No. 41
Vrijdag 13 October 1933
47e Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND.
UIT HET WOORD.
DADERS DES WOORDS,
ZENDING.
ZEEUWSCHE KERKBODE
REDACTIEt Ds. A. C HE IJ TE KOUDEKERKE en Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG.
MEDEWERKERS t D.D. L. BOUMA, W. M. LE COLNTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement
yan minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ G OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
MARIA EN MARTHA.
En Jezus antwoordende, zeide tot
haarMartha, Martha gij bekommert
en ontrust u over vele dingen, maar
één ding is noodig doch Maria heeft
het goede deel uitgekozen, hetwelk van
haar niet zal weggenomen worden.
Lukas 10:41, 42.
n.
Treden we nog eens het huis van Martha
binnen.
Wat zou, na het bestraffend woord van den
Heiland tot Martha, verder in dat huisgezin zijn
voorgevallen? Zou Martha boos zijn geworden,
omdat Jezus zoo ondankbaar was haar te be
rispen, haar, die toch alleen voor Hem zich
had ingespannen
'k Denkze zal eerst verschrikt hebben op
gezien, want zoo'n antwoord had ze allerminst
verwacht, maar ze zal, na eenig nadenken, tot
zichzelve gezegd hebben de Meester heeft ge
lijk, ik ben dwaas geweest.
Ik zie haar ook zitten aan de voeten van haar
Heiland. Niet druk bezig, maar luisterend, in
zich opnemend, ontvangend. Beiden, Maria en
Martha, zie ik ingespannen hooren naar de
woorden van geest en leven, die de groote
Meester spreekt. Doch nu moeten we niet de
verkeerde conclusie trekken, alsof Jezus het
onderscheid in aanleg en karakter tusschen deze
beide vrouwen heeft willen opheffen.
Hij wil Martha niet tot Maria maken. Hij wil
Martha Martha laten, maar meer en meer van
de oude Martha een nieuwe, gereinigde Martha
maken.
Toch' zal ook die vernieuwde Martha altijd
een andere persoonlijkheid blijven dan Maria.
Dat komt zoo echt uit, wanneer Lazarus gestor
ven is. De zusters hoorende Meester komt
aan. Maria blijft in huis, zit stil te weenen.
Martha gaat Hem aanstonds tegemoet. Zoo
blijft er onderscheid. Martha zal blijven de prak
tische, productieve natuur de vrouw die zich
met volle kracht aan haar huishouden geeft, de
vrouw, die toch altijd liever iets doet, met iets
bezig is, dan dat ze stil zit te mijmeren.
Maria zal blijven de in zichzelf gekeerde, de
mystieke natuur, de vrouw, die de contemplatie,
de beschouwing lief heeft, de vrouw, die minder
spreekt vindt ge veel woorden van Maria
in den bijbel minder druk in de weer is,
maar dieper leeft, rijker gemoedsleven heeft.
Ook in onze dagen zijn er die tweeërlei soort
Christenen.
Er zijn Martha's, discipelen en discipelinnen
van Jezus, bij wie het doen op den voorgrond
treedt, praktische naturen, die werkzaam zijn op
allerlei terrein, die groote arbeidskracht ontwik
kelen. Ieder spreekt van hen en roemt hun ac
tiviteit en rusteloos bezig zijn in de dingen van
Gods Koninkrijk.
Is er in het politieke of sociale leven verslap
ping zij spreken hun bezielend woord en
wekken de lauwen op.
Er zijn ook Maria's, volgelingen van Jezus,
die meer receptief, meer ontvankelijk zijn. Onder
hen zijn meer vrouwen dan mannen. Over hen
spreekt de wereld minder. Ze kunnen ook niet
trots wijzen op veel werk, dat ze naar buiten
tot stand hebben gebracht. Maar ze kennen een
rijk innerlijk leven, een teedere, verborgen om
gang met God.
Ze ontwijken 't drukke menschengewoel en
zoeken de eenzaamheid.
We zouden 't ook kunnen zeggen met 't
schoone woord van een onzer theologen Er
zijn er die in de lampen van Gods Kerk de olie
druppelen, en die aan die lampen het licht ont
steken.
En nu zien we 't nog weieens gebeuren, dat
de Martha-naturen aanmerking maken op de
Maria's. Soms ook wel maar lang zoo vaak
niet dat de Maria-naturen de Martha's be
rispen.
De actieve, productieve Martha stalt dan al
haar tastbaar werk voor de oogen van de be
scheiden Maria uit en pochtwat kunt gij daar
nu naast zetten Wat heeft nu de wereld voor
vrucht van al uw mijmeren en stilzitten
De stille, receptieve Maria ziet ietwat laat
dunkend op dat oppervlakkig, uitwendig druk
gedoe neer. Zij voelt zich met haar rijk innerlijk
leven ver boven Martha verheven.
Zoo hebben beide naturen haar eigen gevaren,
waartegen ze moeten waken.
De Martha's hebben toe te zien dat ze, klagend
over 't nietsdoen van de Maria's, zelf temidden
van hun werken en draven en zwoegen, niet
vergeten, dat niet de meeste beteekenis heeft
wat wij doen, maar hetgeen Jezus Christus ge
daan heeft voor ons, zijn verzoenend werk ten
behoeve van arme zondaren.
Hun leven dreigt ondiep te worden. Zij moe
ten den blik naar binnenslaan en luisteren naar
het woord van den apostel„benaarstigt u stille
te zijn", en naar het woord van Christus Één
ding is noodig.
De Martha's mogen wel steeds den Heere
vragen om deemoed, nederigheid, besef van af
hankelijkheid, opdat ze niet in eigen kracht gaan
werken en zichzelf de eer van het werk niet
toeschrijven, in plaats van aan dien God, die
't alles in hen heeft gewerkt.
De Maria's hebben toe te zien dat ze kla
gend over 't onrustig bezig zijn van de Mar
tha's zelf de hitte van den strijd niet ont-
loopen, dat zij 't zich in het leven niet al te
gemakkelijk maken door het moeilijke werk
steeds aan anderen over te laten, om zelf on
afgebroken te genieten.
Geen naijver, geen twist tusschen de Martha's
en Maria's, maar een biddend samenwerken en
samenstrijden, een elkander bewaren voor een
zijdigheden.
Drukke Martha's vergeet nietuw Hei
land zelf kende tijden van stille afzondering.
Hij trok zich telkens terug uit het drukke ru
moer der wereld om alleen te zijn met zijn he-
melschen Vader. Dat moest gebeuren, zoodat
Hij zelfs een deel van den nacht daaraan be
steedde, wanneer Hij overdag geen tijd had.
Zoudt gij dan zulke tijden in uw leven kun
nen missen
Teruggetrokken Maria's vergeet nietuw
Heiland zonderde zich niet alleen af, maar Hij
was ook druk bezig in Jeruzalem en in den
tempel, in de stad en op het land, om het zaad
des Koninkrijks te strooien. Hij ging het land
door goeddoende.
Martha's en Maria's eerst zitten aan Jezus'
voeten en telkens weer zitten aan Zijn voeten.
Eerst ontvangen en telkens weer ontvangen.
Maar dan opstaan met heerlijke kracht, ver
kregen in die stille uren van gemeenschap met
Christus om zij 't ook in onderscheiden mate
en op onderscheiden manier de arme wereld
te zeggen de groote zaligheid die er ligt in een
leven, aan God gewijd.
Zaamslag. KOK.
KERKELIJKE EENHEID VAN ALLE
GEREFORMEERDEN.
n.
Gelijk we reeds in ons eerste artikel herin
nerden werden de beide eerste conclusies, die
betrekking hadden op de roeping tot kerkelijk
saamwonen van alle Gereformeerden, zonder
eenige wijziging aangenomen. Verschil van in
zicht bleek alleen te bestaan over de derde,
waarin richtlijnen werden gegeven voor de
practische uitwerking. Daarover dan nu.
Het voorstel der Commissie was, dat de Sy
node een publiek getuigenis zou doen uitgaan
tot de Gereformeerde Gemeenten, de Christelijk-
Gereformeerde Kerk, de Confessioneele Ver-
eeniging en den Gereformeerden Bond, om in
dat getuigenis in den Naam des Heeren den
eisch tot kerkelijke eenheid voor hun consciën
tie te leggen, en hun de vraag te stellen of het
nog langer verantwoord is, dat zij en wij ker
kelijk gescheiden leven en hun dan met al den
drang der waarachtig-zoekende broederliefde te
verzoeken ons te willen melden of zij bereid zijn
met ons saam te spreken over wat ons verdeelt
en over de wijze, waarop de door God geëischte
kerkelijke eenheid zou kunnen verkregen worden.
In de bespreking werd er op gewezen, dat
het wel eenig bezwaar heeft een publiek getui
genis te doen uitgaan. Zoo licht wordt de be
doeling er van misverstaan en ziet men daarin
een uiting van hoogmoed en van zelfgenoeg
zaamheid.
Dat dit bezwaar niet uit de lucht gegrepen
was werd bewezen door wat Prof. H. Visscher
over de Synode schreef in het Gereformeerd
Weekblad, en dat te onvoorzichtiger ure
door De Standaard, werd overgenomen en alzoo
algemeen verbreid.
Dat getuigenis qualificeert hij als een soort
apostolisch schrijven om het daarmee te dis-
qualificeeren als uit hoogmoed geboren. De
hoogleeraar schijnt uit te gaan van de gedachte,
dat alleen apostelen mogen vermanen. Maar als
die apostelen vermanen„vermaant elkander
1 Thessal. 5:11) en „laat ons op elkander
acht nemen, tot opscherping der liefde en der
goede werken" (Hebr. 10:24), dan is er alleen
gehoorzaamheid aan dat apostolisch woord,
wanneer gedacht wordt aan dat vermanen van
elkander.
Op de Synode werd dan ook uitgesproken,
dat zulk een getuigenis heel wel zöö was te
stellen, dat elke schijn van hooghartigheid ver
meden wordt. Er werd dan ook tot een getui
genis besloten. En wanneer te zijner tijd dit
getuigenis zal gepubliceerd worden, zal, naar we
vertrouwen, wel blijken, dat het aan alle hoog
hartige zelfgenoegzaamheid gespeend is.
Een tweede vraag was, tot wie dat getuigenis
zou moeten gericht worden. In het voorstel der
Commissie werden bepaalde adressen genoemd,
n.l. de Gereformeerde Gemeenten, de Christelijk-
Gereformeerde Kerk, de Confessioneele Ver-
eeniging, en de Geref. Bond.
Bij de bespreking daarvan werd herinnerd dat
wat in de tweede conclusie werd gezegd, dat de
eenheid van kerkelijk saamleven alleen mocht
gezocht met onverzwakte handhaving van wat
naar Schrift en Belijdenis om des Heeren wil
nooit mag worden prijsgegeven.
Op dat punt nu werd er twijfel uitgesproken,
of van de leidende figuren in de Confessioneele
Vereeniging wel kan worden gezegd, dat zij
principieel het gezag der Schrift handhaven.
Een ander wees op de Geref. Gemeenten, dat
die wel dezelfde belijdenis hebben, maar toch
leven uit een heel anderen geest.
Ook werd de vraag geopperd of het wel aan
gaat met zulk een getuigenis zich te richten tot
vereenigingen, waar het hier gaat over een ker
kelijk saamleven.
De hiergenoemde bezwaren golden niet de
Christelijk-Gereformeerde Kerk. Met haar heb
ben we te doen niet met een vereeniging maar
met een kerk en als kerk belijdt zij ook de
Geref. belijdenis ongerept te willen handhaven.
Het eind der bespreking was, dat gelijk
we reeds hierboven schreven besloten werd
een publiek getuigenis te doen gaan.
Echter dan niet om zooals Prof. Visscher
beweert en insinueert daarin hoog op te doen
met roerende en vrome woorden, van een diep
gevoelde behoefte aan hereeniging van alle Ge
reformeerden. Bij dat getuigenis zal niet het ge
voel uitgangspunt zijn, maar de gehoorzaamheid
aan wat God in Zijn Woord duidelijk eischt van
ons en van anderen, ook van Prof. Visscher.
Wat hij dus verder in hoog zelf-gevoelen
fantaseert over de „onbewuste zelfverblinding
en de geestelijke verstarring, die in de Geref.
Kerken zou gevonden worden", mist allen feite
lijken grond.
Waarop in dit getuigenis zal gewezen worden
is dit, dat er een eisch is tot die eenheid van
Godswege, en dat er dus ongehoorzaamheid is
aan Gods Woord, wanneer die eenheid niet
wordt gezocht. Die eisch zal naar de roeping,
om elkander te vermanen alzoo gelegd wor
den aan elks consciëntie, opdat elk zich reken
schap geve van de vraag of het nog langer ver
antwoord is, dat gescheiden leven, die bijeen
hooren.
Omdat het hier gaat om een kerkelijk saam
wonen van alle belijders der Geref. religie, zal
dit getuigenis zich tot die alle richten ,om daarin
dien eisch tot gehoorzaamheid op den voorgrond
te stellen en uit te spreken, dat de Geref. Kerken
tot die eenheid bereid zijn.
En besloten werd dan ook, om in het bijzon
der, met dit getuigenis, ons te wenden tot de
Synode der Christelijk-Gereformeerde Kerk.
Hier is een kerk, die ook wil staan op den bo
dem der Geref. belijdenis. De herdenking van
de Afscheiding in het volgend jaar geeft van
zelf aanleiding om te wijzen op de Acte van
Afscheiding en wederkeering, waarin wordt uit
gesproken, dat tot Afscheiding alleen noodge
dwongen werd overgegaan en dat er aanstonds
wederkeering moet komen, wanneer dat op
grond der belijdenis mogelijk is.
Deputaten werden benoemd om dit getuigenis
op te stellen en voor publicatie daarvan zorg te
dragen. Ook om kennis te nemen van de ant
woorden, die daarop mochten inkomen en zoo
die daartoe grond geven nader contact te zoeken.
Hiermee zal dan een eerste stap worden gezet
op een weg, die in gehoorzaamheid aan het
Woord Gods moet worden ingeslagen. Moge het
in de uitkomst blijken, dat de alzoo ingeslagen
weg leiden zal tot het kerkelijk samenwonen van
alle belijders der Gereformeerde religie.
HEIJ.
MILDE STROOMEN IN
„DEN ZEEUWSCHEN BEKER
Uit coll. G. K. te Middelburg van N. N.
5.van een Wed. 0.50 onder letter D
1.van de M. 2.50; K. te Terneuzen
20.een hefoffer van een „arme" te M'burg
1.Comité Koudekerke (Dorp) 139.30;
de V. te M'burg 2.50Comité Zierikzee
185.94.
In totaal ontvangen 4074.46.
Zierikzee is op heden de laatste van de Co-
mité's van Schouwen en Duiveland, die gereed
kwam. Thans zijn daar geen Comité's meer,
waar we van Oosterland, dat zoo zwaar ge
troffen is door den cycloon niet veel verwach
ten mogen. Een nieuwe tocht naar dat afgelegen
oord staat op 't program.
Koudekerke is voor de helft gereed en heeft
reeds een goed resultaat. De andere helft van
deze gemeente zal zich wel aan haar milddadige
wederhelft conformeeren.
Thans zien we met spanning uit naar de uit
slagen te Middelburg, Vlissingen en Terneuzen.
Zaterdagavond weten we meer.
We worden telkens verrast door de groote
blijmoedigheid, waarmee wordt geofferd, om
niet te zeggen verbaasd. Geen plaats of streek
in Zeeland wil blijkbaar achterblijven. Welnu
„de Zeeuwsche Beker" is ruim en heeft de
zelfde eigenschap als alle bekers hij kan steeds
weer worden gevuld.
De Heere zegene de gaven en de gevers, bo
venal ter vertroosting en bemoediging des zwaar
beproefde Christenbroeders en -zusters in Rus
land.
En nuDr. Krop, de bekende ijveraar te
gen het Bolsjewisme zal Zeeland bezoeken. Vol
gende week zullen we D.V. nader aankondigen.
Voorloopig reeds dit, dat Dr. Krop te St. Lau
rens en te Meliskerke optreden zal en wel op
24 en 25 October.
Met vriendelijken dank en dringende aanbe
veling.
Namens het Prov. Comité,
St. Laurens. A. KONING.
Giro 220659.
Magelang, 26 Augustus 1933.
Amice
De nieuwe cursus is op onze scholen weer
begonnen en al een poosje aan de gang en ik
kom er U eens wat van vertellen. Het aantal
leerlingen, dat op onze scholen plaatsing zocht,
was dit jaar niet zoo overstelpend groot als
vorige jaren.
Velen kunnen het schoolgeld niet meer beta
len en in plaats van hun kinderen naar de Holl.
Jav. en Holl. Chin, scholen te zenden, waar ze
minstens 2 a 3.per maand moeten betalen,
doen de Javanen en Chineezen hun kinderen op
andere scholen, waar het schoolgeld slechts één
of twee kwartjes bedraagt, zooals de gewone
Jav. Standaardscholen, waar het onderwijs in
het Javaansch en onze Maleisch-Chineesche
scholen, waar het onderwijs grootendeels in het
Maleisch gegeven wordt. Maar hoewel niet zoo
overstelpend, toch was de aanvoer groot ge
noeg, om elke plaats die open was, te bezetten;
alleen er behoefden er niet zoo velen afgewezen
te worden.
De toevoer naar de Standaardschool was
echter groot. Maar met sommige vervolgscholen
ging het dit jaar niet zoo makkelijk. Vervolg
scholen vormen een vervolg op de Volksscholen
of desascholen en bevinden zich daarom ook
meestal in de desa, die als een middelpunt van
enkele desa's kan beschouwd worden in een
desa, waar b.v. een assistent-wedana woont dat
is een bestuursambtenaar, die aan het hoofd
staat van 1216 dorpen. Wanneer de leerlingen
hun driejarige desaschool afgeloopen hebben,
kunnen ze op zoo'n tweejarige Vervolgschool
verder leeren, en een diploma behalen, dat ge
lijk is aan een diploma van een vijfjarige
Standaardschool. Op iedere 7 desascholen is er
één Vervolgschool.
Welnu, zulke vervolgscholen hebben we ook
een drietal en met die scholen hebben we wel