FEUILLETON KLATERGOUD VAN VERRE EN NABIJ. KERKNIEUWS. Al weten we ook niet wat de onmiddellijke aanleiding is geweest van het opheffen van de Groote Synagoge en de stand der Schriftgeleer den, de diepere oorzaak zal hoogstwaarschijnlijk gelegen zijn in de tegenstand van Israel's leiders tegen dit opdringende heidendom. Opmerkelijk is het in dit verband dat de re geering van Egyptische vorsten over Palestina de „Schriftgeleerden" weer optreden. In het jaar 198 vóór Christus toch komt Israël onder andere vorsten en wel Syrische. Een senaat een Sanhedrin, een godsdienstig- politiek lichaam wordt gesticht, waarover D.V. volgende week. Gereformeerde Kerk van Middelburg. 12 Mei 1836 vergadert ten huize van den scriba (van Assendelft) de gemeente. Doel van deze vergadering is het oordeel te weten van de gemeente over het zoeken van een eigen leeraar. Door ouderling Marinus Goossen worden de leden „treffend" toegesproken. „Argumenten" voor dit zoeken van een leeraar zijn le. verdere verstrooiing te voorkomen. 2e. Gods Woord en de Belijdenis eischt het. De Gemeente stemt toe, dat broeder Brom- bacher verzocht wordt. Broeder Brombacher heeft reeds eenige weken des Maandagsavonds getracht de broeders en zusters te stichten, reden, waarom men zal vragen dit óók des Zondags te doen. Het blijkt, dat deze broeder zelve in de ver gadering aanwezig is, want heet het„broeder Brombacher heeft gemeend hetzelve niet te mo gen van de hand wijzen, maar heeft (onder eeni ge bepalingen als niet verbindende, En in de tweede plaats een schriftelijke uitnoodiging ver langend, hetwelk hem wel is toegestaan gelijk blijkt uit hier nevensgaande copie waarvan het orgeneel hem is ter hand gesteld) onder opzien tot den Heere hetzelve Aangenomen". „En heeft de aanspraak en uitnoodiging tref fend geantwoord en gesloten met Dankzegging. „Des Zondags zal men om 10 uuren en 3 uuren vergaderen." Men heeft dus aanvankelijk twee diensten gehad. Op de derde buitengewone vergadering met de gemeente is Ds. Budding aanwezig: 11 Augus tus 1836, „welke vergadering is geopend gewor den met een doelmatig gebed door den Weleerw. Zeergeleerden Heer Den Heer H. J. Budding Zeer Gelieft en veel geachten Herder en Leeraar in de Provincie Zeeland, gearriveerd 27 Juli 1836'. Ds. Budding stelt de broeders en zusters vra- gen le. of ze trouw willen blijven aan de leer der Vaderen. Ieder antwoordt bevestigend. 2e. of diegenen die geen belijdenis hadden afgelegd zich hiertoe niet gedrongen gevoelden. Vier personen leggen belijdenis af. 3e. of men de waarheid onderzocht en be leefde, hetgeen met instemming werd beantwoord. Daarna heeft men twee ouderlingen verkozen voor de „Stad Binnen", en een diaken voor de „Stad Binnen", en een ouderling en een diaken voor de „Stad Buiten". Voor de „Stad Binnen zijn gekozen Marinus Goossen en Johannes Minderhout en voor dia ken Johannes Antony Siebregt. Voor Ouderling buiten Ernst Moorhoff Kou- dekerke en diaken(niet ingevuld). Nog wordt opgemerkt bij het verslag van deze vergadering dat „Ds. Budding den lOen Augus tus om 6 uren 1836 het heeft gelieft een aanvang te maken om de kinderen der gemeente te cate- chizeeren". (Wordt vervolgd) Opgravingen. Mr. Leonard Woolley heeft in de stad Ur (der Chaldeeën) belangrijke opgravingen ver richt. (Een zeer leerrijk boek hierover is de vrije bewerking van Prof. Obbink Ur der Chaldeeën, Bijleveld, Utrecht.) In het opgraven van een tempel in deze stad, die dateerde van 2700 vóór Chr., vond hij „ongehouwen steenen" ongeveer 150 c.M. hoog. Deze steenen dienden als heilig fundament van een altaar. Nu wordt in de Heilige Schrift telkens mel ding gemaakt van deze steenen. Denk aan Jozua 4 waar twaalf steenen tot een gedenkteeken worden opgericht als het volk Is raël de Jordaan overtrekt. Als het volk de wet wordt voorgelezen op de bergen Ebal en Gerizim dan wordt op den berg Ebal een altaar opgericht DOOR H. KINGMANS 19) Niemand in Rotterdam kon vermoeden, welke plannen Heino koesterde. Sinds hij in Amsterdam onafhankelijker ge worden was en veel vrijer in zijn doen en laten, hoewel hij de op hem gelegde verantwoordelijk heid zeer goed gevoelde, hadden zijn plannen een nog vasteren vorm aangenomen. Het stond voor hem vastwat Jansrna heeft gedaan, kan ik ook, alsik slechts het ka pitaal had. Daar er echter op dit laatste vooralsnog geen kans bestond, werkte hij hard voor het filiaal, instinctmatig gevoelend, dat hij daarmede zijn eigen positie verbeterde. Het duurde dan ook slechts betrekkelijk kor ten tijd, of hij was in de Amsterdamsche zaken wereld en op de beurs een geziene persoonlijk heid, die men gaarne lijden mocht. Hij verwierf zich vele vrienden en het kostte hem, na eenigen tijd, geen moeite, om door te dringen in den kring van gevestigde kooplieden. Waarmede hij, naar zijn meening, een stap verder gekomen was tot het doel, dat hij zich gesteld had, zij het dan, dat de wijze, waarop hij het doel bereiken zou, hem nog slechts vaag voor de oogen sche merde. Hij had door de vele beslommeringen, waarin van geheele steenen over dewelke men geen ijzer bewogen had en daarop offerden zij den Heere brandofferen en offerden zij dankofferen. Men kan uit bovengenoemde gebeurtenissen opmaken dat het niet alleen maar gaat om her inneringen in die steenen te bewaren aan een gewichtige gebeurtenis, maar zij ook een getui genis moeten afleggen dat DAAR een verbond gesloten is. Als nu Woolley de veronderstelling maakt, dat deze ongehouwen steenen, ongehouwen ble ven opdat de geest uit de steen niet zou worden verdreven wanneer de steen beschadigd werd, dan kunnen we hier niet anders dan een vraag- teeken zetten. Wel wijst het o.i. hierop dat er verband be staat tusschen de godsdienstige gewoonten bij andere volken en het volk Israël (denk b.v. ook aan de besnijdenis). Over deze steenen volgende week nog iets. OUSSOREN. Rede Prof. Schilder in het Schuttershof. Niét het Hegelianisme, zooals het in de N.S.B. gepropageerd wordt maar de GOD der Schriften, dat was de hoofdinhoud van het heerlijke woord, dat we mochten beluisteren. Hier werd ons aangetoond dat we ons Chris telijk geloof niet kunnen behouden en tevens bewust aanhanger zijn van de N.S.B. Door Gen. 1 1 wordt metterdaad een streep gehaald en dus door 't geheele Woord Gods. Niet God is, maar God wórdt, niet de mensch, die van profeet priester en koning neergestort is, in het zonderavijn, maar de mensch die om- hoogstijgt door eigen krachten, wordt ons gepre dikt in deze leer naar den mensch. Het is dan ook uitgesloten dat menschen die hun doop verstaan, die trouw zijn aan de belij denis, èn den „.God" van de ideephilosophie kunnen aanbidden èn den God der Schriften. N.S.B. en Christendom staan tegenover elkaar. Het was een bezielende avond We gingen rijker naar huis Hier geen „Anti Revolutionair lawaai", geen „veeafslachting-propaganda", maar Gods Woord, het beginsel. Frankrijk. Eenheid tusschen Calvinisten. De drie groepen die in Frankrijk sinds 1905 bestonden waren le. de orthodoxen die de geloofsverklaring van 1872 onderschreven 2e. de vrijzinnigen die geen enkele geloofs verklaring wilden 3e. de groep van Jarnac. De beide laatste groepen hebben zich later weer vereenigd onder den naamUnion des Eglises réformées, zoodat er twee groepen over bleven de orthodoxen en de Vrijzinnigen. Nu werd de roep al sterker in Frankrijk om gezamelijk tegen de ontkerstening van het land op te trekken. Bovendien was aan niets meer te bemerken dat men in twee gescheiden kerken leefde. De toestand van het land bracht mede, dat men zich aansloot bij de Protestantsche kerk die men maar vond. Men achtte zichzelf gelukkig nog een protestantsche kerk te vinden. Het verschil in beginsel werd onder de „be roemde" mantel der liefde bedekt, men dacht meer aan hetgeen samenbond dan aan hetgeen verdeelde. Daarom is het, dat men gezocht heeft naar wegen om tot volkomen eenheid te geraken. Twee comitees werden benoemd, en na een lange voorbereiding heeft men een geloofsver klaring opgesteld, waarin allen zich konden vin den. Volgende week zullen we D.V. de geloofs verklaring van 1872 en van 1935 geven, opdat ieder kan oordeelen over de „eenheid". Rusland. Vervolg van de rede die door een vrouw in Rusland op een publieke vergadering is gehouden: „Ja, kameraden-vrouwen, stellen jullie je maar eens voor een arbeidster uit de ijzergieterijen. Ze heeft een kind en kan het geen melk geven is het dan niet beter, dat ze een opzettelijke mis kraam veroorzaakt Bij ons is alles geoorloofd in het kapitalistische stelsel moest de vrouw zich verkoopen, bij ons is dat niet meer noodig. Het burgerlijk huwelijk beteekent een treurig kwij nend bestaan het communistisch huwelijk ont vouwt zich als een machtige bloem tegen den hij zich gewikkeld zag, slechts weinig tijd, er over na te denken. Maar als het geschiedde, dan kwam hij steeds tot de conclusie, dat de beste wijze, om in het bezit van kapitaal te ko men, de manier was, die Jansma, bewust of on bewust, had toegepast. Maar als die gedachte bij hem post vatte, dan schrok hij er onmiddellijk van terug. Want hij wist, dat zijn huwelijk dan een leugen zou zijn. Als zijn gedachten die richting uitgingen, dan rees onmiddellijk het beeld van Martha voor zijn oogen, Martha, die hij nog even lief had, als toen hij haar zijn liefde bekende. Dan zag hij een verwijtenden blik en dan hoorde hij haar stem zeggen trouwelooze Zijn gedachten waren meer in Groningen, dan men daar wel vermoedde. Hij voelde zeer wel, dat hij schandelijk had gehandeld. En er waren oogenblikken, zij het dan niet vaak, waarin in hem opkwam de begeerte, om alles weer goed te maken. Wanneer hij berouwvol terugkeerde en Martha vergeving vroeg voor wat hij haar had aangedaan, dan zou zij hem vergeven. Hij kende haar grootheid van geest en haar ver gevensgezindheid. En dan ging hij, naar den mensch gesproken, een gelukkig leven tegemoet aan de zijde van haar, die hij lief had. Hij had toch een goede positie, verdiende een behoorlijk salaris Maar die oogenblikken waren er niet vele. Hij had de schepen achter zich verbrand, omdat hij niet terug wilde. Martha bracht hem geen kapitaal mee, dat hij kon aanwenden, om zich zelf een zaak te scheppen, als Jansma had ge daan. Er was dus slechts één oplossing mogelijk achtergrond van den communistischen nieuw bouw. In den kapitalistischen staat was het bloed van de kameraden-vrouwen de goedkoopste werkkracht. In het communistische staatsstelsel wordt elke klasse-bewuste kameraad met goud uitqewogen De communistische revolutie heeft de oude boeien verbroken, en met haar het oude gezin. Zij heeft de kameraad-vrouw bevrijd Bij ons is de vrouw op alle gebieden der openbare sa menleving gelijkgerechtigd aan den man Vroe- qer zat de kameraad-vrouw gevangen in haar keuken, nu is zij daarvan bevrijd Past er voor, nog langer de vuile wasch van je mannen en kinderen te wasschen De kinde ren naar de kindertehuizen Leve de openbare eethuizenLeve de kindertehuizenLeve de openbare waschhuizen Wij hebben de kame raad-vrouw noodig als opbouwende kracht, niet als keukenmeid en waschvrouw En 's avonds in de club en in andere openbare samenkomsten! En liefde en al dergelijke amours, dat zijn na tuurlijk vooroordeelen uit de nog overlevende burgerlijke wereldbeschouwingenDe liefdes drama's en dergelijke nonsens, dat zijn de uit werpselen van de vroegere burgerlijke ideologie. Het heele geheim zit eigenlijk hierin, dat men het huwelijk als een noodzakelijke behoefte van het menschelijke organisme beschouwt en op de laatste plaats stelt Kameraden-vrouwen, jullie waren vroeger een voudig baar-machines, maar nu zijn jullie de bouwmeesteressen van het nieuwe leven In één woord, kameraden-vrouwen, laat heel het oude afgedane naar de maan loopen, spuwt op alle beletselen en vooroordeelen. Hebt lak aan je kameraden-mannen en reikt hun de hand in den strijd voor den opbouw van het nieuwe communistische gemeenschapsleven Een schier eindeloos applaus beloonde den redenaar voor zijn voordracht. De meesten der aanwezigen schreien heete tranenslechts en kelen zaten verlegen te meesmuilen. Engeland. In enkele artikelen willen we iets van de kerk van Engeland schrijven. Nu is het ondoenlijk om een inzicht te krijgen in de toestand van de En- gelsche kerk zonder de historie na te gaan. Opdat we eerst echter een indruk verkrijgen van de huidige toestand willen we een paar fei ten aanstippen. In het Common Prayer book (gebedenboek) staat voor de belijdenis van de Engelsche kerk het volgende artikelen waarmede de aartsbis schoppen en de bisschoppen van beide provin cies en de geheele geestelijkheid instemden in de vergadering gehouden te London in het jaar 1562, ter vermijding van verschil van meening en voor het vaststellen van eenheid van gevoe len betreffende den waren godsdienst. Deze 39 artikelen zijn in hoofdzaak Gerefor meerd. De leer van den mensch, verlossing zijn op Gods Woord gegrond. Men zou zoo zeggenwat bezit deze kerk een heerlijk fundament, indien ze deze belijdenis handhaaft. Over dit handhaven van de belijdenis of liever nict-handhaven volgende week een voorbeeld. OUSSOREN. UIT DE DAGEN DER AFSCHEIDING. 38. Wat er werd van de Zeeuwsche Afgescheidenen in Amerika. De band des geloofs en de drang om als kerk des Heeren in 't vreemde land rustig en vrij te mogen wonen, heeft de Afgescheiden emigranten bewaard voor vervloeiing in N. Amerika. Het heeft de gelegenheid geopend om zoo lang eigen taal en zede te bewaren, maar ook eigen krachts ontplooiing te doen zien. In de bange worsteling en in de diepten waarin Gods hand ze voerde, werd de energie tot het hoogste geprikkeld, 't Is dan ook de moeite waard er even op te letten, wat uit die Zeeuwsche Afgescheidenen gewor den is. Op enkele terreinen willen we doen zien, wat door hun hand werd gewrocht en eenige personen en familie's bij name noemen. Onder de voornaamste en meest hooggeplaat ste personen moet zeker genoemd worden Ko lonel Cornelius Gardenier, zoon van den Zeeuw- schen predikant Ds. W. Gardenier, die te Wol- faartsdijk stond van 18421853. In laatstge noemd jaar vertrok deze als weduwnaar met zijn vierjarig zoontje Cornelius naar Michigan. Deze Cornelius gevoelde bij het opgroeien zich aan geweest hij moest met Martha afgehandeld zijn. En dat was nu geschied. De eerste brieven van huis, geschreven na het verzoek van zijn moeder, om Martha op de hoogte te stellen, waren niet prettig geweest. En hij had moeten toegeven, dat de schuld daarvan geheel bij hem lag. In zijn antwoord had hij dan ook wat har telijker over Martha geschreven en gezegd, hoe het hem smartte, dat hij zoo handelen moest. Maar moest men ook niet toegeven, dat het verkeerd was, te huwen met een meisje, dat hij niet lief had Hij verkeerde in een eigenaardige gemoeds stemming, toen hij deze woorden neerschreef. Hij had zich wel voor het hoofd kunnen slaan, daar hij wist, dat hij bewust een leugen neer pende. Hij had maar één meisje lief. En dat was Martha Biermasz, het stond voor hem vast! En toch moest hij los van haar, want zijn en haar liefde stonden zijn plannen tegen. Met dat al viel het niet gemakkelijk, naar huis te gaan. Hij kon het best éénmaal per maand doen van Zaterdagavond tot Maandagmorgen vroeg. Hij was in zekeren zin volkomen vrij man. Niettegenstaande hij echter al zes maanden in Amsterdam was, had hij nog niet den moed gehad, naar Groningen te reizen. Hij durfde Martha niet onder de oogen komen. Als zij er niet was, zou het wel gaan, hoewel dan Truus hem vol verwijt zou aanstaren en ook Tjaard hern nog zou wijzen op het verkeerde van zijn handelwijze. Hij vermoedde uit een opmerking in een brief van Tjaard, dat deze hem min of meer doorzag. Met zijn moeder, die hem natuurlijk vermanen getrokken tot den militairen dienst. Met eere betrad hij die baan. Van 't beain af maakte hij goede vorderingen en zoo mocht hij ooklimmen tot den rang van Kolonel. In den Spaansch- Amerikaanschen oorlog onderscheidde hij zich zeer gunstig, door bekwaamheid, moed en dap perheid. zoodat hij boven anderen de aandacht trok. Hii wist de eer der Amerikaansche vlag hoog te houden. Later is hij benoemd tot Gou verneur van Taybes, Luzen op de Philippijnen, waar hij andermaal zeer de aandacht trok, om dat door hem het eerste getrouwe rapport werd gegeven over de gruwelen op de Philippijnen. Een man vol van oud-Hollandschen heldenmoed. Op een ander gebied blonk weer de Zeeuw sche familie der Steketee's uit. Llit Zuid-Beve land trok met Ds. van der Meulen in 1847 uit Tan Steketee, die met J. van de Luyster de lei ding had op een der schepen, die van Antwerpen uitvoeren. De familie van deze Steketee behoort tot de voornaamste zakenmenschen. De oude Steketee begreep, dat het hout, uit de wouden, die ze omhieuwen, moest worden omgezet in goud en legde zich daarom toe op den hout handel. Van de zes zijner zonen volgden vijf hem daarin, en enkele van hen zijn daardoor zeer rijk geworden. Een dezer houthandelaars, Paul genaamd, werd de stichter van een groot warenhuis in Grand-Rapids. Een der anderen was de eerste Hollandscbe burgermeester. De zesde dreef handel in land en diens zoon John werd Consul in Grand-Rapids. Deze laatste be zocht in 1893 Nederland en vergat daarbij zijn Zeeuwsche familie niet. Hij bleek een trouwe zoon der eerste nederzetters te zijn en had niet alleen de historie er van bewaard, maar ook het geloof der vaderen. 't Was voornamelijk een landbouwende bevol king, die in 1847 uitgetrokken was, daarom vra gen we van zelf, wat ze deden op dat gebied. En dan luidt het antwoord „Ze velden de wou den, draineerden de moerassen, beploegden de velden, plantten boomgaarden en wij--'aarden, bouwden groote schuren en statige huizen en deden letterlijk de woestijn bloeien als een roos. De Hollander is een eerste klas landbouwer, hij verafschuwt verspilling en draagt buitengewoon zorg voor zijn beesten en werktuigen en lande rijen". Vl De drang om te ontworstelen aan het zwaar gedrukte leven werd reeds openbaar in den ouden Van de Luyster, een echte Zeeuwsche boer. In Michigan toonde hij niet alleen ijver in het landbouwbedrijf, maar spitste hij er zich ook op om allerlei handelswegen te ontsluiten en handelsbetrekkingen aan te knoopen om afzet te vinden voor de producten. En al mocht hij per soonlijk niet veel resultaat zien, het werd door anderen in de door hem gewezen wegen gevon den. En zoo beoordeelde hij landbouw, handel en scheepvaart. En ga maar na hoe dat de wel vaart deed rijzen. Na vijf en twintig jaren wa ren de onherbergzame oerwouden, met moeras sen en poelen, omgeschapen in een vruchtbare, bloeiende landbouwstreek, waar men mooie boerderijen vond. Alles teekende in 1872 goeden welstand. Men vond er welvarende dorpen, met breede straten en fraaie huizen. De heer J. Wa- beke, wiens eerste woning ook een blokhuis was, waarin menigmaal de samenkomsten der gemeen te plaats vonden, bewoonden er toen al een schoone villa. Zoo zijn ze dus, zoekend naar behoud der geestelijke goederen niet beschaamd geworden, want de Heere heeft ze rijkelijk vergolden. Niet alleen mochten ze ervaren te midden van de grootste armoede, dat de Heere zelf hun over vloedig goud en zilver was, maar Hij vervulde ook nog aan hen de belofte „Uwe schuren zul len met overvloed vervuld worden, en uwe pers- kuipen van most overloopen". F. STAAL Pz. TWEETAL TE Koog-Zaandijk D. Broer te Surhuisterveen. D. Zemel te Vianen. Zwartebroek (bij Amersfoort): Cand. J. A. van Arkel te Rotterdam. F. E. Hoekstra, hulppred. te Voorburg. BEROEPEN TE Leek (Gron.): J. Dijk te Sellingen. Woldendorp: Cand. T. Klein te Uithuizenneeden AANGENOMEN NAAR Ureterp Cand. H. Hazenberg te Zuidhorn. KollumerpompCand. H. R. Groeneveld te Groningen. zou, zou hij wel klaar komen, dacht hij. Maar dan moest Martha er niet zijn. En hij kon toch niet vergen, dat zij heenging, als hij enkele dagen thuis kwam Hij kon niet vermoeden, dat in Groningen door zijn moeder, Tjaard en Truus wel eens in denzelfden geest gesproken werd. En nog veel minder vermoedde hij, dat Martha er ook wel eens over dacht. Tot zijn verbazing ontving hij op zekeren dag een brief van zijn moeder, die vroeg, wanneer hij nu weer eens thuis kwam. 't Was nu weer al zeven maanden geleden. En hij had zich toch al voldoende in Amsterdam er in gewerkt, om niet eens van Zaterdag tot Maandag te kunnen komen. Heel onderaan den brief, terloops en als zeer bijkomstig - hij begreep, dat zijn moe der het met opzet zoo had ingekleed stond vermeld, dat Martha enkele dagen met een vriendin in Den Haag ging logeeren. En nu had den Tjaard en Truus gewild, dat moeder dan in Helpman kwam, maar het zou toch veel ge zelliger zijn, als hij haar gezelschap houdenkwam. Zijn besluit was toen onmiddellijk genomen. Hij zou gaan, nu Martha er niet was. Hij ver moedde, dat moeder er de hand in had gehad, dat Martha weg was, niet wetend, dat hij zich schromelijk vergiste en dat het Martha zélf was geweest, die deze oplossing had gezocht en ge vonden. Zij had zeer wel begrepen, waarom Heino niet kwam. Vandaar, dat zij eens met Truus had gesproken en gevraagd, of het niet beter was, dat zij elders in betrekking ging, om niet een hinderpaal te zijn tusschen moeder en zoon.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1935 | | pagina 2