FEUILLETON
KENTERING.
en Hij stelle deze talentvolle mannen tot eenen
rijken zegen voor de Gereformeerde Kerken en
haar Theologische School en ook voor de Ge
reformeerde wetenschap en met de 3 andere
professoren mogen ook zij rijkelijk ervaren, dat
Hij hen bekrachtigen wil om steeds trouwe
wachters te zijn op Sions muren en met hun
rijke gaven de kerken te dienen vele jaren.
17 Januari 1934 is weer voorbij, 't Was een
dag, die tot danken opwekt, maar ook oproept
tot gebed en liefde voor de opleiding tot den
dienst des Woords.
Aan het slot nog eene korte opmerking,
't Bleek ons, dat in geen jaren de finantiën der
School er zoo slecht hebben voorgestaan, als
juist nu. Zeker gedeeltelijk een gevolg der tegen
woordige tijdsomstandigheden, maar ook wel,
omdat onze kerken niet genoegzaam overtuigd
zijn en weten, hoe de stand van de kas van den
bekwamen penningmeester is. Als Gereformeerd
Nederland het maar goed weet, zoo twijfelen
we niet, of het zal zorgen, dat ook de School
zonder zorgen kan voortbestaan, zonder dat
telkens weer de klok moet geluid, ja eindelijk
zelfs aan het touw der noodklok zou moeten
getrokken. Tot gebed en liefde en offer voor
de Theologische School in collecte en contribu
tie moge een vriendelijk woord ter opwekking
ook in onze Zeeuwsche Kerken vruchtbaar zijn.
A. SCHEELE.
Kapelle-Biezelinge, 30-1-'34.
INSTITUEERING KERK TE DJOEMA.
In het Jaarboek ten dienste van de Gerefor
meerde Kerken 1934 staat te lezen op bladz.
342, dat er op het Zendingsterrein van Zeeland,
Noord-Brabant en Limburg is ééne geïnstitueerde
inlandsche kerk te Magelang, die heeft haar
eigen Javaanschen predikant in Ds. Idris Siswa-
sana sinds 2 October 1928. Djoema wordt de
tweede
Nu in het begin 1934 kan het verblijdend feit
medegedeeld, dat weldra kan overgegaan tot de
institueering van de kerk van Djoema.
Verleden week Vrijdag is toegestaan het ver
zoek van Ds. Merkelijn te willen goedkeuren,
dat in Djoema de ambten worden ingesteld. Eerst
is ter plaatse een onderzoek ingesteld door de
Javaansche Classis te Poerworedjo. Dit was
gunstig, alsook het advies van de Bijzondere
Vergadering. Djoema is rijp voor institueering
en het aantal mannelijke leden is meer dan vol
doende en onder deze zijn er meer dan genoeg
zaam, wat geschiktheid en gaven betreft, om
gekozen te worden voor het ambt. Wel wonen
de leden verspreid in de verschillende desa's,
maar de afstanden zijn zoo, dat de geestelijke
verzorging door de ouderlingen en den goeroe
gemakkelijk geschieden kan.
Tevens vroeg Ds. Merkelijn toestemming in
het vervolg te mogen handelen naar het advies
van de Javaansche Classis en de Bijzondere Ver
gadering, zoodat niet langer meer de Zendende
Kerk over de institueering beslist, maar dat deze
bevoegdheid bij de ontplooiing Van het kerkelijk
leven in Indië, dat ook uitkomt in het houden
van Classicale en Synodale vergaderingen, aan
de Inlandsche Kerken overgaat en dat die nu in
het vervolg beoordeelen zullen of eene plaats
rijp is voor institueering. Op verschillende Zen
dingsterreinen gebeurt het nu reeds op die ma
nier. Ook de Zuidel. Provinciën hebben tegen
deze wijze van handelen op het Zendingsterrein
Magelang niet het minste bezwaar.
Met blijdschap kan geconstateerd, dat er straks
is eene kerk te Djoema en het zal ons aller
bede wel zijn, dat God die Kerk stelle tot een
zegen in die omgeving en zij zij een licht op
den kandelaar en de daar te verkiezen broederen
mogen worden vervuld door den Heiligen Geest
met bezieling en kracht tot 's Heeren eere en
het welzijn der aan hunne zorgen toebetrouwde
kudde.
Men vraagt wel eens naar vruchten op den
Zendingsarbeid. Daar in het verre Djoema ziet
ge zulk een vrucht en is het dan niet een voor
recht daaraan te mogen medewerken Deze ar
beid is niet ijdelde velden zijn wit om te oog
sten, overal op ons Zendingsterrein roept men
om prediking. Onze missionairis kan de arbeid
niet af. Een weg moet gezocht. Laat alle mede
helpen om 's Heeren wil door gebed en gave.
God geeft zegen en vrucht op den Zendings
arbeid. Djoema roept het ons weer toe en hoe
donker ook de tijden zegt den kinderen Israëls,
dat zij voorttrekken.
A. SCHEELE.
Kapelle-Biezelinge, 31-1-1934.
40)
Met eenigen eerbied beschouwde moeder Ba
zuin, met onverholen nieuwsgierigheid Froukje
den predikant, die Groningen, ja het geheele
land van zich spreken deed.
„Dominé is zeker niet voorkomend behan
deld vroeg Barkema, die den predikant het
intiemst kende.
„Meer dan schandelijk, mijne vrienden. Bizon-
derheden zal ik u maar besparen. Zij doen er
niets toe. De Heere moge het den heeren van
het kerkbestuur vergeven, maar dit is geen be
handeling. Alle ernst ontbrak. Men bespotte mij
feitelijk. Niets mocht ik tot mijn verdediging
inbrengen. Elke maal, wanneer ik mij wilde ver
dedigen, werd mij door den president toege
voegd „Geen pour parlers". Wisseling van
gedachten was eenvoudig niet toegestaan. Ik
beriep mij op Gods Woord verklaarde, ten allen
tijde bereid te zijn, alles te herroepen, wanneer
mij uit het Woord werd aangetoond, dat ik on
gelijk had, maar men stoorde er zich niet aan.
Ik moet mij onderwerpen aan de reglementen.
Maar dat kan ik niet, want dan handel ik tegen
Gods Woord."
De zware stem zweeg even. In den kring was
diepe verslagenheid gevallen, hoewel men van
te voren nog had verklaard, geen enkele ver
wachting te hebben. Het leed, op het gelaat van
dominé De Cock te lezen, drukte neer. Zelfs
FASCISME GEVAAR VOOR DE KERK!
In het zeer overzichtelijk en leerzaam boekje,
dat dezer dagen van de hand van Prof. Anema
verscheen „De Fascistische leuze van den Cor
poratieven Staat", wijst de professor o.a. ook
op het gevaar, dat van die zijde voor de kerk
dreigt.
Ik doe eerst enkele aanhalingen
„Wanneer men van den Corporatieven
Staat spreekt, dan is dat juist, maar dan
moet men goed weten, wat de beteekenis
van die uitdrukking is de Corporatieve
Staat is niet de Staat in handen van de Cor
poraties, maar de Corporaties in handen
van den Staat." (bl. 25)
„Voor dien Staat is noodig om ons
nu maar te houden aan het schema van
Mussolini allereerst een eenheidspartij.
Dat wil met andere woorden zeggen, dat
er ééne partij is, die van bepaalde politieke
beginselen uitgaat, en die alle andere par
tijen met geweld onderdrukt en belet voor
haar beginselen op te komen en te pogen
deze voor het Staatsleven vruchtbaar te
maken. Of nog anders Er is voor noodig
geestelijk tyrannie van een klein volksdeel
over alle andere." (bl. 27)
„Maar zal deze nieuwe Corporatieve
Staat in een land kunnen tot stand komen,
dan moetdaartoe volstrekt worden ge
broken met het beginsel van de souverei-
niteit in eigen kringIndien ooit één
ding door het Christendom is verworpen
zonder eenige aarzeling en met volle over
tuiging, dan is het wel de leer van den to-
talitairen Staat (d.w.z. dat de Staat alles
is en alles te zeggen heeft. v. D.) omdat
in dien Staat ook alle religie wordt onder
worpen aan de doeleinden van den Staat
en zij haar eigen wezen niet kan ontplooien
dan binnen de vooraf door den Staat vast
gestelde perken." (bl. 28)
„Alleen wordt dienstbaar gemaakt aan
den Staat„Gelijkschakeling", dat is
berooven van alle zelfstandigheid, wordt
voor de kerk, voor de wetenschap, voor het
bedrijf het wachtwoord."
Dit heeft Prof. Anema gezegd, zonder in de
eerste plaats het oog te hebben op het Duitsche
Fascisme waarvan hij op bl. 25 zegt„Wat nu
betreft de nadere uitwerking dezer nieuwe op
vatting is uiteraard in Duitschland het Nationaal-
Socialisme nog te kort aan het bewind om daar
van iets positiefs te zeggen. Het Staatsgezag is
er volkomen dictatoriaal (d.w.z. één zeer kleine
groep van uitgelezen politieke mannen onder
leiding van een „sterke man" die volstrekte
macht heeft. v. D.), maar de Corporatieven or
dening van het volk moet nog komen.
Maar hoe groot het gevaar is voor de kerk
moge blijken uit het volgende voorbeeld
„Op 13 November werd 's avonds in het
Sportpaleis te Berlijn een vergadering ge
houden van „Duitsche Christenen". Van
dien Bond der Duitsche Christenen schreef
de Ref. Kirchenzeitung van 14 Januari: „De
wederpartijder die het op de Evangelische
Kerk toelegt, marcheert in verschillende co
lonnes Ludendorff Duitsche geloofsbewe-
ging Geloofsbeweging Duitsche volkskerk;
Duitsche Christenen. Maar de marschrich-
ting is dezelfde."
Welnu, bij die vergadering in het Sportpaleis
waren ook tegenwoordig eenige bisschoppen aan
gesteld door rijksbisschop Müller, Hitiers ver
trouweling. Bovendien waren vele kopstukken
aanwezig.
Zij applaudiseerden bij de volgende passage
„Het zielsontwaken van ons volk en onze
godsdienst is de eer van de natie in den
zin van een strijdbaar, heldhaftig Christen
dom. Daar de ziel absoluut (zonder rest)
den nieuwen Staat toebehoort kan de totale
Staat ook vóór de Kerk niet halt houden.
De Staat moet uit zijn geest ook aan de
Kerk haar vorm geven. Die geest is de geest
van god. Daarom dient een Kerk te worden
gebouwd, waarin de Duitschers zich thuis
voelen d.w.z. bevrijd van alles, wat niet
Duitsch is in cultuur en belijdenis. Dat be-
teekent afscheid van het Oude Testament
met zijn joodsche loon-moraal.
Het Oude Testament is een allerbedenke-
lijkst boekHet Oude Testament en
een raszuiver Christendom sluiten elk ander
uit.
Froukje, die aandachtig geluisterd had, was er
van onder den indruk.
„Deze ruwe behandeling bewijst weer eens te
meer, dat de heeren niet sterk staan", verklaarde
Barkema, het spannend stilzwijgen verbrekend.
„Wanneer zij zeker van hun zaak waren, konden
zij u, als in hun oogen dwalende broeder, be
hoorlijker behandelen. Een rechtsprekend college,
dat geen verdediging duldt, is in zichzelf geoor
deeld. Maar welk besluit is er nu gevallen,
dominé
„Nog geen enkel besluit, Barkema. De secre
taris van het kerkbestuur las een vooraf opge
maakte verklaring voor, die ik had te onder
teekenen. Als ik dat deed, werd mijn schorsing
opgeheven en was de zaak afgeloopen, ver
klaarde de president."
„Werd die verklaring alleen maar voorgele
zen Mocht U die niet eens zien vroeg Beu-
kema dan.
„Mij werd verzocht zonder meer mijn hand-
teekening te plaatsen. Natuurlijk dacht ik daar
aan geen oogenblik. Ik trachtte mij te verdedi
gen, maar, zooals ik zei, gedachtenwisseling
werd niet toegestaan. Ik had alleen te teekenen
en daarmee uit. Toen heb ik gevraagd, de ver
klaring te mogen overschrijven, om thuis nog
eens rustig te overdenken en na te gaan. Dat
mocht dan. Het beste lijkt het mij, dat ik de ver
klaring even voorlees. Dan zijn de vrienden van
hier en elders ook op de hoogte."
De predikant las„De ondergeteekende H.
de Cock, thans gesuspendeerd predikant te Ui-
rum, doe bij dezen door mijn eigenhandig schrift
en onderteekening en in opregten gemoede aan
Het is ook noodzakelijk het Nieuwe Tes
tament te zuiveren van de bijgeloovige ver
halen de zonden- en minderwaardigheids-
theologie van den rabbijn Paulus moet ver
dwijnen. Want de mensch heeft vertrouwen
noodig in zich zelf."
Ten slotte werd, in deze massale vergadering,
waarin slechts één man den moed tot protest
had, doch verwijderd werd, met algemeene stem
men een motie aangenomen, waarin o.a. staat
„Wij eischen, dat eenDuitsche volkskerk ernst
maakt met de verkondiging van een heldhaftige
Jezus-figuur als grondslag van raszuiver Chris
tendom, zoodat in plaats van de gebroken
knechtsziel de trotsche mensch komt te staan,
die als godskind zich aan het goddelijke in zich
en zijn volk verbonden voelt".
Dat zich thans meer dan duizend Evangelische
predikanten tot een predikanten-nood-bond ver-
eenigd heeft, en ondanks veler afzetting en schor
sing uit het ambt, in hun kerkelijke bladen tegen
zulk een „gelijkschakeling" eenerzijds en het
zeggenschap van den Staat in de kerk anderzijds
verzetten, is te begrijpen en stemt tot grooten
dank.
Maar het gevaar dat uit die Fascistische leuze
ook in ons land voor de Kerk dreigt, is ver
van denkbeeldig. Met het oog op die gelukkig
weinige kerkelijke menschen, die met de
N. S. B. ten onzent dwepen, wil ik hier nog ci-
teeren wat onlangs een modern predikant schreef:
Het Hollandsche nationaal-socialisme is allicht
ietwat anders dan het Duitsche dito. Maar er
is geen een reden om te verwachten, dat het
ten aanzien van de kerk niet precies dezelfde
gevaren oplevert als thans in Duitschland een
voudig feit geworden zijn. En het is voor mij
schier onverdragelijk beschamend, dat tijdens
den ontzettend-zwaren strijd, dien onze broeders
thans in Duitschland met levensgevaar (ik over
drijf niet, want ik ken ze) strijden, Hollandsche
Christenen innerlijk verraad plegen aan de
Christelijke solidariteit. (Dr. de Koning in „De
Stroom" van 13 Jan.).
De botsing is intusschen in Duitschland al
gekomen.
De zaken marcheeren snel, daarover de gren
zen. Wat te voorzien was is gebeurd De Pre-
dikanten-Noodbond is verboden en Müller,
wiens sympathieën bij de Duitsche Christenen
van het Sportpaleis liggen is Dictator in de ker
kelijke aangelegenheden
Geve de Heere onzen verdrukten broederen
in Duitschland trouw in de verdediging en be
waring van het pand hun toevertrouwd.
Zaandam. VAN DIJK.
HET MODERNISME EN DE ZENDING.
II.
Langzaam maar zeker maakte het Modernisme
zich meester van een belangrijken invloed in den
Internationalen Zendingsraad. Dit kwam reeds
uit op de Zendingsconferentie te Jeruzalem, waar
men o.a. de le Tafel der Wet deed ondergaan
in de 2e Tafel. Dit bracht reeds onder de ge-
loovigen groote onrust en bezorgdheid en toen
kwam de vraag naar voren of we nog langer
samenwerking mochten zoeken met hen, die
Jezus Christus niet meer als den eenigen weg
tot zaligheid erkennen, of aan het cultureele van
het Zendingswerk den voorrang gaven boven
het geestelijke.
Dan krijgen we keurige scholen met prachtige
leermiddelen uitstekend ingerichte ziekenhuizen,
maar niet meer als middel om het volk te be
reiken, doch slechts als doel. Er is dan weinig
verschil meer tusschen onze Openbare Scholen
en die Zendingsscholen, tusschen onze Rijks
ziekenhuizen en die Zendingshospitalen.
Niet alleen in onze kringen werd die bezorgd
heid gevoeld, ook in andere landen. In Scandi
navië en Duitschland dacht men er ernstig over
zich geheel los te maken van dien Zendingsraad.
Alleen de persoonlijke invloed van den voor
zitter Dr. Mott wist het gevaar te bezweren.
Maar telkens werden er weer besluiten genomen
in modernen geest. Het werk der Zending moet
blijven de verkondiging van het Evangelie, de
Zendingsboodschap van Jezus„Gaat henen,
verkondig dit Evangelie aan alle creaturen".
Slechts als hulpmiddel kan school en hospitaal
dienst doen, doch het is niet de taak der Zen
ding de Aziatische volkeren de Westersche cul
tuur te brengen of te voorzien van Medische
verzorging. Dat is de taak der Regeering.
We versmaden deze hulpmiddelen niet, omdat
het Provinciaal kerkbestuur van Groningen
blijken mijn bezwaar en leedwezen wegens het
bedrijf, waaraan, als moetende leiden tot ver
storing van de orde en de eendragt in de Neder-
landsche Hervormde kerk, ik mij schuldig heb
gemaakt ter zake van de uitgave van het werkje,
getiteld „de Evangelische gezangen, enz. door
J. Klok" enz. en het plaatsen eener aanprijzende
voorrede voor hetzelve, en ik leg tevens voor
hetzelve kerkbestuur de opregte belofte af, die
bevestigende door mijn onderteekening, dat ik
mij van nu voortaan, zoo in het openbaar als in
het bizonder stichtelijk zal gedragen, naar al de
bestaande kerkelijke reglementen en verordenin
gen."
„Maar dat is geen oplossing, zelfs al teekende
U", vond Barkema.
„Natuurlijk niet, broeder. We komen er geen
stap verder mee. Er wordt alleen gesproken van
de reglementen, maar men moet mij op grond
van Gods Woord overtuigen, dat ik ongelijk
heb. Als dat geschiedt zal ik teekenen wat men
mij voorlegt. Maar dit kan ik niet teekenen. Ik
zal het het kerkbestuur ook berichten. En dan
geven wij onze rechtvaardige zaak verder weer
in de handen van onzen God. Dat is verreweg
het beste. Voor de zooveelste maal heb ik van
daag weer geleerd de waarheid van hetVest
op prinsen geen betrouwen. Op menschen moe
ten we niet bouwen, want dan komen we ten
allen tijde bedrogen uit."
Op aller gelaat was teleurstelling te lezen.
Maar ook ontstemming, tevens.
„Het beste is, dat wij naar huis gaan, vrien
den. Geeft den toorn geen plaats. Wij volgen
daardoor de weg gebaand wordt voor de ver
kondiging van het Evangelie, we aanraking met
de bevolking krijgen, school en hospitaal zelf het
Evangelie kunnen brengen. Maar als we die
aanraking met de bevolking moeten missen, dan
kunnen het geen hulpmiddelen der Zending meer
zijn. In woord en daad moeten we het Evan
gelie van Jezus Christus brengen.
De modernen zaten niet stil.
Dr. Rockefeller in Amerika sprak zijn twijfel
er over uit of de huidige Zending wel doelmatig
werkte. Er moest eens een grondig onderzoek
ingesteld worden, niet door predikanten, maar
door leeken. Het gevolg er van was, dat vijf
en dertig man, de zgn. leekencommissie naar
China en Japan reisde om daar eens „grondig"
de Zending te bestudeeren. Het was eigenlijk
niets minder dan een breed opgezet pogen om
het Zendingswerk onder de macht der Modernen
te brengen.
„De stormzwaluwen zijn uitgevlogen. De
groote aanval is begonnen", zei Dr. v. Andel
op een vergadering te Djokja.
Het heette, dat deze commissie „onpartijdig"
te werk zou gaan en nieuwe banen zou zoeken
voor de Zending.
En welk gevolg had dit
De groote Godsdienststichters Confusius,
Buddha, Jezus, Mohammed zijn gelijkwaardig.
De Zendelingen moeten het goede uit al die
godsdiensten opsporen en dat aan de bevolking
brengen. Zoo moeten ze trachten op de Ooster-
sche ziel in te werken.
De Bijbelsche leer omtrent schepping, wonde
ren, Jezus Christus als Zone Gods, wordt ver
worpen. Er is niet één Godsdienst, waardoor
de mensch zalig kan worden, er zijn meerdere
wegen. We moeten komen tot een religieuse
eenheid, die boven de godsdiensten uitgaat.
De meeste Zendelingen zijn natuurlijk veel te
conservatief omdat te erkennen en moeten ver
vangen worden door anderen met breederen
blik. Die nu op het Zendingsterrein werken zijn
te traag en onbekwaam. Ze zweren immers nog
bij een ezel, die praateen stuk ijzer, dat drijft;
een zon, die stil staat een man, die in een wal-
visch zit.
De Zending heeft niet tot taak het Christen
dom te brengen in Azië. Zij, die beweren, dat
de Bijbel den eenigen weg ter zaligheid aanwijst,
weten het niet. Een Zendeling moet den Moham
medaan leeren trouw volgens den Koran te le
ven, ontdaan van al het bovennatuurlijke verder
moeten ze zich toeleggen op verbetering van
landbouw, veeteelt, nijverheid.
En natuurlijk is er in het Bestuur van den
Intern. Zendingsraad geen plaats meer voor der
gelijke domme, luie en achterlijke menschen, die
nog meenen, dat er slechts Één Middelaar Gods
en der menschen is.
Is het wonder, dat wij als Gereformeerden
met dergelijke menschen niet wenschen samen
te werken
Maar zien we nu ook het groote gevaar in,
dat er daar in het Oosten dreigt
Straks zal dit Modernisme, dat reeds zoo'n
grooten invloed heeft en haar bondgenoot het
Humanisme, aan die Aziaten alleen cultuur bren
gen ze losmaken van eigen godsdienstige over
tuiging en ze zoo in de armen drijven van het
ongeloof. Op dit Moderne Zendingswerk kan
straks Moskou voortbouwen met zijn Godloozen-
actie en er de rijke vruchten van plukken. En
als dan zoo Azië is gecultiveerd, dan wordt in
het Westen de Kerk des Heeren onder den voet
geloopen.
Het ontwakend Oosten roept om geestelijken
steun. Het heeft geen houvast meer aan eigen
godsdienst, vooral in China drijven duizenden
rond zonder roer op de levenszee. Ze verlangen
naar steun, naar een gids in het leven. Wan
neer we ons nu opmaken hun het ware Chris
tendom te brengen, den levenden Christus der
Schriften, dan krijgen ze weer steun in het le
ven, dan staan we voor ongekende verrassingen.
Meermalen is het gebleken hoe de prediking
van het zuivere Evangelie ten slotte toch weer
cultureel en maatschappelijk opheffend werkt.
In Indië zijn daar de Batakkers, de Minahassers
en ook onze Christen Javanen om dat te bewijzen.
Maarzoek eerst het Koninkrijk Gods en
„Zijn gerechtigheid en alle andere dingen zullen
u toegeworpen worden".
Dat is ook eisch op Zendingsgebied.
P. LOK.
geloovig en bereidwillig den weg des Heeren,
hoe zwaar en duister die ook lijkt. Wij willen
zijn zegen vragen."
De herbergier, staande in de andere hoek van
het vertrek, bij het buffet, had het gemurmel
gehoord en gekeken naar het gezelschap een-
voudigen en vooral naar den dominé van Ulrum,
die er toch niet zoo schrikbarend uitzag, als hij
wel werd afgeschilderd. Maar toen brak hem
geheel de klomp Daar werd, wat nog nooit
was voorgevallen, in zijn herberg hardop gebe
den Daar zat die gehate predikant te bidden,
hardop, voor de kerk des Heeren en de waar
heid Gods. Hij verstond woord voor woord
En het mooiste was nog, dat gebeden werd voor
de tegenstanders
Hij ging nu toch zoo langzamerhand ook ge-
looven, dat er aan dien dominé van Ulrum een
steekje los was. En hij was blijde, dat het gezel
schap opstond, om te vertrekken.
Dominé De Cock drukte de Groningers har
telijk de hand en ook de anderen, die niet van
Ulrum waren.
„Bazuin, 's Heeren zegen, hoor. Het verkwikt
mij, dat je zoo met ons meeleeft. Is dat je vrouw?
Het beste. En je dochter Het is heerlijk, dat
ook de jeugd zoekt naar de Waarheid Gods.
Leef dicht bij Gods Woord, kind en laat je niet
verleiden door de verlokkingen der wereld."
(Wordt vervolgd)