FEUILLETON
KENTERING.
KERKNIEUWS.
de gezangen eerst in de Bedestonden, later den
6en Dec. op den Rustdag in de Bijeenkomsten
der Gemeente niet werden afgegeven, en einde
lijk op den 13en Dec. 1835 geheel verworpen
daar de Leeraar na geëindigde godsdienstoefe
ning des voormiddags, het Gezangboek van den
Predikstoel en uit de Kerk weg nam.
Nadien de kerkeraad hierin niet eenstemmig
volgde, maar sommigen uit vreeze een handel
wijze afkeurden, welke ze anders, door het niet
medezingen der Gezangen genoegzaam gebillijkt
hadden, voelde de Leeraar zich verpligt en ge
drongen, om ook in de voor deze Belijdenis, en
het opzeggen van de gemeenschap aan het her
vormd genootschap, en bestuur, zonder voor
gaande kennisgeving aan den Kerkeraad, naar
gemoedelijke overtuiging te handelen.
Dit geschiedde den len April in een brief tot
antwoord op een aanschrijving van het klassi
kaal Bestuur van Middelburg nemende de
Leeraar in dit antwoord, de vrijheid om, daar
er noch in de Leer, noch in het bestuur, noch
in de gedragingen van het hervormd kerkge-
schap en de hervormde Kerkelijken in Nederland
eenige kenmerken van de Heilige Algemeene
Christelijke Kerk meer gevonden werden, de
gemeenschap op te zeggen aan het Klassikaal
Bestuur van Middelburg en aan allen, die het
met henlieden, in leer, bestuur en tucht eens
zijn afstand doende van den post als Predikant
bij het Hervormde Kerkgenootschap, en in de
Hervormde Gemeente van Biggenkerke en Krom-
menhoecke, afziende van alle wezenlijke of
schijnbaar aan denzelven verbonden voordeelen.
Den avond van Vrijdag voor Paaschen, zijnde
den lsten April des jaars achttienhonderd zes
en dertig vervoegde zich de geheele Kerkeraad 1)
der gemeente ten huize van den Leeraar ont
ving bij monde van den Leeraar de mededeeling
van het gebeurde, met overlegging van de stuk
ken, zijnde
le. een bekomen aanschrijving van het Klas
sikaal Bestuur van Middelburg in dato 30 Maart,
inhoudende de vragen ,,Is het waarheid enz.,
met verzoek van binnen 14 dagen definitief ant
woord en wel naar hetgene zij wet, orde, en
regel2) noemen, buiten en tegen Gods Woord
tevens met bijgevoegde bedreiging, om bij na
latigheid van dien eene afzetting van het Pro
vinciaal Kerkbestuur van Zeeland te zullen in-
meerden, die zich afgescheiden hebben van het
thans bestaande Hervormde Kerkgenootschap
en Bestuur op den 27sten April 1836.
Art. 1. De vergadering komt te zamen ten
huize van Pietcr Wynand.
2. Waren tezamen Pieter Wynand, Job Wis
se Jan Jansse van Sparrentak, Jacobus Konrad,
Jan Lynsse Zacharias, Stefanus P. Kesteloo.
3. De vergadering wordt aangevangen met
aanroeping van den Naam des Heeren door S.
Kesteloo, die daartoe verzocht was.
4. Wordt overgegaan, nadat het gebed ge
schied was, tot het uitbrengen van stemmen, met
besloten briefjes, ten einde twee opzieners en
eenen scriba te verkiezen, die voorloopig, tot
tijd en wijl, dat er wettig verkozen ouderlingen
zouden zijn, de belangen der Gemeente alhier
zouden regelen.
5. Na opening der stembriefjes, bleek dat tot
opzieners verkozen waren J. Wisse en J. Kon
rad, en tot scriba P. Wynand.
6. De vergadering wordt onder aanroeping
van den naam des Heeren met dankzegging geë
eindigd.
Op deze vergadering was Ds. Budding niet
tegenwoordig, en hij schijnt ook uit Biggekerke
weg geweest te zijn, althans een aanteekening
vermeldtOp Vrijdag den 29sten July is tot
ons overgekomen van een afwezigheid van bijna
4 maanden, de van God over ons gestelde en
aan ons verbonden Herder en Leeraar H. J.
Budding, die rustdaags daaraanvolgende zijnde
den 3lsten July gepredikt heeft, in de schuur
van Job Wisse des morgens naar aanleiding van
Hoogl. 1 vs. 7, des namiddags naar aanleiding
van Hoogl. 1 vs. 8, en des avonds in de Bede
stond over Hoogl. 1 vs. 6c.
M. VREUGDENHIL.
1) Behalve Zacharias Koene, Diakoon, die
verhinderd was. (Aanteekening van den opsteller
van dit stuk).
2) Onderstreeping door opsteller.
3) Grootvader van J. Wisse, die jarenlang de
Gereformeerde Kerk van Meliskerke als ouder
ling gediend heeft.
roepen
2e. het antwoord op deze aanschrijving, door
den Leeraar gegeven, zooals het hoofdzakelijk
op fol. 2 vermeld is.
v Hierbij voegde de Leeraar de verklaring, dat
hij als wettig van de Gemeente en mitsdien van
God Zelve alhier geroepen, zich ook verbonden
bleef rekenen aan alle diegenen, welke met hem
wenschten vast te houden aan de Belijdenis en
ordeningen onzer Gereformeerde Kerken, met
verwerping van het buiten weten en toestemming
den Gereformeerden ingedrongen anti-Gerefor
meerde Bestuur van het Nederlandsch Hervormd
Kerkgenootschap.
En overmits het verlangen van voornoemden
Leeraar zich uitstrekt om in alles zooveel mo
gelijk naar de reeds, onder de van het Her
vormde Kerkgenootschap uitgeleide en afgeschei
dene gemeenten, beraamde orde, den dienst te
vervullen, om zoo alle oorzaken af te snijden
van degenen, die zich eigendunkelijk zouden wil
len opwerpen, maakt hij de broeders bekend, dat
zijn voornemen was niet eer met leeren en in het
werk der Bediening in de gemeente voort te
kunnen gaan, dan nadat hij wettige roeping en
zending zou gekregen hebben, ook door ver
nieuwde verbintenis aan de Opzieners van die
Gemeente, welke wenscht vast te houden in
Leer, tucht en dienst, aan de eenigheidsbanden
onzer vaderlandsche Gereformeerde Kerk, zoo
als die vastgelegd zijn in de Dordsche Synode
van den jare 1618 en 1619
vermanend voorts de vergaderde Broeders om
den Heere in dezen weg te kennen, opdat die
getrouwe Verbonds God, naar Zijne onveran
derlijke belofte, ook hen mogt bestieren in het
regte spoor en hunne paden regt te maken.
Tot zoover dit stuk de naam van den op
steller wordt er niet in vermeld, Wielemaker,
die vroeger Hoofd der Chr. School te Bigge
kerke is geweest en de burgerlijke en kerkelijke
geschiedenis van Biggekerke beschreven heeft,
zegt, dat het van Ds. Budding zelf is, hetgeen
zonder eenigen twijfel juist is.
27 April komen de Christelijk-Gereformeerden
van Biggekerke voor het eerst bijeen, ziehier de
notulen dier vergadering.
Eerste Vergadering der Christelijk Gerefor
50)
Uit dit alles wordt dagelijks meer en meer
duidelijk, dat het Nederlandsch Hervormd Kerk
genootschap, even gelijk weleer de Remonstran
ten, de Waarheid belaagt en verwerpt, en niet
alleen zelve niet wil aannemen, maar ook de
anderen niet dulden, alzoo die grondzuilen van
Staat en Kerk, waarop ons Vaderland weleer
gegrondvest en bevestigd is geworden, voor het
oog der geheele wereld geheel en al omver
halende en ons vaderland aan den rand des af-
gronds en over hetzelve oordeelen op oordeelen
brengende.
Door de verwerping der waarheid in mij en
anderen, die daarover ook reeds aangerand zijn,
schoon anders nog alleen zich bepalende bij
eene krachtige prediking en verdediging van de
waarheid van den predikstoel, gelijk onder an
deren blijken kan uit den Wel. Eerw. Zeergel.
Heer H. P. Scholte, die reeds aangerand is over
het niet laten zingen der gezangen en het ten
toonstellen van hoogere en lagere besturen voor
de gemeente, waarmede men de waarheid las
tert, en Ds. Van Rhee v. Veen, aangerand we
gens scheurziekte, gelijk men ten onregt in hem
de waarheid lastert, en wegens het niet betoonen
van eerbied voor de gezangen, hetwelk voor
zeker een ieder bekennen moet, dat verre gaat
en volkomen consciëntiedwang in zich sluit.
Door de verwerping en aanranding der waarheid
ONDER DE SCHIPPERS.
't Is een wonder te noemen dat de menschen
hier in Wemeldinge in zoo grooten getale op
de samenkomsten komen. Deze samenkomsten
houden we iederen Zondagavond om half acht
in de ark van de volksbond tegen drankmisbruik.
De volksbond was zoo vriendelijk om de ark
gratis af te staan 's Zondags voor het werk der
evangelisatie. We hopen nu maar dat hij nog
lang hier blijft liggen. Er gaan geruchten rond
dat de ark een andere bestemming krijgt en dat
zou jammer wezen. Maar aan den anderen kant,
er zal dan wel weer een andere weg gevonden
worden. Tot nu toe immers wordt onze arbeid
boven alle verwachting gezegend. We zochten
naar een geschikt vergaderlokaal en zie wat we
nooit hadden kunnen denken gebeurdeeen
prachtige gelegenheid werd gratis ons aange
boden.
Vanaf 21 Januari houden we hier nu Zon
dagsschool. De eerste maal reeds waren er 16
schipperskinderen. Het aantal was nog al eens
verschillend. 28 Januari waren er 14. De ge
tallen zijn tot nog toe 9, 15, 20, 4, 12, 24.
U ziet het wisselt telkens. Iederen keer even
wel kan de Zondagsschool doorgaan daar er
verscheiden kinderen van de wal geregeld de
school bezoeken.
Nu iets over onze samenkomsten. Daarmee
werd begonnen op Donderdag 8 Februari (ik
bedoel hier niet de samenkomsten tijdens de
vorstperiode, die door een veel talrijker publiek
werden bezocht). Deze eerste keer, vol vreeze
en beven waagden we het er eens op, werden
we verrast door een bezoek van 11 schippers.
Dat is een klein getal zult U misschien zeggen.
Evenwel het percentage is groot. Er liggen hier
door de week naar schatting gemiddeld een 20
a 30-tal schepen, soms wat meer, soms wat min
der, wat beteekent een getal van ongeveer 50 a
60 volwassen menschen. De bewoners van de
voorbijvarende schepen zijn natuurlijk langs den
weg van de bijeenkomsten niet te bereiken,
't Gaat hier om de menschen die hier soms twee,
soms drie weken lang wachten.
Het percentage van de bezoekers bedroeg in
den eersten tijd 20 wat zeker niet weinig is
voor evangelisatie-arbeid.
Op 18 Februari deden we de proef of het
zou lukken op Zondag. Inderdaad bleek er de
in mij en anderen zeg ik, en de verschooning
en vrijlating der dwalingen, hoe grof en verkeerd
ook, toont het Nederlandsch Hervormd Kerk
bestuur, dat het de waarheid alleen vervolgd
en gemeenschap heeft met alle dwalingen en ket
terijen, gelijk zulks duidelijk ook nog gebleken
is in de aanvrage dit jaar door geloovigen ge
daan aan de Synode, om de bepaling te erlan
gen, dat de Predikanten aan onze formulieren
verbonden waren maar te vergeefs.
Het wordt dus met ons de plicht voor alle
geloovigen, die de waarheid liefhebben, om op
de teekenen der tijden te letten, de Nederland-
sche Hervormde Kerk aan Gods Woord en het
29ste onzer geloofsartikelen te toetsen, en te
beproeven, of het de ware of de valsche Kerk
zij, en zoo het laatste bevonden wordt, gelijk uit
al het vorengenoemde blijkbaar is, het ambt der
geloovigen volgens Gods Woord, naar art. 28
uit te oefenen, haar af te scheiden van degenen,
die niet van de Kerke zijn en haar te voegen tot
deze vergadering, het zij op wat plaatse, dat ze
God gesteld heeft, en haar daarmede te ver
eenigen, onderhoudende de eenigheid der Kerke,
haar onderwerpende de onderwijzing en de tucht
derzelve, den hals buigende onder het juk Jesu
Christi en dienende de opbouwing der broederen,
als onderlinge lidmaten eens zelfden lichaams.
Die allen reiken wij met dezen de broederhand
en vragen door dezen de hunne, met de bede,
dat de Almagtige God, de Eenige en Drieëenige
Verbonds God van Zijn volk, Zijn Geest over
al Zijn volk moge uitstorten, opdat zij uitoefende
het ambt aller geloovigen, het zout der aarde
mogen zijn, als lichten op eenen kandelaar en
zelfde belangstelling. Op 25 Februari kwam er
één schipper, en kon de bijeenkomst niet door
gaan. De oorzaak hiervan is naar alle waar
schijnlijkheid vijandschap en tegenwerking. We
lieten ons evenwel niet ontmoedigen. 4 Maart
waren er 9. Zondag 11 Maart werd een aantal
bereikt van 18 en Zondag 18 Maart van 20.
Het percentage is dus gestegen van 20 op
40
Er blijkt m.a.w. groote belangstelling te be
staan. Mogelijkheid is gebleken van intensieve
bearbeiding. Het werk heeft de sympathie, ik
mag wel zeggen van bijna alle schippers. Men
schen die nooit in de kerk komen, bezoeken
trouw de bijeenkomsten. Het zijn in hoofdzaak
Zeeuwsche schippers die hier liggen. We kun
nen dus zeggen dat het hier gaat om een pro
vinciaal belang. In Groningen werkt de evang.
commissie in hoofdzaak onder de „noorderlin
gen", in Wemeldinge is het een Zeeuwsche be
volking, die, dat is gebleken, hier in nauwe aan
raking met het evangelie kan gebracht. De haven
is een val, waar ze moeten inloopen. 't Is dus
ook een aparte Zeeuwsche evangelisatie onder
de Zeeuwen. Deze menschen mogen niet aan
hun lot overgelaten. Vooral niet in dezen tijd
van stoffelijken en geestelijken nood. Want hoe
grooter de nood is, des te meer is er noodig.
Wemeldinge. VAN DIJK.
NIEUWE STIJGING IN DEN
„DEN ZEEUWSCHEN BEKER".
Uit coll. N. H. K. te Nieuwland 10.— na-
gift uit Terneuzen 10.nagift uit Zonnemaire
ƒ1.N. N. te Domburg 2.50 N. N. te Dom
burg 5.nagift uit Renesse ƒ1.door bem.
Ds. Tjebbes uit Souburg 5.uit Coll. G. K.
te Seroosk. 2.door bemidd. Ds. Nolte
5.van meelevende zuster uit Wemeldinge
10.van N. N. en N. N. te Wemeldinge
10.BI. te Middelb. ƒ5.van J. te Melis
kerke ingezameld 15.uit coll. G. K. te Midd.
0.50 door bemidd. van den Heer Schout uit
Vlissingen ƒ2.50, ƒ1.1.50 door bemidd.
van den Heer Meerdink uit Vlis. 6.66 uit
coll. G. K. te Seroosk. ƒ2.ƒ1.nadrup-
pelen uit Oosterland 4.50 door bemidd. van
Ds. Hietkamp uit Seroosk. 5.Comité te
Renesse ƒ79.Comité te Souburg (2de ver-
antw.) ƒ267.25; Comité te Oostburg 124.39;
Comité te Grijpskerke 185.Comité te St.
Philipsland ƒ70.Comité te Baarland 48.25;
Comité te Aagtekerke 121.65 Comité te Anna
Jacoba 89.40 Comité te Krabbendijke 218.07;
door bemidd. van Ds. Lindeboom te Seroos-
kerke 2.50.
In totaal ontvangen de som van 13.987,02.
Nog een enkele gulden en de 14.000,is
bereikt. Nog slechts enkele Comité's zullen een
inzameling houden en dan slechts kleine Comité's.
We zien evenwel, ook uit bovenstaande ver
antwoording, dat die kleine plaatsen vaak met
sommen verrassen, die verbazen. En daarom
hebben we goede hoop, dat de eerste rondgang
met onzen „Beker" de nimmer-verwachte som
van 15.000,aan vrijwillige liefde-gaven zal
opleveren. Nog enkele tochten voor deze na
lezing zullen moeten worden gemaakt.
Met groote blijdschap kunnen we thans mel
den, dat het schoone Zeeuwsche voorbeeld na
volging gaat vinden en wel in de Noordelijkste
Provincie, waar een „Friesche Beker" zal wor
den aangeboden. En waar dan het Noorden het
Zuiden de hand gaat reiken, zullen de midden-
Provincies wel spoedig volgen. De Heere make
ook daar de harten ontvankelijk voor den op
roep tot ondersteuning en vertroosting van de
nog steeds zoo zwaar beproefde geloovigen in
het land der uiterste goddeloosheid. Hartelijk
dank aan allen, die door hun gaven en de in
zameling daarvan „De Zeeuwsche Beker" ge
steld hebben tot een navolgingswaardig voor
beeld. God de Heere zegene dezen arbeid der
liefde
Met vriendel. dank en dringende aanbeveling.
Namens het Prov. Comité,
St. Laurens. A. KONING.
Giro 220659.
TWEETAL TE
Wanswerd J. Koppe te Wagenborgen.
I. de Wolff te Mussel.
BEROEPEN TE
Palembang (Ned. Oost-Indië):
G. Zeijl te De Glind (bij Achterveld).
Rockanje J. Duiven te Nyega-Opeinde.
als steden op bergen ja uitstortende Zijnen
Geest over alle vleesch, het hart der vaderen
nog moge wederbrengen tot de kinderen en dat
der kinderen tot der vaderen, opdat de God
onzer vaderen ook onze God zij, zijn zegen onder
ons wederkeere, en velen nog van het eeuwig
verderf gered en toegedaan worden tot de Ge
meente die zal zalig worden. Amen."
HOOFDSTUK XIV.
Terwijl in het kleine gezelschap ten huize van
schoenmaker Bazuin te Uithuizermeeden groote
blijdschap heerschte, was dien Zondag die te
Ulrum in droefheid verkeerd.
Nog vóór den Vrijdag, waarop hij met Bazuin
en Wolters naar Appingedam zou gaan vernam
Schoonoort de jongste gebeurtenissen in Ulrum,
die hem met schrik vervulden. Iets dergelijk had
hij nooit kunnen denken, al waren de tegenstan
ders niet voor een klein geruchtje vervaard.
Het Kerkbestuur meende, dat dominé De Cock
en zijn kerkeraad met geweld het kerkgebouw
in bezit zouden nemen, opdat de predikant zijn
dienst kon vervullen. Het achtte de verzekering,
dat voortaan in de schuur der pastorie gepreekt
zou worden tot de wereldlijke rechter uitspraak
zou hebben gedaan, een praatje, dat alleen ten
doel had, zand in de oogen te strooien. Het
moest, oordeelde het provinciaal kerkbestuur,
worden voorkomen, dat zulks gebeurde. Trou
wens, het geheele optreden van dominé De Cock,
ook in de schuur, moest worden tegengegaan.
Wat er precies in Groningen bekokstoofd was,
wist men te Ulrum niet, maar het was wel zeker,
dat de gouverneur bewerkt was, mogelijk bang
Te Giessendam ontving Ds. S. O. Los,
predikant der Geref. Kerk van een onbekende
een gift van duizend gulden voor de Zending.
Volgens het Amerikaansch Instituut voor
sociale en religieuse onderzoekingen zijn er in
Amerika thans niet minder dan 85.000 Prot.
Kerken, die zoodanig verarmd zijn dat ze geen
predikant meer kunnen onderhouden. Voorts is
er een overschot momenteel van niet minder dan
40 a 50.000 predikanten.
Cand. J. C. Streefkerk te Delft, benoemd
tot hulpprediker bij de Geref. Kerk te Djokja
karta, met als standplaats Poerwokerto, is voor
nemens 11 Mei van Genua te vertrekken per
„Marnix van St. Aldegonde".
Deputaten van de Gereformeerde Kerken
voor de correspondentie met de Hooge Over
heid ontvingen in antwoord op een telegram van
rouwbeklag, dat zij namens de kerken aan H.M.
de Koningin verzonden, het navolgende telegram:
„Ik betuig deputaten mijn diepgevoelden
dank voor de deelneming, mij namens de
Gereformeerde Kerken in Nederland be
tuigd in mijn droevig verlies en ben zeer
gevoelig voor de daarbij uitgesproken heil
bede.
WILHELMINA."
Een dezer dagen vond ik in een Standaard
nummer van 6 Mei 1898 een mooi artikel van
Dr. A. Kuyper, getiteld Neutraal, waarin hij
verzet aanteekende tegen de voorstelling, alsof
de anti-revolutionaire partij een neutrale Over
heid begeerde.
Daar schrijft Dr. Kuyper onder meer
„Voorzooveel er nu eene openbaring van de
kerk, als orgaan der particuliere genade, tot
stand komt op het gebied, waarover de Over
heid het bewind voert, volgt hieruit, dat de
Overheid niet verder mag willen heerschen dan
die God, wiens dienaresse zij is, haar toestaat
of oplegt.
Haar taak is niet een algemeene, maar een
beperkte.
Dit standpunt verdedigden onze vaderen, met
name Voetius, door de voorstelling te bestrijden,
alsof de Overheidsmacht met het vaderlijk gezag
op één lijn stond.
De vader is in zijn gezin voor het geheele
leven van dit gezin aansprakelijk. Hij moet het
voeden, het door generatie doen uitkomen, het
regeeren, en ook inzake de religie doen zijn,
wat het zijn moet. In zijn gezin is de vader
profeet, priester en koning.
Maar zoo is de Overheid volstrekt niet.
De Overheid heerscht uitsluitend in een kring,
die scherp van allerlei andere kringen in het
volksleven onderscheiden is.
Die andere kringen zijn evenzeer souverein
bij de gratie Gods als haar kring.
Gehoorzaamheid aan God eischt dus, dat de
Overheid niet in de rechten dier andere kringen
trede, en zich niet aanmatige wat haar niet toe
komt."
Een schoon woord, dat in onze dagen wel
eens weer in herinnering mag worden gebracht.
(Utr. Kerkb.)
Omtrent den op 21 Maart j.l. te Grand-
Rapids (Noord-Amerika) overleden Prof. F. M.
ten Hoor, die als opvolger van Prof. H. Beuker
gedurende 24 jaar als hoogleeraar aan de Theol.
School aldaar is werkzaam geweest, zij nog ge
memoreerd, dat hij daar onderwijs gaf in Ency
clopaedic, Dogmatiek, Dogmengeschiedenis, Exe
gese O. 3 N. T„ Ethiek en Kerkrecht en had,
behalve deze taak, in de litteraire afdeeling nog
Logica, Psychologie en de Geschiedenis der
Wijsbegeerte te doceeren. In later jaren bij ver
meerdering van het aantal hoogleeraren werd
deze taak, door een man met een zwak lichaam
vervuld, vereenvoudigd.
Zijn voornaamste werk is geweest een Com
pendium van de Dogmatiek, voornamelijk voor
de studenten geschreven.
Voorts gaf hij enkele brochures over Schei
ding en Doleantie uit en een aantal bijdragen
in het Nederlandsche tijdschrift „De Vrije Kerk",
alsmede zeer vele artikelen en artikelenreeksen
in de „Gereformeerde Amerikaan", waarvan hij
eind-redacteur was.
K. B. S.
was gemaakt voor ongeregelheden en oproer,
want den vorigen Zaterdag was uit Groningen
een compagnie soldaten naar Ulrum getrokken,
om daar de orde te handhaven. Van hun komst
was burgemeester Bazuin onderricht geweest,
want de adressen waren genoteerd, waar de sol
daten werden ingekwartierd.
Het was wel toevallig, vertelde Schoonoort
niet zonder ironie aan Bazuin, dat bijna alle le
den der gemeente militairen in huis kregen, zelfs
de weduwe Koster, hoewel ten huize van we
duwen en alleenstaande vrouwen nooit inkwar
tiering plaats vond. Ouderling Barkema had er
in zijn kleine woning vier gekregen. En dominé
De Cock werd het zwaarst getroffen. Men stopte
twaalf soldaten in de pastorie, die bovendien
ook nog als wachtkamer werd ingericht. Het
burgerlijk gezag had in Ulrum niets meer te
zeggen. Het was overgeleverd aan de militaire
despotie. In de pastorie hadden de soldaten
beestachtig huis gehouden. De deuren werden
verzekerd en vernageld. In den kelder werden
een paar flesschen wijn gevonden, die stukge
slagen werden en opgedronken. Als uitgehon
gerde wolven vielen de bandelooze soldaten, die
voor hun handelingen niet bestraft werden, in
tegendeel, de officieren lachten er om, op het
aanwezige voedsel aan. Meubels werden stuk
geslagen. Schoonoort deelde mede, dat het meer
dan schandelijk was.
Versteld hoorde Bazuin toe.
(Wordt vervolgd)