HANDELINGEN der vijf en negentigste ver
gadering van de Curatoren der Theolo
gische School 1 en 2 Juli 1935.
II.
Met belangstelling zal zeker ook in de Zeeuw-
sche Kerken worden uitgezien naar den staat der
finantiën over het afgeloopen jaar. Dadelijk kan
medegedeeld, dat de ontvangsten waren
61306.51 Yi on de uitgaven 61729.94, zoodat
er is een nadeelig saldo van 423.42J^. Wel
geen groote som, als we zien op al de Geref.
Kerken, die voor de Theol. School hebben te
zorgen, maar juist daarom had dit nadeelig saldo
moeten en ook kunnen voorkomen.
Als over de geheele linie trouw de 2 volle
collecten waren gehouden en harder was gewerkt
voor de contributies, was er zeker geen nadeelig
slot geweest.
De accurate penningmeester, Ds. A. M. Don-
ner, wees er dan ook op, dat de finantieele toe
stand voortdurend zorg en aandacht eischen
blijft, vooral omdat de daling der inkomsten nog
steeds voortschrijdt. De collecten b.v. vermin
derde met 1729.44J/£ de giften 305.84, waar
weer tegenover staat, dat de contributiën klom
men met 445.40, wat evenwel blijkt geen voor
uitgang te zijn, omdat het voortvloeide uit eene
onregelmatige storting en die som grootendeels
moest geïnd zijn in het vorige cursusjaar.
De collecten bedroegen 41666.66J/2 of
1729.443^ minder dan 't vorige jaar, in 4 jaar
een teruggang van bijna 10.000 of te wel 20%.
Dit roept wel op om waakzaam te zijn en ner
gens worde de voorstelling gewekt, dat de School
rijk is. Inspanning van alle krachten is noodig
en ook waarschuwing tegen de minste verslap-
ping.
De achteruitgang der collecten komt vooral
voor rekening van enkele Provinciën, waartoe
Zeeland dit jaar gelukkig niet behoort. Zooals
reeds ter Part. Synode is gerapporteerd waren
alle kerken van Zeeland trouw aan de verplich
ting op 2 Zondagen in beide beurten te collec
teeren. 't Zou zeer verblijden, als ook spoedig
kan medegedeeld, dat in alle Zeeuwsche Kerken
is een groot getal van contribuanten. De contri
buties zijn noodzakelijk en wel beslist noodzake
lijk. Wel deelt de penningmeester mee, dat de
contributiën iets hooger waren dan verleden jaar
t en nu te samen klommen tot 11210.85. Dit
jaar was de vooruitgang 445.40, maar als we
er op letten, dat het vorige jaar de achteruitgang
was 1143.10 en zooals reeds is geschreven die
445.40 grootendeels hadden moeten zijn gestort
op de rekening van het vorige jaar, dan is er
zeker wel reden om kerkeraden en correspon
denten op te wekken hiervoor de hand aan den
ploeg te slaan en zeker niet te verslappen.
Als er aangepakt wordt is er in dit opzicht
nog veel te bereiken. Er wordt zoo spoedig ge
zegd het is er de tijd niet voor.
Zoo iemand zich in liefde voor den arbeid
voor de School der Kerken geeft, is de uitkomst
steeds verrassend. Ds. A. M. Donner wees b.v.
op de kleine Zeeuwsche Kerk van Wemeldinge,
die in het afgeloopen jaar de contributies met
niet minder dan 18.hooger bracht.
Iets, dat mogelijk zou zijn in verscheidene ker
ken onzer Provincie.
De giften bedroegen 1790.31, waartoe ook
de herdenking der Afscheiding meewerkte, welk
feit speciaal genoemd werd bij toezending van
enkele giften. Uit Zeeland kwamen in 2 giften
n.l. uit Brouwershaven 25.en uit Seroos-
kerke 10.
Wat deed Zeeland verder Alles te samen
genomen 3565.77, verdeeld naar de Classes als
volgtAxel 488.33 Goes 616.46 J^ Mid
delburg 916.13V2 Tholen 221.58 Zierikzee
324.36, wat de collecten betreft en naar de
contributies gerekendAxel 208.Goes
351.25 Middelburg 280.85 Tholen 13.50
en Zierikzee 101.75 en hierbij een paar giften
van 16.en 27.50 en ge bekomt de totaal
som van 3565.77. Rekent ge, dat Zeeland naar
draagkracht is aangeslagen op 5J/2 dan is de
opgebrachte som van 3565.77 iets te weinig
en zal dus onze inspanning gevraagd om in dit
cursusjaar niet te verminderen in gaven voor de
Theol. School, maar juist wegen te zoeken om
ze te vermeerderen. Kan dat in Zeeland nog wel?
We gelooven zonder al te veel moeite.
Over de collecten kan niet geoordeeld in deze
tijden en in dit opzicht' is het al een verblijdend
teeken, dat alle kerken trouw collecteeren.
Maar de contributies Kunnen die in sommige
kerken niet wat bijgewerkt In de Classis Axel
zond dit jaar alleen Schoondijke geen contribu
ties in. De Classis Goes was in haar geheel pre
sent door meerdere of mindere sommen. In de
Classis Middelburg staan open Arnemuiden,
Domburg, Koudekerke, Vlissingen, Westkapelle,
zeker door niet tijdig opzenden in de Classis
Tholen ontbreken dit jaar Anna Jacobapolder,
Bergen op Zoom, Poortvliet en Rilland-Bath.
Enkele dezer kerken zijn dat niet gewoon. Ein
delijk zouden we gaarne zien, dat het volgende
jaar voor de Classis Zierikzee ook een cijfer zal
staan achter de namen van Geersdijk, Ooster-
land en Wissenkerke. Er zijn dus niet zoovele
kerken achtergebleven.
Het is niet om de andere kerken hoog te ver
heffen, want daarover zou ook nog wel iets te
zeggen zijn en 't kan best zijn, dat het in boven
genoemde kerken aan den correspondent ligt. 't Is
enkel bedoeld om alle Zeeuwsche kerken nog
maals met kracht op te wekken laat ons trouw
blijven ook in het verzorgen der Theol. School
het is toch de School aller kerken en ook in
deze, voor velen, vaak moeilijke tijden zal de
kracht der roeping en der liefde toch doen zien,
dat in eendrachtige samenwerking ook hier moet
bereikt het doel, dat aan de School der Kerken
zonder zorg den arbeid kan voortgezet tot 's Hee-
ren eere en der kerken welzijn.
't Parool blijve ook in Zeeland een stootje
vooruit, als 't maar eenigszins kan.
K. B. A. SCHEELE.
GODS GENADEVERBOND MET ONS EN
ONZE KINDEREN.
III (Slot)
Of zoudt ge de uiterlijk onberispelijke Farizeeën
en Schriftgeleerden, hebben durven rangschik
ken onder degenen, die God niet kennen? Toch
waren het kinderen des duivels. Nogmaals ons
uitgangspunt is niet gelegen in den subjectieven
stand van het hart onzer kinderen, maar daarin,
dat God ze roept als Zijn kinderen tot de ge
hoorzaamheid aan Zijn woord, en tot het geloof
in Christus. De uiterlijke verbondsbetrekking
tusschen God en onze kinderen zij voor ons allen
het uitgangspunt. En de hoop, en het pleiten op
Gods verbondstrouw, hebbe bij ons zulk een
kracht, dat er eerst dan twijfel rijze, als er feiten
zijn, die wijzen op een openlijke verbondsbreuk,
als de zonde tegen den Heiligen Geest, uitkomen
de in voortgaande en doorgaande verharding.
Het voorbeeld van Monica en van zoo vele
vrome ouders, die biddend hebben geworsteld
voor het aangezicht des Heeren, zij ons allen een
aansporing en aanmoediging om te pleiten op
's Heeren genadeverbond, opgericht met ons,
maar ook met onze kinderen.
Nog eens, onze vaderen, ja ze wisten wel dat
niet alle geslachten zalig worden. Ze wisten wel
dat er velen goddeloos zouden leven, en afvallig
worden. Zij, Bijbelvast als ze waren, kenden de
geschiedenis van het afkeerig Israël terdege en
van de Farizeeën en van Judas. Ze wisten het
maar goed, dat niet alles Israël is, dat met dien
naam genoemd wordt. En toch, ja toch spraken
ze over Gods verbondsgenade absoluut, zonder
voorwaarden te stellen of te bedenken. Omdat
ze bij den Heiligen Doop zagen, wat God be
looft, dat Hij doen zal. Voor onze Vaderen
stond heel de doopsbediening in het teeken van
Gods belofte U en uwen kinderen.
Zij leefden uit de belofte
God zal Zijn waarheid nimmer krenken
Maar eeuwig Zijn verbond gedenken.
Die kleine wichtjes waren erfgenamen des
Koninkrijks.
Deze kindertjes mochten straks met gevouwen
handjes leeren stamelen,,Onze Vader, die in
de hemelen zijt".
Weleerwaarde en Eerwaarde Heeren en Broeders
Het Zendingsterrein,
En van deze schoone heerlijke waarheid, moe
ten wij nu onze kinderen onderwijzen.
Van hun prille jeugd moeten wij hen voor
houden, dat zij liggen onder het verbond der
genade.
Ja, dat is de belofte, die wij hebben afgelegd
bij den Heiligen Doop. Dit wordt door vele men-
schen vergeten, dat er staat,,Of ge niet be
looft en u voorneemt, dit kind als het tot zijn
verstand zal gekomen zijn, waarvan gij de vader
zijt, in de voorzeide leer, naar uw vermogen te
onderwijzen, of te doen onderwijzen. Zelf on
derwijzen. Dat eerst. Dat allereerst. Van hun
vroege jeugd. Hun knietjes leeren buigen, en hen
leeren, dat God is ook hun God, hun Vader in
de hemelen.
Ons ouderschap brengt een ambt met zich,
van Godswege. Een ambt, in drieën gesplitst,
een drievoudige taak. Een profetische, een pries
terlijke en een koninklijke taak. Een profetische
om te leeren, den weg dien het kind gaan zal.
Om te brengen de goddelijke boodschap, om
trent het verbond waarin het is opgenomen en
het daarvan, van dat verbond der genade name
lijk, breeder te onderwijzen.
Een priesterlijke taak om op de beloften des
verbonds voor het kind te pleiten, het overge-
i vende aan de barmhartigheden Gods, hen ge
durig opdragende aan den troon der genade.
Een koninklijke taak, om het kind te regeeren
en door wijze tucht zijn schreden te richten op
het pad der gerechtigheid.
Onze vaderen verstonden zoo de noodzakelijk
heid van dat onderwijs. Daarom hielden ze de
z.g.n. huiscatechisatie's. Op bepaalde gezette tij
den werden de kinderen onderwezen in de leer
der waarheid. Niet zoo nu en dan eens, als 't
vader of moeder eens schikte, maar op een be
paald uur, naar een zekere methode. Waar wor
den ze nog gevonden in onze gezinnen Die
practische huiscatechisatie's Ja, wordt de doop
belofte ook onder ons niet schromelijk verwaar
loosd Wordt er niet veel te weinig met de kin
deren gesproken over hun allerhoogste belangen?
Daarom moeten we terug in het spoor onzer
vaderen, ook in dezen. Weer moeten in eeere
komen de huiscatechisatie's, waar de kinderen
van jongsaf door Vader en ook wel door Moe
der worden onderwezen in de waarheid die naar
de godzaligheid is. En dan in de tweede plaats,
moeten we hen ook doen onderwijzen. We zen
den hen naar de school. Maar, naar de christe
lijke school, waar onze kinderen worden onder
wezen bij den geopenden Bijbel, waar de onder
wijzers onze kinderen ook inleiden in de leer
van het genadeverbond. O, hoe hebben we in
dezen ook weder een ernstige roeping, om ook
voor hen die geroepen worden op de school
onze kinderen op te voeden tot menschen Gods,
veel te zoeken den troon der genade. Want er
wordt wel eens geklaagd over onderwijzers of
onderwijzeressen, maar vergeet toch het gebed
niet. Zij hebben zulk een verantwoordelijke taak,
dat het wel noodig is, dat de ouders voortdurend
ook hen dragen op de vleugelen des gebeds. En
dan het ambtelijk onderwijs, dat kerkelijk wordt
gegeven. Hoe hebben de ouders toe te zien, dat
de kinderen hun, hen door den predikant opge
legde taak volbrengen. Voortdurende controle
op de catechisatie leeren en met den leeraar sa
men arbeiden, aan den opbouw van hun geloofs
leven. Ook hier komt weer het priesterlijke van
ons aller ambt op den voorgrond.
Want ja, voor degenen die op school onze
kinderen onderwijzen is gebed noodig. Maar
voor hem, die de kinderen op de catechisatie
onderwijst, zou het voor hem niet in dubbele
mate noodig zijn Als we daarbij ook dit nog
bedenken, dat degenen die door den dienaar des
Woords moeten worden onderwezen, in de
moeilijke puberteitsperiode zijn, dan geloof ik
niet te veel te zeggen, dat ook voor hem dage
lijks den Heere gevraagd worde, om genade
en licht, kracht en wijsheid, om onze kinderen
voor te bereiden tot de aanvaarding van wat in
den Heiligen Doop hun reeds is beteekend en
verzegeld.
En nu, aan het einde van mijn referaat ge
komen, spreek ik de wensch uit, dat ook in onze
gemeente, onder ons, kinderen van dat kloek en
vroom geslacht, waarbij God de Heere eertijds
wonderen werkte, ook maar de rechte kennis
moge wezen van de heerlijkheid van het genade
verbond. Dat dit eenvoudige woord moge heb
ben bijgedragen tot beter verstaan, en dat er
bij ons allen een ernstige begeerte gevonden
worde, om onze roeping, ook ten opzichte van
onze kinderen, nauwgezet te vervullen, opdat in
RAPPORT der Zendingsdeputaten aan de Particuliere Synode
van de Gereformeerde Kerken in Zeeland op 20 Juni
1935 te Middelburg en die van Noord-Brabant en
Limburg op 19 Juni 1935 te Almkerk.
Voor den Zendingsarbeid is aan de Gereformeerde Kerken in
Zeeland, Noord-Brabant en Limburg toegewezen een gedeelte van de
residentie Kedoe en meer bepaald de regentschappen Magelang en
Temanggoeng, groot 2010.90 K.M.2 met =t 900.000 zielen, wonend in
Magelang, Temanggoeng en 500 verschillende desa's, zoodat er gelegen
heid tot werk te over is.
Verlof,
Te begrijpen is, dat ditmaal, wat onder deze rubriek behoort, eerst
wordt behandeld. Zooals in 1934 reeds is gerapporteerd, is aan Ds.
A. Merkelijn een kort verlof naar Nederland toegestaan. In September
1934 is hij en zijn vrouw hier te lande aangekomen de rust heeft hem
goed gedaan en wel in die mate, dat het medisch advies was, dat hij
nog 3J/2 jaar naar Indië terug mag.
Als God hem het voorrecht schenkt daar nog zoo lang te werken,
kan hij zijn opvolger nog inleiden tot den arbeid.
Op Donderdag 23 Mei 1935 is Ds. Merkelijn en zijn echtgenoote
weer vertrokken naar het arbeidsveld met dank in het hart en met nog
vele idealen bezield, al is er voor het ouderhart van onzen broeder en
zuster zeer veel pijnlijks in, dat zij hunne drie kinderen in Nederland
moeten achterlaten.
Juist dit zal in de kerken het gebed voor hen doen vermenigvuldigen.
De wensch is, dat zij nog eenige jaren met blijdschap den arbeid in
Magelang mogen voortzetten en veel vrucht aanschouwen tot Gods eer.
Dat er in de rustperiode door de Zendende Kerk en de deputaten
veel gebruik is gemaakt van de adviezen van Ds. Merkelijn, behoeft
nauwelijks te gememoreerd.
Nu Ds. en Mevrouw Merkelijn op de heenreis zijn, is de directrice
van het Zendingshospitaal Dr. G. J. Dreckmeier, reeds op weg naar
het vaderland met een jaar verlof.
Dat zij behouden hier te lande moge arriveeren, is aller wensch en
dat de rust haar weer nieuwe krachten schenke om straks opnieuw
met lust haar gezegenden arbeid te gaan voortzetten.
Getuigenis over den arbeid van Ds. A. Merkelijn.
Zonder te roemen in menschen kan het goed zijn hier iets te melden
van zijn veelomvattenden arbeid. Bij zijn vertrek trad als consulent op
Ds. Allaart, die ook het werk onder de Javanen voor zijn rekening nam.
De schoolarbeid wordt waargenomen door dhr. Jansz die te Blondo
door dhr. Kuypers die onder de Chineezen door Ds. Pos te Djocja
en het Hollandsch werk door Ds. van Duijnen en de colportage-arbeid
door dhr. de Vries. Dus zes vervangende krachten voor wat anders
door Ds. Merkelijn alleen wordt verricht. Al dat werk komt over enkele
weken weer in zijn „vaderlijke hand" terug. Ds. Allaart schrijft dan ook,
dat. hoe vriendelijk de menschen ook voor hem zijn, allen toch telkens
weer vragen naar de terugkomst van Ds. en Mevrouw Merkelijn. Dat
geeft een indruk van de plaats, die Ds. Merkelijn op ons Zendingsterrein
inneemt en 't getuigt van groote waardeering.
Bearbeiding.
In Magelang is eene Hollandsche Gereformeerde Kerk, die vacant
is en waar Ds. Merkelijn consulents-dienst verricht. Aantal leden 144,
de verstrooiden medegerekend. De Chineesche gemeente is geïnstitueerd.
Zij telt 100 leden en heeft een eigen kerkgebouw. Er zijn nu 4 ge-
institueerde kerken. De andere zijn Magelang, Blondo en Djoema. De
inlandsche kerk van Magelang met 300 leden heeft sinds 2 October 1928
een eigen predikant in Ds. Idris Siswawasana. De staf van helpers be
draagt 34 n.l. 12 goeroe-indjils, 7 colporteurs voor bijbelverspreiding,
15 onderwijzers waarbij nog moeten geteld degenen, die op het Zen
dingskantoor werken, zoodat het ruim 40 man zou worden. Op 15
plaatsen wordt gewerkt, van waaruit als centra de prediking wordt
uitgedragen. Op 9 dier plaatsen worden regelmatig de sacramenten
bediend.
Groei.
Voor Ds. Merkelijn Magelang met verlof verliet, mocht hij in de
Chineesche samenkomst 26 Chineezen doopen, 23 volwassenen en 3
kinderen en op den dag voor zijn vertrek nog 2 Hollandsch sprekende
Chineesche vrouwen en Ds. Allaart bericht, dat het aantal gedoopte
christenen (Javanen en Chineezen) tegen de 1000 loopt. In 1934 bedroeg
de groei 140, terwijl er nog een 100 in dooponderricht zijn.
De consulent Ds. Allaart doopte 27 volwassenen en 32 kinderen,
3 deden belijdenis des geloofs en het aantal bevestigde huwelijken is 6
en wie zal bij machte zijn te beschrijven den stillen zegen, die van den
Zendingsarbeid uitgaat
Ds. Merkelijn vertelde ook nog van een beruchte streek in Mabolak
(Salatiga), waar als vrucht van Somardjo's werk een reveil is; veel
volk komt er op de samenkomsten, 't Is er steeds propvol.
Hoofddienst.
Hierbij behoort ditmaal een kort overzicht van hetgeen op het
Zendingsterrein geschiedt. Het woord zij gelaten aan den consulent.
In Tjandiroto zal de nieuwe goeroe Soetiksno, zoodra hij getrouwd
is, zijn arbeid beginnen. Hier is dus sprake van uitbreiding. Over Ngadi-
redjo en Djoema zijn geen bijzonderheden te vermelden.
Parakan floreert. In 1934 is er geopend een Maleisch Chineesche
School met nu reeds 100 leerlingen. In die school wordt's Zondags
koempoelan gehouden, die nu beter wordt bezocht door de Chineezen,
die niet te bewegen waren die bij te wonen in een der lokalen van het
hulphospitaal aldaar. Ook werkt tot beter bezoek mee de gunstiger lig
ging der school. De goeroe van Parakan doet zijn werk bijzonder toe
gewijd. Er komt toenadering tot de Zendingsgemeenten, wat ook het
geval is te Tempel.
Pingit wordt verzorgd door den goeroe uit het hospitaal in Magelang.
Verder noemt de consulent 2 nog niet vermelde plaatsen n.l. Pakis en
Kalegen.
In Pakis is te zien de vrucht van den hospitaal-dienst. De nieuwe
goeroe Poerwa zal er een mooi terrein vinden. Er blijkt daar groote
belangstelling.
In Kalegen is sinds Augustus 1934 goeroe Moesa werkzaam, die
hier den weg nog zoeken moet en begonnen is op zeer bescheiden voet
polikliniek te houden in overleg met Dr. Dreckmeier.
Blondo met de armenkolonie zijn bekend. De dessa Blondo is over
het algemeen zeer vijandig tegenover de Zending toch zijn de eerste
lingen er gewonnen.
In Moentilan werkt een colporteur en in Tempel is eene gemeente
met een aardig kerkgebouwtje, waar ook ten H. A. komen de broeders
en zusters uit Djamblangan. De onderwijzer van de volksschool, die
tevens goeroe-indjil is, werkt daar in dubbele functie en zijn arbeid vindt
ingang.
Gezien de tijdsomstandigheden zijn ook de bijdragen op het Zen
dingsterrein niet ongunstig te noemen.
Voor de kerk in 1933 2334 en in 1934 2460.03.
Voor de Armen in 1933 294 en in 1934 335.293^.
En zeker mag niet vergeten, mede te deelen, dat ook in 1934 op
het Zendingsterrein menschen zijn gegaan uit het leven vol strijd in de
rust, die er overblijft voor het volk van God en die nu wandelen in het
eeuwige licht. Zondaars door genade getrokken en ingeleid nu in de
heerlijkheid.
Schooldienst,
Aan het „Handboek, ten dienste van de Geref. Kerken in Ned.
Oost-Indië", zij ontleend, dat er van de Vereenigingen op Chr. Grondslag
uitgaan2 Hollandsch-Chineesche Scholen 2 Hollandsch-Javaansche
Scholen, 1 Schakelschool, 1 Europeesche School, 1 M.U.L.O. School,
1 Maleisch-Chineesche School, 1 Chr. Huishoudschool, waarvan echter
geen enkele uit de Zendingskas wordt gesteund.
Op het Zendingsterrein zijn in het geheel 21 scholen.
De Zending zorgt gedeeltelijk voor een 6-tal scholen, maar doordat
de regeering ook in Indië de subsidies vermindert, is zeer zeker noodig,
dat in onze 3 provincies de actie „voor de school door de school" wordt
vertiendubbeld, want er kan geen nieuwe school meer geopend, tenzij
er hier wordt gezorgd voor 1000.per school. Ds. Merkelijn heeft
in zijn rustperiode op de vergadering van alle classes in beide ressorten
krachtig gepleit voor dezen tak van arbeid, alsook op de samenkomsten
van besturen en personeel onzer christelijke scholen in de 3 provinciën.
Rome dankt zijn actie alleen aan de scholen.
Broeders, wat zal nu uw antwoord zijn op die ernstige bede Juist
door de kinderen, die op school komen, wordt geopend de toegang tot
de woningen en zoo tot de harten der inlanders.
Met klem zij dan ook aangedrongen, dat op iedere school wordt
medegewerkt om Ds. Merkelijn in staat te stellen op ons Zendingsterrein
in de verschillende dessa's scholen te openen. Er zijn 500 dessa's en
wat zijn nu die enkele scholen op zoovele dessa's
Ook hier is hetgeeft uw krachten en uw gaven.
Door de scholen komt contact met de bevolking.
Colportage-arbeid.
Hierover zijn geen bijzonderheden verstrekt alleen zij met dank
baarheid gemeld, dat de heer de Vries zich zeer welwillend heeft bereid
verklaard dezen tak van dienst te verzorgen tijdens de afwezigheid van
Ds. Merkelijn.
(Wordt vervolgd)