VAN VERRE EN NABIJ.
FEUILLETON
KLATERGOUD
KERKNIEUWS.
voor den velen steun bij het overlijden van haar
man en een andere brief waarin ze haar blijd
schap uit over de komst van Ds. Kleyn. In dezen
laatste brief schrijft Mevr. de Wed. Lankhorst:
„Gij kunt geen denkbeeld vormen hoe mijn hart
toch aan u 'allen gehecht is. Ja, ik schreef het
ook aan Ds. Kleyn en zijn vrouw toen ZEerw.
uw beroep nog niet had aangenomen, doch hoe
kort ik ook bij u gewoond heb, mijn hart was
zoo aan u allen verbonden dat ik wel wenschte
bij leven en welzijn naar Middelburg te gaan
waar ik zoon betrekking gevoeld (had). Kort
daarop ontving ik van Zijn Eerw. een brief hoe
wel het nog niemand wist, schreef zijn Eerw.
mij dat hij den vorigen dag den brief had weg
gezonden waarin hij Uw beroep had aangeno
men, zoodat ik zeker met U gelijktijdig bekent
was met de voor u zoo zeer blijde boodschap.
Ik hoop, dat U door uw blijdschap, uw treurige
zuster toch niet vergeten zult. Maar het ver
blijd mij dat gij een leeraar krijgt waar ik zoo
bizonder mee in kennis ben alsook Zijn eerw.
vrouw en ik beiden hartelijk lief heb. Juffrouw
is een heel lief vrouwtje en zal u best bevallen."
De brief eindigt met de woorden „Ik hoop dat
de Heere u allen een biddend harte moog geven
voor uw liefhebbende en treurige zuster in den
Heere Weduwe J. L. Lankhorst geb. N. Ceelen."
A. H. OUSSOREN.
Zuiverheid of wettigheid.
Onder dit opschrift schrijft Prof. Schilder in
de Reformatie o.m. het volgende Onze men-
schen bezien het vraagstuk van de kerk in den
laatsten tijd vooral als een kwestie van „zuiver
heid" of „onzuiverheid".
De Vaderen deden anders. Het gevaar is dat
we de zuiverheid gaan losmaken van de wettig
heid, dat de eene „eigenschap" der kerk geab
straheerd wordt van de andere.
Als men alleen als maatstaf aanlegt de zuiver
heid dan vraagt men, zooals thans veel voor
komt of er al of niet orthodoxe preeken geleverd
worden, of de leden al of niet orthodox zijn.
Men ging zeggen zuiver is de kerk die het
Woord recht bedient en de sacramenten even-
bert Journalonder „De herleving van het hei
dendom" o.m. het volgende
Onder de dingen die men in de laatste 25 jaren
zeker geloofde was dit wel het meest vaststaand:
Pan, de God van het heidendom is dood, zonder
eenigen hoop dat hij ooit weer zou opstaan. Men
zag uit de hoogte neer op de primitieve goden
leer van wilde stammen. Langzaam maar zeker
zou het geheele heidendom verdwijnen.
Meer en meer echter blijkt dat men zich ver
gist heeft. Er is een nieuw heidendom opgestaan.
Weg met den Gekruiste wordt niet zoo luid ge
roepen door den heiden, als wel door den mo
dernen heiden. In Italië wordt de Godheid Mus
solini aangebeden, in Duitschland de Staat en
een open conflict tusschen kerk en staat dateert
niet uit de tijden der Christenvervolging maar
uit de twintigste eeuw. In Rusland wordt het
bloed der christenen vrij vergoten en het athe-
isme met den dienst van Lenin gepropageerd.
In Zwitserland, in Luxemburg zijn kringen ge
vormd, waar men de oude heidensche goden
weer importeeren wil en aanbidden. In Paschen
van dit jaar werd een dienst gehouden in Noord
Duitschland in een woud met een heidensche
ceremonie ter eere van Hitier. De oude Pan is
dood, maar een nieuwe Pan, is opgestaan, feller
gekant tegen alles wat van Christus is dan ooit.
En het Christendom zal scherp zijn positie moe
ten bepalen tegenover dit Nieuw Paganisme,
zooals dit zich ook manifesteert in de revolutio
naire partijen dezer dagen."
Inderdaad we mogen ons wel bezinnen, over
de gang van zaken in het buitenland en eigen
land. Laten we vooral scherp onze positie be
palen. Alle halfheid en slapheid is vooral in de
zen tijd uit den booze.
Geven we zoo mogelijk dan ook onzen aan
dacht aan de tentoonstelling van den Bijbel die
volgende week zal gehouden worden, en waar
behalve de Luthersche Predikant Ds. C. Nolte
ook een Hervormd- en Gereformeerd predikant
het woord zal voeren. (Zie verder advertentie
of aankondiging.)
A. H. OUSSOREN.
L. S.
eens.
De zuiverheid werd de waardemeter, en voor
de wettigheid sloot men het oog.
Deze redeneering buigt af van de belijdenis.
Wie zich vastklemt aan de zuiverheid en de
wettigheid loslaat redeneert foutief. Naar binnen
orthodoxe preeken houden en sacramenten recht
bedienen is nog geen bewijs dat men het Woord
zóó predikt en de sacramenten zóó bedient, dat
ook naar buiten de kerk wettig blijkt.
Als ergens het Woord Gods en de sacramen
ten wettig en zuiver bediend worden dan doet
dit instituut dit zóó, dat zij toelaat wie Christus
toelaat de deur opent voor wie Christus roept.
De dienst van Woord en sacramenten is geen
zaak alleen voor het naar binnen gekeerde leven
der kerkzuiverheid. Zoo redeneert wie club
en kerk niet vermag te onderscheiden. Een club-
kerk b.v. sluit duizenden uit, die naar onze mee
ning God niet uitsluit, en duizenden, die God
niet weert van het avondmaal. Derhalve wordt
daar Gods Woord niet recht gepredikt en de
sacramenten daar niet naar Christus' instelling
bediend.
Een echte rivier kan troebel wezen, een mie-
serig kanaaltje kraak-zindelijk. Maar een schoon-
gevischte poldersloot of kanaal kan geen zuivere
rivier heeten.
Beeldspj aak
Ja. Maar ze is duidelijk als ge bedenkt dat het
niet de vraag is of er ergens schoon water is
(dat kan er ook zijn in een kanaal, zwembassin,
fleschje) doch of er een stroomende rivier is.
Het komt op het stroomen aan. Wanneer ik de
IJssel onderzoek op zijn zuiverheid en ik laat
na te vragen of dat water ook naar zee stroomt,
dan kan ik straks zooveel water als ik maar wil
afpompen in een of ander kolkje of slootje om
dan vergenoegd te constateeren dat dit water
„zuiver" is, maar ik moet dan toch niet pochen
dat ik in dat kolkje nu een zuivere rivier heb,
die stroomt.
We zijn professor Schilder dankbaar voor
deze scherpe en zoo juiste onderscheiding. We
zullen menig catechisatieboekje moeten herzien,
om maar niet van andere beweringen te spreken.
Volgende week het vervolg.
Engeland.
Professor Mowat van Bristol schrijft in Hib-
DOOR
H. KINGMANS
47)
Zij had met Gretha over haar gezondheidstoe
stand gesproken. Maar deze had er weinig van
gezegd en alleen opgemerkt, dat het op den duur
wel gaan zou. En toen was van haar zijde ge
komen de opmerking „Je zegt niet alles, Gre
tha."
Zij wilde haar dochter eens aan het praten
hebben. Waarom was zij zoo gesloten tegenover
haar eigen moeder Er was iets onverklaarbaars.
En als Gretha nu maar eens praten wilde.
Doch deze, die vroeger alles met haar moeder
besprak, werd niet intiem. Als mevrouw Salo
mons maar even Heino aanroerde dan was het,
of er een strak waas over Gretha's gelaat trok.
„Ik geloof niet, dat je mij alles vertelt, Gre
tha", begon mevrouw Salomons weer. „Wat zegt
de dokter
„Overspannen. Rust nemen", zei Gretha. „Dat
weet U toch Veel rusten. Nu, dat doe ik.
'k Heb immers niets te doen
„Als je eens naar een anderen dokter gingt
„Wat zou het baten Die zou precies hetzelfde
zeggen. Ik voel het immers wel aan mijzelf
„Ik geloof niet, dat Heino erg hartelijk voor
je is", polste mevrouw Salomons.
„Maar, moeder, al was dat nu zoo, wat heeft
het er mee te maken", barstte Gretha los. „Mijn
De Zeeuwsche afdeeling van de Ned. Chr.
Blindenbond hoopt D.V. op Vrijdag 22 No
vember a.s., des avonds 8 uur, een Propaganda-
avond te houden in de bovenzaal van „De Ver
genoeging" te Middelburg.
In die samenkomst, die onder leiding zal staan
van Ds. van Voorst Vader, zal een rijk pro
gramma worden afgewerkt. Er zal worden ge
zongen, gesproken, er zullen lichtbeelden worden
vertoond, terwijl tevens gelegenheid zal worden
gegeven tot het in oogenschouw nemen van de
door blinden geproduceerde werken in de
Zeeuwsche blinden-werkinrichting te Middel
burg.
Wij willen de lezers van onze Kerkbode har
telijk opwekken verzuim niet deze vergadering
bij te wonen en alzoo Uw belangstelling te too-
nen in het lot en den arbeid van onze blinden.
Daarbij moogt ge het echter niet laten. Gij
moet den arbeid van bovengenoemden Bond ook
steunen door Uw gaven.
Geeft U daarom op als donateur Het dona
teurschap kost U tenminste slechts 1.50 per
jaar, en gij ontvangt daarvoor elke maand de
Blindengids. Gij kunt U opgeven aan het einde
van de vergadering, of, zoo ge onmogelijk kunt
komen, bij de Penningmeesteresse van de Zeeuw
sche afdeeling Mej. P. Bassie, Noordsingel 191,
Middelburg.
Moge de a.s. Propaganda-avond deze vrucht
afwerpen, dat alle Christelijke Blinden lid wor
den van de Ned. Chr. Blindenbond, en allen,
die het gebruik hunner oogen nog niet behoeven
te missen, uit dankbaarheid voor wat God hun
hierin gelaten heeft, zich als donateur opgeven.
D. BREMMER.
„HET KANON DER GEDACHTE."
Onze Rotterdammer d.d. 4 November 1935
geeft daarover het volgende te lezen
„Toen de bekende Arabier Abd-el-Kader voor
de eerste maal een drukpers in werking zag, riep
hij uit„Dat is het kanon der gedachte
Welk een treffend, juist beeld En hoe is het
met name ten volle van toepassing op het dag
blad.
zenuwen zijn in de war, ik weet het wel. 't Is
Heino niet gegaan, als hij dacht. Dat maakt hem
natuurlijk knorrig. Al zijn vele werken baat hem
niets, omdat hij de vleugels niet kan uitslaan.
De tegenwerking van vader maakt hem natuur
lijk ook niet vriendelijker. En wat mijzelf be
treft, dat ik zusje
Gretha kon zich niet verder uiten. Zij barstte
in een huilbui los. En toen die voorbij was, sprak
zij snikkend weer over precies hetzelfde.
Mevrouw Salomons was radeloos. Zij begreep,
dat er iets gebeuren moest, wilde Gretha er niet
geheel onder gaan. En teneinde raad dacht zij,
weer maar eens met haar man te praten. Hij
moest Heino dan in vredesnaam maar weer ka
pitaal verschaffen. Misschien werd hij tegenover
Gretha dan wat vriendelijker gestemd. En har
telijkheid had het kind toch in de eerste plaats
noodig.
Het stuitte haar tegen de borst, met haar man
weer er over te spreken. Het was toch ontzet
tend, dat Heino vriendelijker gestemd moest
worden met geld. Hij behoorde zijn vrouw lief
te hebben. Maar daarvan was geen sprake. Zij
was het volkomen eens met haar man, die nog
zeer onlangs had gezegd „Het was Heino niet
om Gretha, maar om het geld te doen. Wij zijn
stom geweest, dat wij dat niet hebben doorzien."
En dit was nu het einde een man, die zijn
vrouw verwaarloosde en zijn zaken niet behar
tigde een vrouw, eertijds een vroolijk bloeiende
lelie, geworden een verlepte bloem met geknakte
steel, voortsleepend haar zielig bestaan, zij, even
zes-en-twintig jaar
Als zij naar Gretha keek, dan kookte zij van
De krant is een kanon, ja Abd-el-Kader heeft
volkomen gelijk
een kanon der gedachte, om een bres te
schieten in de vestingen van on- en bij
geloof en revolutiezin
een kanon der gedachte, om af te weren
de tallooze aanvallen van hen, die het
hebben toegelegd op niets minder dan de
vernietiging van het Christelijk karakter
van het Nederlandsche volk.
Aanval en verdediging. Ziehier de taak der
Christelijke pers."
Zoo is aangegeven taak een roeping d^r Chris
telijke pers en juist daarom is het zoo hoogst
noodig de Christelijke pers op elk terrein te steu
nen en aan te bevelen, waar het ook maar kan.
Er hangt altijd en zeker in het bijzonder tegen
woordig zooveel van af welk blad dag op dag
onder de oogen der leden onzer gezinnen komt
en het is toch zeker niet in orde, als wij daar
aantreffen neutrale bladen en boeken, die men
niet had gedacht er te zullen zien. Droppels-
gewijs werkt het gif eiken dag voort en het groo-
te gevaar wordt niet ingezien. De verdediging
van het lezen is steeds het voor z'n zaken noodig
te hebben of de kinderen willen het zoo gaarne
om spoedig te we ten den uitslag van wedstrijden
en vooral van die, die nota bene gehouden wor
den op den rustdag, die den Heere in het bij
zonder moet gewijd.
Daarom nog eens de opwekking steunt toch
allen de christelijke pers en die alleen, want het
gaat hier om het welzijn van onze christelijke
gezinnen en gansch en al kan onderschreven,
wat we lazen in het Kerkblad van de Geref.
Kerken van 's-Gravenhage onder den titel
„Christelijke Pers", waarin er eerst op wordt
gewezen, dat uw dagblad zooiets is als uw huis
vriend en dan verder gaat „maar een huisvriend
beteekent zoo ontzaglijk veel voor uzelf en uw
geheele gezin. In de keuze van uw vrienden moet
ge vreeselijk voorzichtig zijn. Ze oefenen gewel
dige invloed uit op uw geheele leven, uw sfeer
en uw ziel en uw doen. Na jaren zult gij merken,
dat ze mee u hebben gevormd en een stempel
op u hebben gezet. Waakt daarom, wie uwe
huisvrienden zullen zijn.
En daarom draagt zorg voor wat ge als uw
lijfblad kiest.
Er zijn nog zoovele gezinnen, die het neutrale
blad hebben gekozen tot hun dagblad, ook al
hebben ze geen zaak en al hebben ze het alleen
voor nieuws en berichtgevingen.
Die gezinnen worden dagelijks bearbeid door
een verkeerden geest. Dag aan dag wordt daar
propaganda gemaakt voor den geest, die de onze
niet is en niet wezen mag.
Al wat aan gif en verpesting de groote mon
daine wereld te bieden heeft aan leege zielen,
wordt dagelijks onder uw aandacht met schreeu
wende reclame gebracht.
En de goede, leidende en naar Gods Woord
lijnwijzende voorlichting van de eigen Christe
lijke pers wordt daar gemist.
Lezers, Christelijke lezers van de neutrale pers,
hoe lang nog
Hoe lang zult gij uw gezin nog laten onder
de verpestende werking van het neutrale blad?
Hoe lang zal de geest der wereld op uw lees
tafel en in uw huiskamer nog uw huisvriend zijn?
Hoe lang nog, eer gij uw eigen Christelijke
pers, ook in deze stad, steunen zult in de ge
weldige worsteling der geesten in onzen tijd
Wanneer zal de band verbroken worden aan
wat vreemd is aan u en uw geloof en uw sfeer?"
Beter kan het niet gezegd en er behoeft letter
lijk niets aan toegevoegd.
De pers is een macht niet te onderschatten
of zooals de Rotterdammer schrijft een kanon der
gedachte. De pers heeft een geweldige taak en
doel en elk verschijnend nummer werpt de ge
dachten der levensbeschouwing op uw tafel en
onze pers zoekt de geesten te treffen en te leiden
tot de gehoorzaamheid naar Gods wil op elk
levensterrein. Daarom moet ze krachtig gesteund.
Ook 's Heeren Kerk heeft er belang bij welke
bladen er in onze gezinnen komen en er zal zeker
ook wel overal een onderzoek naar worden ge
daan leest gij en wat leest gij 't Antwoord is
wel eens ontstellend helaas.
Voortdurend blijve er op gehamerdsteunt
en leest de christelijke pers.
Evenwel worde niet vergeten, dat we soms
voor moeilijkheden komen te staan in verschil
lende gezinnen, waar men het u toegeeft en toe
stemt, maar de kracht ontbreekt een groot A. R.
woede en dan haatte zij Heino, dien zij den be
werker van deze ellende meende, met een doo-
delijken haat
Op weg naar huis, gaf mevrouw Salomons
haar chauffeur in eenen een adres op. En enkele
minuten later stond zij op de stoep van Dr. Pink-
man's vorstelijke woning. Hij was een zeer kun
dig arts en had een drukke praktijk.
Zij verbaasde er zich over, nog niet op de
idee gekomen te zijn, met den huisarts van Gre
tha te praten. Allicht werd zij iets meer gewaar.
Het viel haar evenwel bitter tegen. Want de
arts, hoe vriendelijk, wellevend en voorkomend
hij ook was, kon haar noch bevredigen, noch
inlichting geven.
„U hebt natuurlijk reeds begrepen, dat het niet
een gewone lichamelijke ziekte is, een stoornis,
een afwijking of wat dan ook. Uw dochter is
lichamelijk gezond. Er is hier sprake van een
zielsziekte, waarvan ik de oorzaak slechts ten
deele weet. Het verlies van haar kind bijvoor
beeld heeft haar geweldig aangegrepen. Toch
geloof ik, dat het dat niet alleen is. Mag ik U
eens een vraag doen in alle discretie natuurlijk?"
En toen, na het toestemmend knikken van me
vrouw Salomons„Is de verhouding tusschen
man en vrouw wel goed
„Neen", zei de aangesprokene op harden toon,
„hij verwaarloost zijn vrouw."
„Ik heb het gemeend, op te merken. Dat is
natuurlijk voor den medicus een lastig geval.
Die verkeerde verhouding werkt zeer in het na
deel van den toestand der patiënte. En als zij
nu mijn raad maar wilde opvolgen."
„Uw raad vroeg mevrouw Salomons.
dagblad of kerkelijk blad of christelijke illustratie
of ook boeken op dogmatisch gebied etc. te be
talen.
Daartegenover wordt beweerdvoor enkele
centen in de week zijn de neutrale bladen met
vele kiekjes verkrijgbaar en wel met het aller
laatste nieuws.
En nu hebben we een vraag aan de uitgevers
onzer bladen op kerkelijk en politiek terrein en
evenzoo aan die der vele verschijnende christe
lijke boeken, zonder daarmede te willen uitspre
ken, dat daarover door ons kan geoordeeld.
Wat toch deed zich voor In de vorige maand
is ter vergadering van de Classis Goes uitge
bracht het rapport over de gehouden kerkvisita
tie, waarin werd gememoreerd de klacht van
kerkeraden, dat juist door onze „kleine man",
waarbij zoovelen zijn, die gaarne de hoofdbladen
zouden lezen, moet uitgesprokendat is voor
ons niet te betalen, 't Is te duur. Het kan niet
af van de steeds geringere verdienste. Zoo is het
ook in betrekking tot de belangrijke christelijke
boeken. Vele onzer menschen gaan ze boven hun
koopkracht.
(Zeer breedvoerig heeft de Classis over deze
klacht gesproken, maar ze kwam niet tot vaste
conclusie wat te doen.)
Gaarne willen velen bladen en boeken lezen
en dat blijkt ook wel, als ge er eens een uitleent,
dat ze ook heel best den inhoud verwerken kun
nen.
Zou er juist in deze tijden, waarin het gaat
om te houden, wat we hebben, misschien een
weg te vinden zijn, dat onze bladen, periodieken
en illustraties en boekwerken in onze minder
finantieel-krachtige gezinnen kunnen gebracht
Het kanon der gedachte zou juist daar heb
ben een goed doelpunt en de uitwerking en vrucht
zou o.i. daar juist groot zijn.
't Zal natuurlijk voor de steeds rijker van in
houd wordende dagbladen wel niet gemakkelijk
vallen abonnementsprijzen te verlagen en moei
lijk voor onze uitgevers belangrijke boekwerken
te verminderen in prijs.
Nogmaals daarover matigen wij ons geen oor
deel aan, want dat gaat boven onze berekening.
Maar, waar zoo krachtig wordt opgewekt
steunt de christelijke pers en krachtige actie
wordt gevoerd voor uitbreiding van het abonne
mentental, daar zij het vergund een goed woord
te doen voor hen, die zoo gaarne een grooter
dagblad en ook beste, christelijke boeken willen
lezen en bezitten, maar wie het geldelijk gaat
boven hun kracht.
Juist voor dezulken hebben wij eene roeping
te pleiten bij hen, die zijn geroutineerd in zaken
en bedrijven der christelijke pers of er misschien
een weg is te vinden, dat ook bij hen onze bla
den en boeken, als gaarne geziene huisvrienden,
zullen verrichten hun werk en taak. Ook hun
geest zal dan beter gevoed en zij zullen dankbaar
zijn.
Kapelle-Biezelinge. A. SCHEELE.
BEROEPEN TE
Twijzelerheide Cand. B. den Brave te Zwolle.
De Krim D. Veenhuijzen te Valthermond.
Haren (Gron.): D. Zwart te Aalten.
In het Diaconaal Correspondentieblad
No. 10 van de 33e jaargang, October 1935, is
opgenomen een breedvoerig verslag van de 46e
Centrale Diaconale Conferentie, gehouden te
Alkmaar 18 September 1935, waaruit blijkt, dat
uit Zeeland slechts 5 diaconieën waren verte
genwoordigd n.l. Axel, Bruinisse, Goes, Middel
burg en Zaamslag. Belangrijke vraagpunten zijn
behandeld, als verhooging van de inkomsten der
diaconie kosten van ziekenverpleging. Zeer le
zenswaardig is het referaat van Dr. S. O. Los
over „De verhouding van het diaconaat tot de
gemeente als één geheel". 2 teekeningen ter ver
duidelijking der voorstelling zijn opgenomen.
Hier is wat te leeren. Alkmaar's pastor wekte
de diakenen op ook nu niet bezorgd te zijn.
't Correspondentieblad blijft met alle kracht
aanbevolen.
Na bevestiging door Ds. W. Breukelaar,
die sprak bij die gelegenheid over Openb. 3:7-13
deed te Santpoort intrede Dr. W. G. Harren-
stein met eene predikatie over Psalm 134.
Werk voor theologische studenten.
In de vergadering van den kerkeraad van
„Ik heb haar een en andermaal aangeraden,
eens enkele maanden naar een andere omgeving
te gaan. Maar Uw dochter wil er niet van hoo-
ren."
„Ik wist daar niets van, dokter. Als U meent,
dat het heilzaam werken kan, dan moet Gretha
niet dwars zijn."
„Wend Uw invloed aan. Het zal haar naar
alle waarschijnlijkheid goed doen."
„Ik zal mijn best er voor doen. Me dunkt,
Gretha moet toch inzien, dat het voor haar best
wil is. Dus, dokter, er is geen gevaar
Ondanks de geruststellende mededeeling van
den medicus was de spanning niet van mevrouw
Salomons' gelaat geweken.
„Mevrouw, ik verzeker U, dat Uw dochter
lichamelijk gezond is. Maar haar zenuwgestel is
geducht geschokt. Zeer erg. Op den duur kan
dat niet ge wenschte gevolgen hebben. Meer kan
ik U heusch niet zeggen."
Mijnheer Salomons hield voet bij stuk, toen
zijn vrouw weer met hem sprak over dat finan-
ciëele gedeelte.
„Het is geld wegsmijten", zeide hij. „Als Gre
tha er mede geholpen was en er beter van werd,
zeide ik onmiddellijk, dat hij het geld krijgen
kon. Maar het baat Gretha niets. Het geld wordt
opgeslokt door de zaak, die geen greintje waard
is. Heino maakt er wat goede sier mee, hij is
misschien, voor de leus, vriendelijk tegen Gre
tha, maar als het geld op is, en dat duurt niet
zoo heel lang, is het weer "hetzelfde liedje."
(Wordt vervolgd)