FEUILLETON
KENTERING.
KERKNIEUWS.
JUISTE TOEBEREIDING EN RECHTE
SMAAK.
In de beoordeeling van een predikatie hangt
veel af van de manier, waarop er naar geluis
terd wordt.
Natuurlijk niet alles.
Honger maakt rauwe boonen zoet. Het kan
in de preek gebeuren, dat er zulke hongerigen
naar het woord des levens aanwezig zijn, die
er nog van genieten, terwijl iedereen klaagt.
Die honger echter mag voor slechte toeberei
ding geen uitvlucht zijn.
Ik mag als predikant niet elke opmerking over
mijn preek retourneeren met de vermaning ,,Och
als er maar honger naar het brood des levens
was, zoudt ge zoo niet spreken".
De rechte toebereiding dient er ook toe, eet
lust te wekken.
Er kan zoowel aan den smaak der hoorders,
als aan de manier waarop gepreekt wordt, het
een en ander mankeeren.
Ik geloof dat het juist is, wanneer sommige
hoorders gewaarschuwd worden, niet zoo af-
keerig te zijn, van ontdekkende preeken, waarin
over Gods toorn, en de eeuwige straf over een
zondaar gesproken wordt.
Niet alleen die Israël heeten, zijn Israëlieten
in het verborgen. Niet alle in de gemeente aan
wezigen zijn oprecht geloovig of wandelen in
den weg der bekeering.
Maar ik geloof evenzeer, dat in overeenstem
ming met preeken van vroeger, die het soms
echter te veel hadden, dat ontdekkend karakter
in onze huidige tegenwoordige predikatiën wel
iets sterker kon uitkomen.
In de Amerik. Wachter schrijft G. Dykema
als de ervaring, die hij er van opdeed in zijn
omgeving ,,Er mag nog een enkele predikant
zijn, die zegt van den kansel, dat er nog zon
daren zijn, maar over het algemeen is het niets
anders en niets meer, dan de gemeente van Jezus
Christus. Zondaren worden nimmer genoemd.
De woorden hel en verdoemenis worden nooit
gehoord.
Dat de goddelooze zich van zijnen weg be-
keeren moet en leven, wordt zeer zelden be
luisterd. Dat de mensch wedergeboren moet
worden voor hij het Koninkrijk Gods kan ingaan
wordt niet meer gehoord
Het wordt den goddelooze niet aangezegd, dat
het hem kwalijk zal gaan, maar wel den vrome
dat het hem wel zal gaan
En meen nu niet dat wij hier slechts één en-
kele bedienaar des Woords hooren ,.Wij heb
ben eiken Zondag een ander predikant op den
kansel
Nu zou misschien in dit laatste een oorzaak
kunnen liggen, van zoo ongunstige oordeelvel
ling over het gehalte der prediking.
Om een oordeel te kunnen vellen of een do
minee ,,al den raad Gods" predikt in zijn ge
meente, moet men hem rustdag aan rustdag hoo
ren. Een preek over Zondag 4 of het begin van
Hebr. 6 zal niemand bij voorkeur in een vacante
gemeente houden.
Het bezwaar in de Amerik. Wachter geuit,
zal stellig niet in die kracht toepasselijk zijn op
Gereformeerde prediking in Nederland. Maar
het heeft ongetwijfeld recht ook ten onzent ge
hoord te worden.
Evengoed als het met de smaak van een hoor
der niet in orde is, die zoodra de prediking wat
„zwaar" wordt in de lucht gaat zitten turen,
evengoed is het met de toebereiding van onze
geestelijke spijze niet in orde, wanneer dat
element der waarschuwing er in wordt gemist.
Zaandam. P. VAN DIJK.
DE TOEPASSING.
Ze zaten 's Zondagsmiddags aan de koffietafel.
De vriendelijke gastheer-ouderling nog een
buurman dominee op beroep.
De preek was afgeloopen.
Volle kerk aandachtig gehoor.
Bij de lcoffieboterham wordt het napraatje
voortgezet.
,,Ja, dominee, 't moet me toch van 't hart.
De preek was goed mooie tekst duidelijke
verklaring. Maar één ding heb ik gemist."
,,Wat dan, broeder
„Wel de toepassing, zal ik maar zeggen. Ziet
U, 'k ben nog wat ouderwetsch naar de ver
klaring luister ik ook wel graag, maar het meest
geniet ik van een flinke toepassing na de mid
denzang."
Het koffiemaal was bijna afgeloopen.
Naast een halve boterham lag op buurmans
48)
Hij verhaalde in het kort de besprekingen in
de pastorie van Ulrum aan den avond van dien
gedenkwaardigen Zondag, den negentienden
October en deelde mede, dat voortaan in de
schuur der pastorie zou worden gepreekt, totdat
de wereldlijke rechter uitspraak zou hebben ge
daan aan wie de kerkelijke goederen toebehoo-
ren."
„Elk verstandig mensch moet inzien, dat die
behooren aan de gemeente, die zich zoo goed
als geheel heeft afgescheiden, maar ik vrees, dat
de rechtbank anders oordeelen zal. Het is voor
Ulrum te hopen, dat spoedig een beslissing ge
nomen zal worden. Te vreezen is evenwel, dat
er niet veel spoed zal worden betracht."
In eenen stond Schoonoort op, die met ver
bazing naar de schoenmaker had geluisterd zóó
had hij de beteekenis der Afscheiding nooit uit
een kunnen zetten.
„Als het tegen dominé De Cock persoonlijk
gaat, maakt de Rechtbank wel spoed", zeide hij.
„Ik kan namelijk meedeelen, dat dominé De
Cock op aanstaanden Vrijdag 31 October, dus
juist op den Hervormingsdag voor de Recht
bank in Appingedam is gedaagd. Op Zondag 19
October is het proces verbaal opgemaakt, dus
vlugger kan het wel niet."
„Aanstaanden Vrijdag alriep Bazuin ver
rast uit. „Maar
Hem trof een waarschuwenden blik van
Schoonoort, waarna deze eenige woorden met
bordje het dikke stuk kaas nog, zooals hij het
zich bij 't begin had afgesneden.
„Nu dominee, ben LI het er niet mee eens,
dat een toepassing bij elke preek noodig is
„Natuurlijk, broeder, die moet er bij Maar
als ik het zeggen mag, dat is met de toepassing
net als wij nu bezig zijn met eten. U hebt kaas
bij uw brood genomen ik heb dat ook gedaan.
Alleen met dit verschil, dat gij nu pas aan
de kaas toezijt, die ge met groote stukken tege
lijk geniet.
Maar ik heb het genot van de kaas bij mijn
brood gedurende heel het maal gesmaakt.
Voor de bekomst van het maal houd ik het
er voor, dat het zelfs beter is dezelfde hoe
veelheid in dunne plakjes tusschen uw brood
te leggen, dan ze in een dik stuk eerst aan 't
einde op te eten
En nu moet U in de „nieuwerwetsche" pree
ken van uw dominees er voortaan maar eens
op letten ge zult dan merken, dat ge de toe
passing even goed wel krijgt, al komt ze niet
uitsluitend als een groot brok van de preek na
den middenzang."
Zaandam. P. VAN DIJK.
DRIETAL TE
Minnertsga K. Boorsma te Alteveer.
W. J. van Hoek te West-Terschelling.
G. W. van Houte te Nijeveen.
TWEETAL TE
Nieuw-Loosdrecht
W. J. v. Hoek te West-Terschelling.
W. Schouten te Westbroek.
Helpman (Gr.):
E. T. van den Born te Oud-Loosdrecht.
J. W. de Jager te Diever.
BEROEPEN TE
Bedum vac.-A. Wijngaarden)
P. Prins te Deventer.
Huizen H. Steen te Andijk.
Helpman E. T. v. d. Born te Oud-Loosdrecht.
Nieuw-Loosdrecht W. Schouten te Westbroek.
AANGENOMEN NAAR
Oostkapelle: cand. M. J. van Dijken te Groningen
Arnhem J. C. J. Kuiper te Souburg.
Rijnsburg (vac.-J. de Waard):
C. M. van der Loo te Appelscha.
Amstelveen G. Lugtigheid te Leens;
BEDANKT VOOR
Rijssen G. Smeenk te Blokzijl.
Dokkum (vac.-wijlen J. P. Klaarhamer):
W. Tom te Sappemeer.
- Te Veendam werd in de Geref. Kerk ge
collecteerd o.m. een gift van 1000 voor de
Zending in Suriname.
Naar men aan de „N. Prov. Gron. Ct."
meedeelt, zal Ds. N. Y. van Goor, predikant
der Geref. Kerk te Zuidhorn, voorheen te Gro
ningen, met ingang van 1 December a.s. eervol
emeritaat aanvragen.
Uit de dagen van de Afscheiding.
Het uiteenjagen van godsdienstige samenkom
sten en het opleggen van boeten in de dagen
van de Afscheiding grondde men op de bepalin
gen van het Code Pénal of Wetboek van Straf
recht, waar gehandeld werd over „Ongeoorloof
de Vereenigingen of Vergaderingen en daden en
misdrijven tegen de openbare rust" (Code Pénal.
Des associations ou réunions illicites. Crimes et
délits contre la paix publique) die aldus luidden:
Art. 291. Geene vereeniging van meer dan 20
personen, welker doel zal zijn eiken dag of op
zekere vastgestelde dagen bijeen te komen om
zich bezig te houden met godsdienstige, litteraire,
politieke of andere onderwerpen, zal mogen
worden gevormd, dan met toestemming van het
Gouvernement en onder de voorwaarden, welke
het openbaar gezag aan de vereeniging (maat
schappij, gezelschap, genootschap) zal willen
stellen.
In het aantal personen, door dit artikel ge
noemd, zijn niet begrepen zij, die hun domicilie
hebben in het huis, waar de vereeniging bijeen
komt.
Art. 292. Elke vereeniging van den aard als
hierboven aangegeven, welke zal zijn gevormd
zonder machtiging, of welke na die te hebben
verkregen de haar opgelegde voorwaarden
zal hebben geschonden, zal worden ontbonden.
hem fluisterde.
„Je hebt gelijk", zeide hij. „Maar ik moet het
hier toch vertellen
„Jawel, maar onder geheimhouding."
„Kijkt eens, broeders en zusters, we hebben
verleden Zondag met dominé De Cock een af
spraak gemaakt, die jullie nu moeten weten.
Wolters en ik zouden naar Appingedam gaan,
als dominé moet terechtstaan. En daarna zouden
wij met dominé naar hier komen. Hij zou bij
Wolters logeeren en dan voor ons kleine ge
zelschap preeken. Zoo de Heere wil hebben wij
dus het voorrecht, dat aanstaanden Zondag do
miné De Cock in ons midden is. Maar Schoon
oord fluisterde mij in, dat dit niet zoo algemeen
bekend moet worden, want wij weten allen, dat
ook hier de vijandschap groot is. Vertelt het dus
niet verder rond. Mijn vrouw en ik zullen er in
huis ook niet over spreken. De bijeenkomst zal
wel bij Wolters zijn, maar ik weet nog niet
wanneer. Jullie krijgen wel bericht. Natuurlijk
is het ook nog mogelijk, dat dominé voor deze
maal zijn belofte niet kan houden en niet komt.
Dat moeten wij afwachten."
Op aller gelaat was blijdschap te lezen bij het
vernemen dezer mededeeling. Eindelijk zouden
zij dan eens kennis maken met den predikant,
kennelijk geroepen om nieuw leven te blazen in
het knekelveld, door den profeet Ezechiël ge-
teekend
„Het zal toch zeker wel de bedoeling van do
miné De Cock zijn, om zooveel mogelijk ge
meenten te stichten vroeg Wolters. „In Smilde
wordt met spanning op zijn komst gewacht. En
ook hier in Uithuizermeeden kan een kleine ge
meente worden gesticht. Ons gezelschap is er al
groot genoeg voor."
De hoofden, directeuren of administrateurs van
de vereeniging zullen bovendien worden gestraft
met eene geldboete van 16 francs tot 200 francs.
Art. 293. Ieder, die zonder toestemming van
het gemeentelijk gezag zal hebben toegestaan of
goedgekeurd, dat zijn huis of zijn woning ge
heel of voor een gedeelte wordt gebruikt tot
het bijeenkomen van de leden eener vereeni
ging zelfs van eene geoorloofde, of tot
het houden van godsdienstoefeningen, zal wor
den gestraft met eene geldboete van 16 francs
tot 200 francs."
Dat men van deze „Fransche" bepalingen hier
gretig gebruik om niet te zeggen schandelijk
misbruik heeft gemaakt, is helaas maar al
te goed bekend
(Bovenstaand stukje knipte ik uit „De Waar
heidsvriend", het orgaan van den Geref. Bond
in de Herv. Kerk.
Het doet altijd goed, als men ziet, dat ook in
die kringen erkend wordt, dat tegenover ons
voorgeslacht een „schandelijk misbruik" gemaakt
is van strafbepalingen uit den Franschen tijd
tegen vereenigingen). „Wachter."
De in Nederlandsche Geref. kringen zeer
bekende predikanten Ds. Lie. Klugkist Hesse te
Elberfeld, Ds. Karl Immer te Barmen-Gemarke,
Ds. Wilhelm Busch te Esschen en Ds. Harney
te Düsseldorf, zijn door den Rijksbisschop uit
hun ambt ontzet (in den Ruhestand versetzt).
De Kerkeraad van de Gemeente te Wuppertal-
Elberfeld heeft daarop verklaard zich geheel en
al achter Ds. Klugkist Hesse te stellen en hem
op te dragen zijn dienst in de gemeente gelijk
tot dusver te blijven vervullen. De Kerkeraad
der Gemeente te Barmen-Gemarke heeft een
gelijk besluit genomen ten aanzien van Ds. Karl
Immer ook deze zet zijn dienst in opdracht
van den Kerkeraad voort.
Het besluit te Barmen-Gemarke werd op 2 na
algemeene stemmen genomen, te Wuppertal-
Elberfeld met 273 stemmen.
Inmiddels heeft de Rijnlandsche Provinciale
Synode den predikant Windbuhr te Elberfeld
met de drie ouderlingen, die tot de „Geloofs-
beweging der Duitsche Christenen" behooren,
met de waarneming van de regeering der Ge
meente belast en hun opgedragen te beletten,
dat de uit zijn ambt ontzette predikant zijn ambt
uitoefent.
De predikanten Klugkist Hesse en Karl Immer
tegën wie het voornamelijk gericht is, zijn de
uitgevers van het nieuwe weekblad „Unter dem
Wort", dat als orgaan dergenen, die zich niet
aan het bisschoppelijk kerkregiment onderwer
pen willen, in het Wuppertal sterk verbreid
wordt. (A. R.)
Evangelisatie in Oost-Groningen.
Naar we vernemen zijn de plannen, door de
Deputaten voor Evangelisatie der Geref. Kerken
in de provincie Groningen, beraamd om den
Evangelisatie-arbeid in Oost-Groningen op
krachtige wijze ter hand te nemen thans in een
vergevorderd stadium gekomen.
Dezer dagen hebben genoemde Deputaten aan
gekocht het landhuis van Mej. Smid te Finster-
wolde, dat als pastorie voor den beroepen pre
dikant zal worden ingericht. Reeds eerder was
door de Part. Synode van Groningen in principe
besloten om Finsterwolde, dat kerkelijk tot Oost-
wold behoort, als centrum van den arbeid te
nemen. Vele moeilijkheden waren echter te over
winnen, daar het zeer moeilijk was om een ge
schikt perceel te krijgen.
Het thans aangekochte landhuis beschikt te
vens over voldoende ruimte om gelegenheid te
bieden voor het houden van Evangelisatie
samenkomsten.
We vernemen dat binnen afzienbaren tijd de
aanwijzing van een evangelisatie-predikant zal
plaats vinden.
In de op 7 Maart gehouden vergadering
van de Classis Utrecht der Geref. Kerken wer
den twee commissies benoemd. Eén ter bestu
deering van de beginselen der Nationaal-Socia-
listische Beweging en een ter bestudeering van
de beginselen van de Geref. Vereeniging voor
daadwerkelijke vredesactie.
Beide commissies zullen zoo spoedig mogelijk
rapport uitbrengen.
Naar aanleiding van het wetsvoorstel tot ver
ruiming van de verkoop-gelegenheid op Zondag
besloot de classis zich met een adres te wenden
tot den Ministerraad.
Voorts werd besloten, ingaande 1 April a.s.
een korting toe te passen van 10% op alle
pensioenen.
„Die richting moet het uit", meende Bazuin,
voorzichtig sprekend. „Maar we moeten niet
overhaast te werk gaan. In elk geval overleg met
dominé De Cock plegen, als hij komen mag."
Een ander stond op.
„Onze kleine jongen is nog niet gedoopt",
zeide hij. „We kunnen het hier niet laten doen,
want we kunnen met een rein geweten de vra
gen, die gesteld worden, niet bevestigend beant
woorden. Als dominé De Cock nu hier is, Zon
dag, zou het dan kunnen
„Mijn vrouw en ik verkeeren in hetzelfde ge
val", verklaarde er nog een.
„Ik denk niet, dat dominé De Cock bezwaar
zal maken, de kinderen te doopen", meende Ba
zuin. „Reken er maar vast op."
Het werd een heen en weer praten over ver
schillende punten, die verband hielden met den
gang der gebeurtenissen. Men ontveinsde zich
daarbij niet, dat er vijandschap in het dorp ko
men zou, als een groep zich afscheidde van de
kerk. Want dat zou in elk geval geschieden,
ook al werd er nog geen gemeente gevormd.
In dat geval werden zij ingeschreven als lede
maten der gemeente van Ulrum.
„Broeders en zusters", verklaarde Bazuin, „het
is wel zeker, dat er vijandschap komen zal. Het
is zelfs wel mogelijk" hij dacht aan Arie en
Froukje en aan de Laukema's „dat in onze
gezinnen strijd ontstaat. Maar laat ons ons steeds
vastklemmen aan den Heere onzen God, Die
met ons wezen zal. Hij weet, dat wij niet voor
ons genoegen ons afscheiden dat er is een heilig
moeten. We worden gedwongen, daar men ons
niet het onvervalschte Woord van God geeft.
Ziende op het gebod en blind in de toekomst
hebben wij gehoorzaam verder te volgen den
Te Amsterdam heeft de Kerkeraad van
de Geref. Kerk besloten de Boomsslootkerk op
den laatsten Zondag in Juni te sluiten en over
te gaan tot afbouw van de Waalkerk.
Laatstgenoemde kerk is thans nog een hulp
kerk met circa 400 zitplaatsen, die ongeveer zes
jaren geleden in gebruik is genomen om te voor
zien in de groeiende behoefte aan een kerk in
het zuiden der stad. In dit stadsgedeelte neemt
de bevolking gestadig toe, terwijl het omgekeerde
het geval is in de buurt van de Boomsslootkerk,
staande aan het Rechtboomssloot in de onmid
dellijke nabijheid van de Nieuwmarkt. De Booms
slootkerk heeft twee gaanderijen en is een van
de eerste kerkgebouwen na 1886 in gebruik ge
nomen.
De loop naar deze kerk is nooit groot geweest,
omdat de plaats, dicht bij de Jodenbuurt, te on
gunstig was. Toch telde dit kerkgebouw langen
tijd een constante groep bezoekers, w.o. destijds
Dr. A. Kuyper, toen hij als hoogleeraar aan de
Prins Hendrikkade woonde. Ook Prof. Dr. H.
Bavinck heeft tot kort voor zijn dood hier ge
regeld gekerkt.
Maar de ontvolking van dit deel der oude
stad is hier zóó sterk en de buurt is zóó achter
uitgegaan, dat het kerkbezoek al minder werd,
zoodat het Kerkeraadsbesluit waarlijk niet on
verwacht komt.
- Evangelisatie onder schippers.
Elk rechtgeaard Christen-Nederlander stelt
belang in het werk der Evangelisatie onder
Schippers.
Van dit terrein kan nu weer iets goeds ge
meld worden.
Het is bekend, dat onder de schippers werken
,,'t Anker" en „G.E.O. S.".
,,'t Anker", uitgaande van de Vereeniging van
denzelfden naam, „G.E.O.S.", uitgaande van de
Gereformeerde Kerken van Rotterdam.
Voor sommige menschen was het wel eens
moeilijk dit alles uit elkander te houden, vooral
als men hen verzocht om het werk te steunen.
Nu is aan die moeilijkheid een einde gekomen.
Niet dat „G.E.O.S." en ,,'t Anker" één zijn ge
worden, zoover is het nog niet. Wel worden
de pogingen tot eenheid met kracht voortgezet.
Een goede stap is geweest, dat men nu gekomen
is tot verdeeling van werkterrein en propaganda.
,,'t Anker" had zich al sinds een paar jaar
uit het Zuiden des lands teruggetrokken en vond
meer dan voldoende werk in de havens van
Amsterdam.
G.E.O.S." bleef dus in het Zuiden des lands,
in hoofdzaak in de havens van Rotterdam. Dit
was al een gevolg van een in broederzin getrof
fen maatregel.
Nu is tusschen de beide lichamen weer een
andere overeenkomst getroffen en wel wat be
treft de propaganda van het werk.
,,'t Anker" werkende in het Noorden, krijgt
als propagandaterrein Noord-Holland, Friesland,
Groningen, Drenthe en Overijssel. Men zal daar
nu het werk met kracht aanvatten en wij ver
wachten, dat het Gereformeerde volk in het
Noorden dit werk met kracht zal steunen.
Uit den aard der zaak kan ,,'t Anker" de
bijdragen uit het Zuiden nog niet missen, dus
zal men alle tot heden toegezegde bijdragen nog
blijven innen. Nieuwe vorming van inkomsten
uit het Zuiden zal niet toegepast worden.
„G.E.O.S." ziet zich toegewezen Zuid-Holland,
Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg
en Zeeland. Dus laat „G.E.O.S." voor propa
ganda het Noorden los. Ook hier is regel, dat
het bestaande geïnd zal worden, doch dat in
geen enkelen vorm uitbreiding gegeven zal wor
den aan steun voor „G.E.O.S." uit het Noorden.
Wellicht zijn we binnen afzienbaren tijd zoo
ver, dat deze beide één worden en dat we krijgen
één Gereformeerde Evangelisatie Onder Schip
pers over Nederland.
Dat is het doel van beide besturen. (A. R.)
In Assens Kerkeraad werd voorgesteld
over te gaan tot de uitgave van een Kerkelijk
Jaarboekje. Hiertegen heeft de kerkeraad geen
bezwaar, mits het geschiedt voor rekening en
risico van den uitgever, en staat onder redactie
van den Kerkeraad.
Voorts te komen tot het stichten van een
bouwfonds. Besloten wordt offerblokken te
plaatsen en de Gemeente te verzoeken dat elk
kerkganger bij het begin van eiken dienst min
stens één cent in deze blokken werpt.
Mocht dit voor enkele gezinnen nog te bezwaar
lijk zijn, dan wordt van zulk een gezin een halve
stuiver verwacht voor het heele gezin. Uit de
weg, dien wij hebben ingeslagen. En dan zal de
Heere het wél met ons maken. Er zal vijand
schap komen, misschien wel vervolging wie
weet, waartoe dominé De Cock Vrijdag zal
worden veroordeeld, 't is best mogelijk, dat het
niet met een geldboete aflooptmaar houdt
goeden moed. God is voor ons, dan kan op den
duur niemand tegen ons zijn. Honderden en
honderden zijn er in den lande, die hebben ge
beden om het oogenblik, dat de kentering komen
zou. De Heere heeft genadig dat oogenblik ge
geven. In het onaanzienlijke Ulrum is het licht
opgegaan. Zou Hij Zijn werk dan ongedaan
maken Neen, mijne vrienden. Hij zal het voort
zetten en voleinden. Door het geheele land zal
ons aantal groeien. Meerdere predikanten zullen
volgen. Het is wel zeker, dat dominé Scholte
ook den weg der afscheiding opgaat. En wat
moeten we denken van een man, als dominé
Callenbach in Nijkerk, die den dominé van Ul
rum zoo gastvrij ontving En zoo zijn er meer
predikanten. Ondanks alle vijandschap zal de
beweging groeien. Waarom Omdat zij het werk
Gods is. En dat werk is nooit te keeren, door
wie dan ook. We zullen ons nauw bij elkaar
aansluiten, elkaar steunen en sterken. Het is best
mogelijk, dat wij in den broode getroffen wor
den, want de vijand zal ons niet ontzien. Maar
laat ons altijd goeden moed houden, want Chris
tus heeft overwonnen Hij heeft satan den kop
verpletterd."
De eenvoudige schoenmaker sprak met een
bezieling en geloofsmoed, die allen meevoerden.
Met verbazing staarde Wybrand zijn vader aan.
Zóó had hij hem nog nooit hooren spreken
Hij sprak in vervoering en zijn oogen lichtten blij.
„De Heere is in ons midden", fluisterde vrouw