No* 14
Vrijdag 7 April 1933
47e Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND.
UIT HET WOORD*
DADERS DES WOORDS*
ZEEUWSCHE KERKBODE
REDACTIE: Ds. A. C. HEI) TE KOUDEKERKE en Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG.
MEDEWERKERSD.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
JEZUS CHRISTUS HET LICHT DER
WERELD.
II.
Maar Jezus antwoordde hun, zeggen
de De ure is gekomen, dat de Zoon
des menschen zal verheerlijkt worden.
Voorwaar, voorwaar zeg Ik u Indien
het tarwegraan in de aarde niet valt
en sterft, zoo blijft het alleen maar
indien het sterft, zoo brengt het veel
vrucht voort.
Joh. 12:23, 24.
Wij zagen de vorige week in de komst der
Grieken om Jezus te willen ,,zien", met Hem te
willen spreken en onderhandelen over de die
pere levensvragen Jezus Christus als het Licht
der wereld, daar deze menschen in eigen land
geen oplossing hebben kunnen vinden, die hun
bevredigde. Zien wij thans de andere zijde, in
wélken weg Jezus Christus het Licht der we
reld is.
Filippus en Andreas hebben het verzoek der
Grieken aan Jezus overgebracht. Dat was voor
deze Grieken al een bemoediging en de aanvan
kelijke inwilliging van hun wensch. Zij waren
dus aan het juiste adres
Maar een andere vraag is deze heeft Jezus
zelf hun verzoek ingewilligd Wie geldt het
,,hun" van vers 23 en het ,,u" van vers 24 de
Grieken of Filippus en Andreas Het meest
voor de hand liggende is, dat het tot de dis
cipelen is gezegd, al zal het tevens voor deze
Grieken bestemd zijn.
Jezus spreekt eenerzijds van „verheerlijking"
en anderzijds van „lijden". De ure is gekomen
dat de Zoon des menschen verheerlijkt zal wor
den De Zonne der gerechtigheid is zóó hoog
gerezen dat, Hij weldra alle volken zal bestra
len. Dat is de vervulling der profetie als deze
„Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte
„Moorenland zal zich haasten, zijne handen tot
„God uit te strekken" (Ps. 68:32); de vervul
ling van het woord van den ouden Simeon „een
licht tot verlichting der Heidenen".
Thans vragen de Heidenen naar den Wortel
van Isaï, Die staan zal tot een banier der vol
keren. Zij vragen naar den Zaligmaker, den
Redder der wereld Nu is de tijd weldra aan
gebroken dat het Evangelie van verlossing en
redding zal uitgaan over het rond der aarde.
Van zee tot zee, ja tot aan de uiteinden dei-
aarde zal Zijn Koninkrijk scepter gezwaaid
worden Uit alle volken zullen ze zich buigen
voor Koning Jezus In de veelheid der onder
danen zal des Konings eere en daarin Zijn heer
lijkheid bestaan.
De ure gekomen, want de Heidenen staan
voor de poort van het Koninkrijk der hemelen
en vragen, kloppen om binnengelaten te worden.
Alles zal moeten zwichten onder het regiment
van Koning Jezusgaven van wetenschap en
kunst, beschaving en cultuur zelfs het rijk van
ijzer, het machtige en trotsche Romeinsche we
reldrijk. De blanke Europeaan en zwarte Neger,
de gele Chinees en roode Indiaan. Heel de aarde
is immers des Heeren, mitsgaders hare volheid.
Jezus ziet Zich reeds als de verhoogde Koning,
Zijn buit uitdeelend zelfs aan wederhoorigen
om bij Hem te wonen. Terwijl Zijn eigen volk
Hem zoekt te dooden en hun woede als een
machtige bergstroom komt aanrollen, vragen de
Heidenen dringend om toegelaten te worden als
burger in het Koninkrijk Gods Waarom bidden
zij anders om Jezus te spreken
De ure gekomen om verheerlijkt te worden,
maar dat is voor Jezus temeer het bewijs, dat
ook de bange weg van lijden en sterven aan
staande is
Dan is ook de ure gekomen dat de Zoon des
menschen zal overgeleverd worden in de handen
van zondige menschen. De ure dat Hij den last
van den toorn Gods zal moeten opnemen in al
zijn zwaarte.
Niet de heerlijkheid vóór, maar dóór het lijden!
Niet de kroon allereerst, maar het kruis
In den weg van lijden en sterven is Hij het
Licht der wereld
Eerst nog ondergaan in dood en graf en dan
de heerlijkheid
De komst der Grieken om Hem te spreken
is tevens het sein voor Jezus dat de ure van
Zijn Vader gekomen is om met Hem in het
gericht te gaan.
Dat verzekert Jezus met het „Voorwaar,
„voorwaar zeg Ik u indien het tarwegraan in
„de aarde niet valt en sterft, zoo blijft het al-
„leen maar indien het sterft zoo brengt het
„veel vrucht voort".
Als Jezus iets tweemaal zegt, dan drukt Hij
daarmee uit dat wat er volgt verdubbelde aan
dacht verdient. En dan vooral met het verze
kerende „Voorwaar" eigenlijk „Amen, Amen zeg
Ik u". Zeker is voor Hem dat Hij verheerlijkt
zal worden in de veelheid der onderdanen, maar
even zeker dat Hem allereerst lijden en sterven
wacht. Eerst moet Hij nog diep vernederd wor
den vóór Hij de hoogte der heerlijkheid zal be
reiken
En dat lijden en sterven en daarna de heer
lijkheid geeft Hij dan weer door het beeld van
het tarwegraan. Zal het tarwegraan vruchten
voortbrengen dan moet het in de aarde worden
gezaaid en meer noghet moet sterven. Het
moet een vernietigingsproces ondergaan. Als de
landman straks oogsten wil dan moet hij zaaien
en dat zaad moet sterven en dan ontkiemen. In
dien weg zal hij zich straks kunnen verblijden
over de golvende korenvelden en het goudgele
graan in zijn schuren verzamelen. Voor het met-
ge juich-maaien gaat het met-geween-zaaien
Ja, Christus is het Licht der wereld, doch
eerst moet de wet van het tarwegraan op Hem
toegepast worden sterven en dan de vruchten.
Het gaat met Hem door lijden tot heerlijkheid,
dat leert Hij hier door het beeld van het tarwe
graan
Misschien hebben deze Grieken zich een an
dere weg ingedacht, want velen hebben zich
vergist in den Christus der Schriften Zijn eigen
volk wilde Hem daarom juist niet erkennen als
de Beloofde aan de vaderen. Zij verwachten
een ander Koninkrijk, hadden gehoopt, dat Hij
den troon van Koning David weer van onder
het stof zou doen herrijzen. En als het nu blijkt,
dat Zijn Koninkrijk niet komt met uitwendig
gelaat, dan hebben zij geen verwachting van
Hem Zelfs Zijn discipelen, die zooveel onder
wijs van Hem hebben ontvangen, kunnen slechts
met moeite deze les van het wegstervende tarwe
graan leeren Hebben de Grieken Hem gezocht
als een filosoof of als den Christus der Schrif
ten Wij weten het niet. Maar als zij burger
wenschen te worden van het Koninkrijk der
hemelen, dan zullen zij Hem moeten aanvaarden
als den Christus der Schriften. Is het kruis voor
hen een ergernis en een dwaasheid, dan zijn ze
wel aan het goede adres, doch zoeken Hem op
een verkeerde wijze
Willen zij de oplossing van hun levensvra
gen, de verlossing van hun leven, dan moeten
zij het wagen met dezen Christus, Die Zijn weg
zoekt naar het smadelijke en smartelijke kruis
In dezen weg is Hij inderdaad het Licht der
wereld, het Licht dat de nevelen der zonde doet
scheuren en opklaren. In den weg van vernede
ring zal Hij klimmen tot de vexhooging aan de
rechterhand van Zijn Hemelsche Vader en een
licht tot verlichting der Heidenen zijn
Zoeken zij een anderen Christus dan hebben
zij zich eveneens vergist en kunnen wel weer
naar hun land terugkeeren.
De Christus der Schriften berooft van menige
eigen waan Niet in den weg van een aardsch
Koning, ook niet als een Wijze, maar als de
Man der smarten is Jezus Christus het ziele-
voedsel van Zijn volk-
Zóó moeten de Grieken Hem zien als de
Zonne der gerechtigheid
Zóó moeten ook wij Hem zien in deze lijdens
weken
In den weg van Zelfvernietiging is Hij het
behoud van Zijn volk. In deze enkele woorden
geeft Hij Zijn levensprogram, Zijn „levens- en
wereldbeschouwing" weerZonder het kruis
en den dood blijft Hij alleen, doch in den weg
van ondergang in dood en graf draagt Hij veel
vrucht. De veelheid der onderdanen is de vrucht
van Christus' sterven. Ja, Hij is het Licht der
wereld, voor iedereen die in de duisternis rond
tast, maar alleen door het kruis. De heilstaat
wordt niet gebracht door den mensch, die de
lichten des hemels denkt te kunnen dooven,
doch door Jezus Christus, Die Zijn leven gaf
voor een wereld in schuld Zóó wordt ons le
ven gered en behouden
Zien wij Hem aldus in de overdenking van
Zijn lijden en sterven Laten wij ons niet ver
gissen in Hem, want anders zal ons einde zijn
geworpen te worden in de buitenste duisternis
waar weening zal zijn en knersing der tanden.
Dan zullen de Heidenen aanzitten aan de brui
loft des Lams en de kinderen des Koninkrijks
voor eeuwig buiten de zalen van licht en leven.
Laten wij het dan wagen in het geloof met
den Man van smarten, dan zal het licht zijn als
wij moeten ingaan in het dal van de schaduwen
des doods. Dan is de dood een doorgang naar
de hemelstad door de heerlijkheid Gods verlicht
en waar het Lam de kaars zal zijn.
Arnemuiden. H. SCHOLING.
VAN DRIE DIEREN.
1. De groote roode draak.
In Openbaring 12 en 13 wordt gesproken van
drie dieren van een groote roode draak, van
een beest opkomende uit de zee en van een derde
beest, opkomende uit de aarde. En die drie die
ren vormen dan wat men wel genoemd
heeft een onheilige drieëenheid. Zooals er bij
God, in de eenheid van de drie Goddelijke Per
sonen, den Vader, den Zoon en den Heiligen
Geest, is een eenheid van werken tot verlossing
der wereld, zoo is er bij de drie dieren een een
heid van doel en werken om daarin het werk
Gods tegen te staan.
Onze tijd nu is niet goed te verstaan dan in
't licht van wat de Schrift over deze drie dieren
openbaart. En zoo is het opschrift „Van drie
dieren" verklaard. We hopen achtereenvolgens,
in 't kort, na te gaan wat de Schrift ons van
deze drie dieren zegt. En dan niet door een
doorloopende verklaring van die twee hoofd
stukken te geven, maar door, met gebruik van
de Schriftgegevens, die drie te teekenen en al-
zoo aan te wijzen, wat ons hier geleerd wordt
tot het beter verstaan van dezen tijd en van
onze roeping in dezen tijd.
We hebben dan allereerst te letten op wat
gezegd wordt van den grooten rooden draak,
dien Johannes zag.
Reeds de naam „draak" wijst er op, dat we
hier te denken hebben aan een monster, een
verschrikkelijk beest. En het was een groote
draak, monsterachtig groot en sterk. En die
groote draak was rood. Die roode kleur wijst
op de bloeddorst van het beest. Die groote
roode draak had dan zeven hoofden en tien
hoornen. Tot nastreven van zijn doel stond den
draak ter beschikking een groote denkkracht en
een groote macht.
Van dat dier wordt dan gezegd, dat het oor
spronkelijk in den hemel was. Het teeken van
den draak werd gezien in den hemel. Maar het
was uit den hemel geworpen. En in zijn val had
het andere meegesleept. Met zijn staart had het
het derde deel van de sterren des hemels op de
aarde geworpen.
Dit monster keerde zich nu tegen een vrouw,
om het kind, dat uit die vrouw zou geboren
worden. Johannes zag een vrouw, die op 't punt
stond moeder te worden. En de draak stelde
zich nu voor de vrouw om aanstonds het kind,
wanneer het geboren zou zijn, te verslinden.
Als dit den draak niet gelukt omdat het kind
der vrouw aanstonds wordt weggerukt tot God
en Zijn troon, poogt het beest den hemel te be
stormen om het kind weer weg te rukken van
Gods troon. In dat pogen ontmoet het beest
den tegenstand van Michael en zijn engelen en
het wordt op de aarde geworpen.
Dan gaat de draak vervolgen de vrouw, de
moeder van dat kind. En het ligt dan niet aan
den draak, wanneer hij in zijn pogen niet slaagt.
Om de vrouw tegen den draak te beveiligen is
noodig, dat haar gegeven worden twee vleuge
len van een grooten arend, opdat zij daarmee
zou vliegen in de woestijn, naar de plaats voor
haar bereid. En wanneer de draak uit zijn mond
water als een rivier werpt om de vrouw daar
mee weg te voeren is noodig, dat de aarde de
vrouw te hulp komt en dat water verzwelgt.
Bij dien grooten rooden draak is dus te den
ken aan Satan, Gods groote tegenstander. Oor
spronkelijk een goede engel in den hemel, is hij,
cm zijn opstand tegen God uit den hemel ge
worpen. En in zijn val heeft hij duizenden an
dere engelen meegesleept, die met hem tegen
God opstonden. En met deze duivelen voert hij
nu strijd tegen God.
De vrouw nu, welker kind de draak poogde
te verslinden, is de Oud-Testamentische ge
meente. En dat kind is de Christus, is de De
gene, door Wien God over Satan zou trium-
feeren. Geen wonder dus, dat Satan poogde aan
stonds den Christus te dooden. Dan komt de
kindermoord te Bethlehem. Dan komt de vijand
schap der Joden, die niet rust vóórdat de Chris
tus gedood is. Dan evenwel wordt Christus aan
alle geweld van Satan onttrokken, wanneer Hij
verheven wordt aan Gods rechterhand.
Een poging van Satan om den verhoogden
Christus van Zijn troon te rukken, mislukt.
Michael en zijn engelen krijgden tegen den draak.
Hoe we ons dien strijd moeten denken is niet
te zeggen. Deze dingen gaan ons menschelijk
begrip zeer verre te boven. Ons moet genoeg
zijn te weten, dat God Zijnen Christus op den
hemelschen troon handhaaft mede door den
strijd der goede Engelen. Satan wordt met zijn
trawanten op de aarde geworpen.
Dan richt zijn woede zich echter in grooten
toorn tegen de gemeente Gods op aarde, omdat
hij weet, dat hij een kleinen tijd heeft.
God geeft dan aan de gemeente, wat tot haar
beveiliging dient. Haar worden dan niet de wa
penen gegeven, om zich zelve tegen den Satan
te verweren en hem te overwinnen. De gemeente
ontvangt twee vleugelen om daarheen te vluch
ten, waar God haar veiligheid schenkt en on
derhoudt. Wat vleugels heeft kan de aan de
aarde gebonden slang ontvluchten en zich buiten
haar bereik stellen. De beveiliging der gemeente
ligt in het gebed en in het wandelen in Gods
weg, in goede werken. En in bijzondere tijden
met bijzondere nooden geeft God ook weer bij
zondere uitreddingen.
Bij dat alles blijft echter, dat er voor de ge
meente op aarde door dat woeden van Satan
een groote benauwing komt. Voor die gemeente
is er de waarschuwing Wee dengenen, die de
aarde bewonen en zich op de zee bevinden. Onze
tijd is pas te komen wanneer we letten op dat
woeden van den Satan tegen de gemeente Gods.
En bij dat benauwen van de gemeente Gods,
bedient het eerste dier, de groote roode draak,
zich van de beide andere dieren, opkomende
uit de zee en uit de aarde.
VERGADERING DISTRICT IX
SCHOOLRAAD.
Aangaande de vergadering van district IX van
den Schoolraad, kunnen we nu reeds meedeelen,
dat die D.V. dit jaar zal gehouden worden Vrij
dag 5 Mei a.s. te Goes en dat zich bereid ver
klaarden op die vergadering als sprekers op te
treden de heeren W. 't Hooft te Goes en Ds.
G. W. C. Vunderink. De laatste gaf reeds als
zijn onderwerp op „Opvoeding en het onder
bewuste".
Voor ditmaal volstaan we met deze sobere
meedeeling, omdat we hopen later uitvoeriger
op deze vergadering te wijzen.
WIJDINGSURE.
In vervolg op wat we de vorige week schre
ven over een wijdingsure aan den vooravond
van de zoo belangrijke stemming voor leden van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, worde
hier nu nog medegedeeld, dat Dr. Colijn zijn
radiorede hoopt te houden Dinsdag 25 April
des avonds van 8.45 tot 9.15, dus van kwart
voor negen tot kwart over negen.
Bij sommigen op de dorpen komt allicht aan
stonds de gedachte op' dat dit wel wat laat is,
en eigenlijk telaat om dan nog in een wijdings
ure saam te komen.
Moge de eerste gedachte nog verdedigbaar
zijn voor menschen, die vroeg op moeten en dus
ook vroeg naar bed, de daaruit getrokken con
clusie zou dan evenwel niet verdedigbaar zijn.
Om die reden althans mag niet van het houden
van een wijdingsure worden afgezien.
HEIJ.
VOORSTEL DEPUTATEN INZAKE
GEZANGEN EN LITURGIE.
II.
Liturgie voor de namiddaggodsdienstoefening op
den Dag des Heeren.
1. Votum: Onze hulpe is in den naam des
Heeren, die hemel en aarde gemaakt heeft. Amen,