ZENDING.
KERKNIEUWS.
aan den berg bewusteloos. De paarden holden
door totdat ze tegen een paar stompen vast
liepen. Beide medereizigers bleven ongedeerd.
Mhr. Albert Burgens was hem even vóór de
hoogte voorbij gereden, 't Geraas van de hol
lende paarden hoorende, zag hij om en ont
waarde, dat vader niet meer in den wagen zat.
Hij reed terug en vond hem bewusteloos liggen.
Hij bemerkte, dat vader nog leefde en liep naar
de beek, vulde zijn ledige tabaksdoos met water
om 't hoofd koel te maken, 't Bewustzijn keerde
weldra terug. Toen tilde Burgens hem op zijn
wagen en bracht hem thuis. Vader had 't been
wat gewond, maar er waren geen inwendige
verwondingen. Ten gevolge van dat ongeluk was
hij een paar weken aan 't bed gebonden en twee
Zondagen verhinderd te preeken. Dit waren de
eenige Zondagen, gedurende zijn ambtelijk leven,
dat hij zijn roeping niet kon vervullen."
Slechts twee gevallen uit de vele. Ook deze
dienstknecht des Heeren kende iets van wat
Paulus getuigde „In arbeid overvloediger, in
doodsgevaren menigmaal in arbeid en moeite,
in waken menigmaal, in honger en dorst, in vas
ten menigmaal, in koude en naaktheid."
F. STAAL Pz.
Den Haag, 28 November 1934.
Amica,
Nu ik met verlof ben en reeds een paar maan
den heerlijk van dat verlof genoten heb, wil ik
deze rustige tijd ook aangrijpen om eens enkele
brieven over het Zendingswerk in Magelang te
schrijven. Ik begin nu maar met U iets van de
stad Magelang te vertellen en kan dit het best
doen door het woord te geven aan den Burge
meester van Magelang, die zich in ondervolgend
stukje uitgesloofd heeft al de heerlijkheden van
Magelang te vertellen. Deze burgemeester, Ir.
R. C. A. F. Nessel van Sissa schrijft onder het
hoofd „de Bergstad van Midden-Java" het vol
gende
„Wanneer ik nu maar aanstonds met de deur
in huis val en U geachte (n) lezer (es) toeroep
„Vestig U te Magelang", wel, dan glimlacht gij,
denkend dat mijn raad uit chauvinisme voort
vloeit. En tochMag ik U eens iets naders
over ons vriendelijk bergstadje vertellen Wel
licht stemt het tot nadenken
Het is niet algemeen bekend, dat Magelang
zich in de laatste decennia krachtig ontwikkeld
heeft. Was de stad omstreeks 20 jaar geleden
nog slechts een dorp met ongeveer 25.000 in
woners, welke men zelfs in de Encyclopaedie
van Nederlandsch-Indië (van 1918) nauwelijks
beschreven vindt een paar regeltjes ervoor
vond men destijds voldoende in 1920 had
zij reeds 36.000 inwoners, terwijl zij thans is
uitgegroeid tot een stad van 58.000 inwoners,
waarvan ruim 4200 Europeanen. Men denke niet
dat dit hoofdzakelijk militairen zijn deze vor
men slechts een betrekkelijk klein onderdeel er
van.
Hoewel Magelang als centrum iets te dicht
bij Jogja ligt de afstand bedraagt slechts 42
K.M. is de afstand naar de meest nabije cen
tra in andere richting b.v. (Semarang 75 K.M.)
eerder grooter dan normaal voor Java, terwijl
de grens tusschen Vorstenlandsch- en Gouver-
nementsgebied, welke tusschen Magelang en
Jogja loopt, in vele opzichten zoo belangrijk is,
dat zij eikaars functies niet kunnen overnemen.
Is deze eigenlijke grondslag van het bestaan
der stad dus gezond en stabiel, zoo brengt zij
een zekere gestadige uitbreiding mee, voort
vloeiende behalve uit de algemeene bevol
kingstoename ook uit den sterkeren groei van
alle Java-steden in vergelijking met het omrin
gende land. In Indië, een agrarisch land met
groeiende industrie en kleinbedrijf is dit een al
gemeen verschijnsel. De zeer groote bevolkings
dichtheid van het gewest Kedoe men weet
dat Kedoe behoort tot de dichtstbevolkte stre
ken van Java en ook van de wereld verhoogt
de kans, dat deze groei eerder grooter dan klei
ner zal zijn dan bij andere plaatselijke centra.
Bizondere beteekenis voor den stadsgroei
heeft voorts het gunstige klimaat. Op 400 M.
hoogte gelegen (1200 voet), heeft de stad een
koel klimaat, zonder de scherpe overgangen bij
avond tot vochtige koude, zooals Bandoeng en
andere hoogergelegen plaatsen hebben.
Het klimaat is er aangenaam niet te warm
overdag, niet te koud bij nacht. Het zou van
veel belang zijn voor de gemeenten en de pro
vincie, hen, die vrij zijn in de keuze hunner
woonplaats, dus vooral gepensionneerden, en
daartoe een aardige stad met gunstige klimaat
zQeken, hier te kunnen houden en hen niet naar
West- of Oost-Java te zien wegtrekken. Daartoe
is Magelang wel de plaats, die almee de meeste
aantrekkelijkheid biedt. Op te merken is, dat
deze aantrekkingskracht niet alleen werkt op
Europeanen, doch blijkens de ervaring
ook op andere bevolkingsgroepen.
De voornoemde omstandigheden, met andere,
zijn oorzaak, dat Magelang een groot militair
centrum is, doch tevens een vestigingsplaats voor
diverse instellingen, wat de beteekenis der stad
verhoogt.
Door de aanwezigheid van goede en goed-
koope bouwmaterialen en door de lage arbeids-
loonen, kan men te Magelang bouwen tot on
gelooflijk lagen prijs. Men ziet dan ook in den
laatsten tijd zeer veel bouwen, vooral aardige
kleine woningen in modernen trant. Het door
de Gemeente daartoe gegeven voorbeeld heeft
stimuleerend en opvoedend gewerkt op de bou
wers. De stad beschikt nu ook over meerdere
architecten en aannemers, die met een bescheiden
winstmarge heel goed werk verrichten en met
hun tijd meegaan.
Prima bouwgrond is er te Magelang nog ruim
schoots te krijgen, waaronder voor elke beurs.
De Dienst van Gemeentewerken wijst belang
hebbenden daartoe gaarne den weg.
Ook voor industrie-vestiging leent de stad zich
in vele opzichten. De tabaksindustrie b.v. heeft
dat al lang ontdekt en er haar voordeel mee ge
daan.
Belangrijke en uitgebreide kampongverbeterin
gen en rioleeringswerken bevorderen de alge
meene hygiëne ten zeerste. Hiermede wordt, on
danks de malaise, voortgegaan. Daarnaast be
strijdt de Gemeente systematisch malaria, mijn-
worm, etc. Besmettelijke ziekten, zooals typhus,
pest en hondsdolheid komen tegenwoordig in
deze stad zeldzaam voor. Van malaira hoort men
er niet veel meer, in tegenstelling met vroegere
jaren. Strenge controle wordt van gemeentewege
uitgeoefend op verschillende levensmiddelen,
zooals vleesch, melk, brood, tahoe, e.a., alsmede
op de hygiëne in hotels, koffiehuizen, ijs- en
limonade-fabrieken, e.d. De gemeentelijke drink
waterleiding betrekt haar zuiver bronwater van
eerste kwaliteit uit de helling van den Soembing
en verstrekt dit tegen matige tarieven tot zelfs
diep in de kampongs.
Wie ondanks dit alles ernstig ziek mocht wor
den, vindt ter plaatse een groot militair hospi
taal, een zendingsziekenhuis, een particuliere
kliniek, en meerdere poliklinieken, benevens een
heele schaar van doktoren (vanwege het militair
hospitaal) waaronder verscheidene specialisten.
Het militaire hospitaal te Magelang is één der 2
of 3 hospitalen 1ste klasse, die beschikken over
een volledigen staf van specialisten, volledig in
strumentarium, enz.
Ondanks al deze goede zorgen van overheids
wege, zijn de belastingen laag gehouden, lager
dan in de meeste andere gemeenten in Indië. De
Gemeente heft slechts8 opcenten op de In
komstenbelasting, 10 opcenten op de Verpon
ding, 1.'s jaars voor een fiets, 2.50 's jaars
voor een hond, en 20 vermakelijkheidsbelas
ting. Dat is niet veel, gelijk men ziet. De Ge
meente heft géén opcenten op de personeele
belasting, géén straatbelasting, géén grondbelas
ting, géén baatbelasting, enz.
Het Gemeentebestuur voelt er heel weinig
voor om gevolg te geven aan den wenk der Re
geering om het belastingterrein uit te putten.
Slechts bij uiterste noodzaak zou men daartoe
besluiten.
Hierdoor, alsmede door de lage bedienden-
loonen en koelieloonen, de lage vervoerskosten
en de lage huurprijzen (er is momenteel een te
veel aan grootere woningen) is de levensstand
aard te Magelang dan ook zeer goedkoop. Elec-
trisch licht en allerlei andere nuttige zaken die
nen er de bewoners, zooals groote pasars, goede
winkels, 2 moderne bioscoops, hotels, pensions,
banken, sociëteiten, apotheek, enz. Noemen wij
verder nog de aanwezigheid van een residentie
kantoor, raadhuis, landgerecht, landraad, notaris,
advocaten en procureurs, veeartsen, landbouw-
consulent, houtvester, tandarts e.a., dan ziet men,
dat Magelang niet het eerste-beste dorp is.
Ook op geestelijk gebied behoeft men er geen
nood te lijden. Er zijn vele kerken Roomsch-
Katholieke-, Protestantsche Gemeente, Gerefor
meerde Kerk, Missigit, Pinkster Gemeente, Her
steld Apostolische Gemeente, Ambonsche Kerk,
Maconnieke Loge, Leger des Heils e.a. Een 25-
tal scholen van allerlei soort zoowel openbare-
als confessioneele-, waaronder uitstekende Euro-
peesche lagere scholen, 2 Muio's, een Algemeene
Ontwikkelingscursus voor meisjes, een Huis
houdschool voor meisjes, een Ambachtsleergang,
H.I.S.'en, Internaten, Fröbelscholen, H.C.S.,
Standaardscholen, enz. enz., zorgt voor de op
voeding van het kind. Voorts huisvest Mage
lang de eenige overgebleven „Mosvia" in Indië.
Voor lichamelijke ontwikkeling kan men de
volgende sporten beoefenenvoetbal, hockey,
tennis, zwemmen (meerdere zwembaden in- en
even buiten de Gemeente), gymnastiek, scher
men, wandelsport (bergbeldimmingen)enz. Aan
betere voetbalvelden bestaat nochtans groote be
hoefte de Gemeente heeft hiervoor plannen ge
maakt, die zich in een vèrgevorderd stadium van
voorbereiding bevinden.
Tenslotte moge nog de aandacht gevestigd
worden op de prachtige omgeving van Magelang.
Men kan er met weinig moeite en kosten prach
tige uitstapjes maken, zoowel per auto, autobus
of stoomtram, als te voet. Wij noemen slechts
Kopeng op de Merbaboehelling, 1500 M. hoog,
met zijn bloemenweelde en heerlijke bosschen,
slechts 27 K.M. van Magelang verwijderd de
badplaats Kali-Bening, even buiten de Gemeente;
Pager-Goenoeng met zijn waterval, in de buurt
van Grabak, Bandoengan bij Ambarawa de
„routes pittoresques" in deze streek (b.v. ron
dom den Soembing, of naar Wonosobo over den
Kledoeng-pas, e.a.), die behooren tot de mooiste
op Java den Boroboedoer (veel dichter bij Ma
gelang dan bij Djocja, oh toeristen!); e.a.
li ziet dus hoeveel goeds er van de plaats
Magelang te vertellen is en we zijn dan ook
dankbaar, dat deze plaats ons aangewezen werd
als Centrum van het Zendingswerk.
t. t.
A. MERKELIJN.
MAGELANG-FILM.
Alle begin is moeilijk. Dit bleek ook weer
verleden Maandag. De Magelang-film toch zou
haar zegetocht beginnen. De eer, haar het eerst
te kunnen bewonderen, viel te beurt aan de
Zendende Kerk. Ons Zendings-Comité heeft hier
weder mee getoond actief te zijn. De kinderen
werden om 5 uur verwacht en vulden spoedig
de Hofpleinkerk. Hun geduld werd echter zeer
op de proef gesteld, want met de film was het
niet in orde en kregen ze al heel weinig te zién.
Des avonds was de film voor het gebruik
gereed en werden de 6 afdeelingen nagenoeg
zonder stoornis afgedraaid. Ds. D. Pol, voor
zitter der Generale Zendingsdeputaten, was aan
wezig en hoopte dat op vele plaatsen deze film
zal worden vertoond.
In zes afdeelingen verdeeld, geeft deze film
ons te zien allerlei werkzaamheid, die op het
terrein der Zending van de drie Zuidelijke Pro
vinciën wordt verricht. Van het Hospitaal, aan
het hoofd waarvan Mej. Dr. Dreckmeier staat,
zijn heel aardige kiekjes genomen. We zagen de
Directrice ernstig bezig en haar trouwe helpster
Zuster v. d. Waal knikte ons vriendelijk toe.
Verschillende scholen, door Ds. A. Merkelijn
gesticht, zagen wij voor onze oogen, tevens ver
gaderingen van kerkeraad enz. enz., waarop we
Ds. Merkelijn duidelijk zien betoogen.
Het gedeelte, dat ons Blondo te zien geeft, is
bizonder treffend. Blinden en kreupelen, ver
minkten, welke daar worden onderhouden en
nog zelf nuttigen arbeid verrichten, gaan ons
oog voorbij. Daar komt uit, daar is zichtbaar,
dat onze Zending bezield is met mededoogen.
Daar is een zich nederbuigen tot den ellendige,
die geen helper heeft.
De dooven moeten hooren,
D' onkundigen verstaan,
Den blinden 't heillicht gloren,
De kreup'len leeren gaan.
De treurenden vergeten
Hun leed en droefenis,
En al wat arm is, weten
Dat daar een Heiland is.
M.
J. O.
ONS GEZINSLEVEN EN DE HEILIGE
SCHRIFT,
37.
Het koninkrijk Gods is gelijk een zuurdeesem.
De Heilige Schrift vergelijkt de werking der
zonde en der valsche leer herhaaldelijk bij een
zuurdeesem. De Heiland zelf en Zijn apostelen
gebruiken meer dan eens dit beeld.
En of ook onze kinderen dat kunnen begrij
pen Ja, stellig welWant zien en ondervinden
ze niet dagelijks de voorbeelden daarvan Bij
zichzelf en bij anderen En het is een heel mooi
beeld, om ze daarmee duidelijk te waarschuwen.
Heelemaal niet te lastig, om het te begrijpen.
Vooral niet, als ze de werking van het zuurdeeg
bij moeders beslagpot hebben gezien.
Maar niemand minder dan de Heere Jezus
zelf wijst er ook op, dat de werking van het
zuurdeeg ook als beeld mag genomen worden
voor het koninkrijk Gods.
Lees maar Lukas 13 vers 20 en 21. „En Hij
zeide wederomWaarbij zal ik het koninkrijk
Gods vergelijken Het is gelijk een zuurdeesem,
welken een vrouw nam en verbergde in drie
maten meels, totdat het geheel gezuurd was."
Zeker is dat ook voor onze kinderen een
duidelijke sprake. Die ze vasthouden en tot na
denken stemt.
Heeft dat koninkrijk Gods niet zijn heerlijke
wetten en inzettingen Die het leven ook van
onze kinderen, ook van onze gezinnen, moeten
beheerschen En moet de grondwet van het
koninkrijk Gods, God lief te hebben boven alles
en den naaste als zich zeiven, niet heel het leven
doortrekken En beleefd worden in alle doen
en laten
Of onze kinderen dat ook verstaan Soms
beter dan yele volwassenen het schijnen te doen!
De liefde tot God en Zijn dienst moet leven
in het hart. Door Gods genade daarin gelegd.
En door Gods genade gesterkt. Naar Zijn be
lofte en gewisse toezegging, op het ootmoedig
gebed.
Maar dan moet die liefde ook openbaar wor
den en getoond in heel het leven. In alle gedra
gingen, en altijd, en overal. Niet maar onder
het bidden en onder het lezen van Gods Woord.
Niet maar in de kerk alleen en onder de bijbel
les op de Chr. School. Maar ook op straat,
onder de vriendjes, op het veld, bij het spel,
en op reis. Zoo moet de werking van de goede
keuze openbaar worden. In gedachte, woord en
daad. In huis en buiten het huis. Niet maar op
Zondag alleen, maar ook in de week.
Gelooft ge niet, dat uw kinderen het zien, of
uw vreeze Gods uitkomt in al uw doen en laten
ën alle dagen van uw leven
Hebt ge nooit gemerkt, dat kinderen dikwijls
heel streng en consequent die eisch doorvoeren?
En dat ze de volle consequentie trekken uit de
beginselen van Gods koninkrijk Vaak heel wat
sterker dan ouderen dikwijls doen. Ze berede
neeren dat niet breed en zetten daar geen groote
boom over op maar ze stellen u eenvoudig
voor de consequentie. Echt kinderlijk, maar ook
echt waar Haast ongemerkt eischen ze de toe
passing van de waarheid, dat het koninkrijk
Gods zij als een zuurdeesem.
Dat wil niet zeggen, dat zij zelf daarnaar al
tijd handelen O neen, ook in hun leven komt
uit, dat het hart arglistig is, meer dan eenig ding.
En zij onttrekken ook zich zelf maar al te gauw
en al te veel aan de eisch van doorwerking van
de beginselen van het koninkrijk Gods.
Een reden te meer, om er onszelf en onze
kinderen herhaaldelijk op te wijzen, dat de Heere
Jezus van ons allen vraagt, dat in ons en bij ons
en onder ons het koninkrijk Gods openbaar
worde in zijn werking als een zuurdeeg. Het
geheele deeg moet doortrokken worden
Zware eisch En toch alleszins billijk en goed!
Van W. te W.
ONZE VRIJE UNIVERSITEIT.
Sommige feiten in iemands leven blijven meer
dan andere hangen in de herinnering en daar
onder is zeker wel voor hem, die Hooger Onder
wijs mocht ontvangen, de intrede in de Univer
siteit. Welk een idealen v/orden dan gekoesterd,
welk een plannen heeft men en toch, hoe weinig
beseft men het ontzaglijk voorrecht, dat men
heeft. Hoe weinig beseft vooral de jonge man
van Christelijken huize in het bijzonder het voor
recht, dat hij kan gaan naar een Universiteit,
waar hij professoren vindt, wier grootste be
geerte het is God te dienen ook in de weten
schap, hoe weinig beseffen ook vaak zijn ouders
dit slechts oppervlakkig, onbekend als ze zijn
met wat alzoo wordt geleerd en bedacht. Alles
is immers zoo gewoon, zoo heel gewoon dat
bidden om Gods zegen over het werk, zoo heel
gewoon dat danken na den arbeid, zoo heel ge
woon, dat wijzen op wat de Bijbel ons leert, zóó
gewoon, dat men het niet opmerkt, laat staan
het waardeert als iets buitengewoons. Men is het
immers van jongsaf zoo thuis gewend en staat
verbaasd, als een makker er telkens zijn ver
bazing over uitspreekt, die in anderen kring op
groeide. Pas later, als men in het volle leven
komt, als men zelf hoort en ziet, wat tot dusver
boekenkennis was, als men méé beleeft een ken
tering der geesten vroeger haast ongelooflijk ge
acht, beseft men de waarde ervan, beseft men,
hoe rustig en veilig men de jaren, dat men zelf
niet kon zien, niet kon oordeelen is doorgeko
men, geleid door vaste, vertrouwde hand, die
langzamerhand leerde op eigen beenen te staan,
zelf den weg te vinden in den doolhof der mee
ningen, telkens teruggebracht tot den juisten
koers door het helder stralend licht van Gods
Woord. Zeker de tijden zijn veranderd, de tijd
van het groffe materialisme is voorbij, maar niet
minder moeilijk is het vinden van den weg, ja
moeilijker misschien. Meer dan ooit is het een
zoeken en tasten op allerlei terrein naar waar
heid, naar vasten grond om overeind te komen
of om overeind te helpen, wat wankelde. Ge
lukkig hij, die daarbij mag geleid door mannen,
die meer dan iemand overtuigd van menschelijke
zwakheid en onmacht, hulp zoeken bij Hem, die
niet wankelt, voor wie de vreeze des Heeren
is het beginsel der wijsheid aan een Universiteit,
die allen tot zich roept, die ook op wetenschap
pelijk terrein God willen dienen naar Zijn
Woord. Gelukkig het land, dat zulk een Univer
siteit mag bezitten en de v/aarde daarvan beseft.
Een Universiteit te hebben was een voorrecht
voor onze vaderen, een Christelijke Universiteit
te hebben zij voor ons een gunst Gods, waar
voor we Hem niet genoeq kunnen danken.
H. De J.
TWEETAL TE
Hazerswoude R. Bakker te St. Pancras.
H. Pestman te Grijpskerke.
Hoek E. Jansen, Cand. te Wierden.
J. A. Vink, Cand. te Bunschoten-Spakenburg.
BEROEPEN TE
Doornspijk O. K. Bouwman te Zaltbommel.
Oldenzaal (hulppr.): Joh. Karsten,
Cand. te Meppel.
BEDANKT VOOR
Zutfen W. H. van der Vegt te Goes.
Rijswijk (Z.-H.): D. Zwart te Aalten.
-WSfetf
De collecte bij gelegenheid van de her
denking der Afscheiding 1834, in de Geref. Ker
ken, gehouden op Zondag 14 Oct. heeft in to
taal opgebracht de som van 109.074,11. Van
de Kerken in Bentheim en Oost-Friesland werd
bovendien toegezegd R.M. 2304.25. Ook kwam
nog van Curasao een bedrag in van 38.34.
Een Kerk in Drenthe, drie kerken in Utrecht,
één kerk in Z. Holl. (N.) en één kerk in Z.
Holl. (Z.) droegen nog geen collecte af. Ook
van de classis Batavia kwam nog geen bedrag
binnen.
Wijlen de heer Jelle W. Hoekstra van
Wommels (Fr.), vermaakte de volgende legaten
aan de Gereformeerde Kerken te Heeg 2000
te Bozum 1000 te Oosterend 1000 te Goën-
ga en Sybrandaburen 1000 en huis en erf onder
Goënga te Tzummarum 500 en te Oosthem
1000.
Voorts aan de Diaconie der Geref. Kerk te
Wommels perceel weiland aldaar, groot ruim
4 X 36% Are aan de Geref. Kerk te Heeg
voor de Zending 2000 aan de Vrije Universi
teit te Amsterdam 3000 aan de Theologische
School te Kampen 2000 aan de Chr. Nat.
School te Wommels 3500 en aan het Talma
Rustoord te Veenwouden 500. Alles vrij van
Successierecht.
Ds. T. L. Kroes, Geref. predikant te Rui-
nerswold, herdacht zijn zilveren ambtsjubileum.
Ds. Kroes werd 2 Juni 1883 te Kuinre geboren
en studeerde aan het Geref. Gymnasium en de
Theol. School, beiden te Kampen. In 1909 can-
didaat geworden, aanvaardde hij 28 Nov. van
dat jaar zijn dienstwerk te Kielwindeweer. De
jubilaris vertrok in 1912 naar Schouwerzijl,
welke standplaats in 1915 met Coevorden ver
wisseld werd. Vandaar ging hij in 1920 naar
Workum, om zich 14 Oct. 1923 aan zijn tegen
woordige gemeente te verbinden.
De Geref. Kerk van Den Haag-West ont
ving een legaat van 1000.
Ds. N. Y. van Goor te Zuidhorn, die
eervol emeritaat verkreeg, nam afscheid van die
gemeente met eene prediking over Openb. 3:11.
In verband met zijn 40-jarig ambtsjubileum
heeft Ds. A. Doorn, emeritus-predikant van de
Geref. Kerk te Heerde en woonachtig te Apel
doorn, een gedachtenisrede uitgesproken naar
aanleiding van 1 Tim. 1 15, in de kerk van
Heerde. De classis Apeldoorn was daarbij ver
tegenwoordigd door Ds. Teeuwen en de kerk
van Apeldoorn door Ds. J. R. Goris en ouder
ling J. Staal.
Op eene Conferentie van den Nederl.-
Ind. Zendingsbond hield Dr. H. A. van Andel
van Solo een referaat over „het overgaan van
het werk, dat de Zending verricht, naar de In
dische christenen".
Omdat dit een onderwerp is dat ook in Ne
derland wel eens wordt overdacht en besproken,
zij hier een overzicht van het gesprokene van
dezen bekwamen Zendingsman doorgegeven.
„Voor het hoofdbegrip had spreker het woord
„overgaan" gekozen, omdat zoowel „overdra
gen" of „overgeven" als „overlaten" verkeerde
bijgedachten zou kunnen wekken.
Overal in de Zendingswereld vindt de stelling,
dat de Zending zichzelf overbodig moet maken,
instemming. De Zending is als een steigerwerk,
dat later weer wordt afgebroken.
Referent verdeelt dan zijn onderwerp in vijf
gedeelten
le. De bedoelde overgang is een wezenlijke
trek van elke Zendingsarbeid. Op paedagogisch
terrein wordt steeds meer nadruk gelegd op de
eigen activiteit van de leerling. Veel meer geldt
dit nog op geestelijk gebied. Wie naar het Evan
gelie heeft gehoord, vindt zijn levensspijs niet in
den prediker, maar in het Evangelie zelf. Dit
maakt hem vrij van gebondenheid aan menschen
en bindt aan God.
2e. In elke phase van de Zendingsarbeid,
moet dit beginsel betracht worden. Pas bekeer
den begeeren meestal den Zendeling als hun
Mozes. Maar deze moet zich daarom welbewust
richten op hun zelfstandigheid, waarbij ook ver
antwoordelijkheidsgevoel moet aangekweekt.
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, rech
ten en plichten zijn de beide schalen, die elkaar
in evenwicht moeten houden.
3e. Bij de voortgaande ontwikkeling moet de
zelfstandigheid steeds sterker tot uiting komen.
Om de vruchten van de bekende trits zelf-
regeering, zelfonderhoud, zelfuitbreiding te kun
nen plukken, dient het zaad hiervoor lang te-