KERKNIEUWS, FEUILLETON KENTERING. plaatst, geheel worden gerestaureerd, uitgebreid met een tweetal nieuwe registers, voorzien van een modern front volgens ontwerp van den ar chitect Ir. Rothuizen, en van een electrische windmachine. Deze werkzaamheden werden op- i gedragen aan de Electr. Orgelfabriek M. Spie ring te Dordrecht. Ds. R. J. van der Weerd, van Leimuiden, werd Zondag j.l. bevestigd als predikant der Geref. Kerk van Veenendaal door haar em.- pred. Ds. J. J. Berends met Efeze 4: 11 en 12. Na de bevestiging werd toegezongen Ps. 134:3. Des namiddags deed Ds. van der Weerd intrede met 2 Cor. 5 20. Ds. O. de Roos nam Zondag j.l., wegens ingang van zijn emeritaat, afscheid als dienaar des Woords bij de Geref. Kerk te Rinsumageest en Sijbrandaburen. Het Zendingsblad der Geref. Kerken (maandelijks 24 pagina's) is vorig jaar nog met 750 abonnementen gestegen en verschijnt thans geregeld in 80.000 exemplaren. Er kon ditmaal een winst worden geboekt van 22860.413^2- Over het jaar 1931 was het winstcijfer 20900.30. Over 1932 is dus nog 1900 meer winst ge maakt. Deze winst komt geheel ten goede aan de Zending. Noch de redactie, noch de uitge ver, noch iemand anders trekt daarvan eenig voordeel. Het winstsaldo wordt geheel gestort in de Generale Kas onzer Zending. Te Doezum (Gron.) hebben de aldaar wonende Gereformeerden verzocht, dat er een zelfstandige Geref. Kerk zal worden geïnstitu eerd. De Classis Grootegast benoemde een com missie van onderzoek. Te Kruisweg (Gron.) zal een zelfstandige Geref. Kerk geïnstitueerd worden. Evangelisatie-predikant. De Kerkeraad der Geref. Kerk te Djokja (op Java) aanvaardde in principe een voorstel, dat deze Kerk op de aanstaande vergadering der Classis Batavia (die de rechten eener Particuliere Synode heeft en dus de Algemeene Synode der Indische Geref. Kerken is) wenscht in te dienen, aldus luidende De Classis zoeke wegen om één van haar pre dikanten gedeeltelijk vrij te maken van zijn ge meentelijken arbeid, teneinde zich te kunnen ge ven aan den arbeid voor pers en lectuur-ver- spreiding ten behoeve van de Evangelisatie en de Zending onder de Hollandsch sprekende in- heemschen. In de uitvoerige toelichting bij dit voorstel werd de belangrijkheid van den persarbeid in dezen tijd, vooral in den strijd tegen een steeds verder doordringende secularisatie aangetoond. Waar deze arbeid zich in de laatste jaren steeds uitbreidde, kan hij onmogelijk naar behooren worden waargenomen door een predikant, op wien de volledige verzorging van een Gemeente rust. Wanneer er fondsen gevonden konden worden om dezen persarbeid te honoreeren, dan zou de betrokken Gemeente daarvoor kunnen trachten den steun van een hulpprediker te krij gen. De Classis Batavia vergadert 27, 28 en 29 Juni a.s. te Batavia. Palembang. In de vergadering van den kerkeraad der Geref. Kerken van Batavia is een missive behandeld van een commissie, houdende een uitvoerige uiteenzetting van de finantieele consequenties, welke aan de institueering van Palembang zijn verbonden. Gehoord het nader advies van de Commissie van Administratie be sloot de Kerkeraad een som van 4500.ter beschikking van Palembang te stellen, zoo spoe dig als de zelfstandig-wording een feit zal zijn geworden. Aan de orde van bespreking kwam ook de vraag, of het mogelijk is het ressort van de Kerk van Batavia ook na de institueering van Palem bang door twee predikanten te doen bearbeiden, gelet op de vermindering van inkomsten, welke uit die institueering voor onze Kerk zullen voort vloeien. Het stemde tot verheugenis, dat reeds van verschillende kanten uit de Gemeente bewijzen van groote offervaardigheid en bereidwilligheid waren ontvangen, in den vorm van contributie- verhoogingen en toezeggingen in die richting, zoodat de Kerkeraad met vrijmoedigheid kon besluiten op vorenbedoelde vraag in bevestigen den zin te antwoorden. De Commissie van Administratie verzocht den Kerkeraad ook langs dezen weg de Gemeen te op te wekken, zoo mogelijk alsnog tot con- tributieverhooging over te gaan. De „Tagliche Rundschau" publiceert een onderhoud met Ds. Müller, die door den rijks kanselier tot gevolmachtigde voor de besprekin gen met de Protest. Kerken is aangesteld. Aan het Hbld. ontleenen we het volgende Op de vraag ,,Wat verwacht de rijkskanse lier van U antwoordde Ds. M. ,,Ik moet er voor zorgen, dat de strijd over de toekomst der Prot. kerk niet op dezelfde wijze wordt gevoerd als de politieke strijd. Adolf Hitler wil geen crisis in godsdienstige aangelegenheden veroor zaken." Over zijn verhouding tot de groep der „Duit- sche Christenen" legde Ds. M. de volgende ver klaring af „Ons vaderland heeft een sterke Prot. kerk noodig, die meer dan tot dusverre in staat is, het geheele volk te doordringen met de ver nieuwende en opbouwende krachten van het evangelie, en de on-Duitsche en giftige invloeden van het materialisme, het bolsjewisme, en het waardelooze pacifisme verre te houden. Daar toe verlangen wij een nieuwe kerkinrichting, die het reeds overal overwonnen parlementarisme en het democratische kiesstelsel in de kerk ge heel ter zijde stelt vereeniging der Evang. Landskerken tot een Rijkskerk, met handhaving van historische eigen rechten. Wij handhaven ook ten volle de belijdenissen der Reformatie, maar eischen tevens een „uitbouw" ervan tot een scherpe afwijzing van de moderne dwaallee- ren. De eeuwige waarheid Gods, zooals Christus haar geleerd heeft, moet in een vorm, die voor de Duitsche ziel verstaanbaar is, worden ver kondigd." „Wat de samenwerking met de drie kerkelijke gevolgmachtigden betreft (Dr. Kapler, Dr. Ma- rahrens en Ds. Hesse) hopen wij", zoo besloot Ds. Müller, „dat zij volkomen van harte en vruchtbaar zal zijn gelijk de rijkskanselier dat ook wenscht." N.ct. Leerzame cijfers. Naar aanleiding van de publicatie der resultaten van de in 1930 gehou den volkstelling schrijft Ds. W. H. Gispen in de Schev. Kerkbode „Het getal van hen, die opgaven tot geen enkele kerk of gezindte te behooren steeg op buitengewone wijze. Het zijn metterdaad ont stellende cijfers. In Amsterdam waren er in 1920 145.590 en in 1930 263.991 dus bijna twee honderd vier en zestigduizend, die tot geen enkele kerk be hoorden, van wie de meesten, naar we kunnen aannemen, niet slechts kerk-loos, maar ook godsdienstloos zijn. Het percentage van deze groep steeg in 10 jaar tijds van 21.3 tot 34.9, zoodat daarmede is aangetoond, dat Va van de bevolking van de hoofdstad zonder eenige band aan kerk of gezindte leven en dat ook openlijk erkennen. Alle kerken boeken dan ook in Amsterdam verlies. Het minste nog de Roomsch Katholieke kerk. Deze zag in Amsterdam wel het zielental vermeerderen van 115.330 tot 166.526, maar haar percentage daalde van 22.7 tot 22. Het grootste verlies had de Ned. Herv. Kerk te betreuren. Haar zielental daalde van 201.514 tot 160.319 of in 10 jaar tijds met meer dan 40.000 zielen. Ze neemt wat het getal betreft nu niet meer de eerste plaats in maar de tweede in de hoofdstad; haar percentage daalde van 29.5 tot 21.2. Ook de Gereformeerde Kerk zag haar zielen tal slinken van ongeveer 35.000 tot 30.000 maar dat vindt mede zijn oorzaak in de scheuring van Dr. Geelkerken in 1926, die door zijn in vloed in Amsterdam een 4 a 5000 Gereformeer den meekreeg, die nu bij de volkstelling gerekend zijn bij de „overige gezindten". Zelfs de Chr. Gereformeerden gingen in Amsterdam achteruit en daalden van 3538 tot 2911, dus nog met 600 zielen. In Amsterdam dus niet anders dan achteruit gang voor alle kerken. Kerkrechtelijke positie van den emeritus predikant. Uit het kort verslag van den kerke raad te Gorinchem „Naar aanleiding van een schrijven van Prof. H. H. Kuyper, die om advies was gevraagd, be spreekt Ds. Hummelen zijn kerkrechtelijke posi tie na het ingaan van zijn emeritaat. De vraag of hij afscheid zal preeken wordt ontkennend beantwoord, omdat er geen afscheid plaats heeft. Een predikant blijft als zoodanig aan zijne gemeente verbonden, alleen wordt hij met zijn emeriteering van zijn dienstwerk ont- goedgeloovigheid en volgzaamheid van kerkgan gers en Kerkbodelezers, die zulk geleuter over zoetwaterhaaien en goudvischjes goedschiks slikken, terwijl de „groote" Kerk naar de haaien gaat, en een heel kleine Kerk dreigt te worden. Maar in Kerkbodes is alles mogelijk blijkbaar." Bovenstaand stuk lazen wij in de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Afgezien van de spot tende opmerkingen, gelanceerd tegen schrijvers en lezers van Kerkbodes, zelfs de verkiezingen moet de liberale „Rotterdammer" er nog bijsle pen, toont dit schrijven, hoe in sommige kringen op wonderlijke wijze met Gods Woord wordt omgesprongen. In de laatste tijden werd van zekere Her vormde zijde, Ds. Heij wees daarop reeds, aller lei verdachtmakingen uitgesproken tegen de Ge reformeerde Kerken. Wanneer wij zulke uitlegging van Gods Woord lezen gelijk hier, gespeend aan alle wer kelijkheid, kunnen wij niet anders zeggen, dan dat genoeg te vinden is in eigen huis, voordat men zich bemoeit met buurman's tuin. Dat de „groote kerk" kleine kerk wordt ligt zeker aan zulke prediking, maar niet minder aan de moderne prediking, die geen voedsel geeft aan zoekende zielen. Wij verheugen ons niet in de richtingen-strijd in de Nederlandsche Hervormde Kerk, maar ho pen, dat alleen, die bij de Schrift wenschen te leven opkomen voor Christus' Koningschap, opdat alzoo in vervulling ga want dan zullen zij niet meer in de Ned. Hervormde Kerk geduld worden, noch door ultra-links of ultra-rechts de bede om de eenheid, welke wij hebben te zoeken volgens het bevel van Christus. M. SCHEELE. DE NATIONALE LANDDAG DER N.C.R.V. De voorbereidingen voor den nationalen Radio-Landdag der N.C.R.V. zijn, blijkens ont vangen mededeelingen, niet alleen in vollen gang, maar vorderen goed. Op het terrein zal alles aanwezig zijn, wat voor een zoo groote menschenmenigte noodig of aangenaam is. Zelfs zaleen postkantoor niet ontbreken. Op het terrein voor den landdag op het landgoed „Berg en Bosch" te Apeldoorn wordt door de posterijen een tijdelijk postkan toor ingericht, waar een postambtenaar postze gels van de meest gangbare waarden en brief kaarten zal verkoopen. Natuurlijk wordt er ook een brievenbus geplaatst, welke dien dag drie maal gelicht zal worden. De poststukken zullen door den postdienst worden gestempeld met een speciaal stempelN.C.R.V.-Radiolanddag, Berg en Bosch, Apeldoorn, 27 Juli 1933. De corres pondentie van den landdag zal tot de curiositeit op postzegelgebied gaan behooren Op het terrein zullen speciale N.C.R.V.-Land- dag prentbriefkaarten tegen billijken prijs be schikbaar worden gesteld. In de vorige mededeeling over den Radio- Landdag der N.C.R.V. vermeldden we o.a. ook, dat een gedeelte bosch speciaal voor dit doel zal worden gekapt. Naar wij vernemen, is in- tusschen reeds met het vellen der boomen be gonnen. Verder vernemen wij nog, dat het bedoeling is, in het programma voor dien dag ook een massaal spreekkoor op te nemen. Verschillende orkesten worden uitgenoodigd, om hun mede werking te verleenen bij muziek en zang. Bin nenkort hopen we verdere nadere bijzonderheden te geven over hetgeen op den Nationalen Radio- Landdag der N.C.R.V. op 27 Juli a.s. zal plaats vinden. DRIETAL TE Zoutkamp Cand. S. D. Lankhuijzen te Kampen. Cand. G. Brinkman te Winschoten. Cand. W. Wiersma te Sneek. TWEETAL TE Hoofddorp R. Oosterhoff te Wansveld. H. B. Visser te Noordwijk-Binnen. BEROEPEN TE Colijnsplaaf: Cand. H. Veenstra te Smilde. AANGENOMEN NAAR Gameren Cand. A. J. Stolte te Hummelo. Te Souburg zal in de in aanbouw zijnde Geref. Kerk het oude kerkorgel worden overge- 4) „Ga zitten, Schoonoort. Of wacht, 'k weet nog beter, ga mee naar achteren daar is het koeler dan hier. Je hebt behoorlijk zonnebrand gehad van Uithuizen naar hier. 'k Had je niet Verwacht, man, tenminste, niet vóór vanavond." ,,'k Moest op het dorp zijn en kom even aan- loopen, om meteen te informeeren, hoe je er over denkt, Zondag mee te gaan." „Dat begrijp ik. Loop mee naar achteren. De vrouw zal wel thee hebben." De bezoeker, die zeer warm was, voldeed volgaarne aan de gulle invitatie en zat weldra in het koele, hem verkwikkende huisvertrek, begroetend de vrouw van den schoenmaker, een flink gebouwde vrouw. „Vrouw Bazuin, hoe maak je het Hij drukte haar stevig de hand. Zij kenden elkaar zeer goed. Hij mocht haar graag lijden, vond haar een flinke vrouw, proper en zinde lijk, goed voor man en kinderen, die de kunst verstond, een dubbeltje om te keeren vóór zij het uitgaf en tóch zoo de huishouding bestierde, dat niemand te kort kwam. „Best, Schoonoort." „Dat mag ik hooren. Je zoudt anders onpas selijk worden van deze hitte. Wat 'n zomer „Zeg dat wel. Maar je komt er toch door op het heetst van den dag", lachte zij. „Thuis alles wel „Geen klagen, hoor. Met den kleine is het natuurlijk oppassen, nu het zoo heet is. Mijn vrouw zet hem maar in een koel vertrek zonder dekking. Dat is het verstandigst." „Ja, ja, 't is zeker oppassen. Al is hij een flinke jongen, een kind van een half jaar blijft toch teer." „Zoo is het. Dank je", zij had een kop thee ingeschonken en zette die voor hem neer, „thee verslaat den dorst." Hij had dorst en zette de ronde kom zonder oor zonder plichtplegingen onmiddellijk aan den mond. „Hoe denk je er over, Bazuin, ga je mee naar Ulrum j De schoenmaker gaf niet direct antwoord. ,,'t Is een veel te warme zomer, om zulke tochten te maken", vond zijn vrouw. j ,,'t Valt wat mee, vrouw Bazuin, 's Morgens i vroeg is het nog niet warm. En 'k heb er over gedacht, Zaterdagavond te gaan. Bij de weduwe Koster kunnen en mogen wij wel slapen. Daar j zijn eiken Zaterdagavond gasten. Haar huis is groot genoeg. Dan wandelen we Zondag in den namiddag op ons gemak terug en zijn 's avonds weer hier." „Het is toch geen werk, zoo'n tijd van huis", wederstreefde moeder Bazuin. ,,'k Zou wel eens willen weten, waarom niet. We verletten met ons werk niets. Trouwens, als het moest liep ik drie dagen, om een do- miné te hooren, die Gods Woord recht snijdt." j „Ik ben het volkomen met je eens, Schoon- oort. Maar kijk eens, we kennen mekaar al lan- ger dan vandaag en we zijn nu toch met zijn drieën, de zaak is, dat mijn vrouw liever niet heeft, dat ik naar Ulrum ga. Je kent haar be weegredenen. Ik ben het niet met haar eens, maar om nu bot te zeggen„ik ga tóch en stoor me niet aan jou" is ook zoowat, hé? Wat zeg jij daar nu van Je bent nog wel niet zoo lang getrouwd als ik, maar je kunt er toch wel een oordeel over hebben." „Tja, ik zou zeggen, als je eenigszins kunt, moet je in huis den vrede bewaren „Juist", knikte de schoenmaker. „Maar of dat altijd kan, weet ik niet. Je weet, dat ik zoo nu en dan naar Ulrum ga en dan kom ik gesticht en opgebouwd in het geloof te rug. Dan heb ik voor weken teerkost op den levensweg. Als het er op aankomt, is dat van grooter beteekenis dan vrede in mijn huis. Maar 'k voeg er onmiddellijk bij, dat ik gemakkelijk praten kan, want mijn vrouw houdt mij niet tegen. Zij heeft er juist op aangedrongen, dat ik weer zal gaan, omdat zij er naar verlangt, dat ik de preek over vertel." „Je bent niet afhankelijk van de menschen in je dorp, Schoonoort", zeide moeder Bazuin, ietwat heftig. Met deze enkele woorden was zij doorge drongen tot de kern van haar verzet. Een even tueel gaan van Bazuin naar Ulrum, om den pre dikant De Cock te hooren, was reeds enkele malen onderwerp van gesprek tusschen Bazuin en zijn vrouw geweest. Zij had er zich steeds tegen verzet. Het was een kletspraatje op het dorp, als be weerd werd, dat vrouw Bazuin op het punt van den godsdienst niets met haar man van doen i heven, maar behoudt alle rechten aan zijn ambt verbonden. Bij vertrek naar een andere plaats is er reden tot het nemen van afscheid, thans omdat Ds. Hummelen hier blijft wonen, niet. i Omdat hij alle rechten aan zijn ambt verbon- j den behoudt, kan hij dus hier niet als ouderling worden gekozen, maar blijft hij als dienaar des Woords lid van den kerkeraad van zijn eigen gemeente, met behoud van stemrecht, en kan hij krachtens zijn ambt, wanneer hem dit door den kerkeraad wordt verzocht, huisbezoek doen, voorgaan in den dienst des Woords en der sa cramenten, en als predikant met een ouderling worden afgevaardigd naar de classis." China. Reeds geruimen tijd was het schier onmogelijk voor de Zendelingen om rustig in Shantung, China, te reizen. De regeering te Nan king weigerde verlof te geven, zeggende dat het gevaarlijk was om heen en weer te reizen in deze groote landstreek. Gedurende de laatste weken is het gevaar zoozeer toegenomen dat Zendelingen gedwongen werden hun Zendings- posten te verlaten om in de kuststeden tijdelijk verblijf te zoeken. Twee Chineesche generaals, leiders van de legermachten in Shantung, kunnen het maar niet met elkaar eens worden. Juist wat er achter deze beweging zit is moeilijk te zeg gen. Japan heeft ook groote belangen in Shan tung, en het is niet geheel en al onmogelijk dat deze verwikkelingen in Shantung straks Japan in de hand zullen werken. Slavernij in China. Het Ministerie van Binnenlandsche Zaken in China heeft een wet uitgevaardigd verbiedende slavernij in China. Van ouds is het gewoonte geweest in China om slaven te koopen en te gebruiken zooals men verkoos. Thans moeten deze slaven-eigenaars terstond hunne slaven vrijlaten. Zijn er die hunne eigenaars willen blij ven dienen uit eigen beweging, dan kan dit, in dien de eigenaars dienstgeld aan hen uitkeeren, zooals dat met werkvolk het geval is. Verder besloot men om hier en daar inrichtingen op te richten voor de verzorging en opleiding van vrij gelaten slaven. (Missionary Monthly.) Omvang van het Zendingswerk in China. De Engelsche en Amerikaansche Zendings genootschappen hebben in China thans 7400 blanke en 25.969 Chineesche Zendingskrachten in rechtstreekschen dienst en bovendien nog 499 Zendingsartsen in de hospitalen verder hebben de Zendingsscholen dezer genootschappen thans 293.134 leerlingen en worden 24 universiteiten door Christelijke Zendingskringen gedragen. Aan dit zeer groote Zendingsleger voegt de Duitsche Zending in China dan nog 262 blanke en 1164 Chineesche Zendelingen, 9 missionaire artsen en 9076 leerlingen op de scholen toe. Prof. J. J. van der Schuit, hoogleeraar aan de Theologische School der Chr. Geref. Kerk te Apeldoorn, zegt in de „Wekker", dat Ds. M. van Grieken in de „Waarheidsvriend" van 27 April, orgaan van den Geref. Bond in de Ned. Herv. Kerk, de verschilpunten tusschen Geref. en Chr. Geref. uitnemend formuleert. Ds. van Grieken schreef ter plaatse aldus„De verschilpunten zullen wel in hoofdzaak gezocht moeten worden in deze vier zaken de quastie van de veronderstelde wedergeboorte de doopspractijk het meer subjectieve element der toeëigening des heils door den Heiligen Geest bij de Chr. Geref. tegenover het meer objectieve element van het hebben en bezitten des heils in Christus bij de Geref. Kerken tenslotte de quastie van de vereeniging der Ker ken in 1892, waarbij naar het oordeel der Chr. Geref. Kerk het standpunt van de Afscheiding verlaten is". Prof. van der Schuit schrijft hierbij: „Worden deze verschilpunten opgelost, dan is de weg tot vereenigen geëffend". Ter vergadering van de Classis Rotter dam der Geref. Kerken is vorige week gerap porteerd over den Zendingsarbeid onder Chi- neezen en Oosterlingen. Ter tafel werd gebracht de regeling voor samenwerking van de Kerken Rotterdam-Zuid (Katendrecht) en Leiden in samenwerking met de Classis Rotterdam en de Kerken Amsterdam, Amsterdam (W.) en Am sterdam (Z.), Delft, Den Haag (O. en W.), Schiedam, Vlaardingen, Wageningen en Water graafsmeer. Daarna werd nog voorgelezen een concept-brief aan de dit jaar te Middelburg te houden Generale Synode. Deputaten verkrijgen machtiging om den heer A. F. J. Pieron, te doen voortarbeiden onder de Chineezen tot de nadere regeling met September a.s. zal getroffen zijn. wilde hebben. De waarheid was, dat zij eens- geestes met hem was en met vreugde de enkele lieden van het gezelschap in haar woning ont ving. Ook zij werd gesticht, als er geoefend werd des Zondagsavonds. En met haar man betreurde zij het diep, dat Froukje en Wybrand, hun oudste kinderen, dan het huis ontliepen. Ook zij kon in de kerk geen vrede vinden, om dat zij voelde méér dan zij het kon berede neeren dat de predikant, gekomen van de Groninger Hoogeschool, het volle Woord Gods niets bracht. In den aanvang had zij even geaarzeld, de kennissen des Zondagsavonds in huis te ont vangen. Het moest eens kwaad bloed zetten in het dorp en Aldert moest eens klanten verlie zen. Je kon het nooit weten. Zij was het volkomen eens met haar man, maar menschenvrees had haar bevangen. Zij wilde het liefst maar stil met een boek in een hoek gaan zitten. Het was voldoende als men voor zijn eigen ziel bevrediging gevonden had. De medemensch moest niet geërgerd worden. Het kon zóó worden, dat de menschen, als klan ten, wegliepen. En dat kon Aldert toch niet ver antwoorden. De schoenmaker was van tegenovergesteld gevoelen. Het was, wanneer men met zichzelf gereed was en op Gods genade hopen, op Jezus' zoen- en kruisverdienste vertrouwen mocht, juist roeping, de menschen te wijzen op hun ver keerden staat, hen op te wekken tot bekeering. Vrees voor de menschen mocht niet gekoesterd. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1933 | | pagina 2