Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. No. 14. Vrijdag 1 April 1932. 46e Jaargang. UIT HET WOORD* ZEEUWSCHE KERKBODE C .-.j REDACTIE: Ds. A. C. HE IJ TE KOUDEKERKE en Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG, MEDEWERKERS: D,D. L, BOUMA, W. M. LE COINTRE, F, J. v. d. ENDE, A. B, W. M. KOK, J, VAN LONKHUIJZEN, F, STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling ƒ2,- Afzonderlijke nummers 8 cent, ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regelbij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE: FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advert en tien tol Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ 6 OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg, TELEFOON 238, GIRONUMMER 42280, CHRISTUS EN DE SCHRIFTEN. En hij zeide tot henO, onverstan- digen en tragen van hart, om te geloo- ven al hetgeen de Profeten gesproken hebben Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzoo in zijne heerlijkheid ingaan En begonnen hebbende van Mozes en van alle Profeten legde Hij hun uit in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was. Luc. 24 25—27. Het Paaschfeest, het feest der opstanding onzes Heeren, ligt weer achter ons. De gemeente gedacht op 't paaschfeest dit heilsfeit. Het feit der opstanding is eenmaal ge schied. De Opgestane leeft altijd in den hemel. Zijn wij met Hem opgewekt tot een nieuw le ven Zoeken en aanbidden wij Jezus, die nu, in den hemel is, aan de rechterhand des Vaders? De wereld wordt al meer religieus, 't Is waar, wij zien en hooren ook den antichristelijken geest zich uiten. Maar de tijd van den valschen Messias, en van 't zich vertoonen van satan als een engel des lichts, is nog niet voorbij. Hoe- velen zoeken in onze dagen nog zulk een val schen Messias, die een aardsch Paradijs zal op richten. Jezus' woord tot de Emmaüsgangers heeft ook voor onze eeuw, ook nu voor Christus' gemeente, beteekenis. Jezus is opgestaan. Er is blijdschap in den hemel. De engelen juichen. Zij dienen den Zoon des Menschen. Mocht niet een engel den steen afwentelen van het graf Jezus leeft, overwon den dood en den duivel. De satan is gebonden. De aarde zal vol worden van de kennis des Heeren. Toch schijnt er niets veranderd op de aarde. In Jeruzalem gaat alles zijn gewonen gang. En Jezus' discipelen zijn nog even bedroefd. De twee mannen, op weg naar Emmaüs, ver laten bedroefd Jeruzalem. Jezus is een doode. Vrijmoedig spreken zij tot een vreemdeling die zich bij hen voegt, over Jezus. Maar hun droef verhaal eindigt bij het kruis en het graf. Geruchten van een ledig graf kwamen tot hen, ook van engelen verschijning, zelfs van een engelen boodschap, dat Hij beeft. Maar zij gaan naar huis, zonder hoop. Hoe spreekt Jezus nu deze twee mannen aan? Is Jezus hier de zachtmoedige Die Emmaüsgangers hebben Jezus zoo innig lief. Al hun woorden getuigen daarvan. En nu nog dit harde woord van Jezus Jezus weet echter wat Hij doet. Onverstandig zijn ze, en traag om te geloo- ven al hetgeen de Profeten gesproken hebben, 't Is waar, zij hadden Jezus liefgehad ook in zijn nederigen staat. Maar in de verwachting dat Hij zou opklimmen in heerlijkheid, zou ko men tot de heerlijkheid van den Koning Israels, die regeeren zou van zee tot zee. Dat ook van den Messias geschreven stond, dat hij moest lijden, was tot hun ziel niet door gedrongen. Had God dit niet duidelijk geopenbaard In besnijdenis en Pascha, in offer en gebed had God aan Israël doen verstaan, dat bloed reinigt van de zonde. Maar reeds in Salomo's dagen werd Israël bekoord door schittering van uiterlijke heerlijk heid. 't Valsche Messias beeld, schittering van aardsche heerlijkheid betooverde. De Profeten stelden wel gedurig weer het waren Messias beeld voor oogen, en spraken van zijn lijden, maar de joodsche trots begeerde de aardsche macht. Toen nu na Maleachie, de stem der profeten zweeg, en de Schritgeleerden den sleutel der kennis wegnamen, den jood alleen het valsche Messias beeld voor oogen stelden, ontkwamen zelfs de vromen niet aan den waan, dat de Messias, als Hij verscheen, tot een heerlijkheid zou brengen grooter dan die van Salomo. Dat Hij eerst moest lijden, daarvan hoorden zij niet. Jezus wil deze diep bedroefden waarlijk blijde doen worden. Om echter waarlijk blij te zijn, moeten zij eerst overtuigd worden van hun on verstand en traagheid om te gelooven al de Schriften. Jezus opent nu de Schriften. Wij lezen hier niet wat Jezus toen tot hen heeft gesproken. Hoe gaarne zouden wij dit weten. Het heeft den Heiligen Geest niet behaagd, dit onderricht woordelijk weer te geven. 't Zij ons genoeg te weten, dat Jezus begon van Mozes, sprak van al de Profeten al de Schriften voor hen opende. Van Gen. 1 tot Maleachie. Die Schriften zijn het Woord van God. Die Schriften getuigen van Christus. Christus is zelf de groote Profeet. De Raad Gods tot zaligheid is bekend gemaakt. Naar dien Raad Gods moest Christus lijden. De Heere heeft dit geopenbaard. Moest niet de Christus deze dingen lijden Moest het niet alles zoo geschieden Zoo als er geschreven was in de Schriften zoo als er besloten was in Gods Raad Was niet de Zoon van God daarom vleesch geworden, beladen met den toorn Gods, een vloek geworden voor den zondaar Was Hij niet gekomen om door zijn lijden van eeuwig straf lijden al de zijnen te verlossen Wat moet 't een smart voor Jezus zijn ge weest, na al zijn lijden, van zijn eigen discipelen te moeten hooren, Gij hebt ons teleurgesteld door te sterven aan het kruis. De blinddoek moet weg En zoo opent Jezus de Schriften. Anders dan wij het doen. Jezus kon twee dingen doen. Hij kon het licht laten vallen op alles wat in de Schriften wees op dit lijden, en de oogen openen om nu deze Schriften te doen verstaan. Hoe wonderlijk moet dit alles voor de Emmaüsgangers zijn geweest. De blinddoek moet weg de oogen moeten open al de Schriften moeten worden verstaan. Sprak de moederbelofte, Gen. 3 15 niet reeds van vijandschap, van lijden en van redding door lijden Jezus laat nu zien hoe deze belofte ver vuld werd. Voldaan moest worden aan het hei lig recht Gods. Alleen door den dood des Zoons van God kon aan dat heilig recht voldaan wor den. Jezus kan laten zien, hoe de Schriften leeren, dat Christus lijden moest alles wat over Hem kwam. Heel de ceremoniëele dienst, de offer- cultus, de tempeldienst. Jezus laat er 't licht op vallen. Heel Israëls geschiedenis wordt voor oogen gesteld. Waar bleef de heerlijkheid van David, van Salomo Een afgehouwen tronc Er was zonde, er was offer maar kon het bloed van dieren de zonde wegnemen Dan komt 't profetisch woord. David in zijn Psalmen, Jesaia al de profeten spraken van het lijden, dat op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende. O, onverstandigen en tragen van hart om te gelooven al hetgeen de profeten gesproken heb ben, zoo roepen nu de Emmaüsgangers zich zelf toe. Anders zien zij nu de Schriften anders het lijden van Christus anders den Christus zelf. Hoe dierbaar wordt nu Christus, hoe dierbaar zijn bloed, het bloed van het onbestraffelijke en onbevlekt Lam. Hoe verachten, verfoeien zij zich zelf. Had den ook zij niet Jezus Barabbas boven Jezus den Christus verkozen Hadden ook zij niet geroepen Verlos U zelf en ons kom af van het Kruis Danken wij den Heere, wanneer onze oogen open zijn, en zien op Jezus en dien gekruizigd wanneer Jezus ook ons leert, eigen zonde, eigen onkunde en traagheid om te gelooven alles wat God ons heeft geopenbaard, te belijden. Luiste ren wij naar Jezus' leer. Hij is nog de groote profeet, de Goede Herder, die zijn schapen kent, en weidt, en hoedt om eens altijd bij zich te doen wonen. In 't Paradijs. Terneuzen. S. GROENE VELD. VERKEERD RESUMÉ, In het Zoeklicht van 12 Maart staat een cor respondentie, die vragen doet opkomen. D. te R. (Amerika) deelt daarin mee, dat hij gedwongen was uit het kerkverband der Chr. Geref. Kerk te treden. De aanleiding daartoe was, dat hij Ds. Bonnema ten dienste stond om in zijn omgeving te spreken over het onder werp ,,Zie, de Bruidegom komt". Dit heeft er toe geleid, dat men hem onder de kerkelijke tucht stelde. Over en weer hebben discussies plaats ge vonden met het gevolg, dat men hem wel van de kerkelijke tucht wilde ontheffen op voor waarde, dat hij zich voortaan stil hield over het toekomstig heil met betrekking tot Jezus' wederkomst Israëls herstel en wat daarmede verbonden was. Hiertoe had hij geen vrijheid, omdat Gods Woord leert, dat wij ten allen tijde bereid moeten wezen rekenschap te geven van de hope, die in ons is. En zoo was hij dan genoodzaakt uit te treden en met nog een paar families thans in de vreemdelingschap te leven. De Redactie schrijft daar dan het volgende antwoord bij „Als het alles precies zoo is als u schrijft, is het een groote schande voor de Chris tenheid dat zulks mogelijk is. Zal dan eerst de verdrukking, die aanstaande is, een einde moeten maken aan deze onheilige ketter- jagerij Zullen wij broeders verbannen, omdat zij op grond der Schrift vasthouden aan de zalige hope van Jezus' wederkomst We hadden liever gezien dat de Redactie van het Zoeklicht eerst bij de Chr. Geref. Kerk inlichtingen ingewonnen had voor zij deze be schuldiging publiek maakte. Dan had zij geweten of „alles precies zoo is als D. te R. schreef". De reden waarom wij op deze corresponden tie attendeeren is echter, dat wij de roeping gevoelen, het voor een kerk, waarmee wij in enge betrekking staan op te nemen, wanneer haar naam geschandvlekt wordt. In hoever de Chr. Geref. Kerk in Amerika door de steeds toenemende propaganda van het Premilleniarisme genoodzaakt werd strengere tuchtmaatregelen te nemen, is ons niet bekend. Het zou ons verwonderen, want zelfs van Ds. Bultema schreef R. B. Kuiper in zijn boek As to be reformed „Bultema is om zijn Chiliasme als zoodanig niet veroordeeld" p. 126. Maar wat ons in de correspondentie trof, was het verkeerde resumé, dat van den brief van D. te R. werd gegeven. Wanneer tegen het Chiliasme de kerk haar tuchtmaatregelen neemt is dit geen onheilige meestal niet uiterst strenge ketterjagerij, maar trouw aan haar geloofsbelijdenis, die de kerk op grond van de duidelijke uitspraken der Schrift heeft opgesteld. Gaat een lid met die belijdenis niet meer ac- coord, en wordt hem dit broederlijk gewezen, dan dient hij zelf tot in de meerdere vergaderin gen toe een reformatie in die belijdenis te bren gen anders plaatst hij zichzelf feitelijk buiten de kerk. En dat de Chr. Geref. Kerk, die ook het 37ste Geloofsartikel in haar belijdenis onder schrijft, geen broeders verbant, die op grond der Schrift vasthouden aan de zalige hope van Jezus' wederkomst kan de Redactie weten, is duidelijk. Van het Chiliasme vindt ge in dit artikel wel geen spoor, maar de Chr. Gereformeerden in Amerika leggen vroom de hand op deze woorden: „Daarom verwachten wij dien grooten dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods in Jezus Chris tus onzen Heere." Zulke onjuiste resumpties moesten met het oog op den goeden naam van een belijdende kerk, die duizenden leden telt, niet gegeven wor den, ook al zou het waar zijn, dat een enkele kerk de tucht te streng had toegepast, terwijl de broeder verzuimd had zijn recht te zoeken bij de meerdere vergaderingen. Zaandam. v. DIJK. HET ZENDINGSZIEKENHUIS TE MAGELANG. III. In mijn vorigen brief heb ik beloofd nog iets over de financiën en het personeel van het zie kenhuis te vertellen. Intusschen ben ik al aan gekomen op mijn plaats van bestemming en kan ik dus tegelijk vertellen hoe ik hier alles gevon den heb. Ik heb U reeds geschreven, dat het een groot voordeel is, dat het ziekenhuis niet in een huurhuis behoeft te beginnen, maar in een huis, dat eigendom is en dat bovendien op een terrein ligt, groot genoeg om later een flink zie kenhuis op te zetten. Bij mijn terugkomst hier werd ik weer getroffen door de gunstige ligging en de geschiktheid van deze gebouwen, vooral als ze verbouwd en gerepareerd zullen zijn. Wij zullen dan werkelijk een zeer doelmatig zieken huisje hebben. Voor de eerste inrichting (bed den, instrumenten, meubelen, verplegingsartike- len) bleef er echter van het bijeen gebrachte ka pitaal niet voldoende meer over. Deze eerste in richting werd begroot op 8000.Bovendien zal de aanleg van waterleiding en electriciteit nog ongeveer 1500.kosten. Daarvoor was nog slechts 3000.beschikbaar. Gelukkig hebben de Zeeuwsche zusters de inrichting van de linnenkast geheel voor hun rekening geno men, waardoor de kosten van de eerste inrich ting zeker 1200.lager kunnen worden ge steld. Ik mag hier de ijver van deze dames nog wel even weer bekend maken. Midden 1931 had men al een kist met 427 stuks kleeren naar Magelang verzonden. Bij mijn komst in Holland had ik 12 November een bespreking met het Dames-Comité in Middelburg, die mij vroegen, wat er nog weer voor de eerste inrichting van de linnenkast noodig was. Ik gaf toen een lijst, waarop nog heel wat stuks linnen- en bedde- goed voorkwamen. Ik verwachtte niet anders, dan dat men uit deze lijst een keuze zou doen. Maar mijn verwachting is verre overtroffen, want men heeft alle goederen, die op deze lijst stonden nog klaar gekregen en ook nog het geld beschikbaar gesteld voor de aankoop van de kens en verbandkatoen, die voordeeliger in Indië kunnen worden aangeschaft. In 2]/2 maand tijd heeft men nog 1190 stuks, groot en klein, klaar gekregen. Vele handen hebben daaraan ijverig meegewerkt. Allen, die hieraan hebben meege holpen, dank ik nog eens hartelijk voor deze daadwerkelijke belangstelling voor het zieken huis. Het is een schoone belofte voor de toe komst, als er reeds nu zooveel meeleven is. Uit het bovenstaande blijkt, dat er nu toch nog ruim 5000.noodig is voor de eerste inrichting. Hiervoor moet nu een kleine leening gesloten worden. Daar de deputaten meenden, dat dit geld in Holland, ook tegen een behoor lijke rente in deze malaise-tijd niet te krijgen zou zijn, raadde men mij, deze leening in Indië te plaatsen. Ik ben daarin reeds gedeeltelijk ge slaagd. Bij mijn komst in Indië vond ik tot mijn zeer groote spijt de verbouwing niet zoo ver gevorderd als ik had gehoopt. Er was stagnatie gekomen doordat de dienst van de pestbestrij- ding de vernieuwing van het dak, voorzoover daarin nog bamboe-materiaal verwerkt was, eischte. Deze eisch is niet onbillijk, daar er in de onmiddellijke omgeving van het ziekenhuis nog voortdurend pestgevallen voorkomen. Het zou natuurlijk onverantwoordelijk zijn om pa- tienten en personeel aan dit gevaar bloot te stellen. Wel vraagt deze dakreparatie een be drag van ruim 2000.waarop niet gerekend was. Doordat het hout op het oogenblik bij zonder goedkoop is, vallen deze onkosten nog erg mee. Er wordt nu op het oogenblik hard aan het gebouw gewerkt. Juist dezer dagen zijn wij begonnen met het uitpakken van de kisten, die ik uit Holland heb meegebracht en met de inrichting van enkele kamers, zoodat de poli kliniek beginnen kan. Wij moeten ons voorloo- pig nog wel erg behelpen, omdat er nog overal gebouwd wordt. Op vele plaatsen liggen stee- nen, dakpannen, zand en kalk een echte rommel nog. De officieele opening kan natuurlijk eerst plaats hebben, als alles klaar en opgeruimd is. Intusschen werd mij al van verschillende kan ten gevraagd, wanneer ik zal beginnen, zoodat ik mij niet ongerust maak, dat er geen patiënten zullen komen. Het verplegend personeel krijg ik van ver schillende andere Zendingsziekenhuizen. Zoo krijg ik mantri-verplegers en verpleegsters van Wonosobo en Djokjakarta enkele meergevor derde leerlingen van Solo en Keboemen, terwijl zich van hier heel wat sollicitanten hebben aan gemeld om als leerling te beginnen. Even als in Holland is hier veel werkeloosheid, zoodat het aanbod van werkkrachten de vraag verre over treft. Uit het bovenstaande zal het U duidelijk zijn geworden, dat ik deze maand niet zoo veel heb kunnen doen als ik graag zou hebben gewild. Daarom heb ik maar dadelijk het beheer van het ziekenhuis te Parakan overgenomen van Dr. Berg (Wonosobo), om daaraan eens extra aan dacht te besteden. Dit hulpziekenhuis heeft wel eens te weinig aandacht gehad doordat het zoo moeilijk te bereiken was voor de controleerende artsen uit Djokja en Wonosobo. Toch verdient het veel aandacht, want het is een zeer belang rijk hulpziekenhuis. De 48 bedden liggen er al tijd vol. Parakan is een druk marktcentrum. Daar er in deze plaats geen dokter woont, zou de arme bevolking geheel van medische hulp ver-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1932 | | pagina 1