FEUILLETON KENTERING. KERKNIEUWS. JUISTE TOEBEREIDING EN RECHTE SMAAK. In de beoordeeling van een predikatie hangt veel af van de manier, waarop er naar geluis terd wordt. Natuurlijk niet alles. Honger maakt rauwe boonen zoet. Het kan in de preek gebeuren, dat er zulke hongerigen naar het woord des levens aanwezig zijn, die er nog van genieten, terwijl iedereen klaagt. Die honger echter mag voor slechte toeberei ding geen uitvlucht zijn. Ik mag als predikant niet elke opmerking over mijn preek retourneeren met de vermaning ,,Och als er maar honger naar het brood des levens was, zoudt ge zoo niet spreken". De rechte toebereiding dient er ook toe, eet lust te wekken. Er kan zoowel aan den smaak der hoorders, als aan de manier waarop gepreekt wordt, het een en ander mankeeren. Ik geloof dat het juist is, wanneer sommige hoorders gewaarschuwd worden, niet zoo af- keerig te zijn, van ontdekkende preeken, waarin over Gods toorn, en de eeuwige straf over een zondaar gesproken wordt. Niet alleen die Israël heeten, zijn Israëlieten in het verborgen. Niet alle in de gemeente aan wezigen zijn oprecht geloovig of wandelen in den weg der bekeering. Maar ik geloof evenzeer, dat in overeenstem ming met preeken van vroeger, die het soms echter te veel hadden, dat ontdekkend karakter in onze huidige tegenwoordige predikatiën wel iets sterker kon uitkomen. In de Amerik. Wachter schrijft G. Dykema als de ervaring, die hij er van opdeed in zijn omgeving ,,Er mag nog een enkele predikant zijn, die zegt van den kansel, dat er nog zon daren zijn, maar over het algemeen is het niets anders en niets meer, dan de gemeente van Jezus Christus. Zondaren worden nimmer genoemd. De woorden hel en verdoemenis worden nooit gehoord. Dat de goddelooze zich van zijnen weg be- keeren moet en leven, wordt zeer zelden be luisterd. Dat de mensch wedergeboren moet worden voor hij het Koninkrijk Gods kan ingaan wordt niet meer gehoord Het wordt den goddelooze niet aangezegd, dat het hem kwalijk zal gaan, maar wel den vrome dat het hem wel zal gaan En meen nu niet dat wij hier slechts één en- kele bedienaar des Woords hooren ,.Wij heb ben eiken Zondag een ander predikant op den kansel Nu zou misschien in dit laatste een oorzaak kunnen liggen, van zoo ongunstige oordeelvel ling over het gehalte der prediking. Om een oordeel te kunnen vellen of een do minee ,,al den raad Gods" predikt in zijn ge meente, moet men hem rustdag aan rustdag hoo ren. Een preek over Zondag 4 of het begin van Hebr. 6 zal niemand bij voorkeur in een vacante gemeente houden. Het bezwaar in de Amerik. Wachter geuit, zal stellig niet in die kracht toepasselijk zijn op Gereformeerde prediking in Nederland. Maar het heeft ongetwijfeld recht ook ten onzent ge hoord te worden. Evengoed als het met de smaak van een hoor der niet in orde is, die zoodra de prediking wat „zwaar" wordt in de lucht gaat zitten turen, evengoed is het met de toebereiding van onze geestelijke spijze niet in orde, wanneer dat element der waarschuwing er in wordt gemist. Zaandam. P. VAN DIJK. DE TOEPASSING. Ze zaten 's Zondagsmiddags aan de koffietafel. De vriendelijke gastheer-ouderling nog een buurman dominee op beroep. De preek was afgeloopen. Volle kerk aandachtig gehoor. Bij de lcoffieboterham wordt het napraatje voortgezet. ,,Ja, dominee, 't moet me toch van 't hart. De preek was goed mooie tekst duidelijke verklaring. Maar één ding heb ik gemist." ,,Wat dan, broeder „Wel de toepassing, zal ik maar zeggen. Ziet U, 'k ben nog wat ouderwetsch naar de ver klaring luister ik ook wel graag, maar het meest geniet ik van een flinke toepassing na de mid denzang." Het koffiemaal was bijna afgeloopen. Naast een halve boterham lag op buurmans 48) Hij verhaalde in het kort de besprekingen in de pastorie van Ulrum aan den avond van dien gedenkwaardigen Zondag, den negentienden October en deelde mede, dat voortaan in de schuur der pastorie zou worden gepreekt, totdat de wereldlijke rechter uitspraak zou hebben ge daan aan wie de kerkelijke goederen toebehoo- ren." „Elk verstandig mensch moet inzien, dat die behooren aan de gemeente, die zich zoo goed als geheel heeft afgescheiden, maar ik vrees, dat de rechtbank anders oordeelen zal. Het is voor Ulrum te hopen, dat spoedig een beslissing ge nomen zal worden. Te vreezen is evenwel, dat er niet veel spoed zal worden betracht." In eenen stond Schoonoort op, die met ver bazing naar de schoenmaker had geluisterd zóó had hij de beteekenis der Afscheiding nooit uit een kunnen zetten. „Als het tegen dominé De Cock persoonlijk gaat, maakt de Rechtbank wel spoed", zeide hij. „Ik kan namelijk meedeelen, dat dominé De Cock op aanstaanden Vrijdag 31 October, dus juist op den Hervormingsdag voor de Recht bank in Appingedam is gedaagd. Op Zondag 19 October is het proces verbaal opgemaakt, dus vlugger kan het wel niet." „Aanstaanden Vrijdag alriep Bazuin ver rast uit. „Maar Hem trof een waarschuwenden blik van Schoonoort, waarna deze eenige woorden met bordje het dikke stuk kaas nog, zooals hij het zich bij 't begin had afgesneden. „Nu dominee, ben LI het er niet mee eens, dat een toepassing bij elke preek noodig is „Natuurlijk, broeder, die moet er bij Maar als ik het zeggen mag, dat is met de toepassing net als wij nu bezig zijn met eten. U hebt kaas bij uw brood genomen ik heb dat ook gedaan. Alleen met dit verschil, dat gij nu pas aan de kaas toezijt, die ge met groote stukken tege lijk geniet. Maar ik heb het genot van de kaas bij mijn brood gedurende heel het maal gesmaakt. Voor de bekomst van het maal houd ik het er voor, dat het zelfs beter is dezelfde hoe veelheid in dunne plakjes tusschen uw brood te leggen, dan ze in een dik stuk eerst aan 't einde op te eten En nu moet U in de „nieuwerwetsche" pree ken van uw dominees er voortaan maar eens op letten ge zult dan merken, dat ge de toe passing even goed wel krijgt, al komt ze niet uitsluitend als een groot brok van de preek na den middenzang." Zaandam. P. VAN DIJK. DRIETAL TE Minnertsga K. Boorsma te Alteveer. W. J. van Hoek te West-Terschelling. G. W. van Houte te Nijeveen. TWEETAL TE Nieuw-Loosdrecht W. J. v. Hoek te West-Terschelling. W. Schouten te Westbroek. Helpman (Gr.): E. T. van den Born te Oud-Loosdrecht. J. W. de Jager te Diever. BEROEPEN TE Bedum vac.-A. Wijngaarden) P. Prins te Deventer. Huizen H. Steen te Andijk. Helpman E. T. v. d. Born te Oud-Loosdrecht. Nieuw-Loosdrecht W. Schouten te Westbroek. AANGENOMEN NAAR Oostkapelle: cand. M. J. van Dijken te Groningen Arnhem J. C. J. Kuiper te Souburg. Rijnsburg (vac.-J. de Waard): C. M. van der Loo te Appelscha. Amstelveen G. Lugtigheid te Leens; BEDANKT VOOR Rijssen G. Smeenk te Blokzijl. Dokkum (vac.-wijlen J. P. Klaarhamer): W. Tom te Sappemeer. - Te Veendam werd in de Geref. Kerk ge collecteerd o.m. een gift van 1000 voor de Zending in Suriname. Naar men aan de „N. Prov. Gron. Ct." meedeelt, zal Ds. N. Y. van Goor, predikant der Geref. Kerk te Zuidhorn, voorheen te Gro ningen, met ingang van 1 December a.s. eervol emeritaat aanvragen. Uit de dagen van de Afscheiding. Het uiteenjagen van godsdienstige samenkom sten en het opleggen van boeten in de dagen van de Afscheiding grondde men op de bepalin gen van het Code Pénal of Wetboek van Straf recht, waar gehandeld werd over „Ongeoorloof de Vereenigingen of Vergaderingen en daden en misdrijven tegen de openbare rust" (Code Pénal. Des associations ou réunions illicites. Crimes et délits contre la paix publique) die aldus luidden: Art. 291. Geene vereeniging van meer dan 20 personen, welker doel zal zijn eiken dag of op zekere vastgestelde dagen bijeen te komen om zich bezig te houden met godsdienstige, litteraire, politieke of andere onderwerpen, zal mogen worden gevormd, dan met toestemming van het Gouvernement en onder de voorwaarden, welke het openbaar gezag aan de vereeniging (maat schappij, gezelschap, genootschap) zal willen stellen. In het aantal personen, door dit artikel ge noemd, zijn niet begrepen zij, die hun domicilie hebben in het huis, waar de vereeniging bijeen komt. Art. 292. Elke vereeniging van den aard als hierboven aangegeven, welke zal zijn gevormd zonder machtiging, of welke na die te hebben verkregen de haar opgelegde voorwaarden zal hebben geschonden, zal worden ontbonden. hem fluisterde. „Je hebt gelijk", zeide hij. „Maar ik moet het hier toch vertellen „Jawel, maar onder geheimhouding." „Kijkt eens, broeders en zusters, we hebben verleden Zondag met dominé De Cock een af spraak gemaakt, die jullie nu moeten weten. Wolters en ik zouden naar Appingedam gaan, als dominé moet terechtstaan. En daarna zouden wij met dominé naar hier komen. Hij zou bij Wolters logeeren en dan voor ons kleine ge zelschap preeken. Zoo de Heere wil hebben wij dus het voorrecht, dat aanstaanden Zondag do miné De Cock in ons midden is. Maar Schoon oord fluisterde mij in, dat dit niet zoo algemeen bekend moet worden, want wij weten allen, dat ook hier de vijandschap groot is. Vertelt het dus niet verder rond. Mijn vrouw en ik zullen er in huis ook niet over spreken. De bijeenkomst zal wel bij Wolters zijn, maar ik weet nog niet wanneer. Jullie krijgen wel bericht. Natuurlijk is het ook nog mogelijk, dat dominé voor deze maal zijn belofte niet kan houden en niet komt. Dat moeten wij afwachten." Op aller gelaat was blijdschap te lezen bij het vernemen dezer mededeeling. Eindelijk zouden zij dan eens kennis maken met den predikant, kennelijk geroepen om nieuw leven te blazen in het knekelveld, door den profeet Ezechiël ge- teekend „Het zal toch zeker wel de bedoeling van do miné De Cock zijn, om zooveel mogelijk ge meenten te stichten vroeg Wolters. „In Smilde wordt met spanning op zijn komst gewacht. En ook hier in Uithuizermeeden kan een kleine ge meente worden gesticht. Ons gezelschap is er al groot genoeg voor." De hoofden, directeuren of administrateurs van de vereeniging zullen bovendien worden gestraft met eene geldboete van 16 francs tot 200 francs. Art. 293. Ieder, die zonder toestemming van het gemeentelijk gezag zal hebben toegestaan of goedgekeurd, dat zijn huis of zijn woning ge heel of voor een gedeelte wordt gebruikt tot het bijeenkomen van de leden eener vereeni ging zelfs van eene geoorloofde, of tot het houden van godsdienstoefeningen, zal wor den gestraft met eene geldboete van 16 francs tot 200 francs." Dat men van deze „Fransche" bepalingen hier gretig gebruik om niet te zeggen schandelijk misbruik heeft gemaakt, is helaas maar al te goed bekend (Bovenstaand stukje knipte ik uit „De Waar heidsvriend", het orgaan van den Geref. Bond in de Herv. Kerk. Het doet altijd goed, als men ziet, dat ook in die kringen erkend wordt, dat tegenover ons voorgeslacht een „schandelijk misbruik" gemaakt is van strafbepalingen uit den Franschen tijd tegen vereenigingen). „Wachter." De in Nederlandsche Geref. kringen zeer bekende predikanten Ds. Lie. Klugkist Hesse te Elberfeld, Ds. Karl Immer te Barmen-Gemarke, Ds. Wilhelm Busch te Esschen en Ds. Harney te Düsseldorf, zijn door den Rijksbisschop uit hun ambt ontzet (in den Ruhestand versetzt). De Kerkeraad van de Gemeente te Wuppertal- Elberfeld heeft daarop verklaard zich geheel en al achter Ds. Klugkist Hesse te stellen en hem op te dragen zijn dienst in de gemeente gelijk tot dusver te blijven vervullen. De Kerkeraad der Gemeente te Barmen-Gemarke heeft een gelijk besluit genomen ten aanzien van Ds. Karl Immer ook deze zet zijn dienst in opdracht van den Kerkeraad voort. Het besluit te Barmen-Gemarke werd op 2 na algemeene stemmen genomen, te Wuppertal- Elberfeld met 273 stemmen. Inmiddels heeft de Rijnlandsche Provinciale Synode den predikant Windbuhr te Elberfeld met de drie ouderlingen, die tot de „Geloofs- beweging der Duitsche Christenen" behooren, met de waarneming van de regeering der Ge meente belast en hun opgedragen te beletten, dat de uit zijn ambt ontzette predikant zijn ambt uitoefent. De predikanten Klugkist Hesse en Karl Immer tegën wie het voornamelijk gericht is, zijn de uitgevers van het nieuwe weekblad „Unter dem Wort", dat als orgaan dergenen, die zich niet aan het bisschoppelijk kerkregiment onderwer pen willen, in het Wuppertal sterk verbreid wordt. (A. R.) Evangelisatie in Oost-Groningen. Naar we vernemen zijn de plannen, door de Deputaten voor Evangelisatie der Geref. Kerken in de provincie Groningen, beraamd om den Evangelisatie-arbeid in Oost-Groningen op krachtige wijze ter hand te nemen thans in een vergevorderd stadium gekomen. Dezer dagen hebben genoemde Deputaten aan gekocht het landhuis van Mej. Smid te Finster- wolde, dat als pastorie voor den beroepen pre dikant zal worden ingericht. Reeds eerder was door de Part. Synode van Groningen in principe besloten om Finsterwolde, dat kerkelijk tot Oost- wold behoort, als centrum van den arbeid te nemen. Vele moeilijkheden waren echter te over winnen, daar het zeer moeilijk was om een ge schikt perceel te krijgen. Het thans aangekochte landhuis beschikt te vens over voldoende ruimte om gelegenheid te bieden voor het houden van Evangelisatie samenkomsten. We vernemen dat binnen afzienbaren tijd de aanwijzing van een evangelisatie-predikant zal plaats vinden. In de op 7 Maart gehouden vergadering van de Classis Utrecht der Geref. Kerken wer den twee commissies benoemd. Eén ter bestu deering van de beginselen der Nationaal-Socia- listische Beweging en een ter bestudeering van de beginselen van de Geref. Vereeniging voor daadwerkelijke vredesactie. Beide commissies zullen zoo spoedig mogelijk rapport uitbrengen. Naar aanleiding van het wetsvoorstel tot ver ruiming van de verkoop-gelegenheid op Zondag besloot de classis zich met een adres te wenden tot den Ministerraad. Voorts werd besloten, ingaande 1 April a.s. een korting toe te passen van 10% op alle pensioenen. „Die richting moet het uit", meende Bazuin, voorzichtig sprekend. „Maar we moeten niet overhaast te werk gaan. In elk geval overleg met dominé De Cock plegen, als hij komen mag." Een ander stond op. „Onze kleine jongen is nog niet gedoopt", zeide hij. „We kunnen het hier niet laten doen, want we kunnen met een rein geweten de vra gen, die gesteld worden, niet bevestigend beant woorden. Als dominé De Cock nu hier is, Zon dag, zou het dan kunnen „Mijn vrouw en ik verkeeren in hetzelfde ge val", verklaarde er nog een. „Ik denk niet, dat dominé De Cock bezwaar zal maken, de kinderen te doopen", meende Ba zuin. „Reken er maar vast op." Het werd een heen en weer praten over ver schillende punten, die verband hielden met den gang der gebeurtenissen. Men ontveinsde zich daarbij niet, dat er vijandschap in het dorp ko men zou, als een groep zich afscheidde van de kerk. Want dat zou in elk geval geschieden, ook al werd er nog geen gemeente gevormd. In dat geval werden zij ingeschreven als lede maten der gemeente van Ulrum. „Broeders en zusters", verklaarde Bazuin, „het is wel zeker, dat er vijandschap komen zal. Het is zelfs wel mogelijk" hij dacht aan Arie en Froukje en aan de Laukema's „dat in onze gezinnen strijd ontstaat. Maar laat ons ons steeds vastklemmen aan den Heere onzen God, Die met ons wezen zal. Hij weet, dat wij niet voor ons genoegen ons afscheiden dat er is een heilig moeten. We worden gedwongen, daar men ons niet het onvervalschte Woord van God geeft. Ziende op het gebod en blind in de toekomst hebben wij gehoorzaam verder te volgen den Te Amsterdam heeft de Kerkeraad van de Geref. Kerk besloten de Boomsslootkerk op den laatsten Zondag in Juni te sluiten en over te gaan tot afbouw van de Waalkerk. Laatstgenoemde kerk is thans nog een hulp kerk met circa 400 zitplaatsen, die ongeveer zes jaren geleden in gebruik is genomen om te voor zien in de groeiende behoefte aan een kerk in het zuiden der stad. In dit stadsgedeelte neemt de bevolking gestadig toe, terwijl het omgekeerde het geval is in de buurt van de Boomsslootkerk, staande aan het Rechtboomssloot in de onmid dellijke nabijheid van de Nieuwmarkt. De Booms slootkerk heeft twee gaanderijen en is een van de eerste kerkgebouwen na 1886 in gebruik ge nomen. De loop naar deze kerk is nooit groot geweest, omdat de plaats, dicht bij de Jodenbuurt, te on gunstig was. Toch telde dit kerkgebouw langen tijd een constante groep bezoekers, w.o. destijds Dr. A. Kuyper, toen hij als hoogleeraar aan de Prins Hendrikkade woonde. Ook Prof. Dr. H. Bavinck heeft tot kort voor zijn dood hier ge regeld gekerkt. Maar de ontvolking van dit deel der oude stad is hier zóó sterk en de buurt is zóó achter uitgegaan, dat het kerkbezoek al minder werd, zoodat het Kerkeraadsbesluit waarlijk niet on verwacht komt. - Evangelisatie onder schippers. Elk rechtgeaard Christen-Nederlander stelt belang in het werk der Evangelisatie onder Schippers. Van dit terrein kan nu weer iets goeds ge meld worden. Het is bekend, dat onder de schippers werken ,,'t Anker" en „G.E.O. S.". ,,'t Anker", uitgaande van de Vereeniging van denzelfden naam, „G.E.O.S.", uitgaande van de Gereformeerde Kerken van Rotterdam. Voor sommige menschen was het wel eens moeilijk dit alles uit elkander te houden, vooral als men hen verzocht om het werk te steunen. Nu is aan die moeilijkheid een einde gekomen. Niet dat „G.E.O.S." en ,,'t Anker" één zijn ge worden, zoover is het nog niet. Wel worden de pogingen tot eenheid met kracht voortgezet. Een goede stap is geweest, dat men nu gekomen is tot verdeeling van werkterrein en propaganda. ,,'t Anker" had zich al sinds een paar jaar uit het Zuiden des lands teruggetrokken en vond meer dan voldoende werk in de havens van Amsterdam. G.E.O.S." bleef dus in het Zuiden des lands, in hoofdzaak in de havens van Rotterdam. Dit was al een gevolg van een in broederzin getrof fen maatregel. Nu is tusschen de beide lichamen weer een andere overeenkomst getroffen en wel wat be treft de propaganda van het werk. ,,'t Anker" werkende in het Noorden, krijgt als propagandaterrein Noord-Holland, Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel. Men zal daar nu het werk met kracht aanvatten en wij ver wachten, dat het Gereformeerde volk in het Noorden dit werk met kracht zal steunen. Uit den aard der zaak kan ,,'t Anker" de bijdragen uit het Zuiden nog niet missen, dus zal men alle tot heden toegezegde bijdragen nog blijven innen. Nieuwe vorming van inkomsten uit het Zuiden zal niet toegepast worden. „G.E.O.S." ziet zich toegewezen Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant, Limburg en Zeeland. Dus laat „G.E.O.S." voor propa ganda het Noorden los. Ook hier is regel, dat het bestaande geïnd zal worden, doch dat in geen enkelen vorm uitbreiding gegeven zal wor den aan steun voor „G.E.O.S." uit het Noorden. Wellicht zijn we binnen afzienbaren tijd zoo ver, dat deze beide één worden en dat we krijgen één Gereformeerde Evangelisatie Onder Schip pers over Nederland. Dat is het doel van beide besturen. (A. R.) In Assens Kerkeraad werd voorgesteld over te gaan tot de uitgave van een Kerkelijk Jaarboekje. Hiertegen heeft de kerkeraad geen bezwaar, mits het geschiedt voor rekening en risico van den uitgever, en staat onder redactie van den Kerkeraad. Voorts te komen tot het stichten van een bouwfonds. Besloten wordt offerblokken te plaatsen en de Gemeente te verzoeken dat elk kerkganger bij het begin van eiken dienst min stens één cent in deze blokken werpt. Mocht dit voor enkele gezinnen nog te bezwaar lijk zijn, dan wordt van zulk een gezin een halve stuiver verwacht voor het heele gezin. Uit de weg, dien wij hebben ingeslagen. En dan zal de Heere het wél met ons maken. Er zal vijand schap komen, misschien wel vervolging wie weet, waartoe dominé De Cock Vrijdag zal worden veroordeeld, 't is best mogelijk, dat het niet met een geldboete aflooptmaar houdt goeden moed. God is voor ons, dan kan op den duur niemand tegen ons zijn. Honderden en honderden zijn er in den lande, die hebben ge beden om het oogenblik, dat de kentering komen zou. De Heere heeft genadig dat oogenblik ge geven. In het onaanzienlijke Ulrum is het licht opgegaan. Zou Hij Zijn werk dan ongedaan maken Neen, mijne vrienden. Hij zal het voort zetten en voleinden. Door het geheele land zal ons aantal groeien. Meerdere predikanten zullen volgen. Het is wel zeker, dat dominé Scholte ook den weg der afscheiding opgaat. En wat moeten we denken van een man, als dominé Callenbach in Nijkerk, die den dominé van Ul rum zoo gastvrij ontving En zoo zijn er meer predikanten. Ondanks alle vijandschap zal de beweging groeien. Waarom Omdat zij het werk Gods is. En dat werk is nooit te keeren, door wie dan ook. We zullen ons nauw bij elkaar aansluiten, elkaar steunen en sterken. Het is best mogelijk, dat wij in den broode getroffen wor den, want de vijand zal ons niet ontzien. Maar laat ons altijd goeden moed houden, want Chris tus heeft overwonnen Hij heeft satan den kop verpletterd." De eenvoudige schoenmaker sprak met een bezieling en geloofsmoed, die allen meevoerden. Met verbazing staarde Wybrand zijn vader aan. Zóó had hij hem nog nooit hooren spreken Hij sprak in vervoering en zijn oogen lichtten blij. „De Heere is in ons midden", fluisterde vrouw

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1934 | | pagina 2