KERKNIEUWS,
FEUILLETON
KENTERING.
plaatst, geheel worden gerestaureerd, uitgebreid
met een tweetal nieuwe registers, voorzien van
een modern front volgens ontwerp van den ar
chitect Ir. Rothuizen, en van een electrische
windmachine. Deze werkzaamheden werden op-
i gedragen aan de Electr. Orgelfabriek M. Spie
ring te Dordrecht.
Ds. R. J. van der Weerd, van Leimuiden,
werd Zondag j.l. bevestigd als predikant der
Geref. Kerk van Veenendaal door haar em.-
pred. Ds. J. J. Berends met Efeze 4: 11 en 12.
Na de bevestiging werd toegezongen Ps. 134:3.
Des namiddags deed Ds. van der Weerd intrede
met 2 Cor. 5 20.
Ds. O. de Roos nam Zondag j.l., wegens
ingang van zijn emeritaat, afscheid als dienaar
des Woords bij de Geref. Kerk te Rinsumageest
en Sijbrandaburen.
Het Zendingsblad der Geref. Kerken
(maandelijks 24 pagina's) is vorig jaar nog met
750 abonnementen gestegen en verschijnt thans
geregeld in 80.000 exemplaren. Er kon ditmaal
een winst worden geboekt van 22860.413^2-
Over het jaar 1931 was het winstcijfer 20900.30.
Over 1932 is dus nog 1900 meer winst ge
maakt. Deze winst komt geheel ten goede aan
de Zending. Noch de redactie, noch de uitge
ver, noch iemand anders trekt daarvan eenig
voordeel. Het winstsaldo wordt geheel gestort
in de Generale Kas onzer Zending.
Te Doezum (Gron.) hebben de aldaar
wonende Gereformeerden verzocht, dat er een
zelfstandige Geref. Kerk zal worden geïnstitu
eerd. De Classis Grootegast benoemde een com
missie van onderzoek.
Te Kruisweg (Gron.) zal een zelfstandige
Geref. Kerk geïnstitueerd worden.
Evangelisatie-predikant. De Kerkeraad
der Geref. Kerk te Djokja (op Java) aanvaardde
in principe een voorstel, dat deze Kerk op de
aanstaande vergadering der Classis Batavia (die
de rechten eener Particuliere Synode heeft en
dus de Algemeene Synode der Indische Geref.
Kerken is) wenscht in te dienen, aldus luidende
De Classis zoeke wegen om één van haar pre
dikanten gedeeltelijk vrij te maken van zijn ge
meentelijken arbeid, teneinde zich te kunnen ge
ven aan den arbeid voor pers en lectuur-ver-
spreiding ten behoeve van de Evangelisatie en
de Zending onder de Hollandsch sprekende in-
heemschen.
In de uitvoerige toelichting bij dit voorstel
werd de belangrijkheid van den persarbeid in
dezen tijd, vooral in den strijd tegen een steeds
verder doordringende secularisatie aangetoond.
Waar deze arbeid zich in de laatste jaren steeds
uitbreidde, kan hij onmogelijk naar behooren
worden waargenomen door een predikant, op
wien de volledige verzorging van een Gemeente
rust. Wanneer er fondsen gevonden konden
worden om dezen persarbeid te honoreeren, dan
zou de betrokken Gemeente daarvoor kunnen
trachten den steun van een hulpprediker te krij
gen.
De Classis Batavia vergadert 27, 28 en 29
Juni a.s. te Batavia.
Palembang. In de vergadering van den
kerkeraad der Geref. Kerken van Batavia is een
missive behandeld van een commissie, houdende
een uitvoerige uiteenzetting van de finantieele
consequenties, welke aan de institueering van
Palembang zijn verbonden. Gehoord het nader
advies van de Commissie van Administratie be
sloot de Kerkeraad een som van 4500.ter
beschikking van Palembang te stellen, zoo spoe
dig als de zelfstandig-wording een feit zal zijn
geworden.
Aan de orde van bespreking kwam ook de
vraag, of het mogelijk is het ressort van de Kerk
van Batavia ook na de institueering van Palem
bang door twee predikanten te doen bearbeiden,
gelet op de vermindering van inkomsten, welke
uit die institueering voor onze Kerk zullen voort
vloeien.
Het stemde tot verheugenis, dat reeds van
verschillende kanten uit de Gemeente bewijzen
van groote offervaardigheid en bereidwilligheid
waren ontvangen, in den vorm van contributie-
verhoogingen en toezeggingen in die richting,
zoodat de Kerkeraad met vrijmoedigheid kon
besluiten op vorenbedoelde vraag in bevestigen
den zin te antwoorden.
De Commissie van Administratie verzocht
den Kerkeraad ook langs dezen weg de Gemeen
te op te wekken, zoo mogelijk alsnog tot con-
tributieverhooging over te gaan.
De „Tagliche Rundschau" publiceert een
onderhoud met Ds. Müller, die door den rijks
kanselier tot gevolmachtigde voor de besprekin
gen met de Protest. Kerken is aangesteld. Aan
het Hbld. ontleenen we het volgende
Op de vraag ,,Wat verwacht de rijkskanse
lier van U antwoordde Ds. M. ,,Ik moet er
voor zorgen, dat de strijd over de toekomst der
Prot. kerk niet op dezelfde wijze wordt gevoerd
als de politieke strijd. Adolf Hitler wil geen
crisis in godsdienstige aangelegenheden veroor
zaken."
Over zijn verhouding tot de groep der „Duit-
sche Christenen" legde Ds. M. de volgende ver
klaring af
„Ons vaderland heeft een sterke Prot. kerk
noodig, die meer dan tot dusverre in staat is,
het geheele volk te doordringen met de ver
nieuwende en opbouwende krachten van het
evangelie, en de on-Duitsche en giftige invloeden
van het materialisme, het bolsjewisme, en het
waardelooze pacifisme verre te houden. Daar
toe verlangen wij een nieuwe kerkinrichting, die
het reeds overal overwonnen parlementarisme
en het democratische kiesstelsel in de kerk ge
heel ter zijde stelt vereeniging der Evang.
Landskerken tot een Rijkskerk, met handhaving
van historische eigen rechten. Wij handhaven
ook ten volle de belijdenissen der Reformatie,
maar eischen tevens een „uitbouw" ervan tot
een scherpe afwijzing van de moderne dwaallee-
ren. De eeuwige waarheid Gods, zooals Christus
haar geleerd heeft, moet in een vorm, die voor
de Duitsche ziel verstaanbaar is, worden ver
kondigd."
„Wat de samenwerking met de drie kerkelijke
gevolgmachtigden betreft (Dr. Kapler, Dr. Ma-
rahrens en Ds. Hesse) hopen wij", zoo besloot
Ds. Müller, „dat zij volkomen van harte en
vruchtbaar zal zijn gelijk de rijkskanselier dat
ook wenscht." N.ct.
Leerzame cijfers. Naar aanleiding van de
publicatie der resultaten van de in 1930 gehou
den volkstelling schrijft Ds. W. H. Gispen in
de Schev. Kerkbode
„Het getal van hen, die opgaven tot geen
enkele kerk of gezindte te behooren steeg op
buitengewone wijze. Het zijn metterdaad ont
stellende cijfers.
In Amsterdam waren er in 1920 145.590 en
in 1930 263.991 dus bijna twee honderd vier
en zestigduizend, die tot geen enkele kerk be
hoorden, van wie de meesten, naar we kunnen
aannemen, niet slechts kerk-loos, maar ook
godsdienstloos zijn. Het percentage van deze
groep steeg in 10 jaar tijds van 21.3 tot 34.9,
zoodat daarmede is aangetoond, dat Va van de
bevolking van de hoofdstad zonder eenige band
aan kerk of gezindte leven en dat ook openlijk
erkennen.
Alle kerken boeken dan ook in Amsterdam
verlies. Het minste nog de Roomsch Katholieke
kerk. Deze zag in Amsterdam wel het zielental
vermeerderen van 115.330 tot 166.526, maar haar
percentage daalde van 22.7 tot 22. Het grootste
verlies had de Ned. Herv. Kerk te betreuren.
Haar zielental daalde van 201.514 tot 160.319
of in 10 jaar tijds met meer dan 40.000 zielen.
Ze neemt wat het getal betreft nu niet meer de
eerste plaats in maar de tweede in de hoofdstad;
haar percentage daalde van 29.5 tot 21.2.
Ook de Gereformeerde Kerk zag haar zielen
tal slinken van ongeveer 35.000 tot 30.000
maar dat vindt mede zijn oorzaak in de scheuring
van Dr. Geelkerken in 1926, die door zijn in
vloed in Amsterdam een 4 a 5000 Gereformeer
den meekreeg, die nu bij de volkstelling gerekend
zijn bij de „overige gezindten". Zelfs de Chr.
Gereformeerden gingen in Amsterdam achteruit
en daalden van 3538 tot 2911, dus nog met 600
zielen.
In Amsterdam dus niet anders dan achteruit
gang voor alle kerken.
Kerkrechtelijke positie van den emeritus
predikant. Uit het kort verslag van den kerke
raad te Gorinchem
„Naar aanleiding van een schrijven van Prof.
H. H. Kuyper, die om advies was gevraagd, be
spreekt Ds. Hummelen zijn kerkrechtelijke posi
tie na het ingaan van zijn emeritaat.
De vraag of hij afscheid zal preeken wordt
ontkennend beantwoord, omdat er geen afscheid
plaats heeft. Een predikant blijft als zoodanig
aan zijne gemeente verbonden, alleen wordt hij
met zijn emeriteering van zijn dienstwerk ont-
goedgeloovigheid en volgzaamheid van kerkgan
gers en Kerkbodelezers, die zulk geleuter over
zoetwaterhaaien en goudvischjes goedschiks
slikken, terwijl de „groote" Kerk naar de haaien
gaat, en een heel kleine Kerk dreigt te worden.
Maar in Kerkbodes is alles mogelijk blijkbaar."
Bovenstaand stuk lazen wij in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant. Afgezien van de spot
tende opmerkingen, gelanceerd tegen schrijvers
en lezers van Kerkbodes, zelfs de verkiezingen
moet de liberale „Rotterdammer" er nog bijsle
pen, toont dit schrijven, hoe in sommige kringen
op wonderlijke wijze met Gods Woord wordt
omgesprongen.
In de laatste tijden werd van zekere Her
vormde zijde, Ds. Heij wees daarop reeds, aller
lei verdachtmakingen uitgesproken tegen de Ge
reformeerde Kerken.
Wanneer wij zulke uitlegging van Gods
Woord lezen gelijk hier, gespeend aan alle wer
kelijkheid, kunnen wij niet anders zeggen, dan
dat genoeg te vinden is in eigen huis, voordat
men zich bemoeit met buurman's tuin.
Dat de „groote kerk" kleine kerk wordt ligt
zeker aan zulke prediking, maar niet minder aan
de moderne prediking, die geen voedsel geeft
aan zoekende zielen.
Wij verheugen ons niet in de richtingen-strijd
in de Nederlandsche Hervormde Kerk, maar ho
pen, dat alleen, die bij de Schrift wenschen te
leven opkomen voor Christus' Koningschap,
opdat alzoo in vervulling ga want dan zullen
zij niet meer in de Ned. Hervormde Kerk geduld
worden, noch door ultra-links of ultra-rechts
de bede om de eenheid, welke wij hebben te
zoeken volgens het bevel van Christus.
M. SCHEELE.
DE NATIONALE LANDDAG DER N.C.R.V.
De voorbereidingen voor den nationalen
Radio-Landdag der N.C.R.V. zijn, blijkens ont
vangen mededeelingen, niet alleen in vollen gang,
maar vorderen goed.
Op het terrein zal alles aanwezig zijn, wat
voor een zoo groote menschenmenigte noodig
of aangenaam is. Zelfs zaleen postkantoor
niet ontbreken. Op het terrein voor den landdag
op het landgoed „Berg en Bosch" te Apeldoorn
wordt door de posterijen een tijdelijk postkan
toor ingericht, waar een postambtenaar postze
gels van de meest gangbare waarden en brief
kaarten zal verkoopen. Natuurlijk wordt er ook
een brievenbus geplaatst, welke dien dag drie
maal gelicht zal worden. De poststukken zullen
door den postdienst worden gestempeld met een
speciaal stempelN.C.R.V.-Radiolanddag, Berg
en Bosch, Apeldoorn, 27 Juli 1933. De corres
pondentie van den landdag zal tot de curiositeit
op postzegelgebied gaan behooren
Op het terrein zullen speciale N.C.R.V.-Land-
dag prentbriefkaarten tegen billijken prijs be
schikbaar worden gesteld.
In de vorige mededeeling over den Radio-
Landdag der N.C.R.V. vermeldden we o.a. ook,
dat een gedeelte bosch speciaal voor dit doel
zal worden gekapt. Naar wij vernemen, is in-
tusschen reeds met het vellen der boomen be
gonnen.
Verder vernemen wij nog, dat het bedoeling
is, in het programma voor dien dag ook een
massaal spreekkoor op te nemen. Verschillende
orkesten worden uitgenoodigd, om hun mede
werking te verleenen bij muziek en zang. Bin
nenkort hopen we verdere nadere bijzonderheden
te geven over hetgeen op den Nationalen Radio-
Landdag der N.C.R.V. op 27 Juli a.s. zal plaats
vinden.
DRIETAL TE
Zoutkamp Cand. S. D. Lankhuijzen te Kampen.
Cand. G. Brinkman te Winschoten.
Cand. W. Wiersma te Sneek.
TWEETAL TE
Hoofddorp R. Oosterhoff te Wansveld.
H. B. Visser te Noordwijk-Binnen.
BEROEPEN TE
Colijnsplaaf: Cand. H. Veenstra te Smilde.
AANGENOMEN NAAR
Gameren Cand. A. J. Stolte te Hummelo.
Te Souburg zal in de in aanbouw zijnde
Geref. Kerk het oude kerkorgel worden overge-
4)
„Ga zitten, Schoonoort. Of wacht, 'k weet
nog beter, ga mee naar achteren daar is het
koeler dan hier. Je hebt behoorlijk zonnebrand
gehad van Uithuizen naar hier. 'k Had je niet
Verwacht, man, tenminste, niet vóór vanavond."
,,'k Moest op het dorp zijn en kom even aan-
loopen, om meteen te informeeren, hoe je er
over denkt, Zondag mee te gaan."
„Dat begrijp ik. Loop mee naar achteren. De
vrouw zal wel thee hebben."
De bezoeker, die zeer warm was, voldeed
volgaarne aan de gulle invitatie en zat weldra
in het koele, hem verkwikkende huisvertrek,
begroetend de vrouw van den schoenmaker,
een flink gebouwde vrouw.
„Vrouw Bazuin, hoe maak je het
Hij drukte haar stevig de hand. Zij kenden
elkaar zeer goed. Hij mocht haar graag lijden,
vond haar een flinke vrouw, proper en zinde
lijk, goed voor man en kinderen, die de kunst
verstond, een dubbeltje om te keeren vóór zij
het uitgaf en tóch zoo de huishouding bestierde,
dat niemand te kort kwam.
„Best, Schoonoort."
„Dat mag ik hooren. Je zoudt anders onpas
selijk worden van deze hitte. Wat 'n zomer
„Zeg dat wel. Maar je komt er toch door
op het heetst van den dag", lachte zij. „Thuis
alles wel
„Geen klagen, hoor. Met den kleine is het
natuurlijk oppassen, nu het zoo heet is. Mijn
vrouw zet hem maar in een koel vertrek zonder
dekking. Dat is het verstandigst."
„Ja, ja, 't is zeker oppassen. Al is hij een
flinke jongen, een kind van een half jaar blijft
toch teer."
„Zoo is het. Dank je", zij had een kop thee
ingeschonken en zette die voor hem neer, „thee
verslaat den dorst."
Hij had dorst en zette de ronde kom zonder
oor zonder plichtplegingen onmiddellijk aan den
mond.
„Hoe denk je er over, Bazuin, ga je mee naar
Ulrum j
De schoenmaker gaf niet direct antwoord.
,,'t Is een veel te warme zomer, om zulke
tochten te maken", vond zijn vrouw. j
,,'t Valt wat mee, vrouw Bazuin, 's Morgens i
vroeg is het nog niet warm. En 'k heb er over
gedacht, Zaterdagavond te gaan. Bij de weduwe
Koster kunnen en mogen wij wel slapen. Daar j
zijn eiken Zaterdagavond gasten. Haar huis is
groot genoeg. Dan wandelen we Zondag in den
namiddag op ons gemak terug en zijn 's avonds
weer hier."
„Het is toch geen werk, zoo'n tijd van huis",
wederstreefde moeder Bazuin.
,,'k Zou wel eens willen weten, waarom niet.
We verletten met ons werk niets. Trouwens,
als het moest liep ik drie dagen, om een do-
miné te hooren, die Gods Woord recht snijdt." j
„Ik ben het volkomen met je eens, Schoon-
oort. Maar kijk eens, we kennen mekaar al lan-
ger dan vandaag en we zijn nu toch met zijn
drieën, de zaak is, dat mijn vrouw liever niet
heeft, dat ik naar Ulrum ga. Je kent haar be
weegredenen. Ik ben het niet met haar eens,
maar om nu bot te zeggen„ik ga tóch en
stoor me niet aan jou" is ook zoowat, hé? Wat
zeg jij daar nu van Je bent nog wel niet zoo
lang getrouwd als ik, maar je kunt er toch wel
een oordeel over hebben."
„Tja, ik zou zeggen, als je eenigszins kunt,
moet je in huis den vrede bewaren
„Juist", knikte de schoenmaker.
„Maar of dat altijd kan, weet ik niet. Je weet,
dat ik zoo nu en dan naar Ulrum ga en dan
kom ik gesticht en opgebouwd in het geloof te
rug. Dan heb ik voor weken teerkost op den
levensweg. Als het er op aankomt, is dat van
grooter beteekenis dan vrede in mijn huis. Maar
'k voeg er onmiddellijk bij, dat ik gemakkelijk
praten kan, want mijn vrouw houdt mij niet
tegen. Zij heeft er juist op aangedrongen, dat
ik weer zal gaan, omdat zij er naar verlangt,
dat ik de preek over vertel."
„Je bent niet afhankelijk van de menschen in
je dorp, Schoonoort", zeide moeder Bazuin,
ietwat heftig.
Met deze enkele woorden was zij doorge
drongen tot de kern van haar verzet. Een even
tueel gaan van Bazuin naar Ulrum, om den pre
dikant De Cock te hooren, was reeds enkele
malen onderwerp van gesprek tusschen Bazuin
en zijn vrouw geweest. Zij had er zich steeds
tegen verzet.
Het was een kletspraatje op het dorp, als be
weerd werd, dat vrouw Bazuin op het punt van
den godsdienst niets met haar man van doen i
heven, maar behoudt alle rechten aan zijn ambt
verbonden.
Bij vertrek naar een andere plaats is er reden
tot het nemen van afscheid, thans omdat Ds.
Hummelen hier blijft wonen, niet.
i Omdat hij alle rechten aan zijn ambt verbon-
j den behoudt, kan hij dus hier niet als ouderling
worden gekozen, maar blijft hij als dienaar des
Woords lid van den kerkeraad van zijn eigen
gemeente, met behoud van stemrecht, en kan hij
krachtens zijn ambt, wanneer hem dit door den
kerkeraad wordt verzocht, huisbezoek doen,
voorgaan in den dienst des Woords en der sa
cramenten, en als predikant met een ouderling
worden afgevaardigd naar de classis."
China. Reeds geruimen tijd was het schier
onmogelijk voor de Zendelingen om rustig in
Shantung, China, te reizen. De regeering te Nan
king weigerde verlof te geven, zeggende dat het
gevaarlijk was om heen en weer te reizen in
deze groote landstreek. Gedurende de laatste
weken is het gevaar zoozeer toegenomen dat
Zendelingen gedwongen werden hun Zendings-
posten te verlaten om in de kuststeden tijdelijk
verblijf te zoeken. Twee Chineesche generaals,
leiders van de legermachten in Shantung, kunnen
het maar niet met elkaar eens worden. Juist wat
er achter deze beweging zit is moeilijk te zeg
gen. Japan heeft ook groote belangen in Shan
tung, en het is niet geheel en al onmogelijk dat
deze verwikkelingen in Shantung straks Japan
in de hand zullen werken.
Slavernij in China.
Het Ministerie van Binnenlandsche Zaken in
China heeft een wet uitgevaardigd verbiedende
slavernij in China. Van ouds is het gewoonte
geweest in China om slaven te koopen en te
gebruiken zooals men verkoos. Thans moeten
deze slaven-eigenaars terstond hunne slaven
vrijlaten. Zijn er die hunne eigenaars willen blij
ven dienen uit eigen beweging, dan kan dit, in
dien de eigenaars dienstgeld aan hen uitkeeren,
zooals dat met werkvolk het geval is. Verder
besloot men om hier en daar inrichtingen op te
richten voor de verzorging en opleiding van vrij
gelaten slaven. (Missionary Monthly.)
Omvang van het Zendingswerk in China.
De Engelsche en Amerikaansche Zendings
genootschappen hebben in China thans 7400
blanke en 25.969 Chineesche Zendingskrachten
in rechtstreekschen dienst en bovendien nog 499
Zendingsartsen in de hospitalen verder hebben
de Zendingsscholen dezer genootschappen thans
293.134 leerlingen en worden 24 universiteiten
door Christelijke Zendingskringen gedragen.
Aan dit zeer groote Zendingsleger voegt de
Duitsche Zending in China dan nog 262 blanke
en 1164 Chineesche Zendelingen, 9 missionaire
artsen en 9076 leerlingen op de scholen toe.
Prof. J. J. van der Schuit, hoogleeraar aan
de Theologische School der Chr. Geref. Kerk
te Apeldoorn, zegt in de „Wekker", dat Ds.
M. van Grieken in de „Waarheidsvriend" van
27 April, orgaan van den Geref. Bond in de
Ned. Herv. Kerk, de verschilpunten tusschen
Geref. en Chr. Geref. uitnemend formuleert. Ds.
van Grieken schreef ter plaatse aldus„De
verschilpunten zullen wel in hoofdzaak gezocht
moeten worden in deze vier zaken de quastie
van de veronderstelde wedergeboorte de
doopspractijk het meer subjectieve element
der toeëigening des heils door den Heiligen
Geest bij de Chr. Geref. tegenover het meer
objectieve element van het hebben en bezitten
des heils in Christus bij de Geref. Kerken
tenslotte de quastie van de vereeniging der Ker
ken in 1892, waarbij naar het oordeel der Chr.
Geref. Kerk het standpunt van de Afscheiding
verlaten is". Prof. van der Schuit schrijft hierbij:
„Worden deze verschilpunten opgelost, dan is
de weg tot vereenigen geëffend".
Ter vergadering van de Classis Rotter
dam der Geref. Kerken is vorige week gerap
porteerd over den Zendingsarbeid onder Chi-
neezen en Oosterlingen. Ter tafel werd gebracht
de regeling voor samenwerking van de Kerken
Rotterdam-Zuid (Katendrecht) en Leiden in
samenwerking met de Classis Rotterdam en de
Kerken Amsterdam, Amsterdam (W.) en Am
sterdam (Z.), Delft, Den Haag (O. en W.),
Schiedam, Vlaardingen, Wageningen en Water
graafsmeer. Daarna werd nog voorgelezen een
concept-brief aan de dit jaar te Middelburg te
houden Generale Synode.
Deputaten verkrijgen machtiging om den heer
A. F. J. Pieron, te doen voortarbeiden onder de
Chineezen tot de nadere regeling met September
a.s. zal getroffen zijn.
wilde hebben. De waarheid was, dat zij eens-
geestes met hem was en met vreugde de enkele
lieden van het gezelschap in haar woning ont
ving. Ook zij werd gesticht, als er geoefend
werd des Zondagsavonds. En met haar man
betreurde zij het diep, dat Froukje en Wybrand,
hun oudste kinderen, dan het huis ontliepen.
Ook zij kon in de kerk geen vrede vinden, om
dat zij voelde méér dan zij het kon berede
neeren dat de predikant, gekomen van de
Groninger Hoogeschool, het volle Woord Gods
niets bracht.
In den aanvang had zij even geaarzeld, de
kennissen des Zondagsavonds in huis te ont
vangen. Het moest eens kwaad bloed zetten in
het dorp en Aldert moest eens klanten verlie
zen. Je kon het nooit weten.
Zij was het volkomen eens met haar man,
maar menschenvrees had haar bevangen. Zij
wilde het liefst maar stil met een boek in een
hoek gaan zitten. Het was voldoende als men
voor zijn eigen ziel bevrediging gevonden had.
De medemensch moest niet geërgerd worden.
Het kon zóó worden, dat de menschen, als klan
ten, wegliepen. En dat kon Aldert toch niet ver
antwoorden.
De schoenmaker was van tegenovergesteld
gevoelen. Het was, wanneer men met zichzelf
gereed was en op Gods genade hopen, op Jezus'
zoen- en kruisverdienste vertrouwen mocht,
juist roeping, de menschen te wijzen op hun ver
keerden staat, hen op te wekken tot bekeering.
Vrees voor de menschen mocht niet gekoesterd.
(Wordt vervolgd)