KERKNIEUWS*
punt van de eerbaarheid in een meisjeskamp,
met hem niet tot overeenstemming- konden ko
men. Is er volgens de heer Grashoff tus-
schen hem en mij overeenstemming, omdat ik
precies hetzelfde beweer als hij, zoodat hij zelfs
meent het verwijt van sofisme aan mij te kunnen
retourneeren, er is dan toch een groot verschil
tusschen hem en mij, wanneer wij beiden aan
geven wat wij in dat bedoelde geval als eerbaar
erkennen. Acht de heer Grashoff, datgene waar
tegen anderen hun bezwaar inbrachten, en welk
bezwaar we gegrond achtten, niet in strijd met
de eerbaarheid, ons oordeel was dat hier met
terdaad aan de eerbaarheid werd tekort gedaan.
En eindelijk spijt het ons dan ook, dat we
deelneming aan zoo'n meisjeskamp ten sterkste
moeten ontraden omdat de kampleiding hoe
wel in theorie handhavend de eischen van eer
baarheid in de practijk toelaat wat naar veler
gevoelen met de eerbaarheid strijdt.
HEIJ.
EINDE 1932.
Nog enkele uren en ook dit jaar is ten einde
met zijn lief en leed, lach en traan, leven en
dood. Enkele uren scheiden ons nog van den
nieuwen jaarkring en 1933 wordt ingeluid.
Voor velen valt het moeilijk van dit jaar af
scheid te nemen, hetzij dat het veel gaf, hetzij
veel nam.
Onuitwischbaar in veler hart ingegrift altijd
blijft er nog wel een indruk bij ieder over.
1932 een jaar van zorgen, van groote econo
mische moeilijkheden.
Tal van bedrijven liggen stil, handel en scheep
vaart, land- en tuinbouw kwijnen, duizenden in
ons land zonder werk.
Over heel de wereld rekent men, dat er thans
een vierde van de menschheid werkloos is.
Er heerscht een moedelooze, sombere stem
ming zelfs in het land van den dollar. Zelfs deze
jonge natie, die gedurende twee eeuwen, gelijk
een correspondent meedeelt, de wereld door haar
vitaliteit en kracht had verbaasd, is door de
huidige crisis van haar weerstand beroofd. De
economische storm schijnt alle welvaart weg te
vagen.
De oorlogsverdiensten zijn weggesmolten als
was voor de zon.
Met moeite weten de regeeringen de budget
ten sluitend te maken, maar over het algemeen
is er een tekort en alleen door buitengewone
ingrijpende maatregelen, weet men het schip van
Staat drijvend te houden.
Hoevele wetten, welke dienden voor steun,
voor welke tak en in welken vorm dan ook,
moest de regeering niet voorleggen in dit jaar
aan onze Staten-Generaal
En als de menschen straks hun eindrekening
opmaken, zal deze spreken niet alleen van minder
inkomsten, maar bij velen van een tekort. Eco
nomisch een onvergetelijk jaar.
1932 een jaar van conferenties om de wereld
vrede te verzekeren door ontwapening, welke
tot nu toe op niets uitliep om de handels
mogelijkheden te vergrooten, welke poging van
wege den naijver moest mislukken om de
volken nader tot elkaar te brengen, eveneens
een gebleken utopie door het onderling wan
trouwen, dat er heerscht.
1932 voor het buitenland een jaar van mi-
nistrieele crisis, van geweldige verschuivingen
in het politieke leven, van ontwikkeling van de
nationaliteitsgedachten. De namen van Mussolini
en Hitier zeggen ons in dezen genoeg. Een voort
durende koortsachtige bewapening in de Staten
van Europa om Duitschland te blijven knechten
door vrees voor dit land ingegeven.
1932 het jaar van de annuleering van de oor
logsschulden en herstelbetalingen, een van de
lichtpunten. Een jaar, gelijk andere jaren, rijk
aan bizondere voorvallen en gebeurtenissen,
welke de buitenstaander niet ziet, hoogstens door
opgeschrikt wordt, maar onvergetelijk zijn voor
dengene, die zij aangaan.
1932 een jaar van doorwerking van de oor-
deelen Gods, welke niet tot Hem terugvoerden.
Eer het tegendeel. Steeds duister wordt het op
treden tegen den Heere en Zijn Gezalfde. Men
maakt zich los van alle ethische normen de
mensch meester het lied van den tijd. Alle
dingen moeten worden omgezet, zegt de tijd
geest en alles werkt er aan mee. Het huwelijk
is uit den ouden tijd, een gezin is een last, zede
lijkheid een dwaze uitvinding van bekrompen
menschen, godsdienst houdt den opgang naar
de nieuwe wereldorde tegen. Een golf van zon
dige litteratuur ging ook dit jaar over de volken
en waar er van levensvernieuwing sprake was,
zij eindigde in den autonomen mensch.
Dit is het ontzaglijke ook van dit jaar. Als
Christenen hebben wij den gewonen dagelijk-
schen strijd te strijden en deelen ook in de zorgen
van den tegenwoordigen tijd, maar blijven wij
daar niet te veel bij stil staan
Wij begonnen dit jaar met Hem. Zullen wij
het niet met Hem eindigen
Als wij alleen letten op het uiterlijke, zien wij
niets anders dan donkerheid en klagen klagen
mee, als het zelfs niet mag en noodig is.
Als wij nergens anders meer over weten te
spreken en het geestelijke uit het oog wordt
verloren, wordt het steeds donkerder en ons ge
loof heeft geen houvast.
God is nog dezelfde de God van Elia
de Vader van onzen Heere Jezus Christus.
Als wij op den tijd zien, wat moet er dan
terecht komen van Kerk, Zending en Evangeli
satie, van allen arbeid in Gods Koninkrijk Hoe
zullen wij blijven zorgen voor onze arme broe
ders en zusters God zal zorgen was de sprake
van dit jaar.
Hij heeft ook gezorgd en zal het blijven doen.
Wie dit op Oudejaarsdag mag zien in
welke omstandigheden ook, waarover hij ook
moet treuren, ziet het voorbijgaan der tijden in
eeuwigheidslicht, merkt op het onvergankelijk
licht, dat alle nevelen wegvaagt in Christus Jezus.
Wie treurt vanwege alle vergankelijkheid,
treure bovenal om zijn, om hare zonde, want
tengevolge van de zonde heerscht de tijd over
ons.
Eens was het anders. Alles werd steeds schoo
ner. Er was geen blinken en verzinken, steeds
groeiende heerlijkheid.
Brenge de vergankelijkheid van alles ons tot
Christus en als onze jaarrekening in den hemel
wordt opgemaakt, spreekt deze van een ontstel
lend tekort.
Ontroert ons dit Doet dat ons vluchten tot
den Vader der lichten? Of blijven wij slechts
klagen, ondankbaar vergetend de ontelbare wel
daden ons ook in dit jaar geschonken als kerken,
als land, als volk.
Laat ieder klagen over zijn zonde, dan vieren
wij Oudejaarsdag, dan vluchten wij tot den Mid
delaar, dan verschrikken wij niet van de tijden,
maar wij weten, dat, zoo onze aardsche taber
nakel verbroken wordt, wij een gebouw bij God
hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar
eeuwig in de hemelen.
1932 bijna ten einde, nog enkele uren. Als
wij den jaarkring met Hem eindigen, dan zal het
jaar 1933, wat het ook brenge, ons steeds meer
doen verstaan Ik zal U niet vergeten en ver
laten, Ik blijf bij U.
MIDDELBURG'S KERK.
Oudejaarsavond en op Nieuwjaarsdag zal er
een collecte worden gehouden voor versterking
der finantiën der kerk. Ook hier eenige achter
uitgang. 'Gelijk wij voor de Zending het achter
stallige hebben weggewerkt, voor de Diaconie
rijkelijk gaven, opdat deze in de nooden zou
kunnen voorzien, zullen wij thans, op verzoek
van Kerkeraad en Commissie van Beheer een
gave afzonderen voor de kerk.
Wij gaan niet schatten, maar het wordt een
prachtcollecte naar onze meening, dankend God
voor wat Hij ons schonk in dit jaar en voor
het vele goede ontvangen in Ds. Ringnalda, die
wij betreuren het zeer Middelburg meende
te moeten verlaten. Wie Zaterdag niet kan ko
men, brenge zijn gave D.V. Zondag 1 Januari,
wanneer de gemeente weer samenkomt. God
schenke ons gezegende dagen.
M. SCHEELE.
HET NATION A AL-SOCIALISME.
III.
Zal het blijvend zijn? Ongetwijfeld, 2) tenslotte
wordt het gedragen door beginselenHet is een
levens- en wereldbeschouwing, en wel de levens-
en wereldbeschouwing, als ik het zoo eens noe
men mag, van het „nationale", het stelt telkens
dat „nationale" voorop.
Daar zijn veel menschen, die het „sociale"
overal op den voorgrond schuiven, als het „so
ciale" verbetert, verbetert alles, gaat het „so
ciale" achteruit, dan is hun meening, gaat alles
achteruit. Daar zijn weer andere menschen, die
alles bezien uit oogpunt van kunst, aesthetische
menschen, als iets aesthetisch maar in orde is,
zeggen zij, zelfs vuilheid, die schoon beschreven
wordt, keuren zij goed. Weer anderen leven psy
chologisch. Zij brengen overal hun ziel bij te pas,
als het hun ziel goed gaat, zijn zij gelukkig. Zoo
zijn de Nat. Socialisten menschen, die alles „natio
naal" bekijken, als het de natie voor den wind
gaat, juichen zij, hun grootste ramp is de ach
teruitgang van de „natie".
Hitier zelf gaat hierin voortoen hij, door
gas vergiftigd en verblind, wilde weenen,
verbood hij het zichzelf, maar toen de revolutie
uitgebroken was, schreide hij den ganschen nacht:
„nu zag ik eerst, hoezeer alle persoonlijke leed
in het niet verzinkt tegenover het ongeluk van
het vaderland". En zijn volgelingen volgen al
te gaarne.
Waarom is in Duitschland de economische
toestand zoo slecht, en hoe kon die beter zijn
Omdat wij, zoo antwoordt het Nat. Socialisme,
leven naar Romeinsch recht, en niet meer naar
het oud-Germaansche recht. Het „nationale"
recht is alleen daarom, dat het nationaal is,
voortkomt uit en aanpast bij de Germaansche ziel,
beter dan Romeinsch, dus buitenlandsch recht.
Waarom zweren tienduizenden jonge Hitle-
rianen den eed van rein te zullen leven Omdat
God het eischt Omdat door zedeloos leven het
gezond'neidspeil in Duitschland verzwakt, de
nationale krachten verminderen: omdat de Hitler-
jeugd nationaal denkt, daarom wil zij rein leven.
Waarom komt Hitler met de zijnen zoo krach
tig op voor verheffing van den arbeidersstand
en de werkeloozen Omdat ze medelijden heb
ben met die ellendigen Waarom voeren zij zoo
krachtig pleidooi voor de Duitsche boeren
Omdat ze recht willen doen Hitier zelf geeft
het antwoord de vraag, hoe de arbeiders enz.
te gewinnen voor het „nationale" wordt beant
woord met opheffing uit den socialen nood. Hoe
kan men zijn vaderland liefhebben, als men geen
eten heeft Pas, als de zorgen daarvoor wegge
nomen zijn, kan de arme zich bezig houden met
het vaderland, en kan hij het vaderland liefheb
ben, en wegneming van die zorgen beoogt het
program der Nat. Socialisten.
Heel duidelijk komt dat „nationale" uit in de
houding der beweging tegenover de kerk.
Wat betreurt men in het optreden van Luther?
Wij, dat hij de reformatie veelszins half door
voerde, dat hij tevreden was na de beantwoor
ding der vraag, hoe kom ik aan genade bij God?
inplaats, dat hij de vraag stelde, hoe komt God
aan Zijn eer maar Jung, de vader der
Nationaal-Socialistische partij in veel opzichten,
betreurt het, dat Luther geen Duitsche kerk
heeft gesticht, en toen had het geleund, want
de bisschoppen wilden wel.
Welke predikanten begeeren wij Zulke, die
het Woord recht prediken, goed huisbezoek
doen enz., i.e.w., die vraag wordt bij ons be
sluit door Gods Woord, maar de Nat. Socialis
tische leiders raden aan, predikanten te beroe
pen, die „strijdgeest hebben en nationale wil".
Die vorm van godsdienst moet gevonden wor
den, en zal gevonden, zeggen anderen, die ver
langd wordt door ons Noordsch bloed, het
bloed, dat door de Duitsche natie stroomt
En het officiëele partij programma eischt in
art. 24 vrijheid voor alle godsdiensten, voorzoo
ver zij niet staatsgevaarlijk zijn en geen aanstoot
i geven aan het zedelijkheids- en moraalgevoel
van het Germaansche ras, weer de heerschappij
van het „nationale". Veel meer nog is te noe
men, maar het behoeft niet, voor ieder kan nu
duidelijk zijn, hoe de Nationaal-Socialisten aller
eerst schijnen te zoeken het nationale, zelfs onze
godsdienst moet aan dat „nationale" onderge
schikt worden gemaakt.
Meliskerke. M. VREUGDENHIL.
2) Men late zich niet in slaap wiegen door
al die berichten van achteruitgang, die men
thans lezen kan. Hitiers partij heeft al 3 crisissen
achter den rug.
Magelang, 10 October 1932.
Amice
Op de mannenzaal heeft God reeds meermalen
zegen willen geven.
Daar lag een man uit een der kampongs van
Magelang hij was ernstig ziek. Hij had vroeger
vele malen over het Evangelie gehoord op de
Hollandsch-Javaansche school, die hij bezocht
had, toen mijnheer Bos daar nog nog hoofd was.
Maar hij had er zich niet om bekommerd hij
had de paden der zonden gekozen acht dagen
voor zijn sterven begeerde hij zeer te hooren
op welke wijze hij zalig kon worden. Eiken
morgen en eiken avond moest Soemardjo bij
hem komen, en hem vertellen van Jezus en met
hem bidden. En de zieke vertelde van zijn leven:
„vroeger", zoo zei hij, „heb ik op de Christelijke
school van mijnheer Bos gegaan, maar ik be
geerde een leven van genot te leiden en meer
malen heb ik slechte dingen gedaan overspel
gepleegd eenmaal met een gehuwde vrouw,
v/ier man het te weten kwam en die uit hart
zeer een einde aan zijn leven maakte". Hij had
veel gezworven en veel gezondigd. Enkele dagen
voor zijn dood vroeg de goeroe „weet ge 't wie
Uw leidsman is naar de eeuwigheid de zieke
antwoordde „Jezus". Het spreken ging moeilijk,
maar hij kon er toch nog uitbrengen, terwijl zijn
vinger naar den hemel wees „Jezus, die nu in
den hemel is".
Daar ligt een ander hij is ernstig ziek maar
zoolang het kon heeft hij zeer ijverig het Evan
gelie liggen lezen en vroeg hij om voor hem te
bidden op een ander gedeelte van de zaal ligt
een santri, wij zouden zeggen een goede Mo
hammedaan, die wat van den Mohammedaan-
schen godsdienst afweet. Hij heeft 't Evangelie
liggen lezen en heeft telkens vele vragen, als
de goeroe komthij is nu bijna beter en zoo
zegt hij, daar ik geloof, verzoek ik den Heilige
Doop te mogen ontvangen. De goeroe heeft hem
geantwoord, dat in zijn woning een goeroe indjil
hem zou komen opzoeken en dat als hij vol
doende onderwezen was, en standvastig bleef
gelooven, hij alsdan zou gedoopt worden.
No. 4 is afkomstig uit Banjoemas een oude
man, die bij zijn kinderen woonthij wil graag
begrijpen wat er in het Evangelie staat en hij
heeft zich nu al voorgenomen om straks te vra
gen in de gemeente te worden opgenomen.
No. 5 is een echte Mohammedaan leerling
van een beroemde Mohammedaansche goeroe
op de vraag wat hij denkt over den godsdienst
antwoord hij „Ik ben een leerling van goeroe
N. en deze heeft gezegd, dat ik nergens anders
over piekeren mag dan wat hij heeft gezegd
ik moet 1000 keer per dag dikir (d.i. 1000 keer
op een dag een godsdienstige spreuk opzeggen)
en een boek lezen." En, zoo werd hem gevraagd,
„bereikt ge daarmee rust voor Uw hart Het
antwoord luidde „aldus moet ik doen volgens
mijn goeroe".
No. 6. Daar is nog een Mohammedaan erg
fanatiek hij wil geen woord zeggen of hooren
over godsdienstige zaken hij wil ook niet graag
in dit ziekenhuis zijn nu hij merkt, dat er ge
sproken wordt over den Heere Jezus. Hij wil
zelfs de dingen van het hospitaal niet gebruiken.
Op het bed waarop hij ligt, heeft hij zijn kleeren
gelegd en over het kussen een handdoek van
zichzelf om niet in aanraking te komen met het
goed van het hospitaal. Wanneer er een ander
spreekt over den godsdienst, stopt hij zijn ooren
dicht of loopt hij naar buiten. Eiken dag doet
hij 5 keer zijn Mohammedaansch gebed. (Na
twee dagen was deze man weggeloopen.)
Verder bestaan de werkzaamheden van Soe
mardjo in het bezoeken van ontslagen patiënten,
bij wie eenige belangstelling is ontwaakt in de
dagen, dat zij verpleegd werden. Op die be
zoeken worden verschillende ervaringen opge
daan, die niet altijd verblijdend zijn.
Op een van zijn bezoeken kwam de goeroe
bij iemand, die in het hospitaal geregeld luisterde
naar de prediking van het Evangelie en er graag
over sprak hij moest dus eens opgezocht wor
den in z'n eigen woning nu de goeroe werd er
met blijdschap ontvangen ze zaten druk te pra
ten en als er een prettige sfeer heerschte vroeg
de gastheer „kunt U me ook helpen aan 25.-".
Daar werd duidelijk, dat de ontslagen patient
meer dorstte naar geld dan naar met Evangelie
het gesprek werd al spoedig afgebroken en deze
man, die al eens een enkele maal de goeroe in
zijn huis- opzocht, wordt er nu niet meer gezien.
Maar bij anderen is het eerste bezoek gevolgd
door andere en is er een geregelde arbeid ont
staan, zoodat de goeroe alleen of in gezelschap
van een verpleger of onderwijzer op geregelde
tijden zijn bezoeken herhaalt en dan deze men
schen verder het Evangelie verklaart.
Een andere werkzaamheid van Soemardjo is
een beetje vadertje spelen over de leerling-ver-
plegers. De woning van Soemardjo is zoo ge
bouwd, dat deze zich onmiddellijk aansluit bij
de eetkamer en slaapkamer van deze jongens.
Deze jongens wonen bij elkaar in een internaat
leerling-verpleegsters evenzoo, maar wonen in
onze Zendingsziekenhuizen in den regel in een
huis met de Europeesche verpleegsters, waar
door het contact en het toezicht van zelf ge
geven is. Met de leerling verplegers is dat een
beetje anders voor deze jongens is geen Euro
peesche arbeider aangewezen, die toezicht kan
houden en wanneer zulke toekomstige verplegers
niet onder degelijke leiding en toezicht staan,
dan zijn er allerlei gevaren en verleidingen
waaraan ze blootgesteld zijn en ontbreekt er
veel aan hun geestelijke vorming.
In Magelang heeft Dr. Dreckmeier dit zoo
opgelost, dat deze jongens nu staan onder lei
ding en toezicht van Soemardjo. Hij gaat met
ze om bespreekt verschillende dingen met hen
als ze klachten hebben is hij het, die ze 't eerst
hoort en nu de noodige inlichtingen en verkla
ringen kan geven, zoodat bij deze jonge jongens
het inzicht ontstaat in de noodzakelijkheid van
verschillende regelen, waaraan zij zich voor den
goeden gang van het werk onderwerpen moeten.
Of wanneer ze werkelijke klachten hebben kan
hij ze met de dokter bespreken. Hij geeft ze
catechetisch onderwijs en met het overige per
soneel heeft hij een bijbelkring en werkt hij er
door zijn arbeid aan mee, dat er onder het in-
landsch personeel een opgewekte geest is, tot
dienen bereid. Deze tak van arbeid is wel een
van de meest belangrijke voor Soemardjo.
Het komt er op aan, dat vooral het verple
gend personeel begeert mee te werken om bij
de patiënten plaats te zoeken voor het Evan
gelie. Het is voor een hospitaal noodlottig, wan
neer het verplegend personeel alleen het ver
plegen als zijn taak beschouwt en alle meer
geestelijke arbeid aan den goeroe-indjil over
laat. Heel de arbeid van den verpleger moet een
zoekende arbeid zijn, en naarmate hij dat doet,
goed doet, zal hij ook te beter verplegen omdat
hij nu voor zijn verplegen een nieuwe prikkel
ontvangt in de begeerte om zijn patiënten te
trekken tot Jezus. Er kan dan ook niet vol
doende aandacht aan geschonken worden aan
de stemmingen en gezindheden, die er onder het
verplegend personeel heerschen en wanneer het
een dokter lukt om die stemming en dien geest
der helpers goed te houden, dan is een heel
belangrijk deel van de Zendingstaak van den
missionairen arts vervuld.
Dat is niet zoo gemakkelijk in dezen tijd, nu
nationalistische gevoelens, strevingen, bitterhe
den, onwilligheid, ook door gedrongen zijn in
het corps van inheemsche verplegers en onder
wijzers.
We mogen er wel bijzonder voor bidden, dat
God ons bewaart, voor of verlost van zulke
elementen, wier oogen beginnen te schitteren als
het over nationale doeleinden gaat, maar overi
gens onwillig en vol klachten, en met sombere
geest den arbeid verrichten en te bidden, dat
God ook ons Zendingsarbeiders geestelijke men
schen doet zijn, die door hun eigen geestelijk
leven gedrongen worden om met geestelijke mid
delen die goede sfeer te scheppen, die in heel
den Zendingsarbeid een der eerste vereischten is.
Met hartel. gr.
Uwe
A. MERKELIJN.
AANGENOMEN NAAR
VeenendaalR. J. van der Weerd te Leimuiden.
Uithoorn P. J. O. de Bruijne
te Gapinge-Vrouwepolder.
Veenendaal: R. J. v. d. Weert te Leimuiden.
In 1932 werd eervol emeritaat verleend
aan Ds. C. van Schie, predikant bij de Geref.
Kerken Borsselen-Driewegen Ds. F. Staal van
Colijnsplaat en Ds. A. Andree van Krabbendijke.
In hetzelfde jaar werd de vacature in de kerk
van Hoek vervuld door de komst van Ds. C. B.
Bavinck Jr. Yerseke verkreeg een nieuwen pre
dikant in Ds. H. Torenbeek de vacature in
Arnemuiden is opgeheven door de overkomst
van Ds. H. Scholing.
Zeeland verlieten Ds. J. B. Vanhaelen van
Hoek om te vertrekken naar Gerkesklooster
Ds. C. Vonk van Baarland om den arbeid voort
te zetten in Schiedam en Ds. U. Elgersma van
Haamstede om de herderstaf op te nemen in de
kerk van het uit de geschiedenis zoo welbekende
Ulrum.
Ds. D. Ringnalda van Middelburg, die het
beroep aannam naar Weesp, hoopt nog juist
het jaar 1933 in Zeeland te halen en op den
Nieuwjaarsdag met een heilwensch afscheid te
preeken.
Den heengeganen broederen zij een woord
van dank gebracht voor alle vriendschap en ook
voor hunne medewerking aan onze Kerkbode en
in het bijzonder willen wij dat hier openlijk zeg
gen aan het adres van Ds. D. Ringnalda Jr.,
hem dankende voor zoo menig artikel, waarmee
hij onze Bode heeft verrijkt. Hij zij er van ver
zekerd, dat hem de beste wenschen voor zijn
persoon, gezin en arbeid volgen.
In Zeeland zijn nu nog 14 vacante kerken.
Te Den Haag-West heeft de Diaconie
der Geref. Kerk een bedrag van 2500 ontvan
gen als restitutie van een jarenlang ondersteund
lid der Gemeente.
Interkerkelijke Evangelisatie. Uit 't ver
slag van de Classis Sneek
Aan de orde komt een vraag van de kerk
van Sneek over de Noordelijke Tentzending. De
classis spreekt zich aldus uit„De Classis Sneek
in haar vergadering van 30 Nov. bijeen, gezien
het feit dat sommige Geref. predikanten in saam
werking met de Noordelijke Tentzending komen
evangeliseeren op het terrein waarop een Geref.
Kerk zijn roeping heeft uit te oefenen, spreekt
daarover haar groote afkeuring uit".
Dr. D. Bakker f.
J.l. Donderdag is in den ouderdom van 67
jaar overleden Dr. D. Bakker, oud-docent aan
de Theol. School tot vorming van goeroe's indjil
(helpers bij den dienst des Woords) en pandita-
djawa's (Javaansche predikanten). De thans ont
slapene werd in 1889 candidaat aan de V.U.
Hij diende de kerken van Apeldoorn B 1889
1892, Broek op Langendijk 18921899 en Sneek
8 Jan.24 Sept. 1899. Op 1 October 1899 werd
hij te Heeg bevestigd als missionair dienaar des
Woords voor den arbeid te Keboemen. In 1906
trad hij op als docent aan de Keucheniusschool,
tweede afdeeling, te Djocja, later omgezet in de
Theol. School bovengenoemd. Om gezondheids
redenen moest hij in 1929 zijn werk nederleggen.
In 1930 werd hem door de Generale Synode
van Arnhem eervol emeritaat verleend. Wat hij