No. 35
Vrijdag 26 Augustus 1932
46c Jaargang
WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND.
UIT HET WOORD.
INGEZONDEN STUKKEN.
SCHE KERKBODE.
REDACTIE: Ds. A. C. HE IJ TE KOUDEKERKE en Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG.
MEDEWERKERSD.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2.
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS 15 cent per regelbij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ 6 OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280
UW ZACHTMOEDIGHEID.
Uw zachtmoedigheid heeft mij
grootgemaakt.
Ps. 18:36c.
Psalm 18 is niet een refrein-zang. Tenminste
niet in dien zin, dat in elk vers of in pericoop-
na-pericoop dezelfde woorden worden herhaald.
Toch keert éénzelfde gedachte steeds weer terug,
het is die, welke vs. 36 in het slot weergeeft in
deze woorden „Uw zachtmoedigheid heeft mij
groot gemaakt". Hoe verscholen dit kleine vers
deel in deze lange psalm moge zijn, het maakt
er toch de kern van uit. Op zijn ouden dag heeft
David dit lied gecomponeerd, toen zijn leven
aan hem voorbijging. Terwijl hij gezeten is op
zijn koninklijke troon, als de gunsteling Gods,
heeft hij de grootheid van zijn leven voor God
gevoeld. Wist hij zich rijk en verrijkt. En toen
ging, bij het zien op de heerlijkheid van zijn
vorstelijk leven, zijn herinnering terug naar de
diepten van zijn vroeger-zoo-beproefd leven. Hij
gedacht het strijdrumoer, waarin hij zoo menig
keer in moeite had gevochten voor zijn leven
en voor dat van zijn volk. Saul's booze aan
slagen kwamen weer voor zijn geest. Hij her
innerde zich weer de moeilijke tijden, toen hij
vluchten moest over bergen en in steenrotsen.
Toen is de lof en dank als een stroom uit zijn
hart gebroken, en hij moest zingen van Hem,
Die hem door al die onrust heenleide naar de
grootheid van zijn vorstelijk leven. Toen heeft
hij voor Zijn God in de belijdenis van zijn ge
loof, de diepe oorzaak van zijn leven blootge
legd „Uwe zachtmoedigheid heeft mij groot
gemaakt".
Misschien vraagt ge, of David zijn belijdenis
niet anders moet formuleeren. Sprak hij geen
duidelijken taal, wanneer hij zeide„Mijn zacht
moedigheid heeft mij groot gemaakt" Zacht
moedigheid is immers een gave van den Heiligen
Geest. Ze openbaart zich in de ootmoed des
harten, in belijdenis van zonden. In een afhan
kelijk leven voor God. In verschillende omstan
digheden des levens, niet eigen rechter zijn, maar
den weg die God door middel van onrecht der
menschen met ons houdt, aannemen. Nedrig van
hart zijn. De nooddruftigen, die God in hun nood
kennen en alles daarin van God alleen ver
wachten, zonder als brutale menschen, hun eigen
weg te maken door list en geweld, zijn zulke
zachtmoedigen. David was zachtmoedig, toen
hij Saul in zijn slaap, niet doodde, maar zich
met een slip van diens mantel als getuige tegen
Saul en vóór David, vergenoegde. Hij was zelfs
in den nóód, zijn eigen rechter nietBedoelt Da
vid nu die stille, onwraakzuchtige levenshouding
van zichzelf, waardoor hij zoo vaak het open
baarde, dat hij in ootmoed en lijdzaamheid zijn
heil alleen van den Heere zijn God wachtte
Is hij door dat zelfverloochenende leven ge
klommen tot de hoogte van zijn vorstelijken ze
tel Dat kan hij immers nóóit bedoelen Dan
zou die zachtmoedigheid zich stèèds hebben
moeten openbaren. Maar tegenover de oogen-
blikken, waarop hij zijn levensroeping in zijn
leed als een zachtmoedige vervulde, staan andere
gebeurtenissen, waarbij hij als een listig en han
dig man zijn nood door eigen schranderheid
wilde doen eindigen. Zijn voorgevende waanzin
bij koning Achis is zulk een donkere bladzijde
uit zijn levensboek. Neen, bij de oogenblikken
van betooning der zachtmoedigheid, komen zijn
zonden van hoogmoed en dwaasheid, waardoor
hij alles weer bedierf, wat hij had bereikt. Zoo
had nooit zijn zachtmoedigheid hem groot kun
nen maken. Daarom zegt hij het ook zóó niet,
maar heel anders „Uw zachtmoedigheid heeft
mij groot gemaakt".
Het is Gods zachtmoedigheid, waardoor Da
vid groot geworden is De nederbuigende goed
heid des Heeren, waarin Hij Zich telkens weer
in Davids levensgeschiedenis openbaarde. On
danks het feit, dat David zoo vaak door zijn
zonde, Gods genade aan hem bewezen, veron
achtzaamde, den God, die hem zegende, door
zijn eigenwillig leven bedroefde, heeft de
Heere Zich telkens weer tot hem neergebogen.
Die deugd, die soms door den Heiligen Geest,
in de geloovigen zich openbaart, dat zij onder
alle beleediging het leed, dat anderen hen aan
doen, toch zachtmoedig zich betoonen, die
deugd heeft David volmaakt bij Zijn God gezien
en gesmaakt. De Heere verkoor zijn krachtige
broeders niet tot het ambt, maar hem, de jon
geling in zijn geringen staat. En van toen af is
de stijrd met Saul begonnen, die ééne groote
worstelstrijd, die moest gestreden worden, voor
dat David koning worden kón. Wat waren er
in dien tijd ook bij David geen zonden open
baar geworden Waarom heeft God hem nog
stèèds staande gehouden? Waarom heeft de
Heere hem om die zonden niet verlaten, maar
hem tot den troon van Israël gebracht Hoe is
hij zoo groot geworden
„Uwe zachtmoedigheid heeft mij groot ge
maakt Gij hebt mij niet aangezien in mijn ver
keerdheid en zonde. Gij hebt mij de strengheid
niet betoond, die ik verdiende. Maar Gij zijt
zachtmoedig over mij geweest. Gij hebt mij vast
gehouden in Uwe liefde, ook toen ik struikelde
door mijne zonde. Gij stiet mij niet van U. Hoe
teeder is Uw zachtmoedigheid ik heb U
hartelijk lief Heere, Mijne sterkte!" (vs. 2).
Ja, hoe diep gij, ook de tegenstelling ziet, die
er volgens U bestaan moet tusschen Góds zacht
moedigheid en Davids grootheid, ze hooren toch
zoo innig bijeen.
God buigt zich diép nèèr tot zijn kinderen,
opdat zij daardoor gróót worden zouden. Wat
David hier getuigt van zijn aardsche heerlijkheid,
krijgt door Gods Heiligen Geest een diepere
klank. Het geldt in geestelijken zin van iedere
geloovige, de gunsteling Gods. In het leven des
geloofs voor God, in Uwen roeping voor God,
moet gij groot worden Er zij een toeneming in
genade Uw leven ontplooie zich
Maar, dat leven kan er alleen zijn, en is er
slechts, door de zachtmoedigheid Gods. Hoe zult
Gij anders tot Uw levensdoel komen, tot de
volheid Uws geloof, tot volbrengen van Uw le
vensroeping Het ontbreekt U vaak aan moed
en kracht om voort te varen tot de volmaakt
heid. Daar komen zooveel zondige oogenblikken,
die ons weer een stap achteruitbrengen. Daar
is de twijfel aan God en zijn beloften, een zien
op de golven der omstandigheden Gij laat de
moed zinken, en bekommert er U niet meer om,
of Uw geloof wordt gevoed, en Uw roeping
voor God wordt volbrachtZiet dan op het
ééne dat U wèèr groot voor God maken kan,
vol van geloof, en gehoorzaamheid.
Het is het zien op Gods zachtmoedigheid,
waarin Hij, ondanks Uw schuld en zonde, U de
hand der verzoening reikt in Christus Jezus.
Waarin Hij door zijn woord u opzocht, als gij
gevallen zijt, u weer den weg wijst, als gij zijt
verdwaalt. Zijn zachtmoedigheid, waar Hij on
verwachts uw pad weer effen maakt, opdat Gij
door zijn genade weer zoudt beschaamd worden.
Zijn zachtmoedigheid wil U leeren te belijden
bij alles wat zij U voor zegeningen geeft„Neen
Heere, ik verdien het niet, dat Gij naar mij om
ziet, Uw werk sta ik zóó dikwerf tegen. Mijn
kleederen zijn zoo vuil en bezoedeld. Mijn leven
is zoo onrein. Maar ik weet het dat in Jezus
Christus, Uw zachtmoedigheid groot is over mij.
Alleen zóó kan ik groot worden voor U. Zoo
is er weer geloof, moed, kracht Leven Ge
hoorzaamheid aan mijn roeping, als Gij wilt ge
denken Uw zachtmoedigheid over mij. Want
Gij hebt het gezegd „Ik woon in de hoogte en
in het heilige en bij dien, die van een verbrij
zelden en nederigen geest is opdat ik levend
make den geest der nederigen (Jes. 57: 15). Ja,
Heere, Uw zachtmoedigheid en mijn zachtmoe
digheid doe mij ze te zaam verstaan
Heinkenszand. JOH. BOOIJ.
ORANJE EN NEDERLAND.
„Snijdt mij open en het Oranjebloed loopt er
uit
Dit geestdriftig woord, deze enthousiaste
exclamatie van den ouden dominee Buytendijk
is ons, om ons levens wil, te gewaagd en te ge
vaarlijk dan dat wij het zouden durven nazeg
gen. Wij schrijven nu liever niet over „Oranje
en Nederland" om ons daarna door onze lezers
te laten opereeren. Trouwens zulk een bloe
dig experiment is ook heel niet noodig om U te
overtuigen van de liefde, die er klopt in ons hart
voor ons vorstenhuis en vaderland.
Wij willen in dit kort artikel van die liefde
getuigen door iets te memoreeren van den in
vloed, die ons vorstenhuis Oranje op het natio
nale leven van Nederland heeft uitgeoefend.
Dat we ons daarbij slechts bepalen kunnen
tot enkele losse gedachten, spreekt wel vanzelf,
evenals het geen betoog behoeft dat wij naar
dit onderwerp ons hart voelden uitgaan in ver
band met den verjaardag van onze geëerbiedigde
Vorstin, Wilhelmina Regina, op Woensdag 31
Augustus a.s.
Wat ook anders werd in de laatste jaren, vol
gisting en crisis, in het hart van Nederland's
nationale leven staat het Oranjehuis nog op zijn
oude plaats, heeft het nog zijn oude liefde, is
het gebleven en zal het naar wij hopen en
bidden nog vele jaren blijven het symbool
van onze nationale eenheid.
Wij, Nederlanders, zijn op allerlei gebied he
laas zeer verdeeld.
Het individualisme viert in onze lage landen
aan de zee zijn schoonste triomfen. Maar dit
mag gezegd Als er nood komt of gevaar dreigt,
dan lossen al onze tegenstellingen en onderschei
dingen zich op in een hoogere eenheid, die haar
concentratiepunt vindt in het drievoudig snoer
God-Oranje-Nederland.
Wij kunnen ons volksbestaan zoo heel moei
lijk denken zonder Oranje.
Hoe komt dat
Alleen omdat ons Vorstenhuis het symbool is
van onze nationale eenheid
In geen geval
Onze verknochtheid aan Oranje laat zich voor
al verklaren uit den persoonlijken invloed, dien
de doorluchtige leden van ons vorstenhuis door
de eeuwen heen op ons nationale leven hebben
uitgeoefend.
Wij denken hierbij allereerst aan de stam
moeder van onze Koningin, Juliana van Stolberg,
de gemalin van Nassau's graaf.
Haar godsvrucht roept het edelste en innigste
van ons vorstenhuis in onze herinnering op.
Juliana van Stolberg was een uitermate hoog
staande Vrouwe.
Zij kenmerkte zich door buitengewone ge-
moedsadel en teedere vroomheid, waaraan zij
haar bezieling ontleende en die haar kracht gaf
om zonder murmureeren zoon na zoon te offeren
op de altaren van vaderland en volk.
Deze moeder van twaalf kinderen was een
echt bijbelsche christin, die vooral haar oudsten
zoon, onzen grooten Willem van Oranje, den
vader des vaderlands, in zijn strijd voor vrijheid
en recht met haar gebed gesteund heeft.
Naast God danken wij het aan deze Stam
moeder der Oranjes dat wij de eeuwen door
een biddend vorstenhuis mochten bezitten.
De beroemdste en meest geliefde Oranje's
waren krachtige bidders, zooals prins Willem I
en Stadhouder Willem III, welke laatste reeds
ais knaap zijn worsteling voor Godes zaak ge
streden heeft.
Welnu onder invloed van dit biddend vor
stenhuis is Nederland nog steeds een volk, dat
het gebedsleven niet verleerd heeft.
Onze Koningin Wilhelmina heeft deze heer
lijke traditie voortgezet en zich- nooit daarvoor
geschaamd.
Met eerbied denken wij nog terug aan haar
Kerstgroet, 25 December 1931, per radio tot het
Nederlandsche volk gericht.
Onder meer sprak H. M. toen de volgende
woorden
„De iiefde van Christus leert bidden, zóó
bidden, dat God verhooren kan„Ver
trouwt op Zijn liefde, in gebed en in per
soonlijke gemeenschap".
Woorden als deze laten een lichtend spoor
achter en zijn van zulk een gezegenden invloed
voor ons nationale leven.
Wie klein is voor God, is groot voor de men
schen en tot groote dingen in staat.
De persoonlijke invloed van onze Vorstin is
dan ook steeds overweldigend geweest.
Een Engelsche courant, de „Daily Mail" heeft
eens geschreven
„Koningin Wilhelmina houdt zeer veel
van haar land. Zij bezit een krachtige per
soonlijkheid en een flink, oprecht, beslist
karakter. Zij is in alle opzichten koningin".
En een Vlaamsch dichter zong vol Vlaam-
sche gloed
„Haar land is zoo klein en zoo groot is haar naam,
„Doorglanzend de faam aller vorsten tezaam".
Deze Vlaamsche lof is niet te uitbundig. Het
edele bloed der Oranjes heeft zich in onze ge
liefde Vorstin nooit verloochend. Zij heeft in tal
van uiterst moeilijke jaren bewezen met beslist
heid te kunnen regeeren en veel meer te zijn
dan louter ornament.
Onze Koningin weet wat zij wil.
Wij denken aan den Zuid-Afrikaanschen oor
log, toen H. M. den toorn van Engeland niet
vreesde en het pantserschip „Gelderland" naar
Afrika zond. Heel de wereld was opgetogen
over dit besliste optreden en een Duitscher riep
uit:
„Sie ist so selbstandigSie hat solch
gutes Herz („Zij is zoo zelfstandig zij
heeft zulk een fiere inborst".)
H.M. Koningin Wilhelmina weet wat zij wil.
Treffend bleek dat in 1912, toen zij in Prijs
op zulk een ontroerend besliste wijze getuigenis
aflegde van haar Calvinistische levensbeschou
wing.
En wat wij nu maar zeggen willen, is dit
De beslistheid van onze Oranje-vorstin in al
haar optreden is van zulk een grooten invloed
op het volksleven van Nederland. De wereld
atmosfeer is geladen. De revolutiebliksem kan
telkens inslaan. Maar laten wij eens terugden
ken aan 1914 en 1918; aan mobilisatie en revo
lutie Toen is het aantal der gekroonde hoofden
onder de stormen van oorlog en opstand op ont
stellende wijze verminderd, doch de Oranje-
troon bleef bevestigd Zij, die er aanslagen tegen
beraamden, zijn te schande geworden. God be
waarde door middel van den invloed der Oran
je's en van de beslistheid onzer Vorstin ons
nationale leven.
Bidden wij het onze straks jarige Koningin
van harte toe
„Staaf, God, haar zetel, Sterk den band,
„Bedauw, besproei d' Oranjeplant".
Middelburg. D. RINGNALDA Jr.
Buiten v tcantwoordelykheid dep Redactie.)
Zendingskalender 1933.
L. S.
De tijd is er weer, Uw aandacht te vragen
voor den Zendingskalender (1933).
Met dankbaarheid zij U medegedeeld, dat
nog een anderhalf-duizend ex. meer geplaatst
worden mochten.
Dientengevolge klom het winst-saldo, afge
dragen aan de Generale Zendingskas, nog weer
een weinig. (Zie Zendingsblad van April 1.1.).
Kon de oplaag het komend jaar nog een paar
duizend exemplaren omhoog gaan, dan zou de
finantieele uitkomst nog weer beter worden.
Voor de Generale Zendingskas, die groote uit
gaven heeft te doen, gelijk U bekend is, zou dat
een zeer welkome bijdrage worden.
De tijden zijn voor velen moeilijk, maar wij
blijven hopen, dat het kleine bedrag voor den
Zendingskalender toch geen bezwaar wezen zal.
Uw hulp ter verspreiding van den Zendings
kalender roepen wij door dezen in, met ver
trouwen en vrijmoedigheid.
Hij herinnert in onze gezinnen eiken dag aan
het werk der Zending, dat God ons heeft toe-
betrouwd en houdt daarvoor de belangstelling
levendig.
De prijs blijft dezelfde: 11 per 100 exem
plaren bij bestelling na 1 Nov. 12.
Deze prijs geldt voor alle getallen. Eén exem
plaar kost evenwel 0.20.
Bestellingen aan G. F. Hummelen's Boekhan
del en Electr. Drukkerij N.V. te Assen gaarne
zoo spoedig mogelijkdat spaart moeite èn
kosten I
Op Gods zegen en Uw aller medewerking
hopend
Gaarne Uw vriend en mede-arbeider
in de Zending
Ds. D. POL.
Rijsoord, Juni 1932.
Met hartelijke aanbeveling. Ook in Zeeland
kunnen er nog veel meer geplaatst, waartoe aller
medewerking dringend wordt verzocht.