FEUILLETON, EVERT VAN DER WALLE. KERKNIEUWS. OFFICIEELE BERICHTEN. OPGEROEPEN. Het plotseling sterven van Mr. A. A. de Veer, heeft velen ontroerd. Ieder zag in hem een sterk man, die nog veel arbeid kon verzetten. Zijn werk zou met 2 Januari D.V. vermeerderd wor den, door zijn benoeming tot Burgemeester van Zeeland's hoofdstad. Plotseling echter is zijn leven afgesneden. Burgemeester van Middelburg, in onzen tijd geen sinecure, mocht hij niet meer zijn. God besliste anders. De dood nam ook hem weg, die zulk een vooraanstaande posities be kleedde in stad en land. Al was hij lid der Ne- derlandsche Hervormde Kerk, dit sluit toch niet uit, dat wij elkaar waardeeren, bovendien de Antirevolutionaire partij, waartoe hij behoorde, vindt haar leden in alle kerkelijke groepen. Dat wij in onze Kerkbode schrijven over zijn sterven, vindt hierin zijn reden, dat de over ledene in Walcheren en in Zeeland bij velen bekend en zijn wegnemen zoo bizonder tragisch was. Alles had hij bereikt. De schoonste droomen van een jongen man met betrekking tot zijn toe komst, waren in zijn leven werkelijkheid gewor den. Nog veel had hij kunnen doen. God echter riep hem op en ook Mr. de Veer, zal gelijk ieder mensch moeten geleerd hebben alleen te steunen op de genade van Christus Jezus. Bij God geen onderscheid, wat wij in het leven ook waren. Een lang ziekbed had de overledene niet. Daarom heeft een ieder zijn huis te bereiden, want hij moet sterven. Wie in het leven Christus gevonden heeft als zijn Heiland, kan sterven, wanneer en hoe de dood ook komt. God heeft gesproken en Hij doet het zoo dik wijls telkens van die treffende sterfgevallen in den laatsten tijd in onze stad. God trooste de achterblijvenden, doe ons trouw zijn in onze levensroeping om de begin selen van Zijn woord uit te dragen, maar geve ons bovenal de genade om Hem te kunnen en te mogen ontmoeten. M. SCHEELE. HET NATIONAAL-SOCIALISME. I. Het is niet dan na groote aarzeling, dat ik ten slotte toch besloten heb in onze „Kerkbode'' iets te schrijven over het Nationaal-Socialisme, dat tegenwoordig in Duitschland millioenen aan hangers telt, en dat in zijn vereering van den sterken man, die Adolf Hitler zou zijn, groote aantrekkingskracht heeft voor velen, die van een sterken man in Nederland veel goeds ver wachten, inzonderheid van zulk een man ver wachten, dat hij paal en perk zal stellen aan het steeds meer veldwinnend communisme. Waarom ik het dan doe? Is Het wel noodig, nu blijkens de laatste verkiezingen in Duitsch land Hitiers aanhangers verminderd schijnen, is het niet een specifiek-Duitsche beweging, nog wel geboren uit Duitschlands nood, is het wel juist er over te schrijven in een Kerkbode, is het niet overtollig na het boekje van den Heer A. JanseNationaal-Socialistische Fascisten- politiek, gezien in den levensgang van Mussolini en in de propaganda zijner geestverwanten in Nederland, een boekje, dat ieder lezen moet, die de gevaren voor de gemeente van Christus kent? Ja, het is noodig naar mijn vaste overtuiging is de achteruitgang van Hitiers stemmenaantal te wijten aan politiek gemanoevreer, waarin Hit- Ier misschien niet het handigst is geweest, naar mijn vaste overtuiging is het niet iets, dat alleen Duitschland aangaat, is het ook niet geboren uit Duitschlands nood alleen, en het is m.i. in een Kerkbode zeer van pas, het gaat juist de kerk aan, en ik hoop, dat het het boekje van den Heer Janse kan aanvullen. Daarom dus deze artikelen. Steeds meer kom ik tot de ontdekking, dat er zakelijk veel goeds ligt in het Nat. Socialisme, en kom ik ook tot de ontdekking, dat velen terwille van het goede meedoen aan het binnenhalen van deze levens- en wereldbeschouwing, dat zij om een heel boo- zen geest, het communisme, te verslaan gebruik willen maken van een even boozen geest, die voor ons er aantrekkelijker schijnt uit te zien maar niet dit is beslissend, of het Nat. Socia lisme rem zal zijn voor het communisme, of dat het Nat. Socialisme veel goeds tot stand zal bren gen -en dat heeft het nu reeds gedaan maar dit is beslissend, of discipelen van den Heere Jezus Christus, die het woord des Heeren vol gen, in het Nat. Socialisme vinden, wat de Ko ning der koningen wil. En, dan kan ons antwoord niet twijfelachtig zijnals leven- en wereldbeschouwing is het Nationaal-Socialisme, precies als het Italiaansche fascisme, voor ons ten eenenmale onaanvaard baar en zij, die vragen, kan men dan niet tevens Christen en Nationaal-Socialist zijn, voor hen hoop ik, dat na lezing van deze artikeltjes het antwoord onnoodig zal zijn, dat zij zelf zullen zeggen dat kan nooit. Als wij willen weten, wat het Nat.-Socialisme is en wil, dan moeten wij wel eerst vragen, wie Adolf Hitler is, en wat Adolf Hitler wil. Im mers, de Nationaal-Socialistische beweging staat op het standpunt, dat leiders noodzakelijk zijn om het volk te leiden, en zulk een leider erkent zij, in Adolf Hitler, die, al is hij niet de vader van de Nationaal-Socialistische gedachte, toch de stichter van de partij is.1) Wie Hitler is, en wat hij wil, wij vinden het in een boek, dat hij zelf heeft geschreven ,,Mein Kampf" (Mijn strijd), waarvan reeds 134000 exemplaren gedrukt zijn. Hij is in 1889 geboren in Braunau, een plaatsje aan de grenzen van Oostenrijk, waar zijn vader ambtenaar was bij de douane. Reeds vroeg sterft zijn vader en moet de jonge Hitier zelf zijn brood gaan verdienen hij gaat daartoe naar de hoofdstad van de Oostenrijksch-Hongaarsche njonarchie, die toen nog bestond Weenen. Daar komt hij in aanraking met zeer droeve toestanden. Naast verblindende rijkdom van betrekkelijk enkelen vindt hij ontroerend-groote nood bij vele anderen en hij komt al spoedig tot de gedachte, dat er toch iets gedaan moet kunnen worden om die droeve sociale toestan den van Weenen uit den weg te ruimen. Toch wordt hij geen sociaal-democraat. Verreweg de meeste arbeiders van Weenen waren toen sociaal-democraatHitler, die zelf ook arbeider is, wil het niet zijn als zijn mede arbeiders hem voor de keus stellen, of om „per ongeluk" van den steiger af te vallen, of lid te worden van de partij, ontvlamt voor het eerst in hem de haat tegen zulk een partij, en na veel studie van het socialisme kan hij niet anders zien, dan dat het is „een pest onder het mom van sociale liefde" hij wil de sociale nood weg nemen, en blijft socialist, maar den weg door de sociaal-democraten daartoe ingeslagen, dien wil hij beslist niet op. Ook wil hij niet den weg bewandelen, dien niet-socialisten insloegen ter verbeteringden parlementairen weg hij komt een en andermaal met het Oostenrijksch parlement in aanraking, maar ontvangt er zoo'n droevigen indruk van, dat het al spoedig voor hem vaststaatzoo kan het ook niet. De droevigste ervaring echter, die hij in Wee nen heeft, is, dat de Duitschers in die z.g.n. Duitsche stad zoo achteruit gezet worden. Sla ven, Tsechen, zij zijn in Weenen gewild, een Duitscher is er veracht, daar komt heel zijn Duitsche ziel tegen in opstand, en al vaag ziet hij het als een ideaalde sociale nood weg te nemen en als die weggenomen is, de nationale gedachte aan iederen Duitscher te leeren Hitier is op 20-jarigen leeftijd reeds, wat hij nu nog is nationaal-socialist. En hij was toen ook al, wat hij nu nog is anti-semiet. Hoe komt hij tot dien haat tegen de Joden, die in zijn partij zeer sterk op den voorgrond treedt Ómdat hij, naar eigen zeggen, zag, dat als er iets slechts in de wereld was of kwam, gewoonlijk een Jood het financierde Hij geeft daarvan vele voorbeelden, die hier niets ter zake doen, maar daarom danwerd hij op jeugdigen leeftijd reeds Joden-hater, en Hitier schrijft zelfs „en daarom geloof ik te handelen in den geest van den Almachtigen Schepper als ik strijd tegen de Joden, strijd ik voor het werk des Heeren". In 1912 gaat Hitier naar München, de hoofd stad van Beieren. Hij is hier meer op zijn gemakin Beieren kan men tenminste Duitscher zijn, al is ook in Beieren heel veel sociale nood. In 1914 breekt de wereldoorlog uithij dankt God, dat hij in een Beiersch (dus Duitsch) re giment mag meevechten. 4 jaren strijdt hij medein een der laatste gevechten van den wereldoorlog wordt hij door een gasaanval getroffen blind komt hij in het hospitaalen als hij daar dan nederligt, blind voor het vaderland, breekt de revolutie uiteen geestelijke deelt het nieuws mede in het hospi- (VAN EEN ZEEUWSCHEN JONGELING IN DE ZEVENTIENDE EEUW) DOOR H. KINGMANS XL VI. Nu maakte hij het dan mede, hoe deze stoere mannen van hun zitplaatsen opstonden en op verzoek van Bestevaer neerknielden. Het was stil in de groote kajuit van de „Bre- derode". Het laatste korreltje zand in den zand- looper, die omgedraaid werd, gleed naar bene den. Het was twaalf uur in den nacht. Zondag 10 Augustus was aangebroken. Plotseling klonk de heldere stem van Admiraal Maarten Harpertsz Tromp, die sprak tot den Almachtigen God en die vroeg om steun en kracht van den volgenden dag. Als een kind smeekte de krachtige, stoere, dappere man. Evert werd er koud en warm van. En wéér bekroop hem die onbestemde angst. Als nu morgen de dood voor hem eens kwam, wat dan „Amen" sprak de Admiraal. De mannen stonden op van de knieën. En met een stevigen handdruk, merkbaar onder den indruk van het oogenblik, scheidden zij, elk op zoekend het schip, dat onder zijn bevel stond. Strak welfde de nachtelijke hemel, bezaaid met myriaden sterren, zich over het tooneel op de Noordzee.Over het schier rimpellooze opper vlak dreef de vloot der Republiek, elk schip op de aangewezen plaats. Heel in de verte waren flauw lichten zicht baar de lichten der Engelsche vloot, die even eens den dag afwachtte Evert zag ze, staande bij den roerganger, met wien hij geen woord wisselde. Hij staarde dan naar het Noorden, hoewel in den nacht niets te onderscheiden viel. Als De With met de rest van de vloot nu eens kwamWat zou dat een uitkomst zijn Mogelijk werd dan nog een overwinning behaald. Zoo nietZijn hart perste zich samen van angst En in eenen zag hij Zierikzee. Daar was de haven, waarin de visschersbotters lagen. Daar rees de dikke St. Lievens Monstertoren voor zijn geestesoog op. Daar zat de oude Kees Evertsen bij den lichttoren. Hij hief waarschu wend den vinger op „Niet doen, Evert. Vader en moeder gehoorzaam zijn. Er is nog een vijfde gebod". Daar liep vader naar den botter. Wat was de man oud geworden En was dat oude vrouwtje zijn moeder Wat deed zij Zij tuurde in de Óosterschelde, of haar jongen ook als een berouwhebbend zondaar terugkeerde „Allemaal gekheid", zeide een ruwe stem. „Zij leven niet eens meer. Je hebt ze den dood ingejaagd." Ontzet keek Evert om zich heen. Maar in zijn onmiddellijke omgeving viel alleen de roer ganger te bespeuren. En de man had zijn mond niet opengedaan. taal en hij schreit zich blind opnieuw, maar be sluit tevens Duitschland te redden van hen, die het verraden hebben, de sociaal-democraten, hij besluit in de politiek te gaan. In 1919 wordt hij bij „toeval" lid van de Duitsche Arbeiderspartij, die toen 7 leden telde, en in 1932 koos het Duitsche volk in zijn rijks dag 230 Nationaal-Socialisten, later verminderd tot 196 zetels (stemmenaantal 11.700.000). Te recht schrijft Czech-Jochberg „Die handteeke- ning waarmede Hitier lid werd van de Duit sche arbeiderspartij, later de Nationaal-Socialis- tisch Duitsche Arbeiderspartij (N.S.D.A.P.) nauwelijks zichtbaar, werd het begin van een machtige beweging". Meliskerke. M. VREUGDENHIL. 1) Voordat Hitier optrad, was er bijv. al een boek verschenen van Rudolf JungHet Nationale Socialisme, dat sterken invloed op Hitier geoefend heeft. ZESTAL TE Groningen (vac.-G. H. A. van der Vegte): B. A. Bos te Assen. P. C. de Bruyn te Apeldoorn. J. van Herksen te Ermelo. P. N. Kruyswijk te Hilversum. K. Sietsma te Eindhoven. Mr. W. S. de Vries te Voorburg. BEROEPEN TE Uithoorn P. J. O. de Bruyne te Vrouwenpolder AANGENOMEN NAAR Kolhorn (hulppr.): H. v. d. Veen, cand. te Leens Ds. L. Bouma, em.-predikant van de Geref. Kerk te Middelburg, die gedurende zijn emeritaat de kleine gemeente te Hijum dient, heeft wegens zijn gezondheidstoestand ook als zoodanig zijn ontslag genomen. Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling van de gemeente te Hijum een candidaat te be roepen. Daarna gaat Ds. Bouma Hijum metterwoon verlaten. Er is nog geen beslissing genomen waar Z.Eerw. zich gaat vestigen. Prof. Dr. F. W. Grosheide, hoogleeraar in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, herdenkt 22 December a.s. den dag, dat hij voor 25 jaar in de Geref. Kerk te Schip luiden de evangeliebediening aanvaardde, welke Gemeente hij diende van 22 Dec. 1907 tot 17 Nov. 1912, toen hij het professoraat van de Vrije Universiteit aanvaardde. Te Amsterdam heeft in de Geref. Kerken, wier Diaconie een tekort van 9.000 had, een bijzondere collecte tot dekking daarvan 10.340.61 opgebracht. Naar de „Stand." meldt, waren hierbij verschillende bedragen van thans „buiten" wonende Amsterdammers, terwijl de verwachting is, dat dit bedrag door nagiften niet onbelangrijk zal stijgen. Cand. C. Bos, van Leeuwarden, deed Zondag j.l. zijn intrede bij de Geref. Kerk van Oudega (W.) na des voormiddags te zijn beves tigd door Ds. S. W. Bos, van Leeuwarden, die het Woord bediende op grond van Jesaja 40 9. Ds. C. Bos had als tekst zijner predikatie Psalm 121 1 en 2. Ds. D. Tom Wzn., predikant der Geref. Kerk te Hilversum, die 1 Januari 1933 hoopt te herdenken dat hij 40 jaar geleden te Charlois het ambt aanvaardde, werd eervol emeritaat verleend met ingang van 1 Februari a.s. Cand. E. A. van Es, van Leeuwarden, deed Zondag j.l. zijn intrede bij de Geref. Kerk van Warns na bevestiging door zijn vader, Dr. W. A. van Es, van Leeuwarden, met een pre dikatie over Exodus 4 vs. 20 (laatste ged.). De nieuwe leeraar deed zijn intrede met een predikatie over 2 Cor. 4 vs. 5, 6 en 7. Jongstleden Woensdag was het een blijde dag voor de leden der Geref. Kerk te Antwer pen en wel in het bijzonder voor de Evangeli satiecommissie. 's Avonds werd n.l. het nieuwe gebouw Stanleystraat 15 in gebruik genomen. Wekenlang was de commissie reeds druk in de weer geweest om na de verhuizing uit het vroegere gebouw in de Mimosastraat tijdig alles Evert besloot niet te gaan slapen. Hij zou het niet kunnen. Want hij werd verteerd door onrust HOOFDSTUK XV. Den dood voor oogen. De nachtelijke uren kropen voorbij. Zoo nu en dan wisselde hij een enkel woord met den roerganger, die zijn vreemd gedrag niet verkla ren kon. Dat was eveneens het geval met den volgenden roerganger, die zijn makker kwam aflossen. Midden in den nacht kwam Kortenaer nog eens kijken, die er zijn bevreemding over uitsprak, dat Evert niet naar kooi was gegaan. „Ik kan toch niet slapen, kapitein", zeide hij. Kortenaer haalde de schouders op en ver dween weer in de kajuit, waar Admiraal Tromp, geheel gekleed, in een vasten slaap gezonken was. Eindelijk, vier uur in den morgen, kwam over de duinen aan de Hollandsche kust de vloot was ter hoogte van Ter Heijde een licht streep het eerste morgenkrieken. Een zware stap werd op het scheepsdek ver nomen Admiraal Tromp, die door Evert eer biedig gegroet werd. „Morgen, luitenant. Hebt ge goed geslapen „Neen, Admiraal. Ik ben vannacht niet naar kooi geweest, 'k Zou niet kunnen slapen." „Dat is dom, Van der Walle. Ge moet kracht hebben voor den strijd van vandaag. Ik heb bijna vier uren heerlijk geslapen. Kijk die zon toch eens mooi opkomen Evert bewonderde in stilte Bestvaer. Hoe was het toch mogelijk, dat deze man de kalmte en gereed te hebben. Gelukkig is men daarin ge slaagd, zoodat de in grooten getale opgekomen bezoekers van de openingsplechtigheid opgeto gen waren over de doelmatige en gezellige in richting der zalen. Ds. H. J. Winter, als voorzitter der Evang.- Commissie, heette de bezoekers, die vanwege plaatsgebrek bijna tot in de keuken van het ge bouw zaten, hartelijk welkom. Na zang en Bij bellezing werd de zegen des Heeren over het nieuwe huis ingeroepen, waarna Ds. Winter in een toespraak gewaagde van de blijdschap die allen bezielt nu wij deze vergaderplaats in ge bruik mochten nemen. Hij legde den nadruk op de noodzakelijkheid van Evangelisatie, vooral in 't stamverwante Vlaanderen. Trotsch zijn wij op de Deputaten der Geref. Kerk, die met alle kracht achter dezen arbeid staan en die, ondanks de ongunstige tijdsomstandigheden, niet aarzel den tot deze uitbreiding, waartoe de Commissie adviseerde, over te gaan. De Evangelisatie is een zaak van geloofwij zouden wel meer vruchten willen zien, maar op Zijn tijd zal God den wasdom geven. Deze avond werkte bezie lend op de aanwezigen en versterkte bij menigeen het besef van een taak te hebben in den dienst van hun Koning. Ds. J. Lauwers, uit Brussel, sprak verder over de tweeërlei taak in Vlaanderen. Eenerzijds moeten wij strijden, al zijn wij geen anti-papis ten, maar wij moeten strijden tegen ongeloof en Roomsch bijgeloof. En dat doen wij het beste door anderzijds te verkondigen het Evangelie der vrije genade. 8 December 1932 had in de groote aula der school de overdracht plaats van het recto raat der Theologische School te Kampen. Na een inleiding over de verschillende mee ningen in vroeger en later tijd, aangaande de moedertaal des Heeren, kwam de aftredende rector Prof. Dr. S. Greijdanus tot zijn onder werp „Het gebruik van het Grieksch door den Heere en Zijn Apostelen in Palestina". Eerst gaf spr. een historisch overzicht over de gedachten omtrent het al of niet gebruiken der Grieksche taal door den Heere, besprak daarna wat Josephus aangaande bekendheid en gebruik van het Grieksch destijds in Palestina doet weten, wees vervolgens op de staatkundige en godsdienstige toestanden van dien tijd in het Joodsche land, en behandelde ten slotte verschil lende plaatsen uit de Handelingen der Aposte len, die in dezen licht verspreiden. Zijn conclusie was, dat de Heere en Zijn Apostelen van der jeugd, bij het Arameesch, als hun moedertaal, ook het Grieksch hebben leeren kennen en gebruiken, zoodat Petrus reeds op den Pinksterdag beginnen kon den Heere in het Grieksch te verkondigen, en geen moeite had te Caesarea aan Cornelius en de zijnen het Evangelie in het Grieksch te prediken, en de gemeente te Jeruzalem als ontstaan is door de Grieksche prediking van Petrus, zooals ook be vestigd wordt uit hetgeen Hand. 6 van den toe stand der gemeente aldaar in dien vroegen tijd mededeelt. Er is daarom geen reeële basis voor de bewe ring, dat de Heere en Zijn Apostelen in Pales tina alleen maar het Arameesch, en niet ook het Grieksch, gekend en gesproken zouden heb ben, en dat de gemeente te Jeruzalem niet van den aanvang tweetalig geweest kan zijn, alsook, dat het Evangelie niet reeds in Palestina en te Jeruzalem een Griekschen vorm heeft kunnen en moeten aannemen. Voor de gedachte van een kloof tusschen de Arameesche prediking der Apostelen te Jeruza lem, met het geloof der gemeente aldaar, én de Grieksche Evangelieverkondiging, èn het Chris telijk geloof buiten Palestina, bestaat geen we zenlijke grond. Hierna vermeldde de spreker de fata der Theologische School tijdens zijn Rectoraat, waarna hij dit overdroeg aan zijn opvolger Prof. Dr. H. Bouwman. K. B. S. De predikantenvergadering wordt D.V. Dins dagmorgen 27 December gehouden en niet 19 December. HEIJ. RINGNALDA. SCHEELE. rust in eigen persoon was Hoe was het toch ter wereld mogelijk, dat hij had kunnen slapen! Maar Evert behoefde zich dat eigenlijk niet af te vragen, zoo overwoog hij onmiddellijk. Hij wist het antwoord wel. Deze man kon zoo rustig zijn, omdat hij op God vertrouwde omdat hij, Evert had het immers dien nacht meegemaakt, kon bidden als een kind. Daareven, in de eenzaamheid, op eenigen af stand van den roerganger, had Evert ook ge beden. Nadat hij in zijn angst er toe gedreven werd. Dat had toen wel wat rustiger gestemd. Maar geheel was zijn vrees niet weg. Juist toen Bestevaer Tromp zich weer wilde verwijderen, greep Evert hem, zeer oneerbiedig maar hij was buiten zichzelven bij den arm en zeide, neen riep, niets dan „Admiraal Admiraal „Ja antwoordde deze ten hoogste verbaasd. „Maar kijk dan toch", schreeuwde Evert nu, naar het Noorden wijzend. Aan den verren horizon, nog schemerig, had Everts scherp, geoefend oog stippen van sche pen ontdekt. Maar de zooveel oudere Tromp zag ze nog niet. „Wat bedoel je dan vroeg hij, even driftig en ongeduldig. „Daar komen schepen, Admiraal. Het kan niet anders, of dat is vice-admiraal De With met zijn vlootjuichte Evert. De roerganger keek nu ook om en tuurde, één oog dichtgeknepen, naar het Noorden. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1932 | | pagina 2