ZENDING. KERKNIEUWS. aan den berg bewusteloos. De paarden holden door totdat ze tegen een paar stompen vast liepen. Beide medereizigers bleven ongedeerd. Mhr. Albert Burgens was hem even vóór de hoogte voorbij gereden, 't Geraas van de hol lende paarden hoorende, zag hij om en ont waarde, dat vader niet meer in den wagen zat. Hij reed terug en vond hem bewusteloos liggen. Hij bemerkte, dat vader nog leefde en liep naar de beek, vulde zijn ledige tabaksdoos met water om 't hoofd koel te maken, 't Bewustzijn keerde weldra terug. Toen tilde Burgens hem op zijn wagen en bracht hem thuis. Vader had 't been wat gewond, maar er waren geen inwendige verwondingen. Ten gevolge van dat ongeluk was hij een paar weken aan 't bed gebonden en twee Zondagen verhinderd te preeken. Dit waren de eenige Zondagen, gedurende zijn ambtelijk leven, dat hij zijn roeping niet kon vervullen." Slechts twee gevallen uit de vele. Ook deze dienstknecht des Heeren kende iets van wat Paulus getuigde „In arbeid overvloediger, in doodsgevaren menigmaal in arbeid en moeite, in waken menigmaal, in honger en dorst, in vas ten menigmaal, in koude en naaktheid." F. STAAL Pz. Den Haag, 28 November 1934. Amica, Nu ik met verlof ben en reeds een paar maan den heerlijk van dat verlof genoten heb, wil ik deze rustige tijd ook aangrijpen om eens enkele brieven over het Zendingswerk in Magelang te schrijven. Ik begin nu maar met U iets van de stad Magelang te vertellen en kan dit het best doen door het woord te geven aan den Burge meester van Magelang, die zich in ondervolgend stukje uitgesloofd heeft al de heerlijkheden van Magelang te vertellen. Deze burgemeester, Ir. R. C. A. F. Nessel van Sissa schrijft onder het hoofd „de Bergstad van Midden-Java" het vol gende „Wanneer ik nu maar aanstonds met de deur in huis val en U geachte (n) lezer (es) toeroep „Vestig U te Magelang", wel, dan glimlacht gij, denkend dat mijn raad uit chauvinisme voort vloeit. En tochMag ik U eens iets naders over ons vriendelijk bergstadje vertellen Wel licht stemt het tot nadenken Het is niet algemeen bekend, dat Magelang zich in de laatste decennia krachtig ontwikkeld heeft. Was de stad omstreeks 20 jaar geleden nog slechts een dorp met ongeveer 25.000 in woners, welke men zelfs in de Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië (van 1918) nauwelijks beschreven vindt een paar regeltjes ervoor vond men destijds voldoende in 1920 had zij reeds 36.000 inwoners, terwijl zij thans is uitgegroeid tot een stad van 58.000 inwoners, waarvan ruim 4200 Europeanen. Men denke niet dat dit hoofdzakelijk militairen zijn deze vor men slechts een betrekkelijk klein onderdeel er van. Hoewel Magelang als centrum iets te dicht bij Jogja ligt de afstand bedraagt slechts 42 K.M. is de afstand naar de meest nabije cen tra in andere richting b.v. (Semarang 75 K.M.) eerder grooter dan normaal voor Java, terwijl de grens tusschen Vorstenlandsch- en Gouver- nementsgebied, welke tusschen Magelang en Jogja loopt, in vele opzichten zoo belangrijk is, dat zij eikaars functies niet kunnen overnemen. Is deze eigenlijke grondslag van het bestaan der stad dus gezond en stabiel, zoo brengt zij een zekere gestadige uitbreiding mee, voort vloeiende behalve uit de algemeene bevol kingstoename ook uit den sterkeren groei van alle Java-steden in vergelijking met het omrin gende land. In Indië, een agrarisch land met groeiende industrie en kleinbedrijf is dit een al gemeen verschijnsel. De zeer groote bevolkings dichtheid van het gewest Kedoe men weet dat Kedoe behoort tot de dichtstbevolkte stre ken van Java en ook van de wereld verhoogt de kans, dat deze groei eerder grooter dan klei ner zal zijn dan bij andere plaatselijke centra. Bizondere beteekenis voor den stadsgroei heeft voorts het gunstige klimaat. Op 400 M. hoogte gelegen (1200 voet), heeft de stad een koel klimaat, zonder de scherpe overgangen bij avond tot vochtige koude, zooals Bandoeng en andere hoogergelegen plaatsen hebben. Het klimaat is er aangenaam niet te warm overdag, niet te koud bij nacht. Het zou van veel belang zijn voor de gemeenten en de pro vincie, hen, die vrij zijn in de keuze hunner woonplaats, dus vooral gepensionneerden, en daartoe een aardige stad met gunstige klimaat zQeken, hier te kunnen houden en hen niet naar West- of Oost-Java te zien wegtrekken. Daartoe is Magelang wel de plaats, die almee de meeste aantrekkelijkheid biedt. Op te merken is, dat deze aantrekkingskracht niet alleen werkt op Europeanen, doch blijkens de ervaring ook op andere bevolkingsgroepen. De voornoemde omstandigheden, met andere, zijn oorzaak, dat Magelang een groot militair centrum is, doch tevens een vestigingsplaats voor diverse instellingen, wat de beteekenis der stad verhoogt. Door de aanwezigheid van goede en goed- koope bouwmaterialen en door de lage arbeids- loonen, kan men te Magelang bouwen tot on gelooflijk lagen prijs. Men ziet dan ook in den laatsten tijd zeer veel bouwen, vooral aardige kleine woningen in modernen trant. Het door de Gemeente daartoe gegeven voorbeeld heeft stimuleerend en opvoedend gewerkt op de bou wers. De stad beschikt nu ook over meerdere architecten en aannemers, die met een bescheiden winstmarge heel goed werk verrichten en met hun tijd meegaan. Prima bouwgrond is er te Magelang nog ruim schoots te krijgen, waaronder voor elke beurs. De Dienst van Gemeentewerken wijst belang hebbenden daartoe gaarne den weg. Ook voor industrie-vestiging leent de stad zich in vele opzichten. De tabaksindustrie b.v. heeft dat al lang ontdekt en er haar voordeel mee ge daan. Belangrijke en uitgebreide kampongverbeterin gen en rioleeringswerken bevorderen de alge meene hygiëne ten zeerste. Hiermede wordt, on danks de malaise, voortgegaan. Daarnaast be strijdt de Gemeente systematisch malaria, mijn- worm, etc. Besmettelijke ziekten, zooals typhus, pest en hondsdolheid komen tegenwoordig in deze stad zeldzaam voor. Van malaira hoort men er niet veel meer, in tegenstelling met vroegere jaren. Strenge controle wordt van gemeentewege uitgeoefend op verschillende levensmiddelen, zooals vleesch, melk, brood, tahoe, e.a., alsmede op de hygiëne in hotels, koffiehuizen, ijs- en limonade-fabrieken, e.d. De gemeentelijke drink waterleiding betrekt haar zuiver bronwater van eerste kwaliteit uit de helling van den Soembing en verstrekt dit tegen matige tarieven tot zelfs diep in de kampongs. Wie ondanks dit alles ernstig ziek mocht wor den, vindt ter plaatse een groot militair hospi taal, een zendingsziekenhuis, een particuliere kliniek, en meerdere poliklinieken, benevens een heele schaar van doktoren (vanwege het militair hospitaal) waaronder verscheidene specialisten. Het militaire hospitaal te Magelang is één der 2 of 3 hospitalen 1ste klasse, die beschikken over een volledigen staf van specialisten, volledig in strumentarium, enz. Ondanks al deze goede zorgen van overheids wege, zijn de belastingen laag gehouden, lager dan in de meeste andere gemeenten in Indië. De Gemeente heft slechts8 opcenten op de In komstenbelasting, 10 opcenten op de Verpon ding, 1.'s jaars voor een fiets, 2.50 's jaars voor een hond, en 20 vermakelijkheidsbelas ting. Dat is niet veel, gelijk men ziet. De Ge meente heft géén opcenten op de personeele belasting, géén straatbelasting, géén grondbelas ting, géén baatbelasting, enz. Het Gemeentebestuur voelt er heel weinig voor om gevolg te geven aan den wenk der Re geering om het belastingterrein uit te putten. Slechts bij uiterste noodzaak zou men daartoe besluiten. Hierdoor, alsmede door de lage bedienden- loonen en koelieloonen, de lage vervoerskosten en de lage huurprijzen (er is momenteel een te veel aan grootere woningen) is de levensstand aard te Magelang dan ook zeer goedkoop. Elec- trisch licht en allerlei andere nuttige zaken die nen er de bewoners, zooals groote pasars, goede winkels, 2 moderne bioscoops, hotels, pensions, banken, sociëteiten, apotheek, enz. Noemen wij verder nog de aanwezigheid van een residentie kantoor, raadhuis, landgerecht, landraad, notaris, advocaten en procureurs, veeartsen, landbouw- consulent, houtvester, tandarts e.a., dan ziet men, dat Magelang niet het eerste-beste dorp is. Ook op geestelijk gebied behoeft men er geen nood te lijden. Er zijn vele kerken Roomsch- Katholieke-, Protestantsche Gemeente, Gerefor meerde Kerk, Missigit, Pinkster Gemeente, Her steld Apostolische Gemeente, Ambonsche Kerk, Maconnieke Loge, Leger des Heils e.a. Een 25- tal scholen van allerlei soort zoowel openbare- als confessioneele-, waaronder uitstekende Euro- peesche lagere scholen, 2 Muio's, een Algemeene Ontwikkelingscursus voor meisjes, een Huis houdschool voor meisjes, een Ambachtsleergang, H.I.S.'en, Internaten, Fröbelscholen, H.C.S., Standaardscholen, enz. enz., zorgt voor de op voeding van het kind. Voorts huisvest Mage lang de eenige overgebleven „Mosvia" in Indië. Voor lichamelijke ontwikkeling kan men de volgende sporten beoefenenvoetbal, hockey, tennis, zwemmen (meerdere zwembaden in- en even buiten de Gemeente), gymnastiek, scher men, wandelsport (bergbeldimmingen)enz. Aan betere voetbalvelden bestaat nochtans groote be hoefte de Gemeente heeft hiervoor plannen ge maakt, die zich in een vèrgevorderd stadium van voorbereiding bevinden. Tenslotte moge nog de aandacht gevestigd worden op de prachtige omgeving van Magelang. Men kan er met weinig moeite en kosten prach tige uitstapjes maken, zoowel per auto, autobus of stoomtram, als te voet. Wij noemen slechts Kopeng op de Merbaboehelling, 1500 M. hoog, met zijn bloemenweelde en heerlijke bosschen, slechts 27 K.M. van Magelang verwijderd de badplaats Kali-Bening, even buiten de Gemeente; Pager-Goenoeng met zijn waterval, in de buurt van Grabak, Bandoengan bij Ambarawa de „routes pittoresques" in deze streek (b.v. ron dom den Soembing, of naar Wonosobo over den Kledoeng-pas, e.a.), die behooren tot de mooiste op Java den Boroboedoer (veel dichter bij Ma gelang dan bij Djocja, oh toeristen!); e.a. li ziet dus hoeveel goeds er van de plaats Magelang te vertellen is en we zijn dan ook dankbaar, dat deze plaats ons aangewezen werd als Centrum van het Zendingswerk. t. t. A. MERKELIJN. MAGELANG-FILM. Alle begin is moeilijk. Dit bleek ook weer verleden Maandag. De Magelang-film toch zou haar zegetocht beginnen. De eer, haar het eerst te kunnen bewonderen, viel te beurt aan de Zendende Kerk. Ons Zendings-Comité heeft hier weder mee getoond actief te zijn. De kinderen werden om 5 uur verwacht en vulden spoedig de Hofpleinkerk. Hun geduld werd echter zeer op de proef gesteld, want met de film was het niet in orde en kregen ze al heel weinig te zién. Des avonds was de film voor het gebruik gereed en werden de 6 afdeelingen nagenoeg zonder stoornis afgedraaid. Ds. D. Pol, voor zitter der Generale Zendingsdeputaten, was aan wezig en hoopte dat op vele plaatsen deze film zal worden vertoond. In zes afdeelingen verdeeld, geeft deze film ons te zien allerlei werkzaamheid, die op het terrein der Zending van de drie Zuidelijke Pro vinciën wordt verricht. Van het Hospitaal, aan het hoofd waarvan Mej. Dr. Dreckmeier staat, zijn heel aardige kiekjes genomen. We zagen de Directrice ernstig bezig en haar trouwe helpster Zuster v. d. Waal knikte ons vriendelijk toe. Verschillende scholen, door Ds. A. Merkelijn gesticht, zagen wij voor onze oogen, tevens ver gaderingen van kerkeraad enz. enz., waarop we Ds. Merkelijn duidelijk zien betoogen. Het gedeelte, dat ons Blondo te zien geeft, is bizonder treffend. Blinden en kreupelen, ver minkten, welke daar worden onderhouden en nog zelf nuttigen arbeid verrichten, gaan ons oog voorbij. Daar komt uit, daar is zichtbaar, dat onze Zending bezield is met mededoogen. Daar is een zich nederbuigen tot den ellendige, die geen helper heeft. De dooven moeten hooren, D' onkundigen verstaan, Den blinden 't heillicht gloren, De kreup'len leeren gaan. De treurenden vergeten Hun leed en droefenis, En al wat arm is, weten Dat daar een Heiland is. M. J. O. ONS GEZINSLEVEN EN DE HEILIGE SCHRIFT, 37. Het koninkrijk Gods is gelijk een zuurdeesem. De Heilige Schrift vergelijkt de werking der zonde en der valsche leer herhaaldelijk bij een zuurdeesem. De Heiland zelf en Zijn apostelen gebruiken meer dan eens dit beeld. En of ook onze kinderen dat kunnen begrij pen Ja, stellig welWant zien en ondervinden ze niet dagelijks de voorbeelden daarvan Bij zichzelf en bij anderen En het is een heel mooi beeld, om ze daarmee duidelijk te waarschuwen. Heelemaal niet te lastig, om het te begrijpen. Vooral niet, als ze de werking van het zuurdeeg bij moeders beslagpot hebben gezien. Maar niemand minder dan de Heere Jezus zelf wijst er ook op, dat de werking van het zuurdeeg ook als beeld mag genomen worden voor het koninkrijk Gods. Lees maar Lukas 13 vers 20 en 21. „En Hij zeide wederomWaarbij zal ik het koninkrijk Gods vergelijken Het is gelijk een zuurdeesem, welken een vrouw nam en verbergde in drie maten meels, totdat het geheel gezuurd was." Zeker is dat ook voor onze kinderen een duidelijke sprake. Die ze vasthouden en tot na denken stemt. Heeft dat koninkrijk Gods niet zijn heerlijke wetten en inzettingen Die het leven ook van onze kinderen, ook van onze gezinnen, moeten beheerschen En moet de grondwet van het koninkrijk Gods, God lief te hebben boven alles en den naaste als zich zeiven, niet heel het leven doortrekken En beleefd worden in alle doen en laten Of onze kinderen dat ook verstaan Soms beter dan yele volwassenen het schijnen te doen! De liefde tot God en Zijn dienst moet leven in het hart. Door Gods genade daarin gelegd. En door Gods genade gesterkt. Naar Zijn be lofte en gewisse toezegging, op het ootmoedig gebed. Maar dan moet die liefde ook openbaar wor den en getoond in heel het leven. In alle gedra gingen, en altijd, en overal. Niet maar onder het bidden en onder het lezen van Gods Woord. Niet maar in de kerk alleen en onder de bijbel les op de Chr. School. Maar ook op straat, onder de vriendjes, op het veld, bij het spel, en op reis. Zoo moet de werking van de goede keuze openbaar worden. In gedachte, woord en daad. In huis en buiten het huis. Niet maar op Zondag alleen, maar ook in de week. Gelooft ge niet, dat uw kinderen het zien, of uw vreeze Gods uitkomt in al uw doen en laten ën alle dagen van uw leven Hebt ge nooit gemerkt, dat kinderen dikwijls heel streng en consequent die eisch doorvoeren? En dat ze de volle consequentie trekken uit de beginselen van Gods koninkrijk Vaak heel wat sterker dan ouderen dikwijls doen. Ze berede neeren dat niet breed en zetten daar geen groote boom over op maar ze stellen u eenvoudig voor de consequentie. Echt kinderlijk, maar ook echt waar Haast ongemerkt eischen ze de toe passing van de waarheid, dat het koninkrijk Gods zij als een zuurdeesem. Dat wil niet zeggen, dat zij zelf daarnaar al tijd handelen O neen, ook in hun leven komt uit, dat het hart arglistig is, meer dan eenig ding. En zij onttrekken ook zich zelf maar al te gauw en al te veel aan de eisch van doorwerking van de beginselen van het koninkrijk Gods. Een reden te meer, om er onszelf en onze kinderen herhaaldelijk op te wijzen, dat de Heere Jezus van ons allen vraagt, dat in ons en bij ons en onder ons het koninkrijk Gods openbaar worde in zijn werking als een zuurdeeg. Het geheele deeg moet doortrokken worden Zware eisch En toch alleszins billijk en goed! Van W. te W. ONZE VRIJE UNIVERSITEIT. Sommige feiten in iemands leven blijven meer dan andere hangen in de herinnering en daar onder is zeker wel voor hem, die Hooger Onder wijs mocht ontvangen, de intrede in de Univer siteit. Welk een idealen v/orden dan gekoesterd, welk een plannen heeft men en toch, hoe weinig beseft men het ontzaglijk voorrecht, dat men heeft. Hoe weinig beseft vooral de jonge man van Christelijken huize in het bijzonder het voor recht, dat hij kan gaan naar een Universiteit, waar hij professoren vindt, wier grootste be geerte het is God te dienen ook in de weten schap, hoe weinig beseffen ook vaak zijn ouders dit slechts oppervlakkig, onbekend als ze zijn met wat alzoo wordt geleerd en bedacht. Alles is immers zoo gewoon, zoo heel gewoon dat bidden om Gods zegen over het werk, zoo heel gewoon dat danken na den arbeid, zoo heel ge woon, dat wijzen op wat de Bijbel ons leert, zóó gewoon, dat men het niet opmerkt, laat staan het waardeert als iets buitengewoons. Men is het immers van jongsaf zoo thuis gewend en staat verbaasd, als een makker er telkens zijn ver bazing over uitspreekt, die in anderen kring op groeide. Pas later, als men in het volle leven komt, als men zelf hoort en ziet, wat tot dusver boekenkennis was, als men méé beleeft een ken tering der geesten vroeger haast ongelooflijk ge acht, beseft men de waarde ervan, beseft men, hoe rustig en veilig men de jaren, dat men zelf niet kon zien, niet kon oordeelen is doorgeko men, geleid door vaste, vertrouwde hand, die langzamerhand leerde op eigen beenen te staan, zelf den weg te vinden in den doolhof der mee ningen, telkens teruggebracht tot den juisten koers door het helder stralend licht van Gods Woord. Zeker de tijden zijn veranderd, de tijd van het groffe materialisme is voorbij, maar niet minder moeilijk is het vinden van den weg, ja moeilijker misschien. Meer dan ooit is het een zoeken en tasten op allerlei terrein naar waar heid, naar vasten grond om overeind te komen of om overeind te helpen, wat wankelde. Ge lukkig hij, die daarbij mag geleid door mannen, die meer dan iemand overtuigd van menschelijke zwakheid en onmacht, hulp zoeken bij Hem, die niet wankelt, voor wie de vreeze des Heeren is het beginsel der wijsheid aan een Universiteit, die allen tot zich roept, die ook op wetenschap pelijk terrein God willen dienen naar Zijn Woord. Gelukkig het land, dat zulk een Univer siteit mag bezitten en de v/aarde daarvan beseft. Een Universiteit te hebben was een voorrecht voor onze vaderen, een Christelijke Universiteit te hebben zij voor ons een gunst Gods, waar voor we Hem niet genoeq kunnen danken. H. De J. TWEETAL TE Hazerswoude R. Bakker te St. Pancras. H. Pestman te Grijpskerke. Hoek E. Jansen, Cand. te Wierden. J. A. Vink, Cand. te Bunschoten-Spakenburg. BEROEPEN TE Doornspijk O. K. Bouwman te Zaltbommel. Oldenzaal (hulppr.): Joh. Karsten, Cand. te Meppel. BEDANKT VOOR Zutfen W. H. van der Vegt te Goes. Rijswijk (Z.-H.): D. Zwart te Aalten. -WSfetf De collecte bij gelegenheid van de her denking der Afscheiding 1834, in de Geref. Ker ken, gehouden op Zondag 14 Oct. heeft in to taal opgebracht de som van 109.074,11. Van de Kerken in Bentheim en Oost-Friesland werd bovendien toegezegd R.M. 2304.25. Ook kwam nog van Curasao een bedrag in van 38.34. Een Kerk in Drenthe, drie kerken in Utrecht, één kerk in Z. Holl. (N.) en één kerk in Z. Holl. (Z.) droegen nog geen collecte af. Ook van de classis Batavia kwam nog geen bedrag binnen. Wijlen de heer Jelle W. Hoekstra van Wommels (Fr.), vermaakte de volgende legaten aan de Gereformeerde Kerken te Heeg 2000 te Bozum 1000 te Oosterend 1000 te Goën- ga en Sybrandaburen 1000 en huis en erf onder Goënga te Tzummarum 500 en te Oosthem 1000. Voorts aan de Diaconie der Geref. Kerk te Wommels perceel weiland aldaar, groot ruim 4 X 36% Are aan de Geref. Kerk te Heeg voor de Zending 2000 aan de Vrije Universi teit te Amsterdam 3000 aan de Theologische School te Kampen 2000 aan de Chr. Nat. School te Wommels 3500 en aan het Talma Rustoord te Veenwouden 500. Alles vrij van Successierecht. Ds. T. L. Kroes, Geref. predikant te Rui- nerswold, herdacht zijn zilveren ambtsjubileum. Ds. Kroes werd 2 Juni 1883 te Kuinre geboren en studeerde aan het Geref. Gymnasium en de Theol. School, beiden te Kampen. In 1909 can- didaat geworden, aanvaardde hij 28 Nov. van dat jaar zijn dienstwerk te Kielwindeweer. De jubilaris vertrok in 1912 naar Schouwerzijl, welke standplaats in 1915 met Coevorden ver wisseld werd. Vandaar ging hij in 1920 naar Workum, om zich 14 Oct. 1923 aan zijn tegen woordige gemeente te verbinden. De Geref. Kerk van Den Haag-West ont ving een legaat van 1000. Ds. N. Y. van Goor te Zuidhorn, die eervol emeritaat verkreeg, nam afscheid van die gemeente met eene prediking over Openb. 3:11. In verband met zijn 40-jarig ambtsjubileum heeft Ds. A. Doorn, emeritus-predikant van de Geref. Kerk te Heerde en woonachtig te Apel doorn, een gedachtenisrede uitgesproken naar aanleiding van 1 Tim. 1 15, in de kerk van Heerde. De classis Apeldoorn was daarbij ver tegenwoordigd door Ds. Teeuwen en de kerk van Apeldoorn door Ds. J. R. Goris en ouder ling J. Staal. Op eene Conferentie van den Nederl.- Ind. Zendingsbond hield Dr. H. A. van Andel van Solo een referaat over „het overgaan van het werk, dat de Zending verricht, naar de In dische christenen". Omdat dit een onderwerp is dat ook in Ne derland wel eens wordt overdacht en besproken, zij hier een overzicht van het gesprokene van dezen bekwamen Zendingsman doorgegeven. „Voor het hoofdbegrip had spreker het woord „overgaan" gekozen, omdat zoowel „overdra gen" of „overgeven" als „overlaten" verkeerde bijgedachten zou kunnen wekken. Overal in de Zendingswereld vindt de stelling, dat de Zending zichzelf overbodig moet maken, instemming. De Zending is als een steigerwerk, dat later weer wordt afgebroken. Referent verdeelt dan zijn onderwerp in vijf gedeelten le. De bedoelde overgang is een wezenlijke trek van elke Zendingsarbeid. Op paedagogisch terrein wordt steeds meer nadruk gelegd op de eigen activiteit van de leerling. Veel meer geldt dit nog op geestelijk gebied. Wie naar het Evan gelie heeft gehoord, vindt zijn levensspijs niet in den prediker, maar in het Evangelie zelf. Dit maakt hem vrij van gebondenheid aan menschen en bindt aan God. 2e. In elke phase van de Zendingsarbeid, moet dit beginsel betracht worden. Pas bekeer den begeeren meestal den Zendeling als hun Mozes. Maar deze moet zich daarom welbewust richten op hun zelfstandigheid, waarbij ook ver antwoordelijkheidsgevoel moet aangekweekt. Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, rech ten en plichten zijn de beide schalen, die elkaar in evenwicht moeten houden. 3e. Bij de voortgaande ontwikkeling moet de zelfstandigheid steeds sterker tot uiting komen. Om de vruchten van de bekende trits zelf- regeering, zelfonderhoud, zelfuitbreiding te kun nen plukken, dient het zaad hiervoor lang te-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1934 | | pagina 2