No. 30 Vrijdag 22 Juli 1932 46e Jaargang WEEKBLAD VOOR DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND. UIT HET WOORD. DADERS DES WOORDS. ZEEUWSCHE KERKBODE. REDACTIE: Ds. A. C. HE IJ TE KOUDEKERKE en Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG. MEDEWERKERS: D.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling 2. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE: FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280 ONZALIGE VACANTIE. Het geschiedde nu na deze dingen, alzoo Naboth, een Jizreëliet, eenen wijngaard had die te Jizreël was, bij het paleis Achabs des konings van Samaria, dat Achab sprak tot Naboth, zeggende: Geef mij uwen wijngaard 1 Kon. 21 1, 2a. Na deze dingen. Dat was eenige tijd na de gebeurtenissen, in het vorige hoofdstuk beschre ven. Achab, de koning van Samaria, had de onvergeeflijke dwaasheid begaan, om met den trouweloozen Benhadad, den koning van Syrië, dien hij in twee gevechten volkomen verslagen had, een onvoorzichtig bondgenootschap te slui ten. De aan zijn vader Omri ontnomen steden, zou hij terugkrijgen en hij mocht in Damascus handelshuizen bouwen. In zijn groote toegeeflijkheid was Achab het slachtoffer geworden van de in het onderbewuste levende begeerte om als gelijke naast Benhadad te staan, en door dezen nog wel verslagen macht hebber de eer van een bondgenootschap waardig te worden gekeurd. Zijn beloften is Damascus' vorst spoedig vergeten. Ook was het sluiten van een bondgenootschap met Israël's vijand tegen den wil des Heeren geweest. Daarover heeft één der profeten op wonderlijke wijze Achab onderhouden (20 3541): „Zoo zegt de Heere, omdat gij den man, dien Ik verbannen heb, losgelaten hebt, zult gij in zijn plaats zijn en uw volk in de plaats van zijn volk". Een huivering was hem toen door de ziel gegaan, maar onwillig daarvan te laten blijken, had hij zich toornig afgewend en was zijns weegs ge gaan. En hij kwam in Samaria (20:43). Dat was zijn residentie. Daar had hij een prachtig paleis. Doch in deze hoofdstad kon hij temidden van al die drukke staatszaken niet tot rust ko men. Het was er hem veel te druk. Hij had rust noodig. En waar kon hij dan beter terecht dan in zijn lustoord, in Jizreël En daarom toog hij naar Israël's lustwarande. Daar bezat hij een prachtig landhuis. Het lag niet zoover van Izebels vaderland Phoenicië. Jizreël lag op een heuvel, vanwaar men uitzicht had op een prachtig na tuurschoon. Dichtbij was het Karmel gebergte. Een land vol wijngaarden, een vlakte vol bloe menpracht. Hoe kon Achab hier genieten van Gods heerlijk scheppingswerkEcht vacantie nemen Om dan weer met nieuwen moed aan den arbeid te gaan. Zoo had Achab dan op een van die heuvels een prachtig elpenbeenen paleis gebouwd, maar met de jonge Izebel was daar alle weelde en goddeloosheid van haar vaderland binnenge trokken. Men krijgt zoo den indruk, dat Israël's koning er wel een zeer groot gedeelte van het jaar toef de. Ook nu weer. Om er te rusten van ver moeiende staatszaken Ach, was dit maar zoo Hij kwam er om zijn lusten bot te vieren, om de rust en de vrijheid te gebruiken voor het vleesch. Dat blijkt zoo bedroevend uit die in- treurige geschiedenis van zijn buurman Naboth. Reeds méér dan eens heeft de koning met ja- loerschheid ilien piachtigen wijngaard zien lig gen, grenzend aan zijn tuinen. O, dat die de zijne was Telkens opnieuw sloeg hij er begee- rige blikken op. Doodelijk bedroefd was hij daar over, dat hij dien schconen wijngaard van dien vromen en geachten Jizreëliet niet bemachtigen kon. Het vergalde telkens zijn vacantiegenot Neen, in de vacantie moet men niet somber gestemd zijn Geniet van al het schoone om u heen Maar dat kan Achab niet. Izebel merkt spoedig wat er aan do. hand is. Zij weet er raad op. In goddeloosheid overtreft dit „zwakkere vat" haar man verre. Ze kent de practijken van haar land wel de koning moet absoluut heer- scher zijn. Zij wil zicli er wel voor inspannen. En als Achab zijn dagen in ledigheid doorbrengt, betrekt zij Naboth in een schijnproces, laat hem van Godslastering aanklagen en ter dood ver- oordeelen. Achab krijgt zijn zin. Hij wordt be zitter van den wijngaard. Het is zijn laatste va cantie die hij in Jizreël doorbrengt. Lang heeft hij van zijn geweldroof geen plezier gehad. Het oordeel door den profeet Elia hem aangekon digd, drijft hem van deze plaats. Straks den strijd in en den dood in Ledigheid is des duivels oorkussen. Hoeveel schade kan de rust, in ledigheid doorgebracht, u berokkenen Ook in vacantieoorden in het bosch of aan de zee kunnen allerlei booze plan nen worden uitgebroed. Vele onzer lezers ge nieten nu van haar vacantie. Anderen zullen binnenkort hen volgen. Een groot deel arbeidt echter van den vroegen morgen tot den laten avond voor hun dagelijksch brood. Ook voor hen breekt nog wel eens een vrije dag aan. Men zegt echter, dat vacantie het allermeest noo dig is voor de arbeiders met den geest. Rust, waar ook doorgebracht, kan echter (hoe zien we dit in deze droeve historie) ontaarden. De Schrift vermaant ons „want gij zijt tot vrij heid geroepen, broedersalleen gebruikt de vrij heid niet tot een oorzaak voor het vleesch, maar dient elkander door de liefde". Wij voelen ons in de vacantie zoo heerlijk vrij. Men mag meer en kan meer dan anders. Het officieele jasje laten we in huis hangen en we trekken er op uit. Naar onze mooie bad plaatsen. En onze zoo rustige bosschen. Maar... die vrijheid kan ook tot zonde ge bruikt worden. Dat gebeurt toch, wanneer het zoeken van genot het allervoornaamste is en het u enkel te doen is om van arbeid te zijn ont slagen. En toch, daarvoor zijn we op aarde niet. Rust is voor velen, voor zeer velen in dezen zenuwachtigen tijd, noodig om daardoor den mensch de verloren krachten weer te geven, en het werkvermogen te verhoogen. De rust als rust is elders. De in Jezus ontslapenen genieten een volmaakte rust. Wij nog niet. Hier op aarde zijn we om te werken. Daarom zal uw vacantie een onzalige vacantie zijn als ge daarin van uw God vervreemdt en in uw ledigheid den duivel kans geeft. De overste dezer wereld neemt nooit vacantie, al toeft hij ook aan het strand of in het bosch. Voor menig Christen is de vacantie lichamelijke vooruitgang, doch geestelijke achter uitgang. Men is vrij. Vrij om den dag des Hee ren te besteden naar eigen verkiezing. Ontbreekt men in eigen plaats nooit in het bedehuis, nu komt het er niet zoo op aan. Eén keertje op zijn hoogst. Hoe wordt de Sabbat ook vaak op andere wijze ontheiligdIn de week worden soms plaatsen betreden waar de wereld Volop wordt gediend. Met de kleeding neemt men het ook niet zoo nauw. Vrijheid blijheid Het Bijbellezen in pension of hotel schiet er ook wel eens bij in ja soms wordt de Bijbel wel eens vergeten. Vacantie wil voor velen helaas dik wijls zeggen zich voor één of twee weken of langer wereldling voelen. Wacht u voor uw zielen Bedroeft in uw vacantie den Heiligen Geest niet Schaamt u het Evangelie van Christus niet Laat uw rust u dichter bij God brengen Prijst de heerlijkheid en de majesteit van uw God in dit wonderlijke werk van Zijn hand Maakt niet van uw vacantieoord een zondig JizreëlDoch legt uw ooren aan den boezem der natuur om te luisteren naar het zuchten der schepping en koestert als degenen, die de eerste lingen des Geestes bezitten, mét die schepping een heilig verlangen naar dién dag, dat Christus ook haar banden zal slaken, wanneer Gods volk naar lichaam en ziel eeuwig zalig vacantie mag nemen op een vernieuwde aarde tot lof van God. Domburg. J. E. VISSER. KERKDAK-REPARATIE. We hebben allen, in Zeeland en N. Brabant en Limburg, als Gereformeerden, één kerk, waarvan we kunnen zeggen dat is onze kerk. Dat is de Zendingskerk in Magelang. En na tuurlijk willen we dan ook alles voor „die kerk van ons" zorgen, gelijk we daartoe ook ver plicht zijn. Het onderhoud van ons kerkgebouw daar vraagt nu van ons een bijzondere bijdrage. In 1920 werd die kerk gebouwd. Het djatihout, dat doorgaans voor dakbedekking gebruikt wordt, was toen echter zoo buitengewoon duur, dat er gezien de beschikbare gelden geen den ken aan was dat hout te nemen. Men kon ook zoo werd gezegd heel goed ander hout daarvoor nemen, dat nu wel niet zóó goed was, maar toch ook bruikbaar en dat heel veel jaren mee kon. Alzoo werd besloten die andere hout soort te nemen. Nu bleek echter helaas na een twaalftal jaar, dat dit hout niet bestand was tegen de invloeden van weer en wind en van allerlei gedierte. De directeur van gemeentewerken in Magelang keurde het dak daarom af en gelastte, dat het door een nieuw moest worden vervangen, om dat het gevaarlijk werd. Het spreekt van zelf, dat de kosten voor die dakvernieuwing, niet kunnen geplaatst worden op de gewone begrooting. Het geldt hier een buitengewone uitgave, die bestreden moet wor den door buitengewone inkomsten. Zoo is toch ook de regel, wanneer het kerkgebouw van onze eigen plaatselijke kerk, door bijzondere omstan digheden door een storm bijvoorbeeld bijzondere reparatie zou behoeven. Dan voelt ieder, dat er een bijzondere gave noodig is. En wanneer een kerk in onze provincie alzoo voor heel groote uitgaven zou komen te staan, die haar eigen draagkracht te boven zouden gaan, dan zouden de andere kerken haar daarbij gaarne hulp bieden. Des te meer zullen we verstaan, dat het de roeping is van alle onze kerken de gelden bijeen te brengen, die noodig zijn voor de dakreparatie van onze eigen kerk in Mage lang. De menschen moeten veilig in die kerk kunnen saamkomen. Toen deze zaak op de laatst gehouden Parti culiere Synode van onze kerken in Zeeland aan de orde werd gesteld, door het voorstel van de Zendingsdeputaten, dat hiervoor een extra collecte zou worden uitgeschreven, werd dan ook aanstonds uitgesproken, dat natuurlijk de kerken van Zeeland, N. Brabant en Limburg geroepen waren de gelden daarvoor in dit jaar j door een extra-bijdrage bijeen te brengen. En onze Synode besloot, dat voor haar deel daarin zou voorzien worden. De extra-bijdrage, die zou noodig zijn, werd geraamd op 2400 daarvan zou dan twee der de deel, dus 1600, voor de kerken van Zee land komen. Het voorstel der Zendingsdeputaten, om een extra-collecte uit te schrijven om op die wijs deze gelden bijeen te brengen, werd niet aan genomen. Maar besloten werd, het in de vrijheid van elke kerk te laten, hoe zij tot haar bijdrage zou komen, hetzij door een collecte daarvoor of op andere wijze mits maar het gevraagde bedrag bijeen kwam. Want de Synode meende, dat het billijk was, de grootte van die bijdrage te laten bepalen door de verschillende verhoudingscijfers, die voor andere gezamenlijke kosten dienen. Dat komt dan hierop neer, dat van die 1600 voor rekening van de classis Axel komt 20 voor de classis Goes 18 voor de classis Mid delburg 36%; voor de classis Tholen 10 voor de classis Zierikzee 16%. Voor de classis Middelburg en de onderschei den kerken in die classis, wil ik onder „Officieele berichten" volgende week de gespecificeerde bij dragen opgeven, met verzoek zoo mogelijk op de September-classis die gelden mee te brengen, of, als men dat liever wil, daarvóór aan mij op te zenden. Mijn gironummer is 169757 Koude- kerke (W.). We meenen met het bovenstaande duidelijk te hebben gemaakt, waarom deze extra-bijdrage noodig is en vertrouwen, dat de kerken gewillig zullen zijn, elk op haar eigen wijze, voor haar deel te zorgen, dat deze gelden bijeenkomen. HEIJ. 1907. WEMELDINGE. 1932. 14 Juli j.l. was het 25 jaar geleden, dat de Geref. Kerk te Wemeldinge is geïnstitueerd. Dat het al niet veel vroeger is gebeurd, verwekt ver wondering bij ieder, die Wemeldinge eenigszins heeft leeren kennen. Of er eene rimpeling als vrucht van het werk der Afscheiding over het kerkelijk leven aldaar is gegaan, is niet bekend, wel, als de loop der historie eenigszins anders was geweest, had de Doleantie er met vrucht geslaagd. Doch het heeft alzoo niet moeten zijn. God schrijft de historie. Bij den uitgroei van het dorp Wemeldinge is het niet te verwonderen, dat er ook enkele Ge reformeerde gezinnen kwamen wonen, die ker kelijk behoorden bij Yerseke. Vóór 27 a 28 jaar begon Ds. Heida, destijds predikant bij de Geref. Kerk van Yerseke evan gelisatie-arbeid te Wemeldinge en met vrucht, want 30 December 1906 vergaderden 13 van de 14 mansleden, woonachtig te Wemeldinge en besloten na rijp overleg namens 32 belijdende leden en 52 doopleden aan den raad der Geref. Kerk van Yerseke te vragen medewerking om te komen tot het institueeren der Geref. Kerk te Wemeldinge. Aan dit verzoek is voldaan en het belangrijke feit vond plaats 14 Juli 1907. Er zat actie in de kleine groep. Reeds in Juni 1908 is grond gekocht voor den bouw eener kerk. Voor dien tijd werd vergaderd in een klein lokaal. Als ge het ziet, is het onbegrijpbaar, dat de menschen het er in konden uithouden. In November 1908 is besloten tot den bouw der kerk de eerste steen is gelegd 24 Maart 1909 door br. A. Moelker, ouderling der Geref. Kerk van Wemeldinge, waarna Ds. N. Postema, destijds predikant te Kapelle-Biezelinge, heeft gesproken over Efeze 22022. Den 15en Augustus van hetzelfde jaar vond plaats de in gebruikneming en het is zeker niet te verwon deren, dat gevraagd was voor die feesture Ds. Heida, die ondertusschen Yerseke had verlaten en diende de kerk van Halfweg. Ds. Heida sprak bij die gelegenheid over 1 Koningen 8 10 en 11. Op het oogenblik is de gemeente uitgegroeid tot 139 leden. De kerkeraad van Wemeldinge wenschte het feit van institueeren voor 25 jaren eenigszins feestelijk te herdenken en wel op Zondag 17 Juli j.l. 't Was reeds een feest voor Wemeldinge's kerk, dat op dien dag tweemaal voor haar op trad Ds. Heida van Vlaardingen, aan wien zij zooveel te danken heeft. De grondtoon in de avonddienst was bij alle sprekers God de eere Naar den wensch van den kerkeraad ging de consulent voor in eene korte bediening des Woords. Hij deed dit door te spreken over een gedeelte van het geloofslied van den dichter van Psalm 46 om daaraan te verbinden enkele his torische bijzonderheden in verband met deze herdenkingsure. Ds. Heida sprak daarna een woord van her innering uitgaande van het woord tot de ge meente van Filadelfiagij hebt kleine kracht, maar gij hebt Mijn Woord bewaard en Mijnen Naam niet verloochend. Ds. E. Beukema bracht over de heilwenschen van de kerken der Classis, die bijna alle ver tegenwoordigd waren in het tjokvolle kerkje. Br. A. Moelker van Nieuwdorp, vroeger op ziener van Wemeldinge's kerk, deed h'óoren een echt hartelijk woord, dat ook gewaagde van rijken zegen hier door de goede hand Gods ge noten. Eindelijk feliciteerde de Edelachtb. Heer Wa- beke, burgemeester van Wemeldinge, deze kerk namens het gemeentebestuur. Op verzoek van den kerkeraad bracht de consulent aan allen een woord van dank, als ook aan de Meisjesvereeniging, die gezorgd had voor eene gedeeltelijk nieuwe bekleeding van de consistorie, waarna hij voorging in dankzegging om verder de gemeentelijke samenkomst op de gewone wijze te beëindigen. 'tWas allen een goede ure. Alle medeleven en woord deed de kleine kerk goed, alsook de opwekking het toebetrouwde pand in Gods kracht te bewaren. De kerk van Wemeldinge ga voort in de ze kerheid, dat de Heere der heirscharen in haar midden is en ook bij alle strijd en benauwing houde ze vastdie God, zie, die God is voor ons in Christus Jezus een rotsburcht. Dan is ze veilig. God stelle haar tot een licht en zegen ook voor het volkrijke Wemeldinge. K. B. S. DE ZENDING ONDER DE JODEN. De zomer leent zich bij uitstek voor het hou den van conferenties. Men kan er tijd voor vin den en tegelijkertijd ook genieten van de schoon heid van het buitenleven. Welk een genoegen was het verleden jaar in Lunteren met elkaar samen te zijn ter bespreking van de Zending onder de Joden. Men voelt zich met elkaar één inzake den strijd voor het komende Godsrijk men wordt gesterkt tot den arbeid en in het bizonder er weer aan herinnerd, hoe de Heere door Israël het heil aan de wereld heeft gebracht. Onvergetelijke dagen waren het voor de con ferentiegangers in die stille landelijke omgeving van Lunteren. Tijdens deze samenkomst en de onderlinge besprekingen werd door onderscheidene deel nemers de gedachte uitgesproken, of het niet mogelijk was ook in eigen kring zulk een confe rentie te organiseeren. Deze gedachte zal in een daad worden omgezet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1932 | | pagina 1