No. 13
Vrijdag 30 Maart 1934
48c Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND.
UIT HET WOORD.
DADERS DES WOORDS,
ZEEUWSCHE KERKBODE
REDACTIE: Ds. A. C. HEI] TE KOUDEKERKE.
MEDEWERKERSD.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. X ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS 15 cent per regelbij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
HET IS VOLBRACHT.
Toen Jezus dan den edik genomen
had, zeide Hij: „Het is volbracht"...
Joh. 19 30a.
Alle woorden door den Heiland aan het kruis
gesproken zijn kort. Het kruis is de plaats niet
om uitvoerig te zijn. Dit was ook niet noodig,
want Jezus kan in weinig woorden zoo heel veel
zeggen. Het zesde kruiswoord is het kortste van
alle, in het Grieksch, waarin het gesproken werd,
slechts één woord tetelesthaimaar wie zou
wenschen, dat er nog één letter werd toegevoegd
aan het bondig en krachtig „Het is volbracht".
Deze zakelijke uitdrukking zou aan iets onper
soonlijks kunnen doen denken. Afloopen is on
persoonlijk, maar volbrengen is zeer persoonlijk,
het is een levende daad. De andere kruiswoor
den hadden een adres. Dit woord werd gespro
ken tot niemand, maar het spreekt tot allen. De
draagkracht van dit woord reikt verder, dan wij
kunnen overzien. Toch is het de eeuwen door
het troostwoord van Gods Kerk geweest, omdat
het ons wijst den vasten ankergrond voor het
leven des geloofs.
„Het is volbracht", roept de stervende Chris
tus uit, want het lijden is geëindigd. Al hield
het zesde kruiswoord niet anders en niet meer
in, dan dit ééne, wie zou het dan nog in zijn
volle diepte kunnen peilen
Want Christus had Zijn leven en Zijn lijden
tevoren ten volle overzien. Hij had al Zijn smar
ten voorzien, eer ze begonnen waren Hij had
Zijn lijden doorleefd, eer het geleden was. Dat
kruis, waarop onze Heiland op dien nooit te
vergeten Goeden Vrijdag Zijn hoofd buigt en
den geest geeft, heeft Hij heel Zijn leven voor
oogen gehad. Hij wist het en Hij heeft er al
de bitterheid van gevoeld. Hij wist het, dat de
kruisdood de bloedige kroon op Zijn levenslijden
zou zijn. Toch heeft Hij Zijn lijden nooit doen
eindigen, hoewel Hij daartoe de macht had, voor
en aleer het gestegen was tot die onzegbare
hoogte der Godverlatenheid.
„Nooit heeft Zijn hoofd neen-geschud, nooit
heeft Zijn hart geweigerd, nooit heeft Zijn voet
geweifeld. Nooit kon de weg te donker, nooit
kon de afgrond te diep, nooit kon de last te
zwaar, nooit kon de drinkbeker te bitter zijn.
Alles heeft Hij voleindigd, met de trouwste ge
hoorzaamheid jegens den Vader en met de zui
verste liefde jegens de menschen. „Het is vol
bracht." In dit woord van triomf zucht na de
zwaarte van den last, gloeit de hitte van den
strijd." Want Zijn leven was niet anders dan
één dragen van den last van Gods toorn, één
strijden tegen de zonde, en tegen satan. Daartoe
was Hij in de wereld gekomen. Daartoe heeft
Hij zichzelf overgegeven tot in den smadelijken
dood aan het kruis.
Maar nu het is volbracht. O, zeker, er
moest nog meer gebeuren. Want Jezus moest
nog sterven. Hij moest nog begraven worden.
En toch het alles beslissende is geschied.
Zwaarder strijd kon er niet meer komen. Het
keerpunt was bereikt. De ommekeer, de opvaart,
nu naar 't eeuwig leven toe, dit alles was niet
meer te stuiten. Daarom kon Christus zich voor
bereiden tot den dood.
„Het is volbracht", want satan is overwon
nen. Indien ooit op aarde eenig leven totaal mis
lukt scheen, dan was het het Zijne. Hooge ver
wachtingen hadden velen van Hem gehad. Maar
grooter teleurstellingen zijn ook nooit ondervon
den. Hoe profetisch was Zijn gestalte, hoe ze
genend Zijn hand, hoe welsprekend Zijn mond.
Nooit had iemand gesproken of gedaan als Hij.
En welk een tragiek geeft Zijn levenseinde nu
te aanschouwen. Tot de misdadigers wordt Hij
gerekend. Van alle heerlijkheid is Hij beroofd.
Verworpen door Zijn volk, overgeleverd door
de grooten des Rijks, gevonnist door den Ro
mein, gehangen aan het vloekhout. Een stervende
Kruiseling, Die naar Zijn einde haakt en zegt
„Het is volbracht". Klinkt het niet als bittere
ironie Ja, het leven is ten einde, maar is het
niet alles, alles mislukt Zeker, de Gekruiste
schijnt overwonnen, maar Hij is de Overwinnaar,
Die straks de kroon der heerlijkheid ontvangen
zal. Want satan is overwonnen. Hoewel hij al
zijn machten en krachten tegen den eenzamen
Worstelaar in het veld bracht, had hij niets aan
Hem, want Jezus Chrisuts, aan het kruis van
God en menschen verlaten, hield Zelf aan God
en menschen vast en Hij heeft overwonnen. En
op het oogenblik, dat satan Christus de verzenen
vermorzelt en Deze overwonnen schijnt, op dat
zelfde moment verplettert Christus satan's kop.
„Het is volbracht", want de zonde is verzoend.
Een volkomen verlossing is aangebracht voor
ieder, die gelooft. Er behoeft en er kan niets
meer aan toegevoegd worden. Daarom heeft
Jezus dat zesde kruiswoord ook uitgesproken.
Hij heeft het uitgeroepen. Want Jezus wilde, dat
Zijn stem weerklinken zou en dat Zijn Woord
zou worden gehoord. En Zijn stem heeft weer
klonken en Zijn woord is gehoord, toen op Gol
gotha's top en daarna alle eeuwen door„Het
is volbracht". De zaligheid is verworven en de
heilsweg geopend. Richt daartoe het oog des ge
loofs op Christus' kruis. Dan wordt de kruis
boom voor u een levensboom, de kruispaal een
ladder, een Jacobsladder, waarlangs uw ziel op
stijgt naar den hemel voor Gods troon.
„Het is volbracht." Christus sprak dit woord
opzettelijk onpersoonlijk. Opdat het zich per
soonlijk tot ieder zou richten. Het is volbracht,
ja, maar ook voor u Is uw schuld betaald Is
uw zonde Verzoend? Dat kan.slechts het geval
zijn, als gij door Gods Geest aan u zelf zijt ont
dekt. Zoo gij, als zondaar, hebt leeren huiveren
voor Gods gerechtigheid en heiligheid. Als gij
uw zonden hebt beleden en om Gods ontferming
hebt gebeden. Dan zal uw hoop u nooit be
schamen, als gij 't alles van Zijn waarheid wacht:
dan zegt gij, need'rig, dankbaar Amen, op 't
woord des Zoons „Het is volbracht
Twintig eeuwen zijn verloopen, sinds Jezus dit
woord deed hooren. Geslachten kwamen op en
geslachten gingen voorbij. Maar sedert het
oogenblik, dat Gods Zoon aan het hout der
schande Zijn zegewoord sprak, heeft de gansche
wereld moeten rekenen met het kruis, eens op
Golgotha's heuveltop geplant. De wereld is er
door veranderd. De wereldgeschiedenis zette
zich voort, maar op andere wijze en in een
andere richting. Want rondom het kruis heeft
God zich een gemeente vergaderd door de ver
kondiging van het heilig Evangelie een gemeen
te, die dat kruis tot standaard koos en den Krui
seling tot haar Koning.
Het kruis van Golgotha werd het middelpunt
der aarde is het ook het middelpunt van uw
leven Weet, de weg des heils loopt over Gol
gotha Daar is de zaligheid verworven. Daar
heeft Jezus geleden, wat gij lijden moest. Daar
heeft Jezus volbracht, wat gij volbrengen moest,
maar nooit zoudt hebben gekund Jezus heeft
het volbracht voor u. O, richt dan uw voet naar
Golgotha en uw oog op den Gekruisigde. Daar
straalt de volle heerlijkheid van Gods ontferming
u tegen in de Zelfovergave van Jezus Christus,
onzen Heere. Om onze ongerechtigheden werd
Hij verbrijzeld.
Serooskerke. W. F. M. LINDEBOOM.
DISTRICTSVERGADERING.
Reeds nu willen we met een enkel woord
aankondigen de vergadering van district IX van
den Schoolraad, die, zoo God wil, gehouden zal
worden Vrijdag 4 Mei a.s. te Middelburg.
In deze tijden, waarin met zooveel andere
goederen ook het groote goed der vrijheid van
onze scholen met den bijbel in het gedrang komt
door de idee van den almachtigen staat, die het
hoogste gezag zou zijn en aan welks verheer
lijking alles zou moeten dienstbaar gemaakt wor
den, is het noodig, dat ook de zaak van de
scholen met den bijbel blijft in het middelpunt
onzer belangstelling.
Herhaalde malen is er al op gewezen dat het
gevaar van dezen tijd niet ligt in de kracht van
den aanval, op onze heerlijke goederen. Hoe
innerlijk zwak is èn Socialisme én Communisme
én ook het Nationaal-Socialisme. Maar het ge
vaar schuilt in de zwakheid van het verweer.
En verweer is er zeker niet als we inslapen.
We moeten wakker blijven.
Een Schoolvergadering als van 4 Mei a.s. kan
dienen om ons, als we zouden dreigen in te sla
pen, wakker te houden. En ons weer te bepalen
bij de vermaning waakt en bidt.
In de morgenvergadering hoopt den heer A.
Janse van Biggekerke, te spreken en in de mid
dagvergadering hoopt Dr. J. H. Bavinck, be
noemd docent aan de Opleidingsschool op Java,
te refereeren over„Opvoeding en levensbe
stemming".
KERKSTRIJD.
De vorige week schreven we over een hoop
vol levensteeken in het besluit van de kerken
in Westfalen en Rijnland om zich niet te onder
werpen aan de nieuwe Kerkwet, die vorderde
dat de Synode zichzelve zou ontbonden verkla
ren en aanvaarden de regeering der kerk door
een rijksbisschop.
Het was te verwachten en te vreezen, dat de
rijksbisschop Ludwig Muller en de bisschop van
Westfalen Dr. Adler tegen dat besluit zouden
opkomen.
De bladen berichtten nu, dat er Zondag j.l.
in hetzelfde Dortmund een vergadering is belegd,
waar de leider van de geloofsbeweging der
Duitsche Christenen Dr. Kinder sprak en ook
4e rijksbisschop en de bisschop het woord voer-
4en.
Door hen werden woorden van „vermaan"
gesproken. Zoo door Dr. Kinder, die opriep tot
trouw aan den leider en aan de Nationaal-
Socialistische beweging. Hij betoogde, dat de
eenheid van het volk nu ook leiden moest tot
eenheid van de kerk. En de rijksbisschop kwam
vertellen, dat met de aanstelling van een rijks
bisschop een wensch van Luther was vervuld,
die al zou gevraagd hebben om een Germaan-
schen leidenden bisschop. En nu was dan de
tijd aangebroken dat die wensch van Luther naar
eenheid vervuld zou kunnen worden. Daarom
moesten de kerken in Westfalen zich niet tegen
die eenheidsbeweging verzetten.
Het is wel merkwaardig, dat de eenheid van
de kerk hier werd gevorderd op grond van de
eenheid van het volk, terwijl toch de eenheid
van de kerk van Christus haar grondslag vindt
in haar Hoofd in den hemel. „Eén lichaam is het
en één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt
tot ééne hoop uwer roeping, één Heere, één
geloof, één doop, één God en Vader van allen,
die daar is boven allen en door allen en in u
allen". Zoo spreekt de Schrift in Ef. 4 46.
Men moet wel totaal vervreemd zijn van het
rechte kerkbegrip om haar eenheid te eischen
op grond van de eenheid van het volk, waar zij
geplant werd. De kerk is dan niet meer het in
stituut in dienst van haar Koning in den hemel,
opdat Zijn Woord door haar worde verkon
digd, maar een menschelijke organisatie voor
religieuse bevindingen.
En wat dien wensch van Luther betreft er
wordt niet vermeld, waar die wensch van Luther
te vinden is. Maar al zou Luther misschien eens
iets dergelijks gezegd hebben, dan is te bedenken
dat Luther impulsief man als hij was wel eens
meer dingen gezegd heeft, waaraan geen groote
beteekenis is te hechten.
Erger nog maakte het de bisschop van West
falen Dr. Adler, die met dreigementen kwam. Als
de opnieuw geconstitueerde vrije Westfaalsche
Synode zich zou verzetten en zich niet vrijwillig
weer zou ontbinden, zouden machtsmiddelen
moeten aangewend worden.
Het zou niet onmogelijk zijn, dat men in
Duitschland tot die machtsmiddelen overging.
Vertelt men van Hitier, dat hij eiken dag het
Nieuwe Testament leest, tot nu toe heeft hij in
z'n regeeringsdaden geen blijk gegeven te willen
buigen voor den Christus, van Wien dat N.
Testament spreekt ook als van den Koning, aan
Wien gegeven is alle macht in hemel en op
aarde en voor Wien alle knie zich moet buigen.
Moge het geloof in dien Koning de belijders
van Zijn Naam getrouw doen zijn.
„GENIETEN" IN DE KERK.
In verband met wat we hierboven schreven
over de miskenning van de kerk als kerk van
Christus, die Zijn Woord heeft te prediken,
door haar te houden voor een menschelijke or
ganisatie, die dienen moet om het religieus ge
voel te bevredigen, en dat religieus gevoel dan
in nationale banen te leiden, willen we hier iets
overnemen uit een artikel van Prof. Grosheide
in Noord-Hollandsch Kerkblad.
Daarin spreekt hij over „verdieping". En dan
merkt hij op „Wij zijn onvoldaan, we zoeken
verdieping van geestelijk leven. Uitnemend, in
dien het geschiedt, het geschiedt zeker veel te
weinig. Maar wat is voor ons verdieping Dat
kan zijn een zoeken van onszelf. Dat is het, als
ons geestelijk leven zijn doel in zich zelf, in ons
zelf zoekt, wanneer het niet anders wil zijn, dan
veel genieten, vaak vertroost worden. Wie er
niet meer van ziet, die moet in botsing komen
met de kerk en zal het in de kerk niet vinden.
Want de kerk is de kerk van den Heere Jezus
Christus. Zij belijdt dat God alle dingen gescha
pen heeft, dat Hem alles toekomt zij roept Zijn
recht uit over de aarde zij zegt, dat God in de
zaligheid van zondaren zichzelf verheerlijkt. Dat
moge nu in de kerk en door de kerk niet altijd
met kracht naar voren zijn en worden gebracht,
het is in de kerk en met de kerk gegeven. Want
de kerk is de kern, de legerschaar van het Ko
ninkrijk Gods. Zij is het werk Gods in een ge
vallen wereld, waardoor de Heere zelf Zijn
macht en majesteit openbaart.
Daarom moet, wie zichzelf, zijn eigen geestelijk
leven in het middelpunt plaats in botsing komen
met de kerk. De kerk spreekt in de eerste plaats
van God en vraagt onderwerping aan Hem."
Is dat de ééne fout, die terecht door Prof.
Grosheide wordt aangewezen, dat men van de
kerk vraagt, wat de kerk niet geven kan en mag.
Bij die eerste fout komt een tweede, dat die
klagers over de kerk, als zou de kerk niet geven
wat zij behoort te geven, vergeten dat zij zelve
tot de kerk behooren en een roeping hebben
tegenover de kerk.
Hij vraagt„leven we in de kerk, of praten
we over de kerk
Het is met sommigen toch zoo, dat ze wel
over de kerk praten en over haar allerlei klach
ten hebben, maar ze leven niet in de kerk.
Prof. Grosheide zegt dan dat door het leven
in de kerk de ware geestelijke verdieping komt.
„Wie in zijn eigen geestelijk leven met de kerk
niet rekent en niet belijdt wat de Catechismus
ons op de lippen legt, die zal ook de zichtbare
kerk niet lief hebben, die kan misschien wel over
haar spreken, maar die leeft er niet waarlijk in.
En die komt tot de ware verdieping niet, omdat
hij onverschillig staat tegenover een belangrijk
punt van de belijdenis des geloofs."
Men zoeke de levensverdieping dan niet in
buitengewone dingen, als de Buchman-beweging
en soortgelijke verschijnselen, maar men zoeke
die door mee te leven met de kerk, en in haar
te zien en te eeren wat ze is en zijn moet de
draagster van het Woord Gods en Zijn beloften.
NED. BOND VAN JONG. VEREEN. OP
GEREF. GRONDSLAG.
Afdeeling Zeeland.
L. S.
Met Paschen hoopt de afdeeling Zeeland van
den Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op
Geref. Grondslag weer in algemeene vergadering
bijeen te komen. Des middags zullen bekende
sprekers voor ons het woord voeren over onder
werpen, welke thans zoo veelvuldig besproken
worden. Vanzelfsprekend, dat vele jonge men
schen daar komen zullen om de vragen van den
dag te leeren beantwoorden bij het licht van
Gods Woord en om versterkt te worden in hun
vereenigingswerk.
Echter niet alleen onze jonge menschen wor
den daar verwacht. Ook rekenen wij op een
talrijke opkomst van de ouders, oud-leden en
vrienden van ons jeugdwerk. Juist de belangstel
ling der ouders hebben de jonge menschen zoo
noodig. Daartoe op te wekken is het doel van
ons schrijven. Toont dan, ouders, dat het werk
van Uw groote jongens U ter harte gaat. Laten
zij bij U mogen vinden een waarachtig meeleven
met hun strijd en moeiten, met hun vreugden en
blijdschap.
Moge, ook door Uw opkomst, er een heilige
ijver en een bezielende geestdrift zijn in onze
samenkomst, waardoor oud en jong wordt ver
sterkt en aangevuurd in den strijd van het da-
gelijksch leven. En God schenke ons Zijn zegen,
door het werk van Zijn opgestanen Zoon Jezus
Christus, tot roem en prijs van Zijn heiligen
Naam.
J. P. KöGELER, Voorzitter.
JACQ. DE SMIT, w.n. Secretaris.
Souburg, Maart 1934.
Gaarne verleenden we aan bovenstaand schrij
ven hier een plaats. Tot trouw bezoek van deze
afdeelingsvergadering willen ook wij met aan
drang opwekken.
HEIJ.