Onder redactie van de Geref. Persvereeniging van Schouwen-Duiveland en Tholen.
No. I.
Vrijdag 4 October 1935
Ie Jaargang
BEHOORENDE BIJ DE ZEEUWSCHE KERKBODE VAN VRIJDAG 4 OCTOBER 193 5.
Voorzitter: Dr. J. van Lonkhuyzen te Zierikzee; Secretaris: Ds. J. Meester te Brouwershaven.
VERSCHIJNT ELKE EERSTE WEEK DER MAAND.
MAAND-KRONIEK.
EEN NIEUW BEGIN.
EVANGELISATIE.
B IJ B L A D
INLEIDING.
Mocht dit Bijblad blijven bestaan, iets dat zal
afhangen van voldoende medewerking en bevre
digende samenwerking, zoo hopen we hier in
elk bijblad, dat is dus elke maand, een maand-
kroniek te geven. Over een en ander dat zoo
in die maand in de kaleidoskoop van onze kerke
lijke pers of van ons kerkelijk leven, of waar
dan ook, voor ons oog voorbij ging en onze
aandacht trok.
De vreemde dominee.
Nu de vacantie weer voorbij is en we weer
thuis gekomen zijn om aan den arbeid te tijgen,
zien we ook al licht eens even terug en vragen
hoe de gemeente het gedurende onze vacantie-
afwezigheid gehad heeft.
Al was het misschien ook nog al eens „lees-
dienst", ook al vanwege de bezuiniging, er zijn
toch nog wel eens andere predikers opgetreden.
„Vreemde" dominees. We genoten van de fijne
humor van Ds. D. van Dijk van Groningen (toch
wel een theoloog, welbeminde Kroniek-schrijver
in Geref. Th. T. van deze maand, die het blijk
baar uit de tweede hand aanhaalde, wat kan
het met die rondgaande artikeltjes al vreemd
loopen) in wat we van zijn hand in De Predi
kantsvrouw lazen. Hoort maar
„Er zijn gemeenten, die al lang van te
voren uitzien naar den vacantietijd, omdat
ze dan eens een anderen dominee „op de
stoel" krijgen.
Niet, dat ze met hun eigen pastor onte
vreden zijn, wel neen, ze hooren hem graag;
en bezoeken trouw de samenkomsten, eiken
Zondag twee keer. (Het is te hopen, v. L.)
Maar toch willen ze, voor zoo'n enkelen
keer, wel eens graag wat anders, wat nieuws
hooren. En dan bij voorkeur een „besten".
Er zijn n.l. van die dominee's, op de groo-
te schare van dienstdoende predikanten be
trekkelijk weinigen, die als „besten" bekend
staan gevierde predikers, die bij alle voor
komende gelegenheden gevraagd worden
op feestelijke vergaderingen van jongelingen
zoowel als van meisjes, op jaarvergaderingen
van onderwijzers en ambtenaren in publie-
ken dienst, op bidstonden voor de verkiezing
of wetenschappelijke samenkomstenvoor
winterlezingen en conferenties die het
woord op meesterlijke wijze voeren over de
meest uiteenloopende onderwerpen gods
dienstige, politieke, opvoedkundige, volko
men naar keuze. (Daar voeg ik geen woord
meer bij. Het is duidelijk genoeg, v. L.)
Gewoonlijk zijn het dominee's in een
groote stad of „die stellig nog eens in een
groote stad terecht komen".
Kan het den kerkeraad gelukken op zulk
een beroemdheid voor één der vacantie-
Zondagen beslag te leggen, dan bereidt hij
daarmee de gemeente een grooten dienst.
Al weken van te voren werd door de
meelevende leden geprobeerd er achter te
komen, wie ze „krijgen", wanneer eigen do
minee op reis is. En als ze den naam hooren
noemen van zoo'n gevierde „spreker", dan
gaat het als een loopend vuurtje rond de
groente- en melkboer zegt het zijn klanten
aan bij den barbier vertelt men het elkaar;
bij het in- en uitgaan der kerk is het 't on
derwerp van gesprek.
Met spanning zien de broeders en zusters
uit naar den Zondag waarop ze „hem"
hebben.
Zooals de kinderen uitzien naar een uit
gaansdag
Tot de groote dag is aangebroken.
Op de gezichten van de kerkgangers is
het te lezen, dat ze vol verwachting zijn
met opgewektheid spoeden ze zich naar de
kerk. Nergens anders wordt over gesproken,
dan over den dominee, dien ze vandaag zul
len hooren.
De eene weet nog, waar hij een vorigen
keer over gepreekt heeft, zelfs met de ver
deeling er bij een ander heeft hem meer
malen gehoord in zijn eigen gemeente en
vertelt er bij, hoe hij daar eiken Zondag
op nieuw de kerk stampvol heeft, hoewel
zijn collega's maar weinig volk trekken een
herinnert zich, dat hij hem als candidaat
heeft hooren preeken, en dat hij toen al den
indruk heeft gekregen, dat het wat bijzon
ders was een vierde roemt zijn buitenge
wone gebedsgaven een vijfde wordt altijd
getroffen door de opgegeven psalmverzen,
die volkomen passen bij de preek een zesde
vindt het zoo heerlijk, dat ook de jongeren,
zelfs de kinderen, de eenvoudigsten zoowel
als de ontwikkelden wat aan zijn preek
hebben.
Ze raken er niet over uitgepraat
En geen wonder, dat de kerk tot in alle
hoeken bezet is. Menschen. die er anders
nooit komen, maken voor deze gelegenheid
gebruik van hun zitplaats. Zelfs van gena-
buurde gemeenten komen ze opzetten, om
dezen Zondag te genieten van het zeldzame
voorrecht, dien „besten" dominee te kunnen
hooren. Daar hebben ze een reis voor over
en ze zien er niet het minste bezwaar in hun
eigen plaats in eigen kerk leeg te laten.
Zoo ziet deze vreemde dominee een groote
schare voor zich zitten de koster nog steeds
bezig, met de staanden een zitplaats te be
zorgen zonder dat het hem gelukt, de pa
den schoon te vegen, al wordt ook het doop
hek en de trap naar het platvorm door be
langstellenden in beslag genomen.
Wat een opgewektheid Het zingen wil
zelfs beter dan anders De collecte brengt
iets meer op dan gewoonlijk. (In den regel
niet zooveel meer, v. L Van slaap hebben
de hoorders geen last. Het gebed bidden ve
len mee.
En dan die preek
„Hij had om mij nog wel een uur kunnen
doorpreeken vindt er een.
„Zoo'n preek vergeet je nooit meer
oordeelt een ander.
„Wat zit er wat in zoo'n tekstontdekt
een derde.
„Hij had niet anders voor zich dan een
papiertje, met een paar aanteekeningen al
les uit het hoofd Hoe is 't mogelijk
In allerlei toonaarden wordt de lof ge
zongen van den prediker en de preek
Het lijkt er, of de dominee dien dag in
het midden staatof hij alle aandacht trekt;
maar de Heere der gemeente, de God des
Verbonds, op den achtergrond met een be
scheiden plaatsje moet tevreden zijn.
Dat is inderdaad een gevaar van zoo'n
vreemden, zoo'n besten dominee.
Nu lukt het niet altijd aan den kerkeraad,
de gemeente zulk een feestmaal te bereiden.
Soms geeft de ouderling, die belast is met
het uitnoodigen van „vreemde dominee's,
gehoor aan het vriendelijk verzoek van een
broeder, die er op gesteld is, dat een zijner
familieleden in de vacantie eens een Zondag
komt preeken.
Die is voor de meesten een onbekende
die niet met zoo'n enthousiasme wordt ont
vangen één, die nog moet worden ge
taxeerd. Op zijn best is het dan een dege
lijke preeker niet met bijzondere gaven,
maar die toch een goede waarheid brengt,
dochdién ze niet tegen hun eigen pre
dikant zouden willen verruilen.
Gelukkig voor dezen eigen predikant
Stel je voor, dat al de vacantie-predikers
eens beter waren dan eigen, dan mocht deze
wel schoorvoetend van zijn reis naar huis
terugkeeren en met looden schoenen den
kansel beklimmen
Ja, het ware te verstaan, dat hij zijn in
vloed aanwendde, om gedurende zijn afwe
zigheid geen vreemden den dienst te doen
waarnemen
Tot zoover Ds. v. Dijk's artikel. Wat een
kostelijke humor Ik genoot ervan. Alleen loopt
het met die groote stads „beroemdheden" ook
wel eens minder goed af. Soms had njen ook wel
gedacht „dat-ie-toch-anders-preekte", en was de
verwachting blijkbaar wel wat te hoog gespan
nen geweest.
Gelukkig als we de les in dezen humor ver
staan, en leeren afzien van den mensch en om
het te verwachten van den mensch. Want daar
komen we bedrogen mee uit.
HET BRANDEND KIPPENHOK.
Eenige dagen geleden las ik in een onzer dag
bladen „Prof. G. schreef onlangs terwijl hij
het oog had op kerkelijke aangelegenheden Wij
Nederlanders maken op de buitenlanders vaak
den indruk van jongens, die twisten over de
vraag of de kippen gevoed moeten worden om
drie uur dan wel om half vier, terwijl de kippen
opgesloten zitten in een brandend kippenhok".
Die ongevoelige jongens toch Het blad voegt
er natuurlijk een hartig woordje bij tegen ,,on-
noodig en verdeelend twistgeschrijf". De vraag
is maar Wat is onnoodig twistgeschrijf En is
er niet een noodzakelijk twistgeschrijf, dat meer
de ware eenheid bevordert, dan uiterlijke een
heids-banden waarbij geen innerlijke eenheid is
Men zou dit zij het minder verheffende beeld
van dat brandend kippenhok ook in dien zin
kunnen lezen, dat de kippen in slaap vielen of
door gassen bedwelmd werden en dat terwijl het
hok in brand dreigde te raken. Misschien wor
den ze nog eens door de twistende jongens wak
ker gemaakt.
Ik denk dat het beeld zoo beter past bij ons
kerkelijk leven van vandaag.
EEN GOEDE METHODE.
In het pas verschenen werk van den Geref.
Amerikaanschen Theoloog Dr. Teunis Olden-
burger, onder ons bekend als de schrijver van
het boek „Birth Controle" (Geboorte-beperking),
welk nieuw boek den titel draagt van „The Way
Out" (De weg uit den chaos), en dat hij mij
meegaf, verdedigt hij „de kroonrechten van
Christus". In huis en kerk, maatschappij en staat,
wetenschap en kunst, daarin komt hij ook tot
het huisbezoek, dat, helaas, in Amerika maar in
weinig kerken meer geschiedt. Maar nog wel in
de kerken waartoe ook schrijver dezer regelen
behoorde. Hij wijst op de noodzakelijkheid hoe
tegen een insluipend kwaad bij jonge gezinnen
waarin geen kinderen geboren worden ge
waarschuwd moet worden. Ook in het huisbe
zoek. Hoe al minder bedoeld kwaad als zonde
beschouwd wordt.
Afgezien nog van de bepaalde vraag welke hij
in het huisbezoek gedaan wil hebben n.l. Of kin
deren begeerd worden zoo lijkt het me toch
een goede methode toe, in zulke gezinnen den
kinderzegen ter sprake te brengen. Dan hoort
men vanzelf wel uit welken hoek de wind waait.
En worden er werkelijk kinderen begeerd, dan
kan men immers ook die zaak in het gebed den
Heere voorleggen. Hoe kan men dat anders doen
als men niet weet dat kinderen begeerd worden?
En zou dat begeeren niet het geval zijn dan
kan men daarvan noch in het gebed noch in het
huisbezoek zich als onkundig beschouwen. Ge
lukkig geloof ik niet dat dit bedoelde kwaad in
onze landelijke gemeenten nog zoo voorkomt,
maar naar wat ik onlangs van dat insluipend
kwaad in onze kerkelijke bladen las, en, meen
ik, ook in de besluiten eener classis las, dan is
het wel goed hierop te wijzen ook in het huis
bezoek. Zeker eerst in de prediking, waar de
sleutel des Woords in 't algemeen toegepast
wordt, maar ook in het huisbezoek waar ze
bijzonder ter sprake komt.
v. L.
Dit bijvoegsel beteekent een nieuw begin.
Een nieuw begin, om een oude zaak voort
te zetten.
De oude zaak is de zaak van de Gereformeer
de Kerkelijke pers op onze eilanden. Bijna vier
jaar geleden is de kleine Schouwensche Kerk
bode opgericht en al dien tijd heeft zij, op zeer
bescheiden wijze, iets mogen bijdragen om de
belangstelling voor het kerkelijk leven te ver
sterken.
En om dezen arbeid voort te zetten, geeft nu
de Zeeuwsche Kerkbode, maandelijks dit blad
uit, speciaal ten behoeve van onze kerkelijke
belangen.
Is het noodig een kerkelijk blad te lezen
Is het noodig een eigen kerkelijk blad te heb
ben
Het is mijn overtuiging dat op beide vragen
„ja" moet geantwoord.
Wie van harte onze Gereformeerde belijdenis
liefheeft, en zich door de Heilige Schrift laat
leiden, zal graag elk middel aangrijpen om in
onzen kring de liefde en de belangstelling voor
de waarheid \e verdiepen en te verwarmen.
En in onzen tijd, nu allerlei ideeën en stroo
mingen door pers en radio vrijen toegang vinden
in de meeste huiskamers, is het, meer dan vroe
ger, noodig de waarheid in het licht te stellen,
en onze kinderen van jongs af te wennen aan
onze belijdenis, te leeren inademen de heilige
geur van de gemeenschap, die wij hebben met
onzen Heere en Zaligmaker en met heel de kerk.
Een der middelen daarvan is een kerkelijk blad,
dat tot een huisvriend wordt.
En nu staat het op Schouwen zóó, dat er maar
weinig gezinnen een kerkelijk blad lezen. Over
Tholen kan ik geen mededeeling doen, omdat ik
de kerkelijke toestanden daar niet ken.
Dit bijna geheel ontbreken van kerkelijke lec
tuur, maakt het noodig een eigen blad te bezitten.
Onze groote kerkelijke bladen, zijn onbekend.
En het vreemde, onbekende lokt niet aan. Dat
is een van de redenen, waardoor zelfs de Zeeuw
sche Kerkbode hier tot nog toe, maar uiterst
weinig lezers vond.
Daarom moeten wij hier een blad hebben, dat
ons eigen is, en door dat eigene aanlokt.
Nu is dat aanlokken een moeielijk geval. Wij
mogen geen verkeerde lokmiddelen gebruiken uit
lust om maar lezers te vangen. Ons Gereformeerd
kerkelijk leven heeft op Schouwen te strijden
met een grooten vijand, dat is de onverschilligheid.
De onverschilligheid van het ongeloof.
Deze vijand is natuurlijk overal waar menschen
wonen. Want de menschen stellen geen belang
in de waarheid, meer in den leugen.
Op Schouwen komt deze vijand vooral op
twee manieren voor den dag, n.l. als „licht" en
als „zwaar".
Licht is het modernisme, dat openlijk blijk geeft
onverschillig te staan tegenover het Woord Gods.
Dat niets wil weten van de liefde Gods, die Hij
bevestigd heeft in het Kruis van Christus. Licht
is het modernisme dat geen prediking over zonde
en genade wil hooren, omdat men geen zondaar
wil heeten en deswege meent geen genade noodig
te hebben.
De publieke opinie wordt in Schouwen (de
westelijke helft van Schouwen-Duiveland) be-
heerscht door dezen vrijzinnigen, liberalen geest.
Het blad, dat iedereen hier moet lezen om bij
te wezen, is uitgesproken „neutraal". En blijft
de „Nieuwsbode" voorzichtig in haar uitdrukkin
gen, kort geleden is er een nieuw z.g.n. neutraal
weekblaadje uitgegeven, dat geen blad voor den
mond belooft te nemen.
De Westhoek, heet het. Het geeft onder de
opschriften binnenland en buitenland beschou-*
wingen die zoo hoogdravend van den souverei-
nen mensch uitgaan, dat De Standaard een van
de eerste nummers, al terecht signaleerde als ge
vaarlijk.
Misschien zal de lezer opmerken dat is toch
maar een advertentieblaadje en het bevat voorts
alleen een paar artikeltjes over binnenlandsche
en buitenlandsche politiek, kerkelijke dingen wor
den er niet in aangeroerd.
Dat is het juist, waarde lezer. Sprak zoo'n
blaadje maar eens net zoo eerlijk en openhartig
zich uit over de Kerk van Christus en over de
Waarheid, als over de politieke toestanden, dan
zouden uwe oogen wel open gaan.
Er ligt daarom juist zulk een gevaar in zulke
lectuur, vooral voor jonge menschen. Het ver
keerde wordt niet doorzien. Christen zijn wij
echter niet alleen in de kerk, maar ook in de
politiek, ook in onze denkbeelden en beschou
wingen over de maatschappelijke welvaart. De
waarheid beheerscht ons heele leven. En anti
christelijk is ook hij, die zich in de politiek keert
tegen de waarheid die uit God is.
De andere manier, waarop de vijand van de
waarheid zich hier openbaart, is de zware ma
nier. Ook daarachter zit vaak de onverschillig
heid van het ongeloof, maar zij treedt anders aan
het licht. Wij gaan daar thans niet op in, maar
bewaren dat voor een volgende keer.
Het bovengenoemde is voorloopig genoeg, om
U met mij de noodzakelijkheid van een eigen
kerkelijk blad te doen zien, dat in alle Gerefor
meerde gezinnen komt.
Men verwachte van een kerkelijk blad geen
herhaling van de preek. Er zijn tallooze andere
dingen, die in verband staan met, en bevorderlijk
zijn voor een gezond kerkelijk en geestelijk le
ven, maar die in de preek niet, of zeer onvol
doende kunnen ter sprake komen. Ons blad be
doelt deze dingen in de gezinnen ter tafel te
brengen, om zóó mede te werken, aan den ar
beid in Gods Koninkrijk zóó leiding te geven,
het inzicht in ons schoone belijdenis te bevorde
ren, de heerlijkheid van de gemeenschap met den
Heere Jezus te doen uitkomen.
Brouwershaven. J. M.
„BEZALIËL,"
Door de Vereeniging „Bezaliël" te Zierikzee
wordt de Zondagsschoolarbeid en het jeugdwerk
in de omgeving van Zierikzee verzorgd.
Voor de Ver. beteekende de benoeming van
haar Voorzitter, de heer A. Mol, tot hoofd der
Chr. School te Almkerk, een groot verlies.
In 1930 verkeerde de Ver. in een desolate