No, 49 Vrijdag 8 December 1933 47e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND, UIT HET WOORD, DADERS DES WOORDS* ZEEUWSCHE KERKBODE REDACTIEDs. A. C H EI] TE KOUDEKERKE eo Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG. MEDEWERKERS t D.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A, B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE: FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 ADVENT. Deze raad dacht Haman goed, en hij deed de galg maken. Esther 5 14. En Jonathan deed zijn mantel af, dien hij aan had, en gaf hem aan David. 1 Sam. 18:4. Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had. Matth. 1 24. De komst van Christus in het vleesch is niet naar den vleesche. De fakkeldragers der Messias-verwachting zijn zelfs in Israël altijd de verdrukten geweest. Dat is reeds met Jozef begonnen, en met Johannes den Dooper is het op den dood uitgeloopen. Maar ook buiten Israël is de advent van Christus gevoeld als een ergernis, die men gaarne uit den weg zou willen ruimen. Wat ons in het boek Esther beschreven wordt, is praeludium, voorspel van de ontmoeting van Christus en de vleeschelijke wereld. In Morde- chaï leefde de hoop der verlossing en de ver wachting van den Verlosser. En Haman, de Agagiet, de Ezautelg, heeft de advent van Israël, den Strijder Gods, gemerkt. Toen deed hij de galg opstellen, waaraan hij zelf te hangen kwam de gevloekte, die den ze gen Abrahams verworpen had. De groote man aan Xerses' hof, de man van naam, die den naam Jood of Judeër verachtte. De beloofde Messias der Joden was op zijn pad gekomen in den moed van Mordechaï, die tot de verbaasde hovelingen had gezegd, dat hij een Jood was. Mordechaï had zijn zelfrespect be waard, in de kracht der hoop op de advent van den Heerscher uit Juda En voor den Edomiet knielde hij niet Ad pasibulam naar de galg, kreet Hamans vrouw edoch, zij ook kende den eerstgeboorte zegen nieten als een andere Izebel droeg zij dra den zwarten doek der weduwen. Er zijn in Israël geweest, die voor de komst van den Messias opzij zijn gegaan in eerbiedige gehoorzaamheid. Toen Jonathan, de kroonprins, den gezegen- den gezalfden Gods, den overwinnaar bij de gratie Gods, David ontmoette, komend uit het eikendal met Goliaths zwaard en hoofd, is Jo nathan gaan wijken. Niet in mokkende onmacht, zooals zijn vader, doch in gewillige erkenning van Gods daden. Jonathan, de jongeling, bezat de vreeze Gods, die het van God verwachtte, en daarom op Gods daden lette. Jonathan heeft de advent van den Juda-telg verwacht, van den Silo, Die rust zou brengen aan het volk Gods. De Verlosser Israëls kwam in David van Godswege op het pad van Sauls zoon, Jonathan; en deze ergerde zich niet, maar, o gezegend kind des verbonds hij week en zocht zijn geluk in de schaduw van den van God verkorene En Jonathan deed zijn mantel af, dien hij aan had, en gaf hem aan David. De Jonathan in de volheid des tijds, als de engelen het groote Hallel instudeeren voor Christus' geboorte, is Jozef, met wien Maria was verloofd. Gij zone Davids zegt Gods engel tot hem in den droom, wees niet bevreesd, Maria, uw vrouw, tot u te nemen Christus is op Jozefs rechten weg gekomen Deze zoon van Abraham heeft Gods geboden leeren liefkrijgen, ook het gebod der ingetogen heid, omdat hij gaarne met Abraham gezegend wilde worden. Jozef heeft uit het geloof geleefd, als een rechtvaardige. Jozef heeft Sions Heiland verwacht En wanneer dan de Godsgezant hem vertelt, dat de Messias op zijn pad gekomen is, dan wijkt Jozef, dan gaat hij de smaadheid dragen, hij, de Davidszoon, de prins uit het aloude huis, opdat de van God verkorene, zijn plaats inneme. Jozef doet wat Jonathan eenmaal deedopzij gaan voor de advent van Christus Jozef dan, opgewekt zijnde van den slaap, deed, gelijk de engel des Heeren hem bevolen had. Haman is de gevloekte Jonathan en Jozef zijn de gezegenden Jonathans zoon, de kreupele Mefiboseth, heeft aan Davids tafel gezeten, en Jozef is met Maria door den profeet Simeon gezegend Er zit vloek of zegen in de ontmoeting met den Christus Gods. Wat wil toch onze tijd met al die galgen, die opgesteld worden Neen, ik bedoel niet het anti-semitisme, hoewel het er ook mee saam- hangt, maar ik denk aan al de knevelarijen van de kerk ChristiIn Rusland is 't heel erg, maar ook in andere landen is het reeds te merken. Denken de Hamans van onze dagen dan, dat er geen Held is, bij Wien God Israël hulp bescho ren heeft Er zijn weer heel wat Jakobs zonen, die den kant van Ezau en Haman opgaan die geweldig wordenmannen van naam aan de hoven der wereld. Wereldgrooten, schoon uit de christelijke kerk afkomstig Maar zij zullen op hun zegetocht den Christus in zijn volk en in zijn kruisdragers ontmoeten, en wee, die zich dan ergert hij gaat onverbiddelijk naar de galg, tot een eeuwige vervloeking. Op zij, mijne vrienden, voor den Christus Gods, en Hij zal u aan Zijn zij doen gaan. Ruimte voor den Zone Davids, en Hij zal u tot koningen maken. Den eigen eeremantel af, en Hij zal u beklee- den met de kleederen des heils Zijn smaadheid dragende, zal Hij u een sier lijke kroon geven. Christus heeft geen galgen, dan alleen voor wie zich aan Hem ergert Christus bereidt Zijn getrouwen een stad van goud en straten van goud, waar Mordechaï zijn zelfrespect bewaart en waar Jonathan en Jozef het zelfbewustzijn hebben van bij den Koning te zitten op den troon. Gij vindt dit alles veel te groot voor u Het is verwachting Maar zij ligt in Bethlehems kribbe O, laten wij aanbiddendien Koning, Die den hemelschen mantel Zijner heerlijkheid af deed, en Die, gelijk de Heere Hem bevolen had, den weg der vernedering ging tot aan het kruis Die, daar Hij rijk was, om onzentwille is arm geworden, opdat wij door Zijne armoede zouden rijk worden Nieuwdorp. Ds. E. BEUKEMA. DE AFSCHEIDING IN HAAR WORDING EN BEGINPERIODE DOOR Dr. J. C. VAN DER DOES. Van algemeene bekendheid is, dat Dr. Rull- mann, over de Afscheiding een boek schreef, dat reeds in vierde druk verscheen en dat als een standaardwerk over die periode van onze Va- derlandsche Kerkgeschiedenis kan aangemerkt worden. Toch deed Dr. van der Does een goed werk met ook zijn boek over de Afscheiding te geven, dat naast de genoemde studie van Dr. Rullmann een eigen plaats kan innemen. In een Woord vooraf" deelt hij mee, dat jeugdherinneringen hem hiertoe stimuleerden. Hij groeide op temidden van een kleine, onaan zienlijke Afgescheiden Gemeente, waaruit hem bijbleef de herinnering aan groote trouw, broe derlijke eensgezindheid, zelfverloochende hulp vaardigheid en toegewijde liefde. Zoo kwam hij er toe allerlei aanteekeningen te maken over de geschiedenis der Afscheiding, totdat hij, voor enkele jaren begon artikelen daarover te schrij ven in het weekblad, dat zich noemt met den ontzaggelijken naam „Woord en Geest". Deze artikelen werden nu, in keurigen vorm, uitgegeven door de N.V. W. D. Meinema te Delft. Wat al aanstonds in dit boek treft en het aan trekkelijk maakt zijn de keurige illustraties, waaronder er vele zijn, die men in andere boe ken niet aantreft. Voor Zeeuwsche lezers zijn bijzonder interes sant de afbeelding van de Herv. Kerk te Bigge- kerke, die tweemaal voorkomt, de eerste met de oude, de tweede met de nieuwe consistorie, met bij deze laatste de opmerking, dat de nieuwe consistorie de kerk ontsiert. Ook in verband met Ds. Budding het stadhuis te Goes, de portretten van bakker de Jonge en diens vrouw (de „hemelsche bakker" en „tante Jans") en een afbeelding van de stichtingen van Ds. Bud ding te Goes Rehoboth, Eben-Haëzer en Ra chelshuis. Maar niet alleen om de illustraties is dit boek te prijzen, maar ook om wat de schrijver daarin van de Afscheiding verhaalt. Hij doet dat zoo d^t het verhaal gemakkelijk te volgen is en men inleeft in het lijden en strijden van hen, die in deze beweging een vooraanstaande plaats in namen. Hartelijk bevelen we dit boek aan. HEIJ. HERDENKING 1834. Aan de Kerkeraden onzer kerken werden het volgende schrijven verzonden „Hooggeachte Broeders Weldra breekt het eeuwjaar der Afscheiding agn. In 1934 zal ongetwijfeld ons Gereformeerde volk over heel de wereld met blijschap herden ken, wat de HEERE daarin vóór honderd jaren aan Zijn Kerk heeft geschonken. Dat gedenken toch mag een danken zijn. De aanvang der Afscheiding was veelszins gering, de tegenstand was groot, maar het beginsel waardoor die eerste mannen en vrouwen gedre ven werden was machtig. Prof. Dr. H. Bavinck heeft dit, 25 jaren geleden, gekenschetst met het apostolisch woord„wij vermogen niets tegen de waarheid, maar voor de waarheid", 2 Cor. 13 8. Oók in de Afscheiding is gebleken, dat de uitnemendheid der kracht Godes is. Hij heeft uit dat kleine begin een groot werk doen groeien, waarvan de gezegende vruchten alom in den lande en ver daarbuiten in steeds uitgebreider kring geplukt worden tot op den huidigen dag. Een waardige, dankbare gedachtenisviering mag daarom niet achterwege blijven. Deze overwegingen hebben in den loop van dit jaar geleid tot de oprichting van een „Comité tot herdenking van de Afscheiding van 1834". Het spreekt vanzelf, dat dit Comité zich niet wenscht te begeven in datgene, wat ter officieele herdenking vanwege de plaatselijke Kerken op den weg dier Kerken zelve ligt. Wat het zich wél voorstelt, heeft het uiteengezet in een adres aan de Generale Synode van Middelburg, dat U hierbij als bijlage ter kennisneming wordt gezonden. De Generale Synode, die het besluit nam de Kerken op te wekken om op Zondag 14 October 1934 de Afscheiding in de godsdienstoefeningen te herdenken en alsdan een extra-collecte te houden voor de hulpbehoevende Kerken, heeft daarnevens haar hartelijke instemming betuigd met de in bovengenoemd adres aangegeven plan nen en beveelt de Kerken warm aan om het Comité bij de uitvoering te steunen. Dit geeft het Comité te meer vrijmoedigheid een beroep te doen op ons Gereformeerde volk. De tijdsomstandigheden zijn tegenwoordig voor velen moeilijk, doch waren de zwarigheden vóór honderd jaren niet ongelijk veel grooter En past het ons niet, dat wij, een vergelijking ma kende tusschen toen en thans, met woord en daad erkennen„Rehoboth, de HEERE heeft ons ruimte gemaakt en wij zijn gewassen in dit land" Gen. 26 22. Hooggeachte Broeders, ondanks de ongunst der tijden durft het Comité daarom nadrukkelijk aandringen op het bijeenbrengen eener belang rijke feestgave. Het verzoekt U vriendelijk hieraan mede te werken. Wilt voor dit doel een collecte houden in uw gemeente en daartoe op Uw collecten-lijst een datum in de eerste helft van 1934 reser veeren De collecten kunnen gezonden worden aan den len Penningmeester, den Heer J. H. Kok te Kampen (giro No. 47048). Voor het welslagen der plannen is aller daad werkelijke steun ten zeerste noodig. Geve de HEERE, dat de goede verwachting niet beschaamd worde en dat óók door middel der komende herdenking Zijner groote daden Zijn zegen over onze Kerken worde bevestigd Namens het Comité tot herdenking van de afscheiding van 1834, Het Moderamen Dr. H. COLIJN, le Voorzitter. Ds. J. DOUMA, 2de Voorzitter. Ds. JOH. H. RIETBERG, le Secretaris. Ds. G. STAAL, 2de Secretaris. J. H. KOK, le Penningmeester. H. DIEMER, 2de Penningmeester. Dr. S. O. LOS, Algem. Adjunct." Wij bevelen dit verzoek ten zeerste aan. De eerste gift kwam uit Zeeland, ten bedrage van 100.laten vele broeders en zusters dit goede voorbeeld volgen een ieder doe wat hij kan. Middelburg's Kerkeraad besloot reeds aan het verzoek van het Comité te voldoen, door een collecte te doen houden voor dit sympa thieke doel. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat één Kerkeraad in Zeeland zal achterblijven. De Theologische School onzer kerken mag toch op aller liefde en gebed rekenen. Opdat ieder wete, wat het doel van het Co mité is, laten wij het hierbij volgen „Het Comité tracht zijn in de 2e alinea van dit schrijven genoemde doel te bereiken a. door het oprichten van een zeer eenvoudig gedenkteeken te Ulrum b. door het bevorderen van de publicatie van wetenschappelijke en populaire geschriften op de Afscheiding betrekking hebbende c. door naast de officieele herdenking door de verschillende plaatselijke kerken op den herdenkingsdag in Kampen een samenkomst te houden, waar o.m. door Z.Excellentie Dr. H. Colijn een herdenkingsrede zal worden uitge sproken aan deze samenkomst zal uitzending door de radio verbonden worden d. door het verzamelen van gelden, bestemd: le. voor de uitbreiding van de Bibliotheek der Theol. School te Kampen, welke gelden in overleg met de Hoogleeraren dezer School zul len aangewend worden 2e. voor de versterking van de bestaande fondsen, die hulp verleenen aan buitenlandsche studenten, welke studeeren aan de Theol. School te Kampen en aan de Faculteit van de V.U. te Amsterdam e. door andere gepaste middelen, die voor de bereiking van het doel bevorderlijk zijn te achten. Zoodra naar het oordeel van het Comité het boven omschreven doel is verwezenlijkt, ontbindt het Comité zich, na vooraf verslag van zijn be heer gedaan te hebben." God zegene den arbeid van het Comité in een rijke mate. M. SCHEELE. RIJKE STROOMEN IN „DEN ZEEUWSCHEN BEKER". Fl. te Meliskerke 5.uit coll. G. K. te Koudekerke 2.50 en 1.Mej. K. te St. L. 0.50 uit coll. G. K. te Veere 6.50 en ƒ2. uit coll. H. K. te Veere ƒ1.— Geref. Meisjes- vereen. te Veere 8.75 N. N. te Veere ƒ1. nagiften Goes Mej. T. 1.Mej. Zw. 3.50; leerl. Chr. School ƒ1.uit coll. G. K. te M'burg 1.Comité Bergen op Zoom (1ste verantw.) 254.80 Comité Biggekerke 183.38; Comité Schoondijke 191.Comité Oosterland (lste verantw.) 76.05 Comité Tholen 95.85. In totaal ontvangen 9986.71. Nog enkele guldens en de tienduizend is be reikt. Nimmer hadden we durven hopen, dat een dergelijk resultaat zou kunnen worden ge meld. We zijn er dankbaar en blij mee, dat we ten minste iets mogen doen tot leniging van den onbeschrijfelijken nood. Laten we niet meenen, dat we nu reeds veel hebben gedaan en zelf genoegzaam de handen in den schoot leggen. Zoolang de nood- en de verdrukking heerscht in het leven van onze mede-geloovigen, zoolang er de dreiging des doods is over de duizenden christenen, zoolang mogen we niet rusten, maar zullen in Gods kracht en op Zijn bevel voort gaan om in Nederland de harten der geloovigen te neigen tot milddadigheid en offervaardigheid, voor zoover dat in ons vermogen is te doen. Nog steeds breidt het aantal Comité's zich uit. Bij de felle koude van Maandag maakten we de tocht naar Yerseke en Krabbendijke. De goede ontvangst bij de broederen maakte evenwel 't harte warm en met blijdschap konden we, na de stichting van een tweetal Comité's 's avonds laat huiswaarts keeren. Thans zijn er 43 Comité's en nog staan er een twintigtal te stichten. De Beker staat dus nog in het teeken van stijging en mocht 't noodig zijn welnu, dan begint de vulling van vooraf aan. Hartelijk danken we de Comité's en alle jonge menschen, die zich bereidwillig gaven tot dit werk den barmhartigheid. Met vriendel. dank en dringende aanbeveling. Namens het Prov. Comité, St. Laurens. A. KONING. Giro 220659.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1933 | | pagina 1