FEUILLETON KENTERING. KERKNIEUWS. GFFICIEELE BERICHTEN. stukken allen naar onze Gereformeerde belijdenis Art. 29 kenmerken zijn der ware kerk door Gods genade eenen Herder en Leeraar ontvangen hebbende die ons naar den woorde Gods de zuivere leer onzer vaderen voorstelde, dezelve zoo wel in het bijzonder als in het algemeen toe paste werd de gemeente daardoor meer en meer opgewekt om zich in belijdenis en wandel te richten naar den regelmaat des Geloofs en van Gods Heilig Woord Galaten 6:16. Philp. 3:16, en ook afstand te doen van het dienen van God naar menschelijke geboden omdat Gods woord ons zegt dat dit vergeefs is. Matth. 15 9. En tevens te doen waken voor de ontheiliging van de tekenen en zegelen van Gods eeuwig genade- verbond hierdoor leefde de gemeente in rust en vrede, doch die rust en vrede werd gestoord, door de hoogst onrechtmatig (e) en ongoddelijke schorsing van onzen geliefden en geachten Her der en Leeraar ten gevolge van zijn openbaar- getuigenis tegen de valsche leer en verontreinigde openbare Godsdienstoefeningen Stil en kalm heeft de gemeente zich met hunnen Herder en Leeraar tot hiertoe gedragen, onderscheidene allerbillijkste voorste(11)en werden gedaan (en) door onze(n) Herder en Leeraar en door de overige Opzienderen der gemeente, meermalen werd onderzoek en oordeel op grond en naar Gods woord gevraagd, doch alles tevergeefs classicale Provintiale en Sinodale Kerkbesturen hebben dit allerbillijkste verzoek geweigerd, en integendeel gevorderd, berouw en leetwezen zonder aanwijzing van misdrijf uit Gods Heilig woord, en onbepaalde onderwerping aan Sino dale regelmenten en voorschriften, zonder aan wijzing dat die op Gods woord in alles gegrond zijn, daardoor heeft nu dit Nederlandsche Kerk bestuur zich gelijk gesteld, aan de door onze vaderen verworpene Paapsche Kerk dewijl niet alleen het vroeger opgenoemde verderf word opgemerkt, maar daarinboven Gods woord wordt verworpen of krachteloos gemaakt door kerke lijke wetten en besluiten Matth. 15:4, 23 4 Markus 7:7, 8, en zij vervolgd die godzaliglijk willen leven in Christus Jezus naar zijne eigene voorschriften in zijn woord opgetekend. Matth. 2: 13; 5: 11 12; 10:23; 23:24; Lukas 11:49; 12:12; Joh. 5:16; 15:20; Hand. 17:52; 9:4; 22:4, 7; 26:11, 14, 15; Rom. 12:14; lste Corinthen 15:9; Galaten 1 13, 23 4 29; Philp. 3:6; lste Tess. 2:15; Openb. 12:13; Matth. 5:10; 13:21; Markus 10 30 Hand. 8:1; 13 50 Rom. 8 35 lste Corinthen 4:9 12:10; Gal. 5:11; 6:12; 2de Tess. 1:4; 2de Timotheus 3:11, 12 en de contientie der menschen gebonden eindelijk is op gezag van het Provintiaal Kerkbestuur de Prediking van het woord Gods door een openbaar erkend Kerkleeraar in ons midden de WelEw. Zeergel. Heer H. P. Scholte Gereformeerd leeraar te Dovren en Gindren in het land van Heusden en Altena Provintie Noordbraband verboden ge worden, en de onderlinge bijeenkomsten de(r) geloovigen welke met open deuren werden ge houden, werden met geldboeten gestraft uit dit alles tezamen genomen is het nu meer als dui delijk geworden, dat de Nederlandsche Her vormde Kerk niet de ware, maar de valsche Kerk is volgens Gods woord en Art. 29 van onze belijdenis, weshalve de ondergetekenden met dezen verklaren dat zij overeenkomstig het ampt aller gelovigen Art. 28 zich afscheiden van de gene die niet van de Kerk zijn, en dus geen gemeenschap meer te willen hebben, met de Ne derlandsche Hervormde Kerk, tot dat deze terug keert tot de waarachtige dienst des Heeren en verklaren tevens gemeenschap te willen uitoefe nen met alle ware Gereformeerde ledematen, en zich te willen vereenigen met elke op Gods on feilbaar woord gegronde vergadering, aan wat plaatze God dezelve ook vereenigd heeft, betui gende met dezen, dat wij ons in alles houden aan onze aloude Formulieren van eenigheid NL: de belijdenis des geloofs, de Heidelbergsche Ca techismus en Canones van de Sinode van Dortrecht gehouden in den jare 1618, 1619 onze openbare Godsdienstoefeningen te richten naar de aloude kerkelijke Liturgie en ten opzichte der Kerkdienst en bestuur ons voor het tegenwoor dige te houden aan de Kerkenordening opgesteld door de voornoemde Dortrechtsche Sinode, ein delijk verklaren wij bij dezen dat wij onzen on rechtmatig geschorsten Predikant als onzen wet- f tig geroepen en geordenden Herder en Leeraar blijven erkennen. In het notulenboek van den Kerkeraad der tot reformatie gekomen Kerk werd dienzelfden avond nog aangeteekend „Dinsdagavond, 14 October, hebben wij, na biddend en knielend opzien tot den Hee- 76) Schoonoort stootte dominé De Cock aan, die natuurlijk begreep die twee spraken over hem En zij waren goed op de hoogte ook „Waar blijft die vervloekte vent dan „Weet ik ook niet. Maar hij is nog niet ge passeerd. 't Is ook vlak tegen den storm in. Wij hadden daareven gemakkelijk loopen." „Zullen we hier blijven zitten, tot ze komen Een goede hinderlaag." „Niet doen. Als we verkeerde aanpakken." „Dat kan op den weg ook." „Natuurlijk niet. We vragen, of dominé De Cock er bij is. Dan denken ze, dat we vrienden zijn. En dan steek je toe op den man, die zegt, dominé De Cock te zijn." „Als er maar niet drie of vier menschen zijn." „Schoonoord zou alleen met hem komen." „Een pootige kerel, die Schoonoort." „Zorg jij maar voor dien onruststoker uit Ui- rum. Ik neem Schoonoort voor mijn rekening. Maar steek goed toe. Heb je je mes gereed „Ja. Maar", er was eenige aarzeling, „zouden we hem dooden Een flink pak slaag is al vol doende." „Word je bang hoonde de andere stem. „Geef mij dan het mes maar. Hij moet dood. Als de leider van die krankzinnigen verdwenen is, is het in eenen afgeloopen." „Ja, je hebt gelijk. Hij moet dood." re, ons afgescheiden van de valsche Kerk en in de mogendheden des Heeren het ambt aller geloovigen aangenomen, hetwelk Hij, de Heere, de Almachtige, de Eenige en Drieëenige God bevestige. Met psalmgezang en gebed is de plechtigheid gesloten." Van deze Acte van Afscheiding is afschrift gezonden aan den koning, den minster van eere- dienst, de Algemeene Synode, en verschillende andere burgerlijke en Kerkelijke besturen. Of nog beter uitgedrukt, deze Acte is eigenlijk de brief, die aan deze personen en instanties ge zonden is om van de Afscheiding kennis te ge ven. En ten overvloede heeft De Cock publiek en voor geheel Nederland deze Acte toegelicht, in een breedvoerige Toespraak en uitnoodiging aan de geloovigen en ware Gereformeerden in Nederland, in welke Toespraak de kerkeraad alle belijders den plicht voorhield het voorbeeld van Ulrum te volgen. HEIJ. CALVIJN OVER 1 TIM. 2 vs. 1 EN 2. Eerst zal ik zeggen, wat er in 1 Timotheüs staat „Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smeekingenvoor alle menschen, voor koningen en allen die in hoogheid zijn". Voorts wil ik er aan herinneren, dat Calvijn leefde in een tijd waarin de overheid door ge vangenschap, marteling en dood de Christelijke Kerk op het felst vervolgde. We schrijven nu af, wat Calvijn de Schrift uitlegger uit Genève over dat bidden voor de regeering zegt „De Apostel noemt uitdrukkelijk de ko ningen en andere overheden, omdat die juist door de Christenen het meest gehaat had den kunnen worden. Want zoovele magi straten er in dien tijd waren, zooveel ge zworen vijanden waren zij van Christus. En nu had de gedachte kunnen postvat ten, dat men niet behoefde te bidden voor de overheden, die al hun kracht en invloed gebruikten om het rijk van Christus tegen te staan voor welks verbreiding de Chris tenen juist geroepen waren. Maar Paulus gaat die meening tegen en beveelt duidelijk, dat zij voor hen bidden zullen. Want de verdorvenheid van men schen kan nooit oorzaak zijn, dat de orde ningen Gods minder bemind worden. Dewijl dan God de vorsten en de over heid tot bewaring en behoud van het men- schelijk geslacht geschapen heeft zal men ofschoon vele dier overheden afgeweken zijn van Gods ordinantiën toch niet op houden lief te hebben wat door God inge steld is, en voor haar welvaren te bidden. Jeremia zeide tot de Israëlieten Bidt voor den vrede van Babel, want in hun vrede is uw vrede gelegen." Wanneer dit nu reeds voor Christenen, voor geloovigen geldt jegens hun heidensche overhe den, die het op hun ondergang en verderf toe leggen, dan is het in 't geheel geen vraag meer hoe zich de geloovigen in Nederland jegens hun overheden hebben te gedragen. N.l. hun dorpsoverheid hun stadsoverheid hun gewestelijke overheid de landsoverheid. Men kan, naar sommige Christenen in onze dagen luisterende die geen goed woord meer voor de regeering waar dan ook over hebben, de ernstige vraag niet langer onderdruk ken, of in onze kerkelijke, geloovige kringen nog wel aan 1 Timotheüs 2 vers 1 en 2 gedacht wordt. En dat dan nog wel jegens een overheid, die in landgewest of gemeente nog voor een goed deel uit menschen bestaat, die ondanks men schelijke fouten, waar we nooit zonder zijn, in hun regeeringsbeleid het Koninkrijk van Chris tus trachten te bevorderen en uit te breiden. 't Gebed voor de overheid sluit critiek op hun regeeringsbeleid niet uit. Maar 't lijkt me toe, dat die critiek ook die onder Christenen ge oefend wordt wat minder hatelijk en minder onheilig zou zijn, wanneer in elk huiselijk avond gebed onze overheid in deze zoo moeilijke dagen voor Gods aangezicht gedacht werd We zijn toch Christenen Zaandam. P. VAN DIJK. „Blijven we hier nu zitten 't Is net, of ik in de verte iets hoor." „De wind, man. Maar we moeten hier niet blijven. Als ze komen en we springen van achter deze steenen, dan begrijpen ze het onmiddellijk. Als we gewoon komen aanwandelen, denken ze, dat we vrienden zijn." „Ja, ja, nou vooruit dan." Ze stonden op en liepen weldra in de richting van Uithuizen. Schoonoort, loerend, zag ze ver dwijnen. Met ingehouden adem hadden de predikant en hij geluisterd en woord voor woord verstaan. „Dat is de wonderlijke leiding Gods, mijn vriend", fluisterde dominé De Cock ontroerd. „De twee, die zij moeten hebben, zitten vlakbij en ze vernemen het niet. En de Heere heeft ons gewaarschuwd." „St. st." Schoonoort bleef de voorzichtige. Ongemerkt was de stem van den predikant luider geworden. En de twee belagers waren nog niet ver weg. Als de wind hun stemmen overbracht Nog even wachtten zij. Maar zij vernamen niets meer. Het tweetal liep blijkbaar verder. „Wat moeten wij nu doen, Schoonoort Blij ven zitten, tot zij onverrichter zake terugkomen?" „Natuurlijk niet, dominé. Met spoed naar Uit- huizermeeden gaan." „Dat dacht ik ook. Dan wordt de afstand tusschen hen en ons steeds grooter. Hoe dank ik God, dat wij op zoo wonderlijke wijze zijn gewaarschuwd en gered Met frisschen moed tornde het tweetal weer tegen den storm op. Het regende sinds eenigen „DE ZEEUWSCHE BEKER". Nagekomen gift van Terneuzen 10.^-uit coll. G. K. te M'burg 1.en 2.50; van M. M. M. 2.50 Fam. D. te Wemeldinge 2.50; Geref. M. V. te Wemeldinge 1. M. Sch. te Wemeldinge 1.nagek. gift uit Terneuzen 10.A. te M'burg 1.uit coll. G. K. van N. N. te Goes 10.door bemidd. Ds. Tjebbes te M'burg 1.Fam. K. te Terneuzen 12.Gez. D. te M'burg 2.50 van Mej. N. N. te M'burg door bemid deling van firma L. O. 2.50Comité te Stavenisse 143. In totaal ontvangen de som van 16.242,27. Het druppelt nog wat na in onzen „Beker". Eén van de laatste Comité's kwam gereed met een mooie som. De nood blijft roepen. De hulpverleening kan gelukkig blijven voortgaan. Zoo God wil hopen we in 't volgend voorjaar een tweede actie aan te vangen. We houden inmiddels onze heerlijken arbeid in aller liefde en offervaardigheid aan bevolen. Met vriendelijken dank, Namens het Prov. Comité, St. Laurens. A. KONING. Giro 220659. BEROEPEN TE Nijega-OpeindeCand. E. Buitenbosch, hulppred. te Naaldwijk. AANGENOMEN NAAR Leiden (vac.-de Bondt): H. A. Wiersinga te Vlissingen. Oostwold G. J. de Leeuw, hulppred. te Hoorn. Leens F. Boonstra te Kollumerpomp. In de Geref. Kerk van O. en W. Souburg is bevestigd door zijn vader, Ds. C. B. Bavinck, em. pred. te Amersfoort, met een predikatie over Jesaja 527. Ds. C. B. Bavinck Jr., gekomen van Hoek, die des middags zijn intrede deed met een predicatie over Lucas 22 27b. Op het Zigeunercongres, onlangs te Hermannstadt gehouden, aan hetwelk 10.000 zi geuners deelnamen, werd een vertaling van den Bijbel in de taal der zigeuners, in 1935 verschij nende, aangekondigd. Door de Geref. Kerken in Duitschland (Alt-reformierte Kirchen Deutschlands) zal de Afscheiding worden herdacht in een vergadering, welke op 31 Oct. a.s. in Emlichheim zal worden gehouden. Als sprekers zullen optreden Prof. Dr. K. Schilder, Dr. G. Keizer en Ds. E. Kolt- hoff. Daar het kerkgebouw te Emlichheim 't aantal bezoekers bij lange na niet bevatten kan, wordt in een zaal een neven-vergadering gehou den met dezelfde sprekers. De vergadering in het Kerkgebouw zal geleid worden door den pastor loci, Ds. J. E. Goudappels, de neven-vergadering door Ds. L. Mensink van Nordhorn. Curasao. Ds. van Minnen schrijft in de „Westl. Kerkbode" „Van Ds. Kroeze werd bericht ontvangen, dat zoowel hij, als Mevr. Kroeze, goed het klimaat kunnen verdragen en het dus wél maken. Natuurlijk is dit bericht al weer enkele weken oud. Ook zijn arbeid is niet ongezegend. Rustig gaat Ds. Kroeze steeds verder en ziet met ge- eischte voorzichtigheid dien arbeid steeds uit te breiden. In een inderdaad nijpende behoefte heeft zijn komst voorzien eigen Woord- en Sacrament bediening voor onze broeders en zusters gees telijke verzorging van onze militairen. Maar het arbeidsveld is grooter. Later hopen we enkele bijzonderheden van dien arbeid te kunnen mededeelen. De Heere zegene onzen medearbeider." Tentoonstelling Afscheiding 1834. Voorloopig gesloten. Zaterdagmiddag te vijf uur is de tentoonstel ling Afscheiding 1834, welke is gehouden in het Geografisch Instituut te Utrecht, gesloten. Be halve de samensteller van de catalogus, Dr. W. H. van Zuylen, waren aanwezig de leden van het Comité Prof. Dr. G. M. den Hartogh, van Kampen en Dr. L. W. G. Scholten, van Utrecht. In elk opzicht is de tentoonstelling een succes geweest. Ook van buiten Gereformeerde en Chr. Gereformeerde kringen was voortdurend groote belangstelling. Rond twee duizend bezoekers hebben de verzameling geschriften, handschriften tijd niet meer. Maar het was donker. Inktzwarte wolken jachtten langs het zwerk. Zoo nu en dan zag Schoonoort om. Maar hij ontdekte niets verdachts. Die twee waren dus werkelijk naar Uithuizen geloopen, in de mee ning verkeerend, dat de predikant nog komen moest. Hij ijsde van de gedachte, dat zij hun duivel- sche voornemen hadden kunnen volvoeren. On getwijfeld zou hij zich dapper verweerd hebben, maar wat kon hij. in de duisternis doen tegen een verraderlijken steek met een mes Het was toch wel genadige bewaring Gods, dat zij op deze wijze achter de booze bedoelingen van die beiden gekomen waren. Zekerheid had hij niet, maar hij meende in de ééne stem die van Arie Vreede te hebben herkend. Eenigszins kende hij den jongeling wel. Maar dan twijfelde hij weer. Hij kon zich haast niet voorstellen, dat die jongeling zulk een daad poogde te volbrengen. Doch ja, waarom was het niet mogelijk Had Bazuin hem niet verteld, dat de jongen door alles heen was Stumperds toch, om te denken, dat het met de beweging der Afscheiding gedaan zou zijn, als dominé De Cock slechts dood was Wat hadden die stakkerds toch weinig begrip, of lie ver heel geen begrip, van wat de Afgescheidenen bewoog. Dan weer verbaasde hij zich over het feit, dat de twee belagers zoo goed op de hoogte waren. Zij wisten precies, dat de predikant om zeven uur in Uithuizermeeden zou zijn en ook, dat hij (Schoonoort) hem zou vergezellen. Dien mor en curiosa bezichtigd. Den laatsten middag werd onder de aanwezigen ook nog opgemerkt Mr. Dr. J. Donner, curator der Rijksuniversiteit, die voor de tweede maal de expositie bezocht. Bij het Comité zijn verzoeken ingekomen de tentoonstelling ook gedurende eenigen tijd ter bezichtiging open te stellen te Rotterdam, Den Haag en Groningen. K.B. S. Coetus Geref. predikanten in de Classis Mid delburg D.V. Maandag 29 October, des morgens om 10 uur. KORTE NOTULEN van de vergadering der Classis Goes gehouden 18 October 1934. 1. Namens de roepende kerk van Kruiningen opent Ds. J. Koolstra de vergadering, laat zingen Ps. 135 1, leest 1 Tim. 4 18 en gaat voor in gebed. 2. De credentiebrieven worden nagezien, twee afgevaardigden blijken wegens ziekte af wezig, de kerk van W. heeft een instructie. 3. De vergadering wordt geconstitueerd Ds. Joh. Booij, Praeses Ds. H. Fransen, As sessor en Ds. G. van Heiningen, Scriba. 4. De notulen worden gelezen en vastgesteld. 5. Uitgegaan is een schrijven aan br. S. te N„ waarvan de inhoud in de notulen is vermeld. 6. Ingekomen zijn de volgende stukken a. Een schrijven van de Classis 's-Graven- hage der Geref. Kerken vermeldend dat zij een met name genoemd predikant voor den tijd van drie maanden in de uitoefening van zijn ambts bediening heeft geschorst, naar art. 79 K.O. b. Een brief van een bezwaarden broeder uit N. Een Commissie wordt benoemd om deze zaak nader te onderzoeken. c. De instructie van de kerk te W. met het verzoek om den bepaalden steun voor het hulp predikerschap te continueeren. Dit verzoek wordt ingewilligd. 7. Rapporten kerkvisitatie worden uitge bracht door Di. A. Scheele, W. H. van der Vegt en G. van Heiningen. Rapport der Evangelisatie-commissie te W. opgesteld door den heer M. P. van Dijk, hulp prediker aldaar wordt door Ds. W. H. van der Vegt voorgelezen. Het weduwepensioen van Mevr. v. S„ wordt door de Classis vastgesteld. Op voorstel van Ds. A. Scheele zal de mis- sionair-predikant Ds. A. Merkelijn worden uit- genoodigd om aanwezig te zijn op de e.v. ver gadering der Classis in Januari. De kerk van W. wordt aangewezen om de boeken na te zien van de Zending, den quaestor der Classis en Art. 13. 8. Volgende Deputaten worden benoemd Voor Kerkvisitatie Di. A. Scheele en W. H. van der Vegt, primiDi. E. Beukema en G. van Heiningen, sec. Voor Examina Di. A. Scheele en J. Koolstra. Voor Regeling vacaturebeurten Ds. G. van Heiningen. Voor Corresp. Theol. SchoolDs. W. H. van der Vegt. Voor coll. Theol. Fac. V. U. Ds. J. Koolstra. Voor Hulpbeh. Kerken in de Classis Di. Joh. Booij, G. van Heiningen en ouderling C. Douw te Oudelande. Voor art. 49 K.O. Ds. A. Scheele, sec. Ds. E. Beukema. Voor coll. Zending onder de Joden Ds. H. Torenbeek. Voor coll. Verstrooiden in Ned. IndiëDs. G. van Heiningen. Voor coll. Rijn-Pruisen Ds. J. Koolstra. Voor Evang. in België Ds. E. Beukema. Voor Radio kerkdiensten Ds. J. Koolstra. 9. De kerk van 's G. vraagt en ontvangt drie vacaturebeurten. 10. Alle gelden zijn gestort. 11. Onderzoek naar art. 41 D.K.O. vervalt in verband met de juist gehouden kerkvisitatie. 12. Als roepende kerk wordt aangewezen de kerk van Nieuwdorp nadat volgende vergadering is vastgesteld voorloopig op 10 Januari 9.30 uur. In het moderamen zullen zitting nemen Ds. H. Fransen, Praeses, Ds. G. v. Heiningen, Assessor, Ds. J. Koolstra, Scriba. Te houden collecten Theol. School, Evang. in Zeeland, Zending onder de Joden. 13. De Classis verklaart zich bereid aan kerken die dit verzoeken een plaatsje in haar kluis af te staan voor hun archief. gen had hij het Bazuin verteld. Maar verder aan niemand anders. Was er verband tusschen het feit, dat Arie Vreede want meer en meer werd zijn ver moeden zekerheid, dat één van die twee de ge wezen minnaar van Froukje Bazuin was er bij was en zijn vroegere verhouding met Frouk je Zouden die beiden dan toch nog connecties hebben en zou Froukje het hem hebben verteld? Maar neen dien morgen nog had Bazuin hem meegedeeld, dat zijn dochter Vreede nooit meer sprak. 't Was toch vreemd, dat die twee zoo goed op de hoogte waren Worstelend tegen den wind liep het tweetal zwijgend door, elk vervuld met eigen gedachten. Spreken was onmogelijk. Na een klein half uur daagden eenige huisjes op, die het begin van het dorp konden worden genoemd. En even later kwamen eenige gestalten, onder wie Schoonoort spoedig Bazuin herkende. Daar reeds een kwartier over- het vastgestelde uur verstreken was, was men ongerust gewor den, waarom drie man besloten hadden, den weg naar Uithuizen te gaan, de komenden tege moet. Want de geopperde veronderstelling, dat de dominé vanwege het slechte weer niet komen zou, was al spoedig verworpen. Dat werd een voudig niet geloofd. Het was niet de eerste maal, dat de predikant in noodweer en bij avond langs de wegen liep. Bestond nog de andere mogelijk heid, dat hem of Schoonoort onderweg een ongeluk was overkomen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1934 | | pagina 2