FEUILLETON KENTERING. Ds. Meyering van Katwijk a. d. Rijn, dankte het moderamen voor de wijze waarop zij het conflict tusschen Deputaten en den Raad van legerpredikanten heeft opgelost. De Synode keurde de conclusies goed, alsook de handelingen van het moderamen van de vorige Synode en van den Den Haag-West. De Synode nam kennis van de naamsverande ring van de oud-Geref. Kerken in Duitschland en van de oprichting van de zoogenaamde J ustus-commissies. Ds. K. Minnema, van Garijp, rapporteerde hierna over het rapport van de Deputaten inzake den geestelijken arbeid onder de Zuiderzee- arbeiders. Na eenige discussie, met name over den finantieelen kant van de kerken in het droog gelegde gebied, waaraan deelnamen Ds. J. L. Schouten en de ouderlingen A. van der Wal te Harlingen en F. J. Wielenga te Apeldoorn, werd het rapport onder dankzegging goedgekeurd. Ouderling M. D. H. A. Schalekamp, van Wassenaar, rapporteerde over een voorstel van de Kerkeraad van Heemstede, waarin de Synode verzocht wordt te overwegen, wat moet worden gedaan, ter bevordering van den invloed van de Protestantsch-Christelijke pers. De Synode sprak uit, van oordeel te zijn, voor dit voorstel alle waardeering te hebben, maar dat de bevor dering der Christelijke pers met zedelijke midde len moet geschieden en concentratie van deze pers niet ligt op den weg der kerken. Ouderling W. J. Voogsgeerd, van Nieuw- Loosdrecht, rapporteerde hierna over de steun- verleening aan de Hongaarsche studenten. Het rapport werd goedgekeurd, en de Synode besloot opnieuw Deputaten te benoemen, met de op dracht, voor den cursus 1933-1934 geen twee, maar zoo mogelijk vier studenten steun te ver- leenen en aan de kerken een halve collecte te vragen. Te 5 uur sloot de president, nadat Ds. Schou ten in dankgebed was voorgegaan, de eerste zittingsweek der Synode. De zittingen zullen a.s. Dinsdagmorgen te negen uur worden voortgezet. De vierde zitting. In de Dinsdag te Middelburg gehouden vierde zitting van de Generale Synode der Gerefor meerde Kerken heeft de voorzitter, Dr. K. Dijk, Prof. Dr. F. W. Grosheide van Amsterdam als prae-adviseur welkom geheeten, waarna de hoogleeraar als zoodanig zitting nam. Ouderling C. Monster van Westmaas was door ongesteld heid verhinderd en vervangen door Ouderling L. Hoogenboom van Oud-Beijerland. De eerste scriba, Dr. G. Keizer van de Steeg was door lichte ongesteldheid afwezig. De voorzitter herdacht in een rede, door de Synode staande aangehoord, het overleden lid, wijlen Ds. J. P. Klaarhamer van Dokkum en diens verdiensten voor de kerken, voor de Generale Synode, als deputaat voor de Zending en voor de oefening van het verband met de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit en zijn arbeid als scriba van verschillende Generale Synodes. Ook sprak de voorzitter een kort woord van nagedachtenis jegens oud-Minister wijlen Mr. H. v. d. Vegte te Den Haag, voorheen Deputaat voor de correspondentie met de Hooge Over heid en tot aan zijn dood bestuurslid van het Geref. Tractaatgenootschap „Filippus". De Synode besloot aan de nagelaten betrekkingen van de heeren Klaarhamer en v. d. Vegte een schrijven van rouwbeklag te zenden en zich ter begrafenis van Ds. Klaarhamer a.s. Donderdag te Dokkum te doen vertegenwoordigen door een deputatie bestaande uit de heeren Prof. Dr. J. Ridderbos van Kampen en Ds. W. Breukelaar, em.-predikant te Santpoort en eveneens deputaat voor de Zending. De Synode vulde voor de laatste maal het agendum met de alsnog inge komen stukken aan. Een schrijven van Mr. L. v. Andel te Middel burg houdende bezwaar tegen de benoeming van Prof. Dr. V. Hepp tot adviseur van de com missie die de zaak van Dr. J. G. Ubbink krijgt te behandelen, besloot de Synode niet in behan deling te nemen, daar over deze zaak reeds was beslist. Dr. W. A. v. Es van Leeuwarden deelde mede, dat Prof. Hepp instantelijk weigert in deze zaak van advies te dienen zoodat de betrokken com missie voor deze aangelegenheid het zonder prae-adviseur moet doen. De Synode besloot daarin te berusten. De Synode verklaarde een bezwaarschrift van den heer J. Lameris te Amersfoort speciaal in 19) HOOFDSTUK VII. Eenige weken later wist Schoonoort groot nieuws te vertellen. Hij had in Kantens ouder ling Barkema uit Ulrum ontmoet, die hem mede deelde allereerst, dat de kerkeraad van Ulrum besloten had, kinderen uit andere gemeenten te doopen, als de ouders daartoe het verlangen kenbaar maakten. Schoonoort was dan ook van plan, den vol genden Zondag naar Ulrum te gaan, om met dominé De Cock te praten en vast te stellen, wanneer hij met zijn jongetje komen zou. De ouderling had hem gezegd, dat reeds vele ver zoeken waren binnengekomen. Verder was Schoonoort medegedeeld, dat do- miné De Cock een brief uit Doeveren had ont vangen, waar dominé Scholte stond. Eigenlijk was die brief een antwoord op een schrijven van dominé De Cock. Deze had zijn boekje „De besluiten der Sy node" en zijn brochure tegen de predikanten Brouwer van Uithuizen en Reddingius van As sen door zijn uitgever in Amsterdam naar ver schillende predikanten in het land doen zenden, van wie bekend was min of meer, dat zij recht zinnig waren. Zoo ook naar dominé Scholten in Doeveren, een dorp in Noord-Brabant, be nevens een brief. betrekking tot de tweede vraag die aan de belijdeniscatechisanten gesteld wordt, niet ont vankelijk en verwees terzake naar vorige door haar genomen beslissingen. De voorstellen van de Particuliere Synode van Gelderland en Overijssel strekkende tot ver sobering van het aantal collecten door de Gene rale Synode, waarover Ouderling R. L. Haan van Groningen rapporteerde, werden aangeno men in dien zin dat de Generale Synode terzake reeds de soberheid pleegt te betrachten. Breede discussie ontstond over het rapport dat Ouderling W. v. d. Born van Zwartebroek uitbracht over vaste standplaatsen van emeritus predikanten waaraan deelnamen de heeren Prof. Dr. F. W. Grosheide, Ds. J. L. Schouten, Dr. W. A. v. Es, Ds. J. J. Miedema, Prof. Dr. J. Ridderbos, Ds. D. P. Koopmans en Ds. A. Scheele. De Synode renvoyeerde daarna deze zaak opnieuw naar de commissie wat de praeses aanleiding gaf tot de opmerking dat de com missie de conclusies eerst gemeenschappelijk moeten hebben vastgesteld alsvorens die ter Synode komen, want het terugzenden van rap porten naar de commissie mag niet voorkomen. Inzake het lidmaatschap van de Chr. Dem. Unie, waarover een instructie ter tafel was van de Classis Schiedam rapporteerde Prof. Dr. G. Ch. Aalders. Het rapport concludeerde, dat de Synode zich van een uitspraak als door de Clas sis Schiedam wordt gevraagd, moet onthouden, ieder geval op zichzelf moet beoordeelen of iemand door belijdenis of wandel zich des Heeren tafel onwaardig maakt. Aan de discussie namen deel de heeren Ds. J. L. Schouten, Ds. W. W. Meijnen, Prof. Df. J. Ridderbos, Dr. K. Dijk, Prof. Dr. V. Hepp, Dr. W. A. v. Es. Meerdere van deze sprekers konden zich met de conclusies wel, maar met het rapport niet vereenigen. Zij vonden dat veel te weinig sober en oordeelden dat waar dit als bijlage aan de acta wordt toegevoegd men nooit een argument vóór aansluiting er aan zou mogen kunnen ontleenen. Nadat Prof. Aalders nog eens had betoogd dat zijn rapport wel degelijk sober was en niet in concrete aangelegenheden trad, werd het rapport bij monde van den voorzitter van de rapporteerende commissie, Ds. J. J. Mie dema teruggenomen teneinde het nader onder oogen te zien. Hierna sneed de Synode verschillende Zen dingszaken aan. Nadat Ds. B. Alkema rapport had uitgebracht over art. 27 van het algemeen Zendingsrapport, besloot de Synode de heer J. D. Woltherbeek, oud-marine-officier met verlof hier te lande, te benoemen tot buitengewoon leeraar aan de opleidingsinrichtingen op Midden- Java. De heer W. die een uitstekend kenner is van het Javaansch en Maleisch, stelt zich zonder eenig honorarium in dienst van de Zending der Gereformeerde Kerken. Naar aanleiding van het voorstel van de Part. Synode van Zuid-Holland-Zuid, waarover Ds. Th. Kuipers van Djocja rapporteerde, besloot de Synode de kerken nog eens krachtig op te wekken de doopattesten bij vertrek steeds na te zenden. Het rapport over het voorstel van de Par ticuliere Synode van Brabant en Limburg over een wijziging van de bestaande regeling voor onderlinge hulpverleening der kerken, opgekomen uit den boezem van de Centr. Diaconale Con ferentie, uitgebracht door Ouderling J. J. van Commenee van Utrecht, dat strekte tot verwer ping van het voorstel ontlokte een levendige discussie en werd met name bestreden door Dr. K. Sietsma van Eindhoven. Aan de bespreking namen deel Dr. K. Dijk, Ds. A. Scheele, Ds. D. P. Koopmans, waarna de Synode met groote meerderheid meeging met Brabant en Limburg en de commissie opdracht gaf om na te gaan of in het voorstel van Brabant en Limburg nog redactiewijzigingen moeten worden aangebracht. Ouderling H. Knook van Klundert rappor teerde hierna over een schrijven van Mej. C. Bakker te Gouda, waarin bezwaar wordt ge maakt tegen het dragen van kort haar door vrouwelijke leden der Gereformeerde Kerken, waarbij naar een uitspraak van den Bijbel ver wezen wordt en de vrouwen van de Geref. Ge meenten ten voorbeeld gesteld worden. Adres sante gewaagde van „een goddelooze mode" en wil degenen die kort haar dragen censureeren en als ze nog geen lid zijn tot het afleggen van belijdenis des geloofs niet toelaten. De commissie merkte op, dat bedoelde Schriftuurplaats geen aanwijziging geeft noch voor de lengte van het haar van de vrouwen van de Gereformeerde Kerken noch voor die der Gereformeerde Ge meenten, terwijl zij adressante voor nadere Op dien brief nu was antwoord gekomen en dominé De Cok had dat antwoord in den ker keraad voorgelezen. Daaruit bleek, dat dominé Scholte geheel aan de zijde van dominé De Cock stond, wat dezen zeer verheugde, daar hij door de laaiende vijan digheid zijner collega's in classis en provincie ging meenen, dat hij, als predikant moederziel alleen stond, al had hij dan, tot zijn troost, het grootste deel zijner gemeente achter zich. De brief uit Doeveren had het nóg lichter gemaakt in de ziel van dominé De Cock. Hij stond niet alleen, al leek het aanvankelijk van wel. Ds. Scholte verklaarde, waarom hij niet eerder geschreven had, hoewel hij dat wel van plan was. Hij vreesde in dominé De Cock een tweeden dominé Molenaar te vinden en daarom had hij zich niet bloot willen geven. Maar hij was er nu wel van overtuigd, dat De Cock niet wijken zou. En als dat zoo was, zou spoedig wel blijken, dat meer predikanten in den lande aan zijn zijde stonden en er voor uit zouden komen ook. Nu, Barkema had Schoonoort duidelijk aan het verstand gebracht, wat overigens niet eens noodig was, dat dominé vast niet een tweede dominé Molenaar zou worden. Hij was bereid den strijd aan te binden, desnoods alleen met zijn God. Maar het verblijdde hem zeer, dat niet alleen het eenvoudige volk, dat zich ach teraf hield en meestal het gezelschap verkoos boven de kerk, maar dat ook predikanten zich eerlang openbaren zouden. Dominé Scholte had het reeds per brief gedaan. Zoo noodig, zou hij het publiekelijk doen. onderrichting naar haar plaatselijken predikant verwees. De Synode vereenigde zich daarmede zonder bespreking met hoofdelijke stemming. Een breede discussie ontlokte ook het rapport van Prof. Dr. G. Ch. Aalders over een grens regeling tusschen de kerken van Siegerswoude en de Wilp(Gron.). Het rapport werd goedgekeurd. In de middagvergadering heeft de president met een enkel woord verwelkomd de Zendings arbeiders Dr. J. H. Bavinck van Solo en de heeren Bosman en Wolterbeek en herdacht hij terwijl de leden zich van hun zitplaatsen ver hieven de overleden Zendingsarbeiders, wijlen de heeren Dr. D. Bakker en j. P. Zuidema. Ds. W. Breukelaar rapporteerde over het rapport over de opleidingsschoolover de Keuchenius- school te Djocja over de Chr. Holl. Inl. Kweek school, die allen werden goedgekeurd. De assessor deed voorlezing van een schrijven van rouwbeklag te zenden aan Mevr. de Wed. Klaarhamer, namens wie de Synode in den loop van deze zitting ook een brief bereikte meldend het overlijden van haar echtgenoot. Gehoord het rapport van Ds. B. Alkema voteerde de Synode aan de kerk van Middelburg een bedrag van 5400.voor haar Medischen dienst. Het rapport van Ds. J. Douma over de vraag van de kerk van Appingedam om duidelijk te willen uitspreken bij welke kerk een miss. predikant zijn attestatie en die van zijn gezin moet inleveren, zulks naar aanleiding van de houding van Ds. S. J. P. Goossens, die door haar naar Soemba is uitgezonden en die in tegen stelling met zijn voorganger geweigerd heeft zijn attestatie bij haar in te leveren, ontlokte een levendige bespreking, waaraan deelnamen Ds. Th. Kuipers, die het standpunt van Ds. Goos sens verdedigde Ds. J. L. Schouten, Dr. K. Dijk en Ds. W. Breukelaar. De Synode sprak hierna uit dat de miss. predkiant zijn attestatie bij de hem uitzendende kerk moet inleveren en dat dit om redenen van eenheid van de leden van zijn gezin eveneens gewenscht is. Dr. J. H. Bavinck sprak hierna de Synode toe, de kerken in het moederland dankend voor wat zij voor de Zending doen en verder tot offervaardigheid en getrouwheid opwekkend. De praeses zegde hem hiervoor dank. Gehoord het rapport van Prof. Hepp besloot de Synode de door het Ned. Bijbelgenootschap toegezonden ex. vertaling van twee boeken van het Nieuwe Testament onder dankzegging voor kennisgeving te aanvaarden. Uitvoerig werd ook gediscussieerd over een schrijven van de Classis Warffum inzake de kwestie van de doop van kinderen van doop leden en het optreden van doopgetuigen, waar over Prof. Dr. G. Ch. Aalders rapporteerde. Aan de bespreking namen deel Ds. S. Idema van Winsum (Gron.);Ds. D. Pol van Rijsoord Ds. W. W. Meynen van Dordrecht Prof. Dr. A. G. Honig van Kampen en ouderling W. v. d. Bom van Zwartebroek. De conclusies der com missie werden hierna aanvaard. Ouderling H. Postma van Batavia rapporteerde over de kerk van Batavia, van Soerabaja en van Medan, waarbij de Synode besloot voor deze kerken verschillende bijdragen te voteeren. Dat laatste deed zij ook voor de kosten van de Afzonder lijke vergadering van Miss. arbeiders op Java en Soemba. Bij het rapport van Ouderling A. Borkent van Heerenveen over subsidieverlening aan den Ned. Zendingsstudieraad kwam ook ter sprake de mogelijkheid van steunverleening aan het te stichten Zendingsmuseum. Aangezien de mogelijkheid daartoe weer zeer is verkleind, be sloot de Synode daarover zich thans niet verder uit te spreken, maar thans alleen subsidie te verleenen aan den Zendingsstudieraad die elk jaar conferenties te Lunteren organiseert. De praeses vroeg waarom er niet meer Gerefor meerde sprekers te Lunteren het woord voeren en of de conferentie niet wat ethisch is georiën teerd. Ds. W. Breukelaar en Dr. H. Kaajan wezen er op, dat er steeds ook een conferentie is die Gereformeerd is georiënteerd, maar dat men met Gereformeerde sprekers nog al eens sukkelt. Dit was ook dit jaar het geval met een voorzitter uit den kring der Gereformeerde predikanten. Gehoord het rapport van Ouderling K. Nien- huis van Geldrop besloot de Synode om de aan sluiting bij het Zendingsconsulaat te bestendigen mits dit geen groote geldelijke offers vraagt. Ds. Alkema rapporteerde over de vergadering van de vertegenwoordigers van de Zendende kerken; Ds. A. Scheele over het rapport van Deputaten ad art. 4 der Zendingsorde, over het Chr. Ja vaansch Boekenfonds en over de Zendings bibliotheken en Prof. Dr. A. G. Honig over de „Wie weet, wat ook jou boven het hoofd hangt, Bazuin", zeide Schoonoort. „Wat bedoel je nu vroeg de schoenmaker verbaasd. „Nu, de Rechtbank in Appingedam heeft ver scheidene menschen tot groote geldboeten ver oordeeld. En in Winschoten staat hetzelfde te gebeuren." „Waarom dan toch De verbazing van Aldert Bazuin steeg ten top. „Omdat zij in hun huizen godsdienstoefeningen hebben toegelaten. Je moet maar een vijand in Uithuizermeeden hebben, die dat verneemt en er volgt een aanklacht." „Ik kan er niets aan doen. Ik ga er mee door. Men moet Gode meer gehoorzamen dan de men schen. Wij hebben zijn Woord te onderzoeken. In de kerk gebeurt dat niet. Dus doen we het thuis. Laat men mij dan maar veroordeelen. Alleen een geldboete kan ik niet betalen. Wat dan Naar de gevangenis zeker „Ik weet niet, of de rechters zoover kunnen gaan. De Officier van Justitie in Appingedam betreurde het, dat hij dergelijke menschen niet aan den lijve kon straffen. In de gevangenis kunnen we dus blijkbaar niet gestopt worden. Maar 't is toch wat, hé 't Is, of we groote misdadigers zijn." „Vervolging en verdrukking staan ons mis schien te wachten. Maar we hebben goeden moed, want de Heere is met ons. Alleen begrijp ik niet, dat de Koning dat alles goed vindt." „Wat kan de Koning er aan doen Hij is het trouwens geweest, die ons de Synode heeft ge geven, die geen Synode is en die de kerk met visitatie van Zendingsposten. Al deze rapporten werden goedgekeurd. In deze zitting rapporteerde ouderling E. Tange van Rilland-Bath tenslotte over een be zwaarschrift van de kerk van Laar (Duitsch land) inzake een grensregeling met de kerk van Emlichheim. De Synode verklaarde dit bezwaar schrift ontvankelijk en besloot terzake 3 depu taten te benoemen. De assessor sloot te kwart voor 5 uur de zitting met dankzegging. Bij de Generale Synode kwam telegrafisch mededeeling in van Dr. K. Schilder te Delfs- haven, dat hij de benoeming tot hoogleeraar aan de Theol. School te Kampen als opvolger van Prof. Dr. A. G. Honig aanvaardt. De vijfde zitting, In de Woensdag gehouden zitting van de Generale Synode der Gereformeerde Kerken, werd geconstateerd, dat alsnog bij haar inge komen stukken door de Synode niet meer in behandeling zullen worden genomen. Ingekomen was een schrijven van Dr. K. Schilder bevestigend zijn telegram, dat hij de benoeming tot hoogleeraar te Kampen aanneemt. De Synode nam hiervan met blijdschap kennis. Nadat Prof. Dr. G. Ch. Aalders daarover van rapport had gediend sprak de Synode naar aanleiding van een instructie van de Classis Schiedam uit, over de vereenigbaarheid van het lidmaatschap der Gereformeerde Kerken met dat van de Chr. Dem. Unie geen beslissing te nemen. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven van den heer D. Zemel van Haarlem over het innemen van vaste standplaatsen door emeriti predikanten, werd verwezen naar een uitspraak van de Synode te Arnhem en sprak de Synode uit dat emeriti-predikanten de eer en de waar digheid van een predikant behouden en hen deswege niet kan belet worden voor te gaan in den dienst des Woords. Een breede discussie ontstond over de voor stellen van de Particuliere Synoden van Noord- Holland en Noord-Brabant en Limburg inzake de positie van den hulpprediker. Daaraan namen deel de leden Ds. J. L. Schouten, Dr. H. Kaa jan, Dr. K. Sietsma en Dr. K. Dijk. Nadat de rapporteur, Prof. Aalders van repliek had ge diend, sprak de Synode uit dat voor een hulp prediker geen ambtelijke positie kan worden gevonden maar ook niet behoeft gezocht. De hulpdienst kan als uitzondering in bijzondere ge vallen zeer goed worden benut, maar dient te geschieden in opdracht en onder leiding van den kerkeraad. Er dient ernstig tegen te worden ge waakt dat deze arbeid niet gebruikt wordt in- plaats van de volle werkkracht van een predi kant, terwijl de vergoeding zooveel geringer is. Ds. Th. Kuipers rapporteerde over het ver zoek van de kerk van Dordrecht, dat de Gene rale Synode zoo mogelijk een arbeidsterrein aanwijze voor de meer dan 70 candidaten die beroepbaar zijn. Aan de discussie namen deel de leden Prof. Dr. T. Hoekstra, Ds. W. W. Meynen en Dr. K. Dijk. Na beantwoording door den rapporteur nam de Synode als conclusie aan overeenkomstig haar uitspraak bij de zaak waar over Prof. Aalders hierboven reeds rapporteerde. De Synode besloot daarbij de kerken te wijzen op haar roeping. Het had naar haar oordeel geen zin om degenen die theologie willen gaan studeeren te waarschuwen op den moeilijken tijd die wacht, omdat zij met haar prae-adviseur, Prof. Dr. T. Hoekstra, oordeelde, dat als al de kerken die beroepen kunnen het ook doen, dit getal van 70 beroepbare candidaten zeker tot de helft slinken zal en de wal ook hier het schip pleegt te keeren. Een tweetal brieven uit Leiderdorp, waarover Ds. W. L. Milo rapporteerde, werden niet ontvankelijk verklaard. Tot de Generale Synode werd hierna een woord van begroeting gericht door Ds. H. Greve uit Görlitz, die de groeten van de Gereformeerde Kerken te Breslau overbracht. De praeses zegde hem met een enkel woord dank. Dr. H. Kaajan bracht hierna het rapport uit van Deputaten voor de oefening van het ver band met de Theol. Faculteit der Vrije Univer siteit alsmede het rapport van de commissie die deze zaak onderzocht. Het rapport werd goed gekeurd en Deputaten van hun arbeid gedechar geerd. Aan Deputaten werd door de Synode het zelfde crediet gevoteerd. Het rapport van Ds. J. Douma over de aan schaffing van oude Synode-acta, werd goedge keurd. reglementen regeert. Dat kan natuurlijk niet on gedaan worden gemaakt, 't Is zelfs de groote vraag, of de Koning het zou willen doen. Ik weet van Barkema, dat dominé De Cock her haaldelijk brieven aan den Koning schrijft, waar in hij wijst op het verkeerde in den huidigen toestand der kerk, maar er komt geen enkel antwoord. Het is jammer, dat het gezegd moet worden, maar op den Koning behoeven we niet te rekenen, wanneer straks de strijd ontbrandt." „Je zegt dat laatste zoo met zekerheid „Dat de strijd komt O, Barkema rekent er vast op. En ik denk hetzelfde. Het besluit van den kerkeraad van Ulrum, om kinderen van el ders te doopen, wordt natuurlijk uitgevoerd. Ik ga er met mijn jongen ook heen. Er zijn er meerderen. Een zekere Dijkstra uit Smilde, die daar oefenaar van het gezelschap is een diep ingeleid man in 's Heeren Woord, komt ook met ongedoopte kinderen naar Ulrum. De andere predikanten zullen dat niet dulden en dan be gint de strijd. Let er maar eens op." Schoonoort kreeg gelijk, al duurde het nog even. Want de weken vergleden. De zomer ging plaats maken voor het najaar. Zoo nu en dan ging Bazuin naar Ulrum, om in de nog steeds stampvolle kerk het aantal bezoekers klom geregeld, naarmate het optreden van dominé De Cock bekend werd den pre dikant te beluisteren, die opkwam voor de al oude, Gereformeerde leer, die in de gemeenten óf sluimerde óf voor dood was verklaard. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1933 | | pagina 2