FEUILLETON KENTERING. KERKNIEUWS. de gezangen eerst in de Bedestonden, later den 6en Dec. op den Rustdag in de Bijeenkomsten der Gemeente niet werden afgegeven, en einde lijk op den 13en Dec. 1835 geheel verworpen daar de Leeraar na geëindigde godsdienstoefe ning des voormiddags, het Gezangboek van den Predikstoel en uit de Kerk weg nam. Nadien de kerkeraad hierin niet eenstemmig volgde, maar sommigen uit vreeze een handel wijze afkeurden, welke ze anders, door het niet medezingen der Gezangen genoegzaam gebillijkt hadden, voelde de Leeraar zich verpligt en ge drongen, om ook in de voor deze Belijdenis, en het opzeggen van de gemeenschap aan het her vormd genootschap, en bestuur, zonder voor gaande kennisgeving aan den Kerkeraad, naar gemoedelijke overtuiging te handelen. Dit geschiedde den len April in een brief tot antwoord op een aanschrijving van het klassi kaal Bestuur van Middelburg nemende de Leeraar in dit antwoord, de vrijheid om, daar er noch in de Leer, noch in het bestuur, noch in de gedragingen van het hervormd kerkge- schap en de hervormde Kerkelijken in Nederland eenige kenmerken van de Heilige Algemeene Christelijke Kerk meer gevonden werden, de gemeenschap op te zeggen aan het Klassikaal Bestuur van Middelburg en aan allen, die het met henlieden, in leer, bestuur en tucht eens zijn afstand doende van den post als Predikant bij het Hervormde Kerkgenootschap, en in de Hervormde Gemeente van Biggenkerke en Krom- menhoecke, afziende van alle wezenlijke of schijnbaar aan denzelven verbonden voordeelen. Den avond van Vrijdag voor Paaschen, zijnde den lsten April des jaars achttienhonderd zes en dertig vervoegde zich de geheele Kerkeraad 1) der gemeente ten huize van den Leeraar ont ving bij monde van den Leeraar de mededeeling van het gebeurde, met overlegging van de stuk ken, zijnde le. een bekomen aanschrijving van het Klas sikaal Bestuur van Middelburg in dato 30 Maart, inhoudende de vragen ,,Is het waarheid enz., met verzoek van binnen 14 dagen definitief ant woord en wel naar hetgene zij wet, orde, en regel2) noemen, buiten en tegen Gods Woord tevens met bijgevoegde bedreiging, om bij na latigheid van dien eene afzetting van het Pro vinciaal Kerkbestuur van Zeeland te zullen in- meerden, die zich afgescheiden hebben van het thans bestaande Hervormde Kerkgenootschap en Bestuur op den 27sten April 1836. Art. 1. De vergadering komt te zamen ten huize van Pietcr Wynand. 2. Waren tezamen Pieter Wynand, Job Wis se Jan Jansse van Sparrentak, Jacobus Konrad, Jan Lynsse Zacharias, Stefanus P. Kesteloo. 3. De vergadering wordt aangevangen met aanroeping van den Naam des Heeren door S. Kesteloo, die daartoe verzocht was. 4. Wordt overgegaan, nadat het gebed ge schied was, tot het uitbrengen van stemmen, met besloten briefjes, ten einde twee opzieners en eenen scriba te verkiezen, die voorloopig, tot tijd en wijl, dat er wettig verkozen ouderlingen zouden zijn, de belangen der Gemeente alhier zouden regelen. 5. Na opening der stembriefjes, bleek dat tot opzieners verkozen waren J. Wisse en J. Kon rad, en tot scriba P. Wynand. 6. De vergadering wordt onder aanroeping van den naam des Heeren met dankzegging geë eindigd. Op deze vergadering was Ds. Budding niet tegenwoordig, en hij schijnt ook uit Biggekerke weg geweest te zijn, althans een aanteekening vermeldtOp Vrijdag den 29sten July is tot ons overgekomen van een afwezigheid van bijna 4 maanden, de van God over ons gestelde en aan ons verbonden Herder en Leeraar H. J. Budding, die rustdaags daaraanvolgende zijnde den 3lsten July gepredikt heeft, in de schuur van Job Wisse des morgens naar aanleiding van Hoogl. 1 vs. 7, des namiddags naar aanleiding van Hoogl. 1 vs. 8, en des avonds in de Bede stond over Hoogl. 1 vs. 6c. M. VREUGDENHIL. 1) Behalve Zacharias Koene, Diakoon, die verhinderd was. (Aanteekening van den opsteller van dit stuk). 2) Onderstreeping door opsteller. 3) Grootvader van J. Wisse, die jarenlang de Gereformeerde Kerk van Meliskerke als ouder ling gediend heeft. roepen 2e. het antwoord op deze aanschrijving, door den Leeraar gegeven, zooals het hoofdzakelijk op fol. 2 vermeld is. v Hierbij voegde de Leeraar de verklaring, dat hij als wettig van de Gemeente en mitsdien van God Zelve alhier geroepen, zich ook verbonden bleef rekenen aan alle diegenen, welke met hem wenschten vast te houden aan de Belijdenis en ordeningen onzer Gereformeerde Kerken, met verwerping van het buiten weten en toestemming den Gereformeerden ingedrongen anti-Gerefor meerde Bestuur van het Nederlandsch Hervormd Kerkgenootschap. En overmits het verlangen van voornoemden Leeraar zich uitstrekt om in alles zooveel mo gelijk naar de reeds, onder de van het Her vormde Kerkgenootschap uitgeleide en afgeschei dene gemeenten, beraamde orde, den dienst te vervullen, om zoo alle oorzaken af te snijden van degenen, die zich eigendunkelijk zouden wil len opwerpen, maakt hij de broeders bekend, dat zijn voornemen was niet eer met leeren en in het werk der Bediening in de gemeente voort te kunnen gaan, dan nadat hij wettige roeping en zending zou gekregen hebben, ook door ver nieuwde verbintenis aan de Opzieners van die Gemeente, welke wenscht vast te houden in Leer, tucht en dienst, aan de eenigheidsbanden onzer vaderlandsche Gereformeerde Kerk, zoo als die vastgelegd zijn in de Dordsche Synode van den jare 1618 en 1619 vermanend voorts de vergaderde Broeders om den Heere in dezen weg te kennen, opdat die getrouwe Verbonds God, naar Zijne onveran derlijke belofte, ook hen mogt bestieren in het regte spoor en hunne paden regt te maken. Tot zoover dit stuk de naam van den op steller wordt er niet in vermeld, Wielemaker, die vroeger Hoofd der Chr. School te Bigge kerke is geweest en de burgerlijke en kerkelijke geschiedenis van Biggekerke beschreven heeft, zegt, dat het van Ds. Budding zelf is, hetgeen zonder eenigen twijfel juist is. 27 April komen de Christelijk-Gereformeerden van Biggekerke voor het eerst bijeen, ziehier de notulen dier vergadering. Eerste Vergadering der Christelijk Gerefor 50) Uit dit alles wordt dagelijks meer en meer duidelijk, dat het Nederlandsch Hervormd Kerk genootschap, even gelijk weleer de Remonstran ten, de Waarheid belaagt en verwerpt, en niet alleen zelve niet wil aannemen, maar ook de anderen niet dulden, alzoo die grondzuilen van Staat en Kerk, waarop ons Vaderland weleer gegrondvest en bevestigd is geworden, voor het oog der geheele wereld geheel en al omver halende en ons vaderland aan den rand des af- gronds en over hetzelve oordeelen op oordeelen brengende. Door de verwerping der waarheid in mij en anderen, die daarover ook reeds aangerand zijn, schoon anders nog alleen zich bepalende bij eene krachtige prediking en verdediging van de waarheid van den predikstoel, gelijk onder an deren blijken kan uit den Wel. Eerw. Zeergel. Heer H. P. Scholte, die reeds aangerand is over het niet laten zingen der gezangen en het ten toonstellen van hoogere en lagere besturen voor de gemeente, waarmede men de waarheid las tert, en Ds. Van Rhee v. Veen, aangerand we gens scheurziekte, gelijk men ten onregt in hem de waarheid lastert, en wegens het niet betoonen van eerbied voor de gezangen, hetwelk voor zeker een ieder bekennen moet, dat verre gaat en volkomen consciëntiedwang in zich sluit. Door de verwerping en aanranding der waarheid ONDER DE SCHIPPERS. 't Is een wonder te noemen dat de menschen hier in Wemeldinge in zoo grooten getale op de samenkomsten komen. Deze samenkomsten houden we iederen Zondagavond om half acht in de ark van de volksbond tegen drankmisbruik. De volksbond was zoo vriendelijk om de ark gratis af te staan 's Zondags voor het werk der evangelisatie. We hopen nu maar dat hij nog lang hier blijft liggen. Er gaan geruchten rond dat de ark een andere bestemming krijgt en dat zou jammer wezen. Maar aan den anderen kant, er zal dan wel weer een andere weg gevonden worden. Tot nu toe immers wordt onze arbeid boven alle verwachting gezegend. We zochten naar een geschikt vergaderlokaal en zie wat we nooit hadden kunnen denken gebeurdeeen prachtige gelegenheid werd gratis ons aange boden. Vanaf 21 Januari houden we hier nu Zon dagsschool. De eerste maal reeds waren er 16 schipperskinderen. Het aantal was nog al eens verschillend. 28 Januari waren er 14. De ge tallen zijn tot nog toe 9, 15, 20, 4, 12, 24. U ziet het wisselt telkens. Iederen keer even wel kan de Zondagsschool doorgaan daar er verscheiden kinderen van de wal geregeld de school bezoeken. Nu iets over onze samenkomsten. Daarmee werd begonnen op Donderdag 8 Februari (ik bedoel hier niet de samenkomsten tijdens de vorstperiode, die door een veel talrijker publiek werden bezocht). Deze eerste keer, vol vreeze en beven waagden we het er eens op, werden we verrast door een bezoek van 11 schippers. Dat is een klein getal zult U misschien zeggen. Evenwel het percentage is groot. Er liggen hier door de week naar schatting gemiddeld een 20 a 30-tal schepen, soms wat meer, soms wat min der, wat beteekent een getal van ongeveer 50 a 60 volwassen menschen. De bewoners van de voorbijvarende schepen zijn natuurlijk langs den weg van de bijeenkomsten niet te bereiken, 't Gaat hier om de menschen die hier soms twee, soms drie weken lang wachten. Het percentage van de bezoekers bedroeg in den eersten tijd 20 wat zeker niet weinig is voor evangelisatie-arbeid. Op 18 Februari deden we de proef of het zou lukken op Zondag. Inderdaad bleek er de in mij en anderen zeg ik, en de verschooning en vrijlating der dwalingen, hoe grof en verkeerd ook, toont het Nederlandsch Hervormd Kerk bestuur, dat het de waarheid alleen vervolgd en gemeenschap heeft met alle dwalingen en ket terijen, gelijk zulks duidelijk ook nog gebleken is in de aanvrage dit jaar door geloovigen ge daan aan de Synode, om de bepaling te erlan gen, dat de Predikanten aan onze formulieren verbonden waren maar te vergeefs. Het wordt dus met ons de plicht voor alle geloovigen, die de waarheid liefhebben, om op de teekenen der tijden te letten, de Nederland- sche Hervormde Kerk aan Gods Woord en het 29ste onzer geloofsartikelen te toetsen, en te beproeven, of het de ware of de valsche Kerk zij, en zoo het laatste bevonden wordt, gelijk uit al het vorengenoemde blijkbaar is, het ambt der geloovigen volgens Gods Woord, naar art. 28 uit te oefenen, haar af te scheiden van degenen, die niet van de Kerke zijn en haar te voegen tot deze vergadering, het zij op wat plaatse, dat ze God gesteld heeft, en haar daarmede te ver eenigen, onderhoudende de eenigheid der Kerke, haar onderwerpende de onderwijzing en de tucht derzelve, den hals buigende onder het juk Jesu Christi en dienende de opbouwing der broederen, als onderlinge lidmaten eens zelfden lichaams. Die allen reiken wij met dezen de broederhand en vragen door dezen de hunne, met de bede, dat de Almagtige God, de Eenige en Drieëenige Verbonds God van Zijn volk, Zijn Geest over al Zijn volk moge uitstorten, opdat zij uitoefende het ambt aller geloovigen, het zout der aarde mogen zijn, als lichten op eenen kandelaar en zelfde belangstelling. Op 25 Februari kwam er één schipper, en kon de bijeenkomst niet door gaan. De oorzaak hiervan is naar alle waar schijnlijkheid vijandschap en tegenwerking. We lieten ons evenwel niet ontmoedigen. 4 Maart waren er 9. Zondag 11 Maart werd een aantal bereikt van 18 en Zondag 18 Maart van 20. Het percentage is dus gestegen van 20 op 40 Er blijkt m.a.w. groote belangstelling te be staan. Mogelijkheid is gebleken van intensieve bearbeiding. Het werk heeft de sympathie, ik mag wel zeggen van bijna alle schippers. Men schen die nooit in de kerk komen, bezoeken trouw de bijeenkomsten. Het zijn in hoofdzaak Zeeuwsche schippers die hier liggen. We kun nen dus zeggen dat het hier gaat om een pro vinciaal belang. In Groningen werkt de evang. commissie in hoofdzaak onder de „noorderlin gen", in Wemeldinge is het een Zeeuwsche be volking, die, dat is gebleken, hier in nauwe aan raking met het evangelie kan gebracht. De haven is een val, waar ze moeten inloopen. 't Is dus ook een aparte Zeeuwsche evangelisatie onder de Zeeuwen. Deze menschen mogen niet aan hun lot overgelaten. Vooral niet in dezen tijd van stoffelijken en geestelijken nood. Want hoe grooter de nood is, des te meer is er noodig. Wemeldinge. VAN DIJK. NIEUWE STIJGING IN DEN „DEN ZEEUWSCHEN BEKER". Uit coll. N. H. K. te Nieuwland 10.— na- gift uit Terneuzen 10.nagift uit Zonnemaire ƒ1.N. N. te Domburg 2.50 N. N. te Dom burg 5.nagift uit Renesse ƒ1.door bem. Ds. Tjebbes uit Souburg 5.uit Coll. G. K. te Seroosk. 2.door bemidd. Ds. Nolte 5.van meelevende zuster uit Wemeldinge 10.van N. N. en N. N. te Wemeldinge 10.BI. te Middelb. ƒ5.van J. te Melis kerke ingezameld 15.uit coll. G. K. te Midd. 0.50 door bemidd. van den Heer Schout uit Vlissingen ƒ2.50, ƒ1.1.50 door bemidd. van den Heer Meerdink uit Vlis. 6.66 uit coll. G. K. te Seroosk. ƒ2.ƒ1.nadrup- pelen uit Oosterland 4.50 door bemidd. van Ds. Hietkamp uit Seroosk. 5.Comité te Renesse ƒ79.Comité te Souburg (2de ver- antw.) ƒ267.25; Comité te Oostburg 124.39; Comité te Grijpskerke 185.Comité te St. Philipsland ƒ70.Comité te Baarland 48.25; Comité te Aagtekerke 121.65 Comité te Anna Jacoba 89.40 Comité te Krabbendijke 218.07; door bemidd. van Ds. Lindeboom te Seroos- kerke 2.50. In totaal ontvangen de som van 13.987,02. Nog een enkele gulden en de 14.000,is bereikt. Nog slechts enkele Comité's zullen een inzameling houden en dan slechts kleine Comité's. We zien evenwel, ook uit bovenstaande ver antwoording, dat die kleine plaatsen vaak met sommen verrassen, die verbazen. En daarom hebben we goede hoop, dat de eerste rondgang met onzen „Beker" de nimmer-verwachte som van 15.000,aan vrijwillige liefde-gaven zal opleveren. Nog enkele tochten voor deze na lezing zullen moeten worden gemaakt. Met groote blijdschap kunnen we thans mel den, dat het schoone Zeeuwsche voorbeeld na volging gaat vinden en wel in de Noordelijkste Provincie, waar een „Friesche Beker" zal wor den aangeboden. En waar dan het Noorden het Zuiden de hand gaat reiken, zullen de midden- Provincies wel spoedig volgen. De Heere make ook daar de harten ontvankelijk voor den op roep tot ondersteuning en vertroosting van de nog steeds zoo zwaar beproefde geloovigen in het land der uiterste goddeloosheid. Hartelijk dank aan allen, die door hun gaven en de in zameling daarvan „De Zeeuwsche Beker" ge steld hebben tot een navolgingswaardig voor beeld. God de Heere zegene dezen arbeid der liefde Met vriendel. dank en dringende aanbeveling. Namens het Prov. Comité, St. Laurens. A. KONING. Giro 220659. TWEETAL TE Wanswerd J. Koppe te Wagenborgen. I. de Wolff te Mussel. BEROEPEN TE Palembang (Ned. Oost-Indië): G. Zeijl te De Glind (bij Achterveld). Rockanje J. Duiven te Nyega-Opeinde. als steden op bergen ja uitstortende Zijnen Geest over alle vleesch, het hart der vaderen nog moge wederbrengen tot de kinderen en dat der kinderen tot der vaderen, opdat de God onzer vaderen ook onze God zij, zijn zegen onder ons wederkeere, en velen nog van het eeuwig verderf gered en toegedaan worden tot de Ge meente die zal zalig worden. Amen." HOOFDSTUK XIV. Terwijl in het kleine gezelschap ten huize van schoenmaker Bazuin te Uithuizermeeden groote blijdschap heerschte, was dien Zondag die te Ulrum in droefheid verkeerd. Nog vóór den Vrijdag, waarop hij met Bazuin en Wolters naar Appingedam zou gaan vernam Schoonoort de jongste gebeurtenissen in Ulrum, die hem met schrik vervulden. Iets dergelijk had hij nooit kunnen denken, al waren de tegenstan ders niet voor een klein geruchtje vervaard. Het Kerkbestuur meende, dat dominé De Cock en zijn kerkeraad met geweld het kerkgebouw in bezit zouden nemen, opdat de predikant zijn dienst kon vervullen. Het achtte de verzekering, dat voortaan in de schuur der pastorie gepreekt zou worden tot de wereldlijke rechter uitspraak zou hebben gedaan, een praatje, dat alleen ten doel had, zand in de oogen te strooien. Het moest, oordeelde het provinciaal kerkbestuur, worden voorkomen, dat zulks gebeurde. Trou wens, het geheele optreden van dominé De Cock, ook in de schuur, moest worden tegengegaan. Wat er precies in Groningen bekokstoofd was, wist men te Ulrum niet, maar het was wel zeker, dat de gouverneur bewerkt was, mogelijk bang Te Giessendam ontving Ds. S. O. Los, predikant der Geref. Kerk van een onbekende een gift van duizend gulden voor de Zending. Volgens het Amerikaansch Instituut voor sociale en religieuse onderzoekingen zijn er in Amerika thans niet minder dan 85.000 Prot. Kerken, die zoodanig verarmd zijn dat ze geen predikant meer kunnen onderhouden. Voorts is er een overschot momenteel van niet minder dan 40 a 50.000 predikanten. Cand. J. C. Streefkerk te Delft, benoemd tot hulpprediker bij de Geref. Kerk te Djokja karta, met als standplaats Poerwokerto, is voor nemens 11 Mei van Genua te vertrekken per „Marnix van St. Aldegonde". Deputaten van de Gereformeerde Kerken voor de correspondentie met de Hooge Over heid ontvingen in antwoord op een telegram van rouwbeklag, dat zij namens de kerken aan H.M. de Koningin verzonden, het navolgende telegram: „Ik betuig deputaten mijn diepgevoelden dank voor de deelneming, mij namens de Gereformeerde Kerken in Nederland be tuigd in mijn droevig verlies en ben zeer gevoelig voor de daarbij uitgesproken heil bede. WILHELMINA." Een dezer dagen vond ik in een Standaard nummer van 6 Mei 1898 een mooi artikel van Dr. A. Kuyper, getiteld Neutraal, waarin hij verzet aanteekende tegen de voorstelling, alsof de anti-revolutionaire partij een neutrale Over heid begeerde. Daar schrijft Dr. Kuyper onder meer „Voorzooveel er nu eene openbaring van de kerk, als orgaan der particuliere genade, tot stand komt op het gebied, waarover de Over heid het bewind voert, volgt hieruit, dat de Overheid niet verder mag willen heerschen dan die God, wiens dienaresse zij is, haar toestaat of oplegt. Haar taak is niet een algemeene, maar een beperkte. Dit standpunt verdedigden onze vaderen, met name Voetius, door de voorstelling te bestrijden, alsof de Overheidsmacht met het vaderlijk gezag op één lijn stond. De vader is in zijn gezin voor het geheele leven van dit gezin aansprakelijk. Hij moet het voeden, het door generatie doen uitkomen, het regeeren, en ook inzake de religie doen zijn, wat het zijn moet. In zijn gezin is de vader profeet, priester en koning. Maar zoo is de Overheid volstrekt niet. De Overheid heerscht uitsluitend in een kring, die scherp van allerlei andere kringen in het volksleven onderscheiden is. Die andere kringen zijn evenzeer souverein bij de gratie Gods als haar kring. Gehoorzaamheid aan God eischt dus, dat de Overheid niet in de rechten dier andere kringen trede, en zich niet aanmatige wat haar niet toe komt." Een schoon woord, dat in onze dagen wel eens weer in herinnering mag worden gebracht. (Utr. Kerkb.) Omtrent den op 21 Maart j.l. te Grand- Rapids (Noord-Amerika) overleden Prof. F. M. ten Hoor, die als opvolger van Prof. H. Beuker gedurende 24 jaar als hoogleeraar aan de Theol. School aldaar is werkzaam geweest, zij nog ge memoreerd, dat hij daar onderwijs gaf in Ency clopaedic, Dogmatiek, Dogmengeschiedenis, Exe gese O. 3 N. T„ Ethiek en Kerkrecht en had, behalve deze taak, in de litteraire afdeeling nog Logica, Psychologie en de Geschiedenis der Wijsbegeerte te doceeren. In later jaren bij ver meerdering van het aantal hoogleeraren werd deze taak, door een man met een zwak lichaam vervuld, vereenvoudigd. Zijn voornaamste werk is geweest een Com pendium van de Dogmatiek, voornamelijk voor de studenten geschreven. Voorts gaf hij enkele brochures over Schei ding en Doleantie uit en een aantal bijdragen in het Nederlandsche tijdschrift „De Vrije Kerk", alsmede zeer vele artikelen en artikelenreeksen in de „Gereformeerde Amerikaan", waarvan hij eind-redacteur was. K. B. S. was gemaakt voor ongeregelheden en oproer, want den vorigen Zaterdag was uit Groningen een compagnie soldaten naar Ulrum getrokken, om daar de orde te handhaven. Van hun komst was burgemeester Bazuin onderricht geweest, want de adressen waren genoteerd, waar de sol daten werden ingekwartierd. Het was wel toevallig, vertelde Schoonoort niet zonder ironie aan Bazuin, dat bijna alle le den der gemeente militairen in huis kregen, zelfs de weduwe Koster, hoewel ten huize van we duwen en alleenstaande vrouwen nooit inkwar tiering plaats vond. Ouderling Barkema had er in zijn kleine woning vier gekregen. En dominé De Cock werd het zwaarst getroffen. Men stopte twaalf soldaten in de pastorie, die bovendien ook nog als wachtkamer werd ingericht. Het burgerlijk gezag had in Ulrum niets meer te zeggen. Het was overgeleverd aan de militaire despotie. In de pastorie hadden de soldaten beestachtig huis gehouden. De deuren werden verzekerd en vernageld. In den kelder werden een paar flesschen wijn gevonden, die stukge slagen werden en opgedronken. Als uitgehon gerde wolven vielen de bandelooze soldaten, die voor hun handelingen niet bestraft werden, in tegendeel, de officieren lachten er om, op het aanwezige voedsel aan. Meubels werden stuk geslagen. Schoonoort deelde mede, dat het meer dan schandelijk was. Versteld hoorde Bazuin toe. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1934 | | pagina 2