VAN VERRE EN NABIJ.
FEUILLETON
KLATERGOUD
KERKNIEUWS*
P. Geense, uit Kapelle C. van Zweden, uit
Baarland S. de Mol, uit Kruiningen H. van
Nieuwenhuize. Stembriefjes waren er uit Middel
burg, Axel, Nieuwerkerk en Oud-Vosmeer waar
op namen van een tweetal predikanten om in de
zaak van Ds. Budding van advies te dienen
Beekerke vertrouwde haar leeraar ten volle en
Domburg vond het onnoodig. Zoo werd dan op
23 Oct. 1839 te Goes de vergadering gehouden
ten huize van Pieter Geense, Voorstad, met Ds
Gezelle Meerburg als praeses. Ds. Budding was
afwezig.
Misnah -{- Gemara Talmoed,
Wat dus de Halachah een door de traditie
vastgestelde met autoriteit bekleede toepassing
van de wet,
was de Haggadah een vrije verklaring van de
Torah betreffende dogmatische en ethische pro
blemen,
was de Misnah een excerpt, een kort begrip
van de Halachah,
de Gemara is op haar beurt een „steeds meer
gecompliceerde op scholastische wijze alles be
sprekende en uiteenrafelende verklaring van de
Misnah".
In de school van Jeruzalem, zoowel als die
van Babylonië werd de Misnah het voorwerp
van vlijtige studie. Het doel was om aan te too-
nen, dat er werkelijk verband bestond tusschen
de Misnah en de Torah (de wet). Voorts werd
getracht de Misnah up to date te doen zijn, zoo
dat ze toegepast kon worden op de tijdsomstan
digheden.
Het resultaat van deze studie werd Gemara
d.i. voltooiing genoemd.
De Talmud, nu is de combinatie van de Ge
mara met de Misnah en deze Talmud onder
scheiden we weer in Jeruzalemsche en Babylo
nische Talmud, al naar de scholen waar ze ont
staan zijn.
De Babylonische Talmud geeft eerst een ge
deelte van de Misnah en daarop volgt dan direct
de verklaring der Gemara. In deze Talmud treft
men dan natuurlijk weer gedeelten aan die meer
halachisch zijn (wettisch) en die meer dogma
tisch ethisch zijn (haggadisch).
De Jeruzalemsche Talmud is veel korter dan
de Babylonische, veel meer conservatief en vond
lang zulk een algemeene erkenning niet.
Nu zagen we reeds dat de hoofdinhoud van
de Misnah niet enkel godsdienstig is. In den loop
der eeuwen trof men dan ook in de Talmud al
lerlei andere wetenschappen aan Wijsbegeerte,
geneeskunde, astrologie enz. enz. Als dan ook
een Jood onderwijs ontvangt, wil dat zeggen on
derwijs in de Talmud.
Niemand denke gering over de geweldige
schatten en waarheden die in de Talmud verza
meld zijn. In de gansche wereld vindt het Joden
dom in de Talmud de voedingsbodem.
We willen nog opmerken, dat deze omschrij
vingen allerminst wetenschappelijk zijn. Dit zou
in zulk een kort bestek onmogelijk zijn. We heb
ben alleen getracht door een korte aanduiding
eenige omschrijving te geven.
A. H. OUSSOREN.
Italië,
In de Italiaansche Encyclopaedic schrijft Mus
solini het volgende over het Fascisme
„Het Fascisme gelooft noch in de mogelijkheid
noch in de nuttigheid van een voortdurende vre
de. Zij is stuitend voor de leer van de Fascisten.
Die vrede kan slechts geboren worden door de
worsteling op te geven en door een daad van
lamlendigheid in het aangezicht van het offer.
Alleen de oorlog verheft alle menschelijke ener
gie op het hoogste spanningspunt en zet een
merk van adeldom op de volken die de moed
hebben hem in het aangezicht te zien. Alle an
dere pogingen zijn slechts surrogaten, die de
menschen nooit werkelijk gesteld hebben in de
positie waarin ze de groote beslissing hebben te
nemen leven of dood.
Dus is een leer gefundeerd op de gevaarlijke
eisch van den vrede vijandig aan het Fascisme,
hoewel ze aanvaard wordt voor het gebruik dat
men ervan zou kunnen maken om bizondere om
standigheden te behandelen.
Alle internationale liga's en bondgenootschap
pen kunnen zooals de historie het zal aantoonen,
naar de vier winden verstrooid worden wanneer
eenmaal een machtig nationale geest zal worden
ontketend voor een of ander motief hetzij dit
sentimenteel, idieel*of nuttig is."
DOOR
H. KINGMANS
42)
,,'k Was gistermiddag in Alkmaar en belde
voor alle zekerheid Heino op. Eerst kreeg ik een
juffrouw aan het toestel, die niet wist, of mijn
heer aan de zaak was. Maar geen drie seconden
later had ik hem. Hij moet in hetzelfde lokaal
geweest zijn, dat kan niet anders. Enfin, hij was
er dus en ik voelde, dat hij schrok, toen hij mijn
stem hoorde.
Ik zeide, dat ik dien avond in Amsterdam
kwam en of hij mij een nachtje hebben kon.
Maar hij verzocht mij, een hotel te nemen, 't Zou
voor Gretha te druk zijn. Zij was wat over
spannen en de dokter had haar veel rust voor
geschreven.
Nu, dat kan natuurlijk. Dus zei ik, wel een
hotel te zullen nemen. Om ongeveer zes uur zou
ik bij hem zijn.
En toen kwam er weer een tegenwerping. Of
ik wat later wilde komen. Want hij had een
paar belangrijke conferenties en kon niet vóór
acht uur thuis zijn. Als hij nu eerder geweten
had, dat ik kwam, had hij er natuurlijk rekening
mee gehouden.
Daar viel ook niets van te zeggen. Alleen had
hij kunnen zeggen Ga maar naar huis, ik bel
Gretha, dat zij met het eten op je rekent. Ik
begreep wel, dat hij het liever niet had.
We nemen dit niet over om socialisten een
stok in de hand te geven en te zeggen daar
hebt ge nu die Fascisten. Waren zij niet de eer
sten die riepen om militaire sancties, zij de ont-
wapenaars, de anti-militairisten
We nemen dit over om te laten zien, hoe de
mensch, hier Mussolini, van nature is, al wordt
die mensch dan door sommigen nog wel is reli
gieus genoemd blijken een gepubliceerd inter-
vieuw.
Nu is 't gemakkelijk om in deze dagen mee
te doen aan de Hetze tegen Italië en Mussolini.
Maar in ons hart zijn we van nature gelijk. Ge
nade alleen kan ons anders geleerd hebben.
Ook wij gelooven niet in een eeuwige vrede
om de eenvoudige reden, dat de oorlog veel te
dicht bij, ja in ons woont. Al verwerpen we het
motief van Mussolini om oorlog te begeeren en
al is deze begeerte inzondig, dat neemt niet weg,
dat wanneer de liefde-eisch niet geëerbiedigd
wordt en de volkeren elkander niet leeren ver
staan, de oorlog met al zijn ellende zal blijven.
Eerst Gods wet gehoorzamen dan vrede.
Palestina.
Te Tell el-Amarna is een brief gevonden van
bizondere inhoud en afkomst. Amenophis III
Farao van Egypte van 1419 tot 1383 vóór Chris
tus schrijft aan Milki-ili of Malchiel koning van
Gezer, dat hij hem zendt zilver, goud, kleederen,
ebonieten stoelen, en allerlei soort kostbare
steenen tezamen met veertig sikkelen zilver met
het doel om van hem te verkrijgen veertig „knap
pe" vrouwen voor zijn harem.
Het is duidelijk, dat al deze geschenken en
deze groote massa geld (waarschijnlijk veertig
sikkel per vrouw) niet bestemd waren om de
ijver van Milki-ili te beloonen. Die zal wat blij
geweest zijn dat hij zijn heer in Egypte van
dienst kon zijn. De schatten zullen bedoeld zijn
voor de vrouwen zelf, wat in de Heilige Schrift
genoemd wordt de Mattan zie b.v. Gen. 24 vers
53 waar staaten Eliezer langde voort zilveren
kleinooden en gouden kleinooden en kleederen
en hij gaf die aan Rebekka hij gaf ook haren
broeder en hare moeder kostelijkheden.
De sikkelen zilvers genoemd in den brief van
Amenophis zullen de koopprijs geweest zijn wel
ke bestemd waren voor de familieleden, als ver
goeding voor het verlies de zoogenaamde Mo-
haar, zie Gen. 34 12 Vergroot zeer over mij
den bruidschat en het geschenk.
Wat geeft deze brief ons nu dus weer te zien?
Dat de Mohaar en de Mattan reeds 1300 jaar
vóór Christus in Palestina tot de inheemsche ge
woonten behoorden.
Dat de Heilige Schrift ook op deze punten
weer niet het boek blijkt te zijn van „verzinsels
en fabelen" maar het onfeilbare Woord des
Heeren.
Zang in de Nieuwe Kerk, Vrijdagavond 8.15 uur.
Zwervers komen in onze stad. Menschen die
verbannen zijn. Vervolgden zullen zingenZe
zullen ons doen hooren dat ze kunnen juichen
in verdrukking.
Maar met dezen zang hebben ze nog een ander
doel.
Om hun brood te verdienen om in hun onder
houd te voorzien.
In Rusland konden, mochten ze niet meer on
derwezen worden. Toen zijn ze gevlucht en ze
hebben in Parijs een school gesticht waar ze
opleiding ontvangen.
Per jaar hebben ze voor de 12 leeraars en 30
studenten 30.000 noodig. Dat willen ze op
deze wijze verzamelen.
Als we nu eens denken aan onze studenten
en we stellen deze studenten er eens naastdan
gaat vanzelf ons hart uit naar deze moedige
menschen.
En we gaan luisteren naar hun lied.
Ps. 141, Jesaja 89 en vele andere stukken
zullen worden gezongen.
Wie eenigszins kan, die ga nu eens luisteren.
Heden Vrijdagavond van verre en nabij.
Entree is 20 cent.
Een flinke kerk vol menschen bemoedigt hen.
En ze hebben moed en kracht noodig.
Ook door ons.
A. H. OUSSOREN.
Collecte voor den arbeid der Vereeniging tot
verspreiding der Heilige Schrift.
Op Dinsdag 15 October a.s. zal D.V. in Mid
delburg langs de huizen een collecte worden ge
houden voor bovengenoemde Vereeniging, die
zich de verspreiding der Heilige Schrift ten doel
heeft gesteld. Onderscheidene jongelui willen
Alleen zei ik, dan om ongeveer half acht te
zullen komen en of hij dat Gretha wilde zeggen.
Dat zou hij doen. Zoo eindigde ons gesprek, dat
van Heino's kant niet hartelijk was. Ik kreeg den
indruk, dat hij mij liever niet in Amsterdam zag.
Natuurlijk stoorde ik mij er niet aan en na
in het hotel gedineerd te hebben en een kamer
te hebben besproken, ging ik zijn huis opzoeken.
~e weet, 't is een heel eind. Maar ongeveer half
acht was ik er.
En nu komt eerst het onaangename. Gretha
keek zeer verwonderd. Zij wist niets van mijn
komst. Natuurlijk vroeg ik toen, of Heino het,
volgens zijn belofte, dan niet gezegd had en kreeg
ten antwoord, bitter „Dat heeft hij natuurlijk
vergeten. Om de zaken thuis bekommert hij zich
niet."
„Hoe zag Gretha er uit?" vroeg Truus, ver
getend, dat zij gezegd had, hem niet in de rede
te zullen vallen.
„In één woord slecht, 'k Heb niet geweten,
dat iemand in zoo'n betrekkelijk korten tijd zóó
vervallen kan. Vermagerd. Kringen onder de
oogen. Met een vermoeiden, lusteloozen trek op
het gelaat."
„En het kindje
„Wacht nu even. Heino had dus niets van
mijn komst gemeld. Dat is grof onbeleefd. Maar
ik ben er nog niet. Ik moet zeggen, dat Gretha
onmiddellijk aardig werd. Zij was zeer hartelijk,
informeerde naar jou en naar moeder. En, dat
moet ook gezegd, behalve dan dien éénen, bit
teren uitval, waarvan ik zooeven sprak, heeft zij
geen woord kwaad van Heino gesproken. Hem
zelfs nog verontschuldigd. Want, het werd acht
hiertoe meewerken. De opbrengst dezer collecte
komt gedeeltelijk ten goede aan den plaatselijken
Evangelisatie-arbeid. Zeer bevelen we deze col
lecte aan. De Vereeniging tot verspreiding der
Heilige Schrift toch verricht veel en nuttigen ar
beid in het gratis verstrekken van Bijbels, Nieuwe
Testamenten, Evangeliën, Kalenders, Psalmboek
jes, Wandteksten, enz.
Tot veel zegen is dit alles geweest. Geeft
daarom Dinsdag 15 October a.s. met milde hand
Uw gave voor dit heerlijk werk.
Zij, die zich voor het ophalen der giften willen
beschikbaar stellen, kunnen zich opgeven bij br.
P. Korteknie, Molstraat 26 of bij Mevr. Brem-
mer, Dam 9.
D. BREMMER.
DRIETAL TE
Wierden J. ten Hove te Gees.
F. Masselinlc te Eibergen.
W. Scheele te Hoogersmilde.
BEROEPEN TE
Surhuisterveen j. E. Booij te Hijken.
Groningen (vac.-Miedema)C. Veenhof
te Harkstede.
Leerdam H. Volten te Bolnes.
AANGENOMEN NAAR
Donkerbroek (Fr.): Cand. A. Nijhuis te Sneek.
BEDANKT VOOR
Beverwijk J. H. Mulder te Giessen Oud- en
Nieuwkerk.
Calvijn's Institutie in Japan. Prof. Dr. V.
H. Rutgers deelt in het „Vrije Universiteitsblad"
het volgende mede
„Mijn zuster schrijft mij uit Solo over een
boekgeschenk van haar echtgenoot, Dr. van An-
del, aan de bibliotheek der Vrije Universiteit,
het volgende
„We hebben vanuit Japan laten zenden een
Japansche vertaling van Calvijn's Institutie, 3 dln,
met portret van Calvijn voorin. We hebben deze
vertaling het eerst gezien in een toko in Sema-
rang van een Christen-Japanner, overigens niet
gestudeerd, spreekt alleen Maleisch en Japansch.
Hij vertelde ons dit is nu de uiteenzetting waar
we altijd al op gewacht hebben, zóó duidelijk.
Dit is nu bevredigend.
We hebben omtrent den vertaler en den le
zerskring inlichtingen gevraagd, en kregen van
Ds. Sadajira Yanagihana, St. John's Church, Mi-
namishinmaclia Higashiku, Osaka, bericht,
dat van deze uitgave in de eerste maand na het
verschijnen aanstonds 500 ex. geplaatst zijn. De
vertaler, Ds. Nakayama, vertaalde uit het Latijn
met raadplegen van een Duitsche en Engelsche
vertaling. Hij behoort bij Nippon Christ Church,
die ontstaan is uit het werk van de Presbyteri-
aansche Amerik. kerk, en nauw verbonden aan
de Gereformeerde Kerk. Ik schrijf het je maar
even, dan kan je even nazien, of inderdaad de
drie deelen er zijn. Want van het voorjaar waren
er nog pas twee verschenen. We vonden het
aardig, dat de V. U. deze vertaling zou hebben.
Het is misschien het eenige exemplaar in Europa."
Theologische School.
Vrijdag 20 September, des avonds 8 uur, werd
de cursus 19351936 geopend in eene openbare
samenkomst van hoogleeraren en studenten. De
pro-rector Prof. Dr. J. Ridderbos, voerde bij
deze gelegenheid het woord. Hij liet zingen Ps.
84 3, ging voor in gebed, las een gedeelte van
Ezechiël 1, en hield vervolgens eene toespraak,
waarvan de aanhef aldus luidde
„Geachte Vergadering
De vacantie is ten einde de Schoolarbeid
vangt weer aan. De Heere heeft ons ook in de
vacantie gezegend heeft hoogleeraren en stu
denten bij het leven gespaard, en ons hier weer
samengebracht. Onder de studenten, die niet
mede opkwamen, zijn er helaas nog, die door
ernstige ziekte verhinderd zijn moge God in Zijn
gunst hun nog genezing schenken, en sterke Hij
hen door Zijn nabijheid. Met bijzondere dank
baarheid vervult het ons, dat collega Hoekstra
in zulk een mate zich gesterkt mag gevoelen, dat
hij zijn arbeid weer in meer volledigen vorm
hoopt te hervatten moge de Heere hem in bij
zondere mate met Zijn gunst en kracht nabij
zijn. Een weemoedige gedachte is het, dat onze
trouwe lector Dr. Esser thans wegens het ont
vangen emeritaat niet mede met ons optrekt, het
brengt in onzen kring een leegte, die gevoeld
zal worden arbeid zal hij wel blijven vinden,
uur, half negen, maar hij verscheen niet. „Hij
heeft het zeer druk", zeide zij, „want er komt
heel wat kijken. De concurrentie is verbazend
zwaar". Ik geloof evenwel, dat Heino haar wat
wijs maakt en hij het niet zoo druk heeft, als
hij het laat voorkomen."
„Tjaard
De uitroep van Truus gold niet zoozeer het
gedrag van Heino, dat haar langzamerhand niet
meer verbaasde. Die was gelegen in het feit, dat
Tjaard, die steeds zoo gereserveerd oordeelde,
op deze wijze over Heino sprak.
Zoo vatte hij den uitroep ook op.
„Ja, kind, Heino is mij bitter tegengevallen.
Gretha heel voorzichtig en tactvol polsend, kwam
ik te weten, dat hij 's avonds nooit thuis is.
Meestal komt hij niet eten. Druk, heel druk. Al
tijd conferenties. Ook op Zaterdagavond. Als
Gretha dat gelooft maar dat weet ik niet
dan is zij een dom gansje, want dat kan na
tuurlijk niet waar zijn. De zaak is, naar mijn
overtuiging, deze, dat Heino het buitenshuis
zoekt. Wat hij uitvoert, weet ik niet. Maar zijn
vrouw verwaarloost hij, dat is buiten kijf.
Hij kwam dus niet. Het werd negen uur en
ik dacht er sterk over, te vertrekken, omdat het
vanmorgen weer vroeg dag was. 'k Moest, zoo
als je weet, het Gooi in. Maar Gretha hield mij
nog wat aan de praat en liet mij de kleine meid
zien.
„Een lief kind vroeg Truus.
„Een lief kind, voor zoover een man over een
baby kan oordeelen. Maar Gretha vertelde, dat
het een uiterst zwak kind is, dat dubbele zorg
behoeft. En toen voor het eerst klaagde zij even,
zoolang de krachten hem daartoe worden ver
leend zij dit nog vele jaren het geval.
Hedenmiddag werden door den Rector gere
censeerd de bullen van 97 studenten, terwijl voor
het eerst werd ingeschreven een 15-tal, onder
wie een, die van de theologische academie van
Papa tot ons kwam. Het aantal studenten be
draagt dus thans 112, dat is vier minder dan
het vorige jaar.
Hij eindigde met een slotwoord, dat aldus
luidde
„M. H. Studenten
De heerlijkheid des Heeren is niet enkel aan
Ezechiël verschenen. Reeds de verschijning aan
hem en aan andere Godsmannen van den ouden
dag is bestemd voor de kerk van alle komende
eeuwen en rijker en voller dan aan hen is ze
verschenen in onzen Heere Jezus Christus, die
is het afschijnsel Zijner heerlijkheid en het uit
gedrukte beeld van Zijne zelfstandigheid. In de
Schriften des Ouden en des Nieuwen Verbonds,
verstaan bij het licht des Geestes, aanschouwen
wij de heerlijkheid des Heeren als in een spiegel.
Onze theologische studie is niet dat aanschou
wen zelf het is eerder gelijk te stellen met wat
bij Ezechiël is het beschrijven van het visioen
dan met het visioen zelfbeschrijven, waarbij
nog sterker dan bij Ezechiël de reflexie op den
voorgrond treedtimmers is die reflexie bij ons
door wetenschappelijke scholing geperfectioneerd.
Daarom is die theologische studie wel koste
lijk, maar niet genoeg om profeet te worden. En
tot profeet is toch ieder Christen geroepen, en
gij hoopt bovendien eens geroepen te worden tot
het bijzondere ambt van dienaar des Woords.
Welnu, wie de heerlijkheid des Heeren zal
verkondigen, moet ze eerst door het geloof heb
ben geschouwd. Zult gij als goede Christenen
leven, zult gij eenmaal rechte Dienaren des
Woords worden, dan is het noodig, dat de heer
lijkheid des Heeren u is verschenen, niet als aan
Ezechiël in een visioen, maar in de H. Schrift,
gelezen en verstaan bij het licht des Geestes.
Dat aanschouwen van des Heeren heerlijkheid,
dat kennen van Hem door het geloof kan ook
alleen uw studie heiligen, bezielen en vruchtbaar
maken.
Ge hebt Uw dictaten en handboeken met ijver
te bestudeeren, maar het is niet goed, als ge
daarbij nimmer zoudt hooren het vleugelgeruisch
der cherubs, dragende den troon, waarop de
Koning der eere is gezeten het zou niet goed
zijn, als Uw oor daarbij nimmer beluisterde het
lied der serafs „heilig, heilig, heilig is de Heere
der heirscharen de gansche aarde is van Zijn
heerlijkheid vol
De gansche aarde, ook het land der balling
schap. En ik zou eraan toe willen voegen alle
tijden, ook de donkere tijd, waarin wij leven.
Ook in dezen tijd van malaise en oorlogsgevaar,
en van candidaten-nood rijdt de cherubwagen
door de luchten, dragende de heerlijkheid van
Israëls God. De vooruitzichten zijn ook voor U
naar het uiterlijke allerminst rooskleurig maar
nog even goed als van te voren openbaart Hij
Zich aan degenen, die Hem zoeken, misschien
zelfs in het land der ballingschap meer dan in
Kanaan, misschien in dezen zwaren tijd meer dan
in den tijd van weelde. En als de studie der theo
logie door de kennis van Hem geheiligd wordt,
dan is zij geen minder voorrecht, dan ze het in
eenigen anderen tijd is geweest.
Moge Gods zegen in dezen zin op onzen ar
beid rusten dan zal die arbeid ook zeker vruch
ten dragen, onszelf tot heil, en Zijnen naam ter
eer
De predikanten Ds. D. v. Dijk van Gro
ningen, Dr. K. Dijk van den Haag, Ds. J. Douma
van Arnhem en Ds. F. C. Meijster van Rotter
dam, hebben aan al hun collega's in het vader
land een circulaire gezonden waarin zij vragen
om een kleine bijdrage alsmede adressen van
Herv. predikanten teneinde dezen mede daar
toe in staat gesteld door een onbekenden gever
gratis toe te zenden een ex. van het jongste ge
schrift van Prof. Dr. K. Schilder te Kampen,
getiteld „Ons aller moeder, Anno Domini 1935"
verschenen naar aanleiding van de bijeenkomst
door het hoofdbestuur van de Conf. Ver. belegd
in de St. Pieterskerk, vlak na de herdenking van
de Afscheiding door de Geref. Kerken in Oct.
'34 te Utrecht, waarin de Geref. werden terug
geroepen tot de Herv. Kerk om aldus aan één
Avondmaalstafel samen weer den dood des Hee
ren te verkondigen. De onderteekenaars van bo
vengenoemde circulaire noemen het geschrift van
Prof. Schilder „een schitterende apologie voor
de Una Sancta naar Gereformeerd belijden".
K. B. S.
nóg vergoelekend„Dat maakt mij zoo moe,
vooral 's nachts. En Heino bemoeit er zich niet
mede. Dat kan ook moeilijk. Want hij heeft het
hoofd vol met de zaak. Soms zou ik willen, dat
hij niet voor zichzelf begonnen was, maar dat
is niet anders. Wij moeten nu maar door de
moeilijke jaren heen." Kijk, Truus, op zichzelf
zeggen deze woorden niet veel. Wij met ons
beiden hebben ook moeten ploeteren en weten
er dus wel iets van. Maar je hadt moeten hoo
ren op wat droeven toon dat werd gezegd En
je moet die woorden, zooals ik deed, zetten in
de lijst van de omgeving en de situatie. Het kind
dus is een zeer teer en zwak schepseltje, 't Is
geregeld onder dokters handen. Gretha trouwens,
ook."
Intusschen waren ze bij huis aangeland en 't
was eerst eenigen tijd later, dat Tjaard, die
vluchtig de post had ingezien, zijn verhaal ver
volgen kon.
„Eindelijk dan, om half tien, verscheen Heino.
Hij was opgewonden, verbazend druk en ver
ontschuldigde zich wel tienmaal, dat hij zoo laat
kwam. Hij had een drukke conferentie gehad.
Vrij zeker in een café-restaurant, want in elk
geval had hij wijn gedronken. Om Gretha be
kommerde hij zich niet. Zoo goed als geen enkel
woord sprak hij tot haar. En Gretha, die met
mij aardig had zitten praten, zweeg nu. Ik heb
in stilte en vol verbazing dat tweetal, dat wij als
verliefd paartje hebben ontmoet, zóó, dat wij
dachten, ons vergist te hebben, gadegeslagen en
mijn eenige conclusie is dat paar leeft naast el
kaar daar is geen greintje liefde dat is een
ongelukkig huwelijk." (Wordt vervolgd)