FEUILLETON KLATERGOUD VAN VERRE EN NABIJ. KERKNIEUWS* OFFICIEELE BERICHTEN. Dat neemt echter niet weg, dat er vele, zeer vele moeilijkheden overblijven, temeer waar zij voor een taak stonden die in langen tijd niet meer was beoefend. Schriftuitleg toch vereischt helderheid van verstand een scherp oordeel en een verstaan van de gedachten des Geestes. En men houde in het oog, dat de taak van deze Sopheriem van het uiterste belang was, hetgeen hun taak ver zwaarde. Met Esra toch begint een nieuwe periode voor het Jodenvolk. Grondlijnen worden opnieuw ge trokken. In voorbije eeuwen waren die lijnen uitgewischt. Maar nu, nu het zondige verleden beleden is, nu moet door deze wijzen principieel werk worden verricht, dat voor de komende eeuwen van het grootste belang zal zijn. En wat blijkt nu straks Dat juist dit werk der latere Sopheriem het Jodenvolk op zulk een zondig dwaalspoor heeft gebracht. Esra's mach tige daad kan in een woord worden saamgevat terug naar de Torah. En zijn Sopheriem hebben deze Torah gegrepen, geopend en aan het volk uitgelegd. Maar de latere Sopheriem wijken van dit spoor af en verkondigen wijsheid meer in de Torah gelegd dan er uitgehaald. Deze Sophe riem waren aanvankelijk priesters, mogelijk en kelen van hen Levieten, maar niet zooals later „leeken". Hun gezag ontleenden de eerste Sopheriem aan niets anders dan aan de Torah en ze ge bruikten dit gezag om het volk op deze wijze weer te doen buigen in verbondsgehoorzaam- heid voor den wil des Heeren. Gereformeerde Kerk van Middelburg. Van het jaar 1838 vermelden de notulen van de Geref. Kerk van Middelburg zoo goed als niets. Van den Heer Hondius, Historicus, Se- geerstraat, alhier, heb ik verschillende gegevens ontvangen, alsmede van een broeder die me in staat stelden en stellen althans iets van dat jaar te schrijven. De notulen vermelden alleen het volgende ,,Gewoone vergadering op heden den 5 Ja nuary ten huise van Leraar (dus voor zijn ge vangenneming) Den broeder X tot vrijwillige erkentenis betuigd hebbende van zijne misdaden nadat den Leraar met den Br. Oud. P. Geelhoed te zijnen huize hadden geweest hebben wij ons verpligt gevonden om dan het kind tot den doop toe te laten en mede zich onderwerpende aan c den order der kerk dat het niet genoeg is alleen een Huwelijksverbintenis voor De Burgelijke overheyd maar Volgens het bestaande Formu lier als een Oudt kerkelijk gebruik in de ge meente Jesu Christi kerkelijk te laten inzegenen, zoo zijn zij eerst getrouwt en is daarna ook hun kind gedoopt (genaamd J.) voorts is aangesloten Maria Pietronella Siewert vrouw van J. Dikken- berg en mede voor de Kerkeraad verschenen een lidt Marinus Lantsheer zijne begeerte te kennen gevende om af te scheyde en mede aan onze gemeente aan te sluite waarom aan hem een bewijs is gegeven van ondertekening voor zijn afscheyding in te dienen, al de Kerkeraads- leden tegenwoordig voorts niets van belang en is de vergadering met gewoon gebed en dank zegging gescheyde." Het jaar 1839 begint„door de verwarde toe stand der gemeente voor ons zoo het scheen onmogelijk maakte optekeninge te doen van al de Kerkvergaderinge die gehoude zijn omrede dat wij zondige menschen te ligt daarheen helle om door blindheyd en eygenliefde te dikwijls vervoert datgeene zoude optekenen dat beter ware nooit op papier te stelle en hierom geoor deeld het stilzwijgen te bewaren nogtans met die zugt och dat het de Heere gelieve om zijns Naams wille in ontferming op ons neer te zien die doch een schijnbaar verloore zaak kan er- stelle en opregte, hij de Heerehij verhoore de gebeden die openbaar en in het verborgen tot hem worde opgezonde en schenke ons uit zijn oneindige liefde en Barmhartigheid dat wij van onder zijn Eeuwige armen ondersteuning ontvangen". Hieruit is reeds duidelijk, dat om een woord van Prof. Bouwman te gebruiken, aanwezig is de crisis der jeugd. Van buiten en van binnen was de vijand in de "nog jeugdige gemeente en die vijand bedreigde haar met de ondergang. Nooit zal deze broeder scriba die deze woor den geschreven heeft hebben kunnen vermoeden dat diezelfde kerk zou worden wat ze nu bijna honderd jaar is geworden. En evenmin zdl hij dit gedacht hebben van al de Gereformeerde Kerken in Nederland. Dat er echter metterdaad moeilijkheden waren, hopen we D.V. volgende week aan te toonen. DOOR H. KINGMANS 32) ,,U zult mijn keuze billijken, moeder, wanneer U eerlijk bent. En dat is U. Ik ben er dan ook van overtuigd, dat U Gretha een lief meisje zult vinden. U meent, zooals ik wel begrijp, en mij, van uw standpunt beschouwd, ook levendig kan indenken, dat zij niet een vrouw voor uw zoon zal zijn. Maar dat is een vergissing, moe der. Zij zal een beste vrouw voor mij zijn. Al leen, zij is niet godsdienstig in den zin, zooals U dat beschouwt. Laat dat geen beletsel zijn, moeder, om haar met liefde te ontvangen, zooals U ook mij ontvangt, uw zoon, die afgedwaald is. Wat U en anderen afdwalen noemen ten minste. En dat inderdaad ook afdwalen is, wan neer men uitgaat van het dogma, dat U huldigt en waarvoor ik natuurlijk respect heb. Alleen bid ik U, ga Gretha niet bepreeken. Want heusch, dat heeft geen enkelen zin, daar zij van dat dogma heel niet op de hoogte is. Het zou eenvoudig latijn voor haar zijn. Ik hoop, dat U spoedig schrijft aan ons beiden, dat wij over een drie of vier weken eenige dagen welkom zijn. Vóór dien tijd hebt U dan al kennis ge maakt, want namens mijnheer en mevrouw Sa- lomons heb ik nu alvast reeds opdracht, U uit te noodigen, naar Amsterdam te komen voor het verlovingsfeest, dat in zeer intiemen kring Opgravingen. Een fragment van Tatianus Diatesscron in het Gricksch Eerstwie was Tatianus. Tatianus was een Syriër. In de tweede helft van de tweede eeuw leefde hij. Ongeveer 150 ging hij over tot het Christendom in Rome. In botsing kwam hij met de kerk doordat hij zich sterk tot ascese voelde aangetrokken. Hij vertrok weder naar Syrië en trachtte daar propaganda te maken voor zijn ideeën. Verder heeft Tatianus verschillende geschrif ten geschreven o.a. Leven van Jezus, Rede tot de Grieken een verdedigingsrede van het Chris tendom en zijn Diatesseron. Wat is een Diatesseron. Diatesseron beteekent letterlijk door vier, n.l. Evangeliën. Ieder weet dat Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes op verschillende wijze dezelfde historie beschrijven. B.v. de dienst van Johannes de Dooper in Matth. 3 14, Marcus 1 18 en Luc. 3 16. De roeping van Andreas, Petrus en Jacobus en Johannes in Matth. 4 18-22, Marc. 1 16-29 en Luc. 5 111 enz. Tatianus had nu in het Grieksch of het Syrisch al die plaatsen opgezocht die met elkander over eenkwamen en het boek dat deze overeenkom stige harmonieerende plaatsen bevatte werd Dia tesseron genoemd. Tegenwoordig noemen we het Evangeliënharmonie. Wat beteekende die Diatesseron. Ze betee- kende dit dat in plaatsen waar men de vier Evangeliën niet bezat, en waar geen vertaling van de afzonderlijke evangeliën ingang kon vin den, men een middel vond om den Heiland te leeren kennen. Bovendien was het een bron voor velen om een beeld te construeeren van „het leven van Jezus". Waarom we over deze Diatesseron iets schrij ven. Omdat naast andere zeer belangrijke ont dekkingen een fragment een gedeelte van dit tot nu toe onbekende Diatesseron is gevonden waarover D.V. volgende week. A. H. OUSSOREN. Engeland. Thomas More was bevriend met Erasmus. Op een zekere dag toen More een rede hield voor de rechtbank en Erasmus naar hem luisterde, werd Erasmus zoo getroffen door de scherpte van More's verstand, dat hij hem aansprak en direct vriendschap met hem sloot. Die vriend schap is zeer sterk gebleven. Hoewel More zeer veel invloed had in Enge land zoo is het hem toch niet gelukt te ontsnap pen aan den wreeden hand van Hendrik VIII. Hendrik VIII wilde immers, kostte wat het kost te, een echtscheiding met Katharina van Arragon om met zijn hofdame Anna Boleyn te kunnen huwen. More verzette zich hiertegen, zoo zelfs, dat hij ontslag moest nemen uit zijn ambt van Kan selier. Hoewel hij in groote financieele moeilijk heden hierdoor kwam, droeg hij dit gelaten. Intusschen huwde in het geheim de koning met Anna Boleyn. More weigert den eed van trouw af te leggen aan den Koning als Hoofd van den Anglicaansche kerk. Nu werd hij in den kerker geworpen. Zijn dochter Margaretha Roper troostte hem zooveel mogelijk. Zijn laatste brief dien hij schreef was aan haar, geschreven met houtskool„Vaarwel mijn geliefd kind, en bid voor mij en ik zal het doen voor u en uw vrien den opdat we elkander in blijdschap in den he mel mogen ontmoeten". Vijftien maanden zuchtte More omdat hij trouw wilde zijn aan den Koning der Koningen totdat hij op 6 Juli 1535 werd onthoofd. Dit kunnen we van More leeren, dat hij God meer diende dan de mensch. Al was zijn over tuiging de onze niet, dat neemt niet weg, dat op deze vierhonderdjarige sterfdag een enkel woord over deze groote van karakter billijk is. Rusland. Opdat we begrijpen dat de ellende in Rusland zijn oorzaak vind in het verlaten van des Heeren weg en het dienen van afgoden, nemen we een stuk van den Heer J. E. Lasterie in „Geloof en Vrijheid" gepubliceerd, hier in enkele weken over 8. Waar de godloozen regeeren. De oorzaak van Ruslands nood. De dwaasheid der godloozen. Niemand minder dan God, de Alwijze, zelve leert ons op menige bladzijde van zijn Heilig Woord, dat alleen wijs is, de mensch, die den zal worden gevierd, al zal er allicht een druk bezochte receptie aan vooraf gaan daar een rijk, gezeten koopman, als de heer Salomons, een massa relaties heeft, afgedacht nog van het groo te personeel, dat hij het zijne kan noemen." Mevrouw Heerema deed den brief weer in het couvert. De foto evenwel niet. Toen verscheurde zij brief en couvert. „Het is alles klatergoud, Heino", zeide zij halfluid. „Geve God, dat je het nog tijdig inziet. Een leven zonder God is klatergoud." Niet minder dan mevrouw Heerema had Mar tha haar strijd te strijden. Nadat zij zich langzaam, vol pijnlijke gedach ten, ontkleed had, wierp zij zich terzijde van haar ledikant op de knieën en stortte zij haar hart voor God uit. Dat gebed schonk haar weer de kracht, die zij zoo noodig had. Want zij begreep, dat er verandering in haar leven komen moest. Duidelijk liet, zoo overwoog zij, God haar zien, dat haar vurig verlangen, haar begeerte, om toch eenmaal nog Heino de hare te mogen noemen, een zondig verlangen was, een begeer te, niet in overeenstemming met den wil Gods. Zij had gedacht, dat Heino misschien zou te- rugkeeren tot haar, wie hij toch zijn liefde had verklaard. En dan was zij mogelijk in 's Heeren hand het middel, om hem terug te brengen tot de paden des geloofs. Maar nu toonde de Heere haar, dat hij haar niet noodig had. Het viel haar moeilijk, te berusten. En dan kwam in haar op de vraag heeft Heere vreest en dat een godlooze is een dwaas. De bolsjewieken, die Rusland regeeren, noemen zich vol trotsch godloozen en volgens de wijs heid, die God ons verstrekt, zijn ze dus dwazen. Dwaas zijn hun woorden, dwaas hun plannen, dwaas hun daden. De Goddelijke wijsheid openbaart ons het wezen van den mensch hij is een schepsel Gods, bestaande uit ziel en lichaam, aangelegd op de eeuwigheid, verantwoordelijk voor zijn daden. De dwazen in Rusland leeren een mensch is een technisch ontwikkeld dier, enkel stof, enkel stoffelijk onderdeel van de massa, eigenlijk alleen maar een klein rad in het geheel der staats- machinerie. Zoo hoog in waarde de mensch bij God is, zoo laag waardeert hem de bolsjewiek, de dwaze. Staat een mensch in den weg bij het uitvoeren van een plan tot mechanisatie, welnu ruim hem op Het is immers een schadelijk dier Wil of kan een mensch niet meedraaien in de bolsjewis tische staatsmachine, welnu, ruim hem op !Het is immers een ongeschikt en lastig stuk materiaal Hieruit verklaart zich het slordig omgaan met menschenlevens bij de dwazen in Sovjet-Rusland. Maar hun dwaasheid veroorzaakt nog meer ellende. Zij erkennen geen God en willen dus ook niets weten van Gods ordeningen in men- schenleven, natuur en cultuur. Als een mensch geen wezen is met ziel en verantwoordelijkheid, dan is hij ook geen persoon, geen „ik", heeft dus geen persoonlijke rechten, geen persoonlijke eigendommen. Daarom is er in Sovjet-Rusland practisch al leen maar de Staat. Die beveelt Onverbiddelijk en op elk terrein. De bolsjewistische staat ver biedt den godsdienstontbindt het gezin regelt de bedrijven stelt den tijd vast van ploegen, zaaien, wieden en maaien alles op het centraal bureau op papier in elkaar gezet, alles per „plan"! Zoq komt uit de godloosheid de dwaasheid voort en uit de dwaasheid het stelsel, het bolsje wistisch stelsel. En het uit bolsjewistisch stelsel komt voortde ellende Het bolsjewistisch stelsel is de afgod van Sovjet-Rusland. Dat is heilig en onfeilbaar Wie daar tegen zondigt, is de grootste misdadiger. Dien treft verbanning, honger, dood Als geen enkel plan slaagt en er schier niets vlot mar cheert en rendeert, dan blijft in de oogen van den bolsjewiek dit stelsel even heilig en onfeil baar. Maar de schuld van het mislukken zijn de menschen Die worden dan als saboteurs en oplichters gestraft. Maar de waarheid, die de dwaas niet zien kan omdat hij den God der Waarheid veracht, is dezeArmoede, ellende, hongersnood, misluk kingen van den oogst, mislukkingen op technisch gebied, mislukkingen in het opvoeden der men schen tot „socialistische menschen", dit alles wordt niet veroorzaakt in de eerste plaats door natuurrampen en door „contra-revolutionnairen", maar is enkel en alleen noodzakelijk gevolg van het godlooze, dwaze, bolsjewistische stelsel A. H. OUSSOREN. „DE ZEEUWSCHE BEKER." Zoo heeft dan het Comité te Middelburg als eerste in de lange rij der Zeeuwsche Comité's zijn rondgang door de Hoofdstad volbracht. Met groote tevredenheid en dankbaarheid kunnen we op de gehouden inzameling terugzien, waar de niet geringe som van 853.21 werd bijeen gebracht uit de soms beschamend-groote liefde gaven uit kleine en groote beurzen. Geve God de Heere, dat deze offers niet tevergeefs zijn gebracht, maar dat er weer velen door mogen worden verkwikt en versterkt, zij, die „in de groote verdrukking" leven. Waar het ons in Nederland wel aan veel, maar toch niet aan het onmisbare goed der vrijheid-van-geweten ontbreekt, daar zij het ons een voorrecht een druppel te mogen laten vallen in den Beker der barmhartigheid en der liefde tot het verdrukte volk van God. De nood is en blijft groot, waar men in Rus land wel telkens van tactiek, maar niet van het anti-christelijk beginsel verandert. We zullen thans geen brieven opnemen van dank, van roe rende dankbaarheid, voor ontvangen hulp in de uiterste nood. We hopen in „De Zeeuw" en in andere bladen desgewenscht dit te doen, daar we anders te veel plaats opeischen. Men begrijpt, dat de Beker te St. Laurens nog ruimschoots plaats biedt voor alle gaven van hen, die niet thuis mochten zijn geweest of diens hart zich beweegt zijn reeds geschonken gift wat aan te zuiveren. Intusschen danken we alle jonge menschen, die zoo zeer bereidwillig zijn geweest Heino dat meisje nu oprecht lief Was liefde het eenige motief voor deze verbintenis Kon een man dan het eene jaar zijn liefde aan een vrouw bekennen en een volgend jaar aan een andere vrouw Of huichelde hij dan eenmaal Het beeld van Heino, met zijn vroolijken oog opslag, rees voor haar op. En zij besefte voor de zooveelste maal, dat zij hem nog steeds lief had. Als hij, ondanks het gebeurde, morgen aan den dag tot haar kwam en haar vergeving vroeg voor zijn gedrag, dan zou zij hem vergeven Maar dan werd het haar ook duidelijk, dat zij een scheeve positie ging innemen. Allereerst zou zij de kracht missen, om „ge woon" en hartelijk te zijn, wanneer Heino met zijn aanstaande kwam logeeren, wat toch al heel spoedig het geval zou zijn. Neen, het was haar niet mogelijk. Bovendien kwam Heino ook in moeilijkheden. Wanneer de verloving stand hield en het kwam tot trouwen, dan kon men haar niet passeeren, om ter bruiloft te verschijnen. Zij zou wellicht een verontschuldiging zoeken, maar dat kon men van te voren niet weten. Heino's verloofde zou bespeuren, dat zij als kind in huis was. Misschien bestond de mogelijk heid, dat zij, op de een of andere wijze, hoe dan ook, te weten zou komen, wat er voorgeval len was. En dat mocht in geen geval. Want dat zou de goede verhouding tusschen Heino en zijn meisje kunnen verstoren. En zij hoopte vurig en onbaatzuchtig, dat hij met zijn keuze gelukkig mocht zijn. Al peinzend, kwam het voor haar vast te staan, om ons ook ditmaal bij 't werk der inzameling bij te staan. De verdere verantwoording van ingekomen gaven volgen later. Met vriendel. dank en dringende aanbeveling. Namens het Prov. Comité, St. Laurens. A. KONING. Giro 220659. BEROEPEN TE WemeldingeM. P. van Dijk, Cand. hulppr. aldaar. SantpoortDr. W. G. Harrenstein te Amsterdam VisvlietG. Meynen, Cand. te Baarn. AANGENOMEN NAAR Wemeldinge M. P. van Dijk, Cand. en hulppr. aldaar. Opende (Gron.): Cand. F. van Dijk te Haaksbergen. Winterswijk F. C. Zwaai Jr. te Borger. BEDANKT VOOR Groningen D. Zwart te Aalten. De Classis Zierikzee heeft peremptoir ge ëxamineerd Dr. W. H. van Zuylen, ber. pred. bij de Geref. Kerk van Wissenkerke en hem met algemeene stemmen toegelaten tot de be diening des Woords en der Sacramenten. Stukken enz. voor het Curatorium der Theologische School te Kampen dienen in het vervolg te worden gezonden aan het adres van den ScribaDs. F. C. Meijster, Bergschelaan 228, Rotterdam. Telefoon 41449. Het Bestuur van „Effatha", Chr. Instituut voor doofstomme kinderen te Voorburg, ontving van Notaris A. E. Gomm te Dordrecht bericht, dat wijlen Mevrouw Wed. Ds. C. Staal van Kuijk, overleden te Oud-Vossemeer, aan „Effatha" een som van 50.(vijftig gulden) heeft gelegateerd. Voor dezen bijzonderen steun is het Bestuur zeer erkentelijk. Namens het Bestuur van „Effatha", A. SCHILDER, Penningmeester. Overdracht der Medische Zending. Enkele jaren geleden bezon men in Nederland zich ernstig op de overdracht der Medische Zen ding aan een Vereeniging. Een rapport, waarin een voorstel daartoe werd opgenomen, kwam in ernstige bespreking. Maar om de bezwaren uit Java ging heel het plan over. Thans is op Java zelf de vraag aan de orde, of overdracht van de medische Zending aan de Inheemsche Christenheid mogelijk zou zijn. Dr. van Andel bepleitte, dat het medische Zendingswerk dan niet van de Kerk, maar van een Vereeniging behoorde uit te gaan. Wij gelooven, dat hij daarin volkomen gelijk heeft. Hij beval aan, dat de Directeuren der Zieken huizen-commissies van advies uit de betrokken bevolkingsgroepen in het leven zouden roepen, als eerste stap in de richting van overdracht. Het minderen der Regeeringssubsidies kan in dit opzicht misschien brengen, waar wij tevoren niet aan dachten nog (De Macedoniër) K. B. S. UITNOODIGING tot bijwoning der Bui tengewone vergadering der Classe Tho- len D.V. op Woensdag 31 Juli a.s. des v.m. om 9 ure in het vergaderlokaal der Geref. Kerk te Bergen op Zoom. Peremptoir examen van den Eerw. Heer W. G. F. van Herwijnen, Cand. te Vianen, beroepen te Rilland-Bath. Agenda: 1Leerrede. 2. Dogmatiek te examineeren door Ds. W. M. Ie Cointre. 3. Exegese O. T. Jesaja 42 en Ps. 90 Ds. J. Spoelstra. 4. Exegese N. T. Matth. 4 en 5 Ds. C. A. Vreugdenhil. 5. Kerkgeschiedenis te examineerenDr. C. Veltenaar. 6. Kerkrecht te examineeren Dr. C. Veltenaar. 7. Symboliek te examineerenDs. W. M. Ie Cointre. 8. Ethiek te examineeren Ds. M. Ros. 9. Inhoud der H. S. te examineeren: Ds. M. Ros dat zij een offer brengen moest een offer voor haar eigen gemoedsrust, maar ook een offer voor Heino's gemoedsrust. Want het wilde, daarvoor kende zij hem reeds jaren, zij was met hem op gegroeid, er niet bij haar in, dat Heino nooit meer dacht aan, dat hij vrede had met de han delwijze, die hij haar had aangedaan. Dan was het toch veel beter, dat hij haar in het vervolg niet ontmoette Maar als dat haar conclusie was en zij kon geen andere vinden dan was er slechts één oplossing zij moest mevrouw Heerema ver laten en in betrekking gaan. De volle zwaarte van dat offer voelde zij onmiddellijk. Het was een offer. Want zij ver liet haar, die in den vollen zin des woords een moeder voor haar was, om terecht te komen bij vreemden, die haar niet kenden, die in ieder geval nooit zouden begrijpen de beweegredenen, die haar er toe geleid hadden, haar „tante" te verlaten. Haar gaan beteekende een offer, dat zeer groot was. Maar zij kon tot geen andere gevolgtrek king komen dan dat zij gaan moest. Het was voor alles en allen beter. Het besluit, dat zij nam, want zij nam het op hetzelfde oogenblik, hoewel zij zich voornam, er ook eens met Truus over te spreken, schonk haar zulk een rust, dat zij weldra in slaap viel, de handen gevouwen op het dek, als het ware de- monstreerend, dat zij het besluit genomen had in de kracht Gods. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1935 | | pagina 2