No. 8 Vrijdag 22 Februari 1935 49e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND. UIT HET WOORD. ZENDING. ZEEUWSCHE KERKBODE. REDACTIE: Ds, A, C. HEI] TE KOUDEKERKE. MEDEWERKERSD.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. v. d, ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS 15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE: FIRMA LITTOOI] OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 GOEDE RAAD. ,,Ik raad u, dat gij van mij koopt." Openb. 3:18. Wat ligt er groote ontferming in het woord waarmede Jezus hier tot de gemeente van Lao- dicea komt. Geplant in een bloeiende handelsstad, met een wereldberoemde markt, was de gemeente in den laatsten tijd verachterd in genade. Het handels- en zakenleven in Laodicea had een ongunstigen invloed op haar gehad. De uiterlijke kerkedienst werd wel bijgehouden, in den dienst des Heeren was geen stilstand gekomen, maar het hart leefde er niet meer in. De glans van het goud had machtiger bekoring gekregen dan de genade van Jezus. Een gedaante van god zaligheid werd in de gemeente wel gevonden, maar de kracht ervan werd verloochend. Daar voor was in de plaats gekomen aardschgezind- heid en onverschilligheid, zelfvoldaanheid en hoogmoed. Om de eer des Heeren bekommerde men zich niet en er werd geen werk gemaakt van de behoudenis der ziel en de heiligheid des levens. Ze waren in Laodicea niet tegen Jezus, maar de harten brandden ook niet in liefde voor Hem, ze waren niet koud of heet, maar lauw. Een zielsgesteldheid van welke de Heere walgt. Als daar geen verandering in komt, zal Hij straks met weerzin verwerpen. ,,Ik zal u uit mijnen mond spuwen „Uit mijnen mond spuwen Als dat eens het laatste woord des Heeren geweest was Maar neen, Hij verheerlijkt aan Laodicea het wonder Zijner ontferming. Met vriendelijk- ernstige taal wendt Hij zich tot de gemeente om haar raad te geven. „Ik raad u, dat gij van mij koopt" Jezus Raadgever Aan raadgevers is er op aarde geen gebrek, de meeste menschen loopen met het diploma van raadgeven in den zak. Wonderlijk is het, maar waar als ge een malheur aan uw lichaam hebt, of er is ziekte in uw gezin, of er doet zich eenige zwarigheid voor in uw leven de raadgevers zijn aanstonds legio. En zoo is het niet alleen bij de dingen van het lagere leven, o neen, velen hebben zich den profetenmantel om de schouders geslagen om hun medemenschen van raad en dienst te zijn op het gebied des hoogeren levens. Zij meenen dat ze u den weg moeten en kunnen wijzen, die tot levensgeluk leidt. En ze weten niet dat ze zelf blind zijn. Ze doen aan het woord van Jezus denken In dien de blinde den blinde leidt, zullen ze samen in de gracht vallen. Jezus alleen is voor den mensch die zondaar werd en God verloren heeft, een Raadgever die volstrekt betrouwbaar is. De profetie noemde zijn naam Raad. In de Psalmen vinden we de kostelijke belofte Ik zal u onderwijzen en lee- ren van den weg, dien gij gaan zult Ik zal raad geven mijn oog zal op u zijn. Hij is van den Vader verordineerd en met den H. Geest gezalfd tot onzen hoogsten profeet en leeraar, die ons den verborgen raad en wil Gods tot onze verlossing volkomen geopenbaard heeft. En al wat Hij gesproken heeft door zijn Woord en heilig Evangelie is raad. Raad, waarin de zon daar de groote liefde Gods beluistert, die geen lust heeft in ons verderf, maar in ons leven en behoud. Neen, Jezus stoot de gemeenten van Laodicea in haar ellendenstaat niet weg, ondanks haar eigenwaan en zelfvoldaanheid, maar Hij ontfermt zich over haar, Hij zoekt nog haar behoud, Hij komt met zijn raad om bij Hem hulp te zoeken en van Hem te begeeren wat zij zoo noodig heeftgoud, witte kleederen en oogenzalf, op dat zij rijk, gekleed en ziende mag worden. En met dien raad der liefde komt Hij tot elk, dien Hij de stem zijns Woords hooren doet. Hij raadt om bij Hem te zoeken wat de zondaar noodig heeft, den eenigen troost in le ven en sterven, de vergeving der zonden, de vernieuwing des harten, het leven naar den wil Gods, het ware geluk, de gemeenschap met God, het eeuwige leven. En wat Hij raadt dat wij bij Hem zoeken zullen, bezit Hij ten volle en Hij wil het uit genade geven, indien wij maar in Hem gelooven, tot Hem de toevlucht nemen, met ons hart op Hem vertrouwen. Hij schenkt het ons om niet, zonder geld of prijs, en noemt het in betrekking tot ons dan koopen, omdat het zoo vast en zeker ons eigendom is alsof wij zelf met prijs er voor betaald hadden. Luisteren wij, en doen wij naar den raad van Jezus Van nature willen wij het niet, wij zijn er te hoogmoedig voor. 't Zou ons onze zelf standigheid en vrijheid kosten, wij zouden ons zelf moeten verloochenen, en dat willen wij niet. Daarom werpen duizenden den raad, het woord van Jezus achter hunnen rug. Maar daarom is ook het leven van zoovelen stuurloos, vol ver warring, zonder lijn, zonder vrede, zonder hoop. En dan zich soms toch nog inbeelden dat men rijk en verrijkt is en geens dings gebrek heeft Hoe scherp kan dan ook het woord des Heeren klinken Gij weet niet, dat gij ellendig zijt en jammerlijk en arm en blind en naaktEn wie tot het einde toe zich tegen den raad van Jezus verhardt, die gaat verloren. „Ik raad u Zalig, wie dat liefdewoord des Heilands met de ziel mag opvangen, wiens hart geneigd wordt naar zijn raad te luisteren, die zijn discipel en volgeling wordt. Het gaat hier om de hoogste levensbelangen. Zonder Jezus doolt de zondaar hoe langer hoe verder van God af en snelt onafwendbaar het verderf tegemoet. Maar wie van Hem geleerd wordt en door Hem zich leiden laat, kiest een rechten weg voor zijnen voet en gaat door de duisternis tot het licht. Zijn Heiland onderricht hem, waarschuwt hem voor zondeklippen, doet hem den wil Gods kennen voor het gansche moeilijke leven, troost hem bij droefenissen, ondersteunt hem in zwak heden, bemoedigt hem bij 't voortgaan, verzekert hem van zijn behoud en eeuwige zaligheid. De weg der dwazen is recht in zijne oogen, zegt Salomo, maar die naar raad luistert, is wijs. En wijs in den hoogsten zin, van Jezus en zijn Geest geleerd en alzoo wijs gemaakt tot zaligheid is hij, die luistert en doet naar den raad van Jezus. Die koopt, die krijgt, die heeft het allerhoogste, want Jezus doet zijn liefhebbers beërven dat bestendig is en Hij zal al hunne schatkameren vervullen. Uit zijne volheid ontvangen zijn gunst- genooten ook genade voor genade. Hun is het leven Christus en het sterven gewin. Bussum. VAN DER VEEN. UIT DE DAGEN DER AFSCHEIDING. 32. Op de Synode te Middelburg (vervolg). Het resultaat der besprekingen, die de Synode had gevoerd over den grondslag der vereeniging van de Christel. Afgescheiden Kerk met de Geref. Kerk (onder het kruis) werd in een vier tal punten saamgevat en aan den avond van dienzelfden dag aan de Afgevaardigden van laatstgenoemde Kerkengroep ter hand gesteld. De Synode sprak daarin uit le. Dat zij vereeniging wenscht met alle per sonen en vereenigingen of kerkgenootschappen, die met onze kerk vereenigd zijn in de leer en regeering der Gereformeerde Kerk. 2e. Dat zij, met het oog op den toestand der Christelijke Kerk in 't algemeen, bestaande toe standen niet kan of wil wegcijferen, en evenmin in beoordeeling treden, hoe in dit geval die toe standen zijn ontstaan en bestendigd tot dezen oogenblik. 3e. Dat er volgens haar oordeel, op dit oogenblik geen enkele grond bestaat, die volgens onze Gereformeerde leer of kerkregeering, ons gescheiden blijven zou kunnen rechtvaardigen. 4e. Dat de Vergadering, wanneer de ver eeniging op de bovengenoemde gronden getrof fen kan worden, door die vereeniging aan uwe leeraren eene zending onder onze kerkelijke ge meenschap geeft. En voorts „dat over de vereffening van plaat selijke toestanden nader zal kunnen gesproken worden". Nog denzelfden avond kwam dat in den kring der Afgevaardigen in bespreking en formuleer den ze hun antwoord, waarin deze Commissie uitsprak le. Dat zij met UEw. homogeen is in den wensch naar vereeniging met alle personen en lichamen, die de Gereformeerde leer en Kerk regeering van harte omhelzen, doch, dat zij van hare Synode in last heeft ten waarborg, dat de vereeniging met UEw. op zoodanigen grondslag geschiedt, u voor te stellen a. Dat door uwe kerk de tegenwoordige ti tel van Christelijk Afgescheidene worde opge heven, en zij zich openbare naar buiten en naar binnen, met of zonder geoorloofde staatserken- ning, als de historische Gereformeerde Kerk, dien titel voerende met of (liever) zonder eenig betamelijk praedicaat b. dat door u, zoowel als door ons, ten stel ligste worde verklaard, dat in prediking, kerk regeering en onderwijs (zoo hooger als lager) de leer, dienst en tucht der Gereformeerde Kerk, uitgedrukt in Gods heilig Woord, de belijdenis schriften en liturgie der Gereformeerde Kerk en de kerkeorde van Dordrecht des jaars 1618/19 ten grondslag ligt, en getrouw en ernstig worde en blijve gehandhaafd en toegepast op punt 2, in verband met punt 4, waarvan de overeenstemming aan de Commissie twijfel achtig toeschijnt, geeft zij UEw. te kennen, dat wij niet anders tot de gewenschte vereeniging mogen toetreden dan op voorwaarde dat Uwe Synode onvoorwaardelijk de zending onzer leeraren en het wettig bestaan onzer ge meenten erkenne. Op het slot uwer missive a. Dat waar zulks om locale, financieele, of andere omstandigheden of redenen niet wel kan geschieden, dat de wederzijdsche gemeenten met elkander ineensmelten, om moeilijkheden te voor komen het zelfstandig bestaan der gemeenten worde geëerbiedigd b. Dat in ondergeschikte zaken, die niet strij dig zijn tegen Gods Woord, belijdenis, liturgie of Kerkorde van Dordrecht, wederkeerig de een den ander broederlijk drage. Dit antwoord kwam den volgenden morgen op de Synodale tafel. Na voorlezing er van bleek, dat er nog wel verschil bestond met het voorstel der Christel. Afgescheidenen. Het leek de Gereformeerden toe, dat de wettigheid van gemeenten en ambtsdragers eerst erkend zou worden met en door de vereeniging met de Christel. Afgescheidenen. En dat konden zij niet toestemmen. Ze wilden alleen op voet van ge lijkheid vereenigen. Maar, dat er wil was om alle bezwaren op te ruimen bleek in de ernstige deliberatie, waaruit ten slotte deze formuleering voortkwam„Er zal, wanneer de vereeniging wordt getroffen, een wederzijdsche erkenning van leeraars en gemeenten plaats vinden". Deze formuleering deed het bezwaar bij de Afgevaar digden wegvallen. Verder werd nog bepaald „dat we voortaan gezamelijk in leer, tucht en dienst ons gedragen overeenkomstig de formulieren van eenheid der Gereformeerde Kerk, liturgie en kerkordening van 1618 en 1619. Ten slotte kwam nog ter sprake, de naam die de vereenigde kerkengroep zou hebben. Wijl er op de agenda dezer Synode reeds voorstellen waren van naamsverandering, stelde de praeses voor dat punt nu hierbij te behandelen, wat door de vergadering werd goedgekeurd. Ten aanzien van de naamsverandering ware de volgende voorstellen ingekomen Van Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland Christelijk Afgescheidene Gereformeerde Kerk. Van Friesland en OverijselVrije Gereformeer de Kerk. Van Gelderland en Noord-Brabant Hersteld Gereformeerde Kerk. Van Noord- Holland Gereformeerde, Vrije Gereformeerde, Hersteld Gereformeerde of Oud Gereformeerde Kerk. Na vriendschappelijke samenspreking werd in de middagzitting van den 17den Juni met alge- meene stemmen zoo van de Christelijk Afge scheidenen als van de Commissie der Gerefor meerde Kerk, besloten zich tot één kerk te ver eenigen onder den naam van Christelijke Gere formeerde Kerk en daarvan aan de Hooge Re geering kennis te geven. „Voorts wil de Synode niet geacht worden, door deze naamsverandering iets te doen, dat de Afscheiding volgens art. 28 onzer Belijdenis eenigszins zou miskennen, terwijl zij tevens van oordeel is, dat bijzondere gemeenten haren ouden naam niet terstond behoeven te veranderen, als daardoor administratieve zwarigheden op dit oogenblik zouden ontstaan." Zoo was men dan eindelijk tot het begeerde doel gekomen. De Handelingen der Synode ver melden „Hierop wordt de vereeniging gesloten en reikt men elkander de broederhand met den wensch, en de bede, dat deze vereeniging aan den bloei en de uitbreiding van Gods Kerk in Nederland moge bevorderlijk zijn. Aandoenlijk was het oogenblik, toen de broe ders na jarenlange scheiding weer met elkander in liefde mochten hereenigen en ondervinden, dat het goed is als broeders samen wonen. De blijdschap hierover werd dan ook bij allen, zelfs bij de broeders uit het buitenland, kennelijk openbaar." Ja de blijdschap hierover was groot. Van der Meulen zelf verhaalde er van „Toen na een uitvoerige discussie, die twee dagen had voort geduurd, maar zich door de grootste bescheiden heid en christelijke liefde had laten kenmerken, de overeenkomst werd gesloten toen men van weerszijden opstond en onder groote blijdschap elkander omhelsde, was ik getroffen." Op 17 Juni 1869 had die vereeniging plaats. Merkwaardige datum. Had niet 23 jaar later op denzelfden datum de vereeniging plaats van de Christel. Geref. Kerk met de Ned. Geref. Kerken (doleerende)? Andermaal de Christelijk Afgescheidenen met de Kruisgemeenten. Zal er nog zoo'n schoone 17 Juni mogen aanbreken in ons vaderland voor de belijders der Gerefor meerde Religie Van de leden en de bezoekers dezer Synode te Middelburg bestaat een foto, waarvan afdruk is opgenomen in „Een schat in aarden vaten", dl. 4. Zittende, predikanten, leden der Synode daar achter, staande, ouderlingen, leden der Sy node en vele belangstellenden. De buitenlandsche afgevaardigden schijnen reeds vetrokken geweest te zijn, behalve Ds. van der Meulen. Hem vindt ge onder de zittenden, van links naar rechts de zesde, aan zijn rechterzijde Ds. J. Sypkens en aan zijn linkerhand Docent H. d, Cock. De foto werd genomen in den tuin van de buiten plaats van den heer Van Ditmars te Middelburg. F. STAAL Pz. Den Haag, Januari 1935. Amice, Wanneer we de beteekenis van onze Christe lijke scholen indenken, dan vinden we als eerste gevolg het Christelijk onderwijs maakt de men schen los van hun eigen godsdienstige opvattin gen en geeft ze, bedoelt ze althans te geven een geheel andere levensbeschouwing. Natuurlijk dat ook bij het beste Christelijk onderwijs telkens o zoo droevig ervaren wordt, dat wij het hart niet kunnen omzetten wedergeboorte is geen werk van menschen. En wanneer de harten der leerlingen het zaad des Evangelies niet kunnen ontvangen, wanneer die harten gesloten blijven, dan kan alle Christelijk onderwijs, dat gegeven wordt daar geen verandering in brengen en ziet ge dan ook dat bij dezulken het Christelijk on derwijs wel losmaakt van Mohammedaansche- en Heidensche beschouwingen maar niet vult met de beschouwingen des geloofs. Zulke leer lingen worden slechts ontworteld, verliezen hun eigen fundament, beginnen te wankelen, maar krijgen geen ander fundament daarvoor in de plaats, waarop ze gebouwd worden, geen an deren bodem waarin ze wortel kunnen schieten. Ze worden eigenlijk gelijk aan dien man, waar van de gelijkenis spreekt, wiens hart gelijk is aan het met bezemen schoongemaakte huis het huis is leeg, gereinigd, maar omdat er geen goede geest in komt wonen, omdat het hart geen woon plaats wordt van den H. Geest, daarom wordt het straks weer in bezit genomen en beheerscht door andere en meer booze geesten dan waar van hij verlost is. Daarom kan het gebeuren, zooals dan ook wel gebeurd is, dat het Christe lijk onderwijs verkeerde gevolgen heeft gehad dat het voor vele leerlingen beter was geweest, indien zij nooit een Christelijke school bezocht had. Want zooals alle kennis gevaarlijk is voor een die er een verkeerd gebruik van maakt, zoo is ook de kennis opgedaan op de Chr. school gevaarlijk voor den inlander, wiens hart de zonde begeert te dienen. Er zijn ook van onze Christelijke scholen leerlingen afgekomen, die door de opgedane kennis van 't Hollandsch nu de weg ontsloten zagen naar vuile boeken. Er zijn oud-leerlingen van onze Chr. scholen die nu geteld worden onder de gelederen der Com munisten onder de verbannen Javanen, die naar Boven-Digoel verbannen werden als straf om hun opstand, waren evenzoo oud-leerlingen van de Christelijke school. We zien dus op het ter rein der Christelijke school tweeërlei uitwerking, zooals dat overal weer het geval is, zooals dat zelfs het geval is onder de prediking des Woords. Maar hoewel dit zoo is, dit kan nooit een reden zijn om het oprichten van scholen achterwege te laten. Ze werden opgericht opdat ook mee door de school het Evangelie z'n loop onder het volk zou nemen en als zoodanig beantwoordt de school aan het doel. We moeten gedurende den tijd, dat de leerlingen op school gaan niet veel bekeeringen verwachten. Wie dit van de school verwacht, ziet zich teleurgesteld. Men kan hopen, dat op lateren leeftijd, als er een bewuste keuze gedaan wordt ook hetgeen op de Chr. school werd gehoord, z'n voornaamste vrucht mag dragen, hopen, dat de indrukken op de Chr. school opgedaan, zoo diep zijn, dat op meer gevorderden leeftijd de kennis van den Heere Jezus, op de school opgedaan, alsdan tot Hem zal leiden, in de hoogste klassen ziet ge

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1935 | | pagina 1