkennen, door wie het ook zij of worde voor gestaan. In de laatste dagen werden 96 studenten ge recenseerd en 12 Heeren lieten zich inschrijven, van wie een Hongaar. Dus samen 108 studenten. Nadat Ps. 25 2 gezongen was, ging de Cu rator Ds. H. H. Schoemakers voor in dank zegging. Synodalia. Over de meeningsverschillen is op de Synode nog al druk gedebatteerd. Nu hebben we van den aanvang den indruk gehad, dat men met een vergrootglas bekeek hetgeen met het bloote oog niet te zien was. Het kan natuurlijk geen kwaad om dwalingen- in-kiem direct aan te wijzen en met wortel en tak uit te roeien. Of echter zulke dwalingen aanwezig zijn en of de Synode wel het aangewezen lichaam is en niet de plaatselijke kerken, daarover kan men van meening verschillen. Kerkrechterlijk komt het ons juister voor uit te gaan, ook wanneer dwalingen aanwezig zijn, van de plaatselijke kerk uit te gaan. Nu waren hier echter geen dwalingen. Zoover is het niet gekomen. De Synode heeft dan ook geen onderzoek laten instellen naar leerverschil- len, maar heeft acht personen de opdracht ge geven bepaalde opvattingen te onderzoeken naar

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1936 | | pagina 1