KERKNIEUWS* punt van de eerbaarheid in een meisjeskamp, met hem niet tot overeenstemming- konden ko men. Is er volgens de heer Grashoff tus- schen hem en mij overeenstemming, omdat ik precies hetzelfde beweer als hij, zoodat hij zelfs meent het verwijt van sofisme aan mij te kunnen retourneeren, er is dan toch een groot verschil tusschen hem en mij, wanneer wij beiden aan geven wat wij in dat bedoelde geval als eerbaar erkennen. Acht de heer Grashoff, datgene waar tegen anderen hun bezwaar inbrachten, en welk bezwaar we gegrond achtten, niet in strijd met de eerbaarheid, ons oordeel was dat hier met terdaad aan de eerbaarheid werd tekort gedaan. En eindelijk spijt het ons dan ook, dat we deelneming aan zoo'n meisjeskamp ten sterkste moeten ontraden omdat de kampleiding hoe wel in theorie handhavend de eischen van eer baarheid in de practijk toelaat wat naar veler gevoelen met de eerbaarheid strijdt. HEIJ. EINDE 1932. Nog enkele uren en ook dit jaar is ten einde met zijn lief en leed, lach en traan, leven en dood. Enkele uren scheiden ons nog van den nieuwen jaarkring en 1933 wordt ingeluid. Voor velen valt het moeilijk van dit jaar af scheid te nemen, hetzij dat het veel gaf, hetzij veel nam. Onuitwischbaar in veler hart ingegrift altijd blijft er nog wel een indruk bij ieder over. 1932 een jaar van zorgen, van groote econo mische moeilijkheden. Tal van bedrijven liggen stil, handel en scheep vaart, land- en tuinbouw kwijnen, duizenden in ons land zonder werk. Over heel de wereld rekent men, dat er thans een vierde van de menschheid werkloos is. Er heerscht een moedelooze, sombere stem ming zelfs in het land van den dollar. Zelfs deze jonge natie, die gedurende twee eeuwen, gelijk een correspondent meedeelt, de wereld door haar vitaliteit en kracht had verbaasd, is door de huidige crisis van haar weerstand beroofd. De economische storm schijnt alle welvaart weg te vagen. De oorlogsverdiensten zijn weggesmolten als was voor de zon. Met moeite weten de regeeringen de budget ten sluitend te maken, maar over het algemeen is er een tekort en alleen door buitengewone ingrijpende maatregelen, weet men het schip van Staat drijvend te houden. Hoevele wetten, welke dienden voor steun, voor welke tak en in welken vorm dan ook, moest de regeering niet voorleggen in dit jaar aan onze Staten-Generaal En als de menschen straks hun eindrekening opmaken, zal deze spreken niet alleen van minder inkomsten, maar bij velen van een tekort. Eco nomisch een onvergetelijk jaar. 1932 een jaar van conferenties om de wereld vrede te verzekeren door ontwapening, welke tot nu toe op niets uitliep om de handels mogelijkheden te vergrooten, welke poging van wege den naijver moest mislukken om de volken nader tot elkaar te brengen, eveneens een gebleken utopie door het onderling wan trouwen, dat er heerscht. 1932 voor het buitenland een jaar van mi- nistrieele crisis, van geweldige verschuivingen in het politieke leven, van ontwikkeling van de nationaliteitsgedachten. De namen van Mussolini en Hitier zeggen ons in dezen genoeg. Een voort durende koortsachtige bewapening in de Staten van Europa om Duitschland te blijven knechten door vrees voor dit land ingegeven. 1932 het jaar van de annuleering van de oor logsschulden en herstelbetalingen, een van de lichtpunten. Een jaar, gelijk andere jaren, rijk aan bizondere voorvallen en gebeurtenissen, welke de buitenstaander niet ziet, hoogstens door opgeschrikt wordt, maar onvergetelijk zijn voor dengene, die zij aangaan. 1932 een jaar van doorwerking van de oor- deelen Gods, welke niet tot Hem terugvoerden. Eer het tegendeel. Steeds duister wordt het op treden tegen den Heere en Zijn Gezalfde. Men maakt zich los van alle ethische normen de mensch meester het lied van den tijd. Alle dingen moeten worden omgezet, zegt de tijd geest en alles werkt er aan mee. Het huwelijk is uit den ouden tijd, een gezin is een last, zede lijkheid een dwaze uitvinding van bekrompen menschen, godsdienst houdt den opgang naar de nieuwe wereldorde tegen. Een golf van zon dige litteratuur ging ook dit jaar over de volken en waar er van levensvernieuwing sprake was, zij eindigde in den autonomen mensch. Dit is het ontzaglijke ook van dit jaar. Als Christenen hebben wij den gewonen dagelijk- schen strijd te strijden en deelen ook in de zorgen van den tegenwoordigen tijd, maar blijven wij daar niet te veel bij stil staan Wij begonnen dit jaar met Hem. Zullen wij het niet met Hem eindigen Als wij alleen letten op het uiterlijke, zien wij niets anders dan donkerheid en klagen klagen mee, als het zelfs niet mag en noodig is. Als wij nergens anders meer over weten te spreken en het geestelijke uit het oog wordt verloren, wordt het steeds donkerder en ons ge loof heeft geen houvast. God is nog dezelfde de God van Elia de Vader van onzen Heere Jezus Christus. Als wij op den tijd zien, wat moet er dan terecht komen van Kerk, Zending en Evangeli satie, van allen arbeid in Gods Koninkrijk Hoe zullen wij blijven zorgen voor onze arme broe ders en zusters God zal zorgen was de sprake van dit jaar. Hij heeft ook gezorgd en zal het blijven doen. Wie dit op Oudejaarsdag mag zien in welke omstandigheden ook, waarover hij ook moet treuren, ziet het voorbijgaan der tijden in eeuwigheidslicht, merkt op het onvergankelijk licht, dat alle nevelen wegvaagt in Christus Jezus. Wie treurt vanwege alle vergankelijkheid, treure bovenal om zijn, om hare zonde, want tengevolge van de zonde heerscht de tijd over ons. Eens was het anders. Alles werd steeds schoo ner. Er was geen blinken en verzinken, steeds groeiende heerlijkheid. Brenge de vergankelijkheid van alles ons tot Christus en als onze jaarrekening in den hemel wordt opgemaakt, spreekt deze van een ontstel lend tekort. Ontroert ons dit Doet dat ons vluchten tot den Vader der lichten? Of blijven wij slechts klagen, ondankbaar vergetend de ontelbare wel daden ons ook in dit jaar geschonken als kerken, als land, als volk. Laat ieder klagen over zijn zonde, dan vieren wij Oudejaarsdag, dan vluchten wij tot den Mid delaar, dan verschrikken wij niet van de tijden, maar wij weten, dat, zoo onze aardsche taber nakel verbroken wordt, wij een gebouw bij God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. 1932 bijna ten einde, nog enkele uren. Als wij den jaarkring met Hem eindigen, dan zal het jaar 1933, wat het ook brenge, ons steeds meer doen verstaan Ik zal U niet vergeten en ver laten, Ik blijf bij U. MIDDELBURG'S KERK. Oudejaarsavond en op Nieuwjaarsdag zal er een collecte worden gehouden voor versterking der finantiën der kerk. Ook hier eenige achter uitgang. 'Gelijk wij voor de Zending het achter stallige hebben weggewerkt, voor de Diaconie rijkelijk gaven, opdat deze in de nooden zou kunnen voorzien, zullen wij thans, op verzoek van Kerkeraad en Commissie van Beheer een gave afzonderen voor de kerk. Wij gaan niet schatten, maar het wordt een prachtcollecte naar onze meening, dankend God voor wat Hij ons schonk in dit jaar en voor het vele goede ontvangen in Ds. Ringnalda, die wij betreuren het zeer Middelburg meende te moeten verlaten. Wie Zaterdag niet kan ko men, brenge zijn gave D.V. Zondag 1 Januari, wanneer de gemeente weer samenkomt. God schenke ons gezegende dagen. M. SCHEELE. HET NATION A AL-SOCIALISME. III. Zal het blijvend zijn? Ongetwijfeld, 2) tenslotte wordt het gedragen door beginselenHet is een levens- en wereldbeschouwing, en wel de levens- en wereldbeschouwing, als ik het zoo eens noe men mag, van het „nationale", het stelt telkens dat „nationale" voorop. Daar zijn veel menschen, die het „sociale" overal op den voorgrond schuiven, als het „so ciale" verbetert, verbetert alles, gaat het „so ciale" achteruit, dan is hun meening, gaat alles achteruit. Daar zijn weer andere menschen, die alles bezien uit oogpunt van kunst, aesthetische menschen, als iets aesthetisch maar in orde is, zeggen zij, zelfs vuilheid, die schoon beschreven wordt, keuren zij goed. Weer anderen leven psy chologisch. Zij brengen overal hun ziel bij te pas, als het hun ziel goed gaat, zijn zij gelukkig. Zoo zijn de Nat. Socialisten menschen, die alles „natio naal" bekijken, als het de natie voor den wind gaat, juichen zij, hun grootste ramp is de ach teruitgang van de „natie". Hitier zelf gaat hierin voortoen hij, door gas vergiftigd en verblind, wilde weenen, verbood hij het zichzelf, maar toen de revolutie uitgebroken was, schreide hij den ganschen nacht: „nu zag ik eerst, hoezeer alle persoonlijke leed in het niet verzinkt tegenover het ongeluk van het vaderland". En zijn volgelingen volgen al te gaarne. Waarom is in Duitschland de economische toestand zoo slecht, en hoe kon die beter zijn Omdat wij, zoo antwoordt het Nat. Socialisme, leven naar Romeinsch recht, en niet meer naar het oud-Germaansche recht. Het „nationale" recht is alleen daarom, dat het nationaal is, voortkomt uit en aanpast bij de Germaansche ziel, beter dan Romeinsch, dus buitenlandsch recht. Waarom zweren tienduizenden jonge Hitle- rianen den eed van rein te zullen leven Omdat God het eischt Omdat door zedeloos leven het gezond'neidspeil in Duitschland verzwakt, de nationale krachten verminderen: omdat de Hitler- jeugd nationaal denkt, daarom wil zij rein leven. Waarom komt Hitler met de zijnen zoo krach tig op voor verheffing van den arbeidersstand en de werkeloozen Omdat ze medelijden heb ben met die ellendigen Waarom voeren zij zoo krachtig pleidooi voor de Duitsche boeren Omdat ze recht willen doen Hitier zelf geeft het antwoord de vraag, hoe de arbeiders enz. te gewinnen voor het „nationale" wordt beant woord met opheffing uit den socialen nood. Hoe kan men zijn vaderland liefhebben, als men geen eten heeft Pas, als de zorgen daarvoor wegge nomen zijn, kan de arme zich bezig houden met het vaderland, en kan hij het vaderland liefheb ben, en wegneming van die zorgen beoogt het program der Nat. Socialisten. Heel duidelijk komt dat „nationale" uit in de houding der beweging tegenover de kerk. Wat betreurt men in het optreden van Luther? Wij, dat hij de reformatie veelszins half door voerde, dat hij tevreden was na de beantwoor ding der vraag, hoe kom ik aan genade bij God? inplaats, dat hij de vraag stelde, hoe komt God aan Zijn eer maar Jung, de vader der Nationaal-Socialistische partij in veel opzichten, betreurt het, dat Luther geen Duitsche kerk heeft gesticht, en toen had het geleund, want de bisschoppen wilden wel. Welke predikanten begeeren wij Zulke, die het Woord recht prediken, goed huisbezoek doen enz., i.e.w., die vraag wordt bij ons be sluit door Gods Woord, maar de Nat. Socialis tische leiders raden aan, predikanten te beroe pen, die „strijdgeest hebben en nationale wil". Die vorm van godsdienst moet gevonden wor den, en zal gevonden, zeggen anderen, die ver langd wordt door ons Noordsch bloed, het bloed, dat door de Duitsche natie stroomt En het officiëele partij programma eischt in art. 24 vrijheid voor alle godsdiensten, voorzoo ver zij niet staatsgevaarlijk zijn en geen aanstoot i geven aan het zedelijkheids- en moraalgevoel van het Germaansche ras, weer de heerschappij van het „nationale". Veel meer nog is te noe men, maar het behoeft niet, voor ieder kan nu duidelijk zijn, hoe de Nationaal-Socialisten aller eerst schijnen te zoeken het nationale, zelfs onze godsdienst moet aan dat „nationale" onderge schikt worden gemaakt. Meliskerke. M. VREUGDENHIL. 2) Men late zich niet in slaap wiegen door al die berichten van achteruitgang, die men thans lezen kan. Hitiers partij heeft al 3 crisissen achter den rug. Magelang, 10 October 1932. Amice Op de mannenzaal heeft God reeds meermalen zegen willen geven. Daar lag een man uit een der kampongs van Magelang hij was ernstig ziek. Hij had vroeger vele malen over het Evangelie gehoord op de Hollandsch-Javaansche school, die hij bezocht had, toen mijnheer Bos daar nog nog hoofd was. Maar hij had er zich niet om bekommerd hij had de paden der zonden gekozen acht dagen voor zijn sterven begeerde hij zeer te hooren op welke wijze hij zalig kon worden. Eiken morgen en eiken avond moest Soemardjo bij hem komen, en hem vertellen van Jezus en met hem bidden. En de zieke vertelde van zijn leven: „vroeger", zoo zei hij, „heb ik op de Christelijke school van mijnheer Bos gegaan, maar ik be geerde een leven van genot te leiden en meer malen heb ik slechte dingen gedaan overspel gepleegd eenmaal met een gehuwde vrouw, v/ier man het te weten kwam en die uit hart zeer een einde aan zijn leven maakte". Hij had veel gezworven en veel gezondigd. Enkele dagen voor zijn dood vroeg de goeroe „weet ge 't wie Uw leidsman is naar de eeuwigheid de zieke antwoordde „Jezus". Het spreken ging moeilijk, maar hij kon er toch nog uitbrengen, terwijl zijn vinger naar den hemel wees „Jezus, die nu in den hemel is". Daar ligt een ander hij is ernstig ziek maar zoolang het kon heeft hij zeer ijverig het Evan gelie liggen lezen en vroeg hij om voor hem te bidden op een ander gedeelte van de zaal ligt een santri, wij zouden zeggen een goede Mo hammedaan, die wat van den Mohammedaan- schen godsdienst afweet. Hij heeft 't Evangelie liggen lezen en heeft telkens vele vragen, als de goeroe komthij is nu bijna beter en zoo zegt hij, daar ik geloof, verzoek ik den Heilige Doop te mogen ontvangen. De goeroe heeft hem geantwoord, dat in zijn woning een goeroe indjil hem zou komen opzoeken en dat als hij vol doende onderwezen was, en standvastig bleef gelooven, hij alsdan zou gedoopt worden. No. 4 is afkomstig uit Banjoemas een oude man, die bij zijn kinderen woonthij wil graag begrijpen wat er in het Evangelie staat en hij heeft zich nu al voorgenomen om straks te vra gen in de gemeente te worden opgenomen. No. 5 is een echte Mohammedaan leerling van een beroemde Mohammedaansche goeroe op de vraag wat hij denkt over den godsdienst antwoord hij „Ik ben een leerling van goeroe N. en deze heeft gezegd, dat ik nergens anders over piekeren mag dan wat hij heeft gezegd ik moet 1000 keer per dag dikir (d.i. 1000 keer op een dag een godsdienstige spreuk opzeggen) en een boek lezen." En, zoo werd hem gevraagd, „bereikt ge daarmee rust voor Uw hart Het antwoord luidde „aldus moet ik doen volgens mijn goeroe". No. 6. Daar is nog een Mohammedaan erg fanatiek hij wil geen woord zeggen of hooren over godsdienstige zaken hij wil ook niet graag in dit ziekenhuis zijn nu hij merkt, dat er ge sproken wordt over den Heere Jezus. Hij wil zelfs de dingen van het hospitaal niet gebruiken. Op het bed waarop hij ligt, heeft hij zijn kleeren gelegd en over het kussen een handdoek van zichzelf om niet in aanraking te komen met het goed van het hospitaal. Wanneer er een ander spreekt over den godsdienst, stopt hij zijn ooren dicht of loopt hij naar buiten. Eiken dag doet hij 5 keer zijn Mohammedaansch gebed. (Na twee dagen was deze man weggeloopen.) Verder bestaan de werkzaamheden van Soe mardjo in het bezoeken van ontslagen patiënten, bij wie eenige belangstelling is ontwaakt in de dagen, dat zij verpleegd werden. Op die be zoeken worden verschillende ervaringen opge daan, die niet altijd verblijdend zijn. Op een van zijn bezoeken kwam de goeroe bij iemand, die in het hospitaal geregeld luisterde naar de prediking van het Evangelie en er graag over sprak hij moest dus eens opgezocht wor den in z'n eigen woning nu de goeroe werd er met blijdschap ontvangen ze zaten druk te pra ten en als er een prettige sfeer heerschte vroeg de gastheer „kunt U me ook helpen aan 25.-". Daar werd duidelijk, dat de ontslagen patient meer dorstte naar geld dan naar met Evangelie het gesprek werd al spoedig afgebroken en deze man, die al eens een enkele maal de goeroe in zijn huis- opzocht, wordt er nu niet meer gezien. Maar bij anderen is het eerste bezoek gevolgd door andere en is er een geregelde arbeid ont staan, zoodat de goeroe alleen of in gezelschap van een verpleger of onderwijzer op geregelde tijden zijn bezoeken herhaalt en dan deze men schen verder het Evangelie verklaart. Een andere werkzaamheid van Soemardjo is een beetje vadertje spelen over de leerling-ver- plegers. De woning van Soemardjo is zoo ge bouwd, dat deze zich onmiddellijk aansluit bij de eetkamer en slaapkamer van deze jongens. Deze jongens wonen bij elkaar in een internaat leerling-verpleegsters evenzoo, maar wonen in onze Zendingsziekenhuizen in den regel in een huis met de Europeesche verpleegsters, waar door het contact en het toezicht van zelf ge geven is. Met de leerling verplegers is dat een beetje anders voor deze jongens is geen Euro peesche arbeider aangewezen, die toezicht kan houden en wanneer zulke toekomstige verplegers niet onder degelijke leiding en toezicht staan, dan zijn er allerlei gevaren en verleidingen waaraan ze blootgesteld zijn en ontbreekt er veel aan hun geestelijke vorming. In Magelang heeft Dr. Dreckmeier dit zoo opgelost, dat deze jongens nu staan onder lei ding en toezicht van Soemardjo. Hij gaat met ze om bespreekt verschillende dingen met hen als ze klachten hebben is hij het, die ze 't eerst hoort en nu de noodige inlichtingen en verkla ringen kan geven, zoodat bij deze jonge jongens het inzicht ontstaat in de noodzakelijkheid van verschillende regelen, waaraan zij zich voor den goeden gang van het werk onderwerpen moeten. Of wanneer ze werkelijke klachten hebben kan hij ze met de dokter bespreken. Hij geeft ze catechetisch onderwijs en met het overige per soneel heeft hij een bijbelkring en werkt hij er door zijn arbeid aan mee, dat er onder het in- landsch personeel een opgewekte geest is, tot dienen bereid. Deze tak van arbeid is wel een van de meest belangrijke voor Soemardjo. Het komt er op aan, dat vooral het verple gend personeel begeert mee te werken om bij de patiënten plaats te zoeken voor het Evan gelie. Het is voor een hospitaal noodlottig, wan neer het verplegend personeel alleen het ver plegen als zijn taak beschouwt en alle meer geestelijke arbeid aan den goeroe-indjil over laat. Heel de arbeid van den verpleger moet een zoekende arbeid zijn, en naarmate hij dat doet, goed doet, zal hij ook te beter verplegen omdat hij nu voor zijn verplegen een nieuwe prikkel ontvangt in de begeerte om zijn patiënten te trekken tot Jezus. Er kan dan ook niet vol doende aandacht aan geschonken worden aan de stemmingen en gezindheden, die er onder het verplegend personeel heerschen en wanneer het een dokter lukt om die stemming en dien geest der helpers goed te houden, dan is een heel belangrijk deel van de Zendingstaak van den missionairen arts vervuld. Dat is niet zoo gemakkelijk in dezen tijd, nu nationalistische gevoelens, strevingen, bitterhe den, onwilligheid, ook door gedrongen zijn in het corps van inheemsche verplegers en onder wijzers. We mogen er wel bijzonder voor bidden, dat God ons bewaart, voor of verlost van zulke elementen, wier oogen beginnen te schitteren als het over nationale doeleinden gaat, maar overi gens onwillig en vol klachten, en met sombere geest den arbeid verrichten en te bidden, dat God ook ons Zendingsarbeiders geestelijke men schen doet zijn, die door hun eigen geestelijk leven gedrongen worden om met geestelijke mid delen die goede sfeer te scheppen, die in heel den Zendingsarbeid een der eerste vereischten is. Met hartel. gr. Uwe A. MERKELIJN. AANGENOMEN NAAR VeenendaalR. J. van der Weerd te Leimuiden. Uithoorn P. J. O. de Bruijne te Gapinge-Vrouwepolder. Veenendaal: R. J. v. d. Weert te Leimuiden. In 1932 werd eervol emeritaat verleend aan Ds. C. van Schie, predikant bij de Geref. Kerken Borsselen-Driewegen Ds. F. Staal van Colijnsplaat en Ds. A. Andree van Krabbendijke. In hetzelfde jaar werd de vacature in de kerk van Hoek vervuld door de komst van Ds. C. B. Bavinck Jr. Yerseke verkreeg een nieuwen pre dikant in Ds. H. Torenbeek de vacature in Arnemuiden is opgeheven door de overkomst van Ds. H. Scholing. Zeeland verlieten Ds. J. B. Vanhaelen van Hoek om te vertrekken naar Gerkesklooster Ds. C. Vonk van Baarland om den arbeid voort te zetten in Schiedam en Ds. U. Elgersma van Haamstede om de herderstaf op te nemen in de kerk van het uit de geschiedenis zoo welbekende Ulrum. Ds. D. Ringnalda van Middelburg, die het beroep aannam naar Weesp, hoopt nog juist het jaar 1933 in Zeeland te halen en op den Nieuwjaarsdag met een heilwensch afscheid te preeken. Den heengeganen broederen zij een woord van dank gebracht voor alle vriendschap en ook voor hunne medewerking aan onze Kerkbode en in het bijzonder willen wij dat hier openlijk zeg gen aan het adres van Ds. D. Ringnalda Jr., hem dankende voor zoo menig artikel, waarmee hij onze Bode heeft verrijkt. Hij zij er van ver zekerd, dat hem de beste wenschen voor zijn persoon, gezin en arbeid volgen. In Zeeland zijn nu nog 14 vacante kerken. Te Den Haag-West heeft de Diaconie der Geref. Kerk een bedrag van 2500 ontvan gen als restitutie van een jarenlang ondersteund lid der Gemeente. Interkerkelijke Evangelisatie. Uit 't ver slag van de Classis Sneek Aan de orde komt een vraag van de kerk van Sneek over de Noordelijke Tentzending. De classis spreekt zich aldus uit„De Classis Sneek in haar vergadering van 30 Nov. bijeen, gezien het feit dat sommige Geref. predikanten in saam werking met de Noordelijke Tentzending komen evangeliseeren op het terrein waarop een Geref. Kerk zijn roeping heeft uit te oefenen, spreekt daarover haar groote afkeuring uit". Dr. D. Bakker f. J.l. Donderdag is in den ouderdom van 67 jaar overleden Dr. D. Bakker, oud-docent aan de Theol. School tot vorming van goeroe's indjil (helpers bij den dienst des Woords) en pandita- djawa's (Javaansche predikanten). De thans ont slapene werd in 1889 candidaat aan de V.U. Hij diende de kerken van Apeldoorn B 1889 1892, Broek op Langendijk 18921899 en Sneek 8 Jan.24 Sept. 1899. Op 1 October 1899 werd hij te Heeg bevestigd als missionair dienaar des Woords voor den arbeid te Keboemen. In 1906 trad hij op als docent aan de Keucheniusschool, tweede afdeeling, te Djocja, later omgezet in de Theol. School bovengenoemd. Om gezondheids redenen moest hij in 1929 zijn werk nederleggen. In 1930 werd hem door de Generale Synode van Arnhem eervol emeritaat verleend. Wat hij

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1932 | | pagina 2