FEUILLETON.
ZENDING.
hier opgave doen van de orgelbespelingen, die
hij zich voorneemt de volgende week in onder
scheiden plaatsen te houden.
Dat is dan Maandag 14 December in Veere
Dinsdag 15 Dec. in ColijnsplaatWoensdag 16
Dec. in Meliskerke Donderdag 17 Dec. in
St. Laurens en Vrijdag 17 Dec. in Koudekerke.
De toegang is vrij. Er wordt in die samen
komsten alleen gecollecteerd, terwijl niet-ver-
plichte programma's a 20 cent worden verkrijg
baar gesteld.
Als vorige malen wekken we gaarne op deze
orgelbespelingen te gaan hooren en door koopen
van een programma zich het volgen van de be
speling mogelijk en aangenaam te maken.
ONZE
GEREF. MANNENVEREENIGINGEN.
We ontvingen ter aankondiging een uitgave
van den Bond van Geref. Mannenvereenigingen
met het verzoek die in het redactioneele deel
van ons blad te bespreken. Aan welk verzoek
we dan hier voldoen.
Bedoelde uitgave is een propaganda-geschrift
van 30 bladzijden, dat pranco per post wordt
toegezonden wanneer men 30 cents stuurt, per
postwissel of postgiro No. 116144, naar den
BondssecretarisR. Coulander, Laan van Eik
en Duinen 114, Den Haag. Het boekje is niet
in den handel.
In dit boekje vindt men een antwoord op vrij
wel alle vragen, die in verband met de oprich
ting van een Geref. Mannenvereeniging te stellen
zijn en welker juiste beantwoording ook voor
het voortbestaan van groote beteekenis is.
Het eerste hoofdstuk handelt over „Het ont
staan en het doel onzer Geref. Mannenvereeni
gingen". Niet alleen wordt daar het goed recht
dezer vereenigingen betoogd, maar worden ook
enkele bezwaren besproken, die wel worden in
gebracht, zooals, dat zoo'n vereeniging wel eens
zou kunnen optreden als „controle-vereeniging"
van een kerkeraad of dat de uithuizigheid dei-
mannen daardoor zou bevorderd worden. Noch
het één noch het ander is echter het geval, wan
neer de Geref. Mannenvereenigingen zich maar
houden aan het reglement van den Bond dezer
vereenigingen.
In een ander hoofdstuk wordt breedvoerig
geschreven over de inrichting van zulk een Man
nenvereeniging o.a. wie daar van leden kunnen
zijn hoe de vergaderingen moeten worden in
gericht, vooral ook met het oog op een goede
t sfeer. Hier worden tal van behartigingswaardige
werken gegeven. De schrijver kent de behoef
ten en gevaren van het Vereenigingsleven heel
goed.
Ook over de Bondsorganisatie wordt het noo-
dige licht in deze brochure ontstoken terwijl
als bijlagen afgedrukt zijn het Reglement van
den Bond en een Proeve van een Reglement van
een G. M. V. en een dito voor een Kring.
Uitspraken van Dr. A. Kuyper Jr., Ds. C.
Lindeboom, Dr. B. Wielenga, Dr. Harrenstein,
Ds. H. Mulder, die opwekken tot den arbeid
der Geref. Mannenvereenigingen worden aan
gehaald.
Men bestelle en bestudeere dan deze brochure
en de vrucht moge zijn dat ook in Zeeland
meerdere Geref. Mannenvereenigingen komen.
HEIJ.
ENKELE REISINDRUKKEN.
IX.
Naar Zürich,
Het traject Boedapest-Zürich was ons te lang
om het in eens af te leggen, waarom wij dan
ook besloten deze reis te onderbreken. Des mor
gens ongeveer half acht vertrokken wij van het
hoofdstation Professor Sebestyen en Ds. Bibe-
rauer deden ons uitgeleide. De Hongaarsche
grenzen waren spoedig bereikt, de douane zoo
wel van Hongarije als Oostenrijk maakte het
ons zeer gemakkelijk, over het algemeen hadden
wij daarover niet te klagen. Weenen was spoe
dig bereikt, doch waar wij nog enkele dagen
wilden genieten in het bergland, reisden wij di
rect verder over Salzburg naar Innsbruck. Een
prachtige streek kwamen wij door; op 't land was
men nog druk bezig met den arbeid de oogst
beloofde veel op te brengen, al is daar vanwege
de weinige vruchtbaarheid van den grond niet
die variatie van gewassen, gelijk wij die bij ons
kennen. Wat moet het aanleggen van de spoor
wegen in zulke landen veel geld hebben gekost?
Uit de tarieven voor reis en vervoer was dit
DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD
(HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 1880)
DOOR
H. KINGMANS.
LXVII.
„En nu, broeders en zusters, dank ik u allen
hartelijk voor de opkomst, die boven mijn ver
wachting was. Onze vereeniging is tot stand ge
komen. Het komt er nu op aan, om hard te wer
ken, opdat het doel worde bereikt. Wij zullen
daarbij hebben te kampen met tegenslagen. La
ten die ons niet ontmoedigen. De Heere zal ons
op Zijn tijd zegenen. Hij vraagt van ons, dat
wij onze kinderen opvoeden bij Zijn Woord.
Dan zal Hij ons ook de gelegenheid geven, dat
te doen. Hij zal met ons zijn, al is ook de heele
wereld tegen ons. Broeder Lunshof wil eindi
gen
De ouderling dankte en bad. En men kon een
speld hooren vallen. Omdat het een gewijd
oogenblik was in het kerkje op den Achterweg
van Westwoud.
HOOFDSTUK XVIII.
Burgemeester Steinweg van Stekhoven haalde
de schouders op en zeide „Ik ben het natuurlijk
met je eens, Heerema, maar er is niets aan te j
doen. Wij kunnen die lui niet beletten, een ver
eeniging op te richten en een school te bouwen.
wel op te maken. Men had aan elk station wel
willen uitstappen om in de omgeving eenige da
gen door te brengen. Oostenrijk trekt dan ook
zeer vele toeristen.
Doch wij zouden naar Insbruck gaan, waar
wij 's nachts 1 uur arriveerden. Dankbaar ver
lieten wij onze coupé en na eens flink uitgerust
te hebben, gingen wij de stad in, prachtig gele
gen in het Inn-dal. Midden tusschen de bergen,
waaronder ook enkele met sneeuw bedekt. Inns
bruck geeft den indruk van een wereldstad te
zijn. Hier het zomer-paleis van de Habsburgers
met de des avonds prachtige verlichte parken,
die u doen denken aan een sprookjeswereld.
Een eind buiten de stad de oude burcht van
Ferdinand, in 1914 met zijn echtgenoote te Sera-
jewo vermoord, tengevolge waarvan de wereld
oorlog ontbrak. Rustig temidden van bosschen
op een berghelling gelegen, vrij van het drukke
verkeer, zoodat de bewoners, die de rust lief
hadden, hier met hun gezin voor elkaar konden
leven. Het morganatisch huwelijk van Ferdinand
zal zeker tot de keuze van deze plaats hebben
bijgedragen.
Nu is het ingericht, gelijk de andere paleizen
van de Habsburgers, tot een museum.
Innsbruck ligt ruim een uur verwijderd van
de Brennerpas, de doorgang naar Italië, op de
zen weg komt ge door schilderachtig gelegen
dorpen, waar vooral u treffen de schilderijen,
dikwijls ontleend aan bijbelsche gedachten, op
de voorgevels van de huizen.
Alles is hier Roomsch, de protestanten wer
den verdreven wat zich niet meer met de kerk
bemoeit, is in handen gevallen van socialisme
en communisme.
Wij zouden er ons, ondanks de schoonheid
der natuur, niet thuis gevoelen telkens maakten
wij vergelijkgingen met Nederland en waar het
geestelijke toch het allereerste blijft, konden wij
niet anders dan God danken, die ons in zulk een
rijk beweldadigd land doet wonen, al zijn er
donkere vlekken genoeg.
De enkele dagen van ontspanning in deze om
geving doorgebracht, deden ons goed verkwikt
naar lichaam en geest maakten wij ons klaar
voor het laatste gedeelte van de reis, nog ruim
7 uur.
Voor het eerst op onze reis en ook voor de
laatste maal, hadden wij tegenslag.
Onze bagage was niet aan den trein, zoodat
een moest achter blijven, maar dit achterblijven,
bleek later een genot te zijn, want lag er 's mor
gens een nevel over het landschap, 's middags
was deze geheel opgetrokken, zoodat de reis
dwars door het onvergelijkelijke Inndal, tot een
blijvend genot werd en ook het reisgezelschap
was van dien aard, dat de reis niet lang viel.
Des avonds vonden wij elkaar weer in Zürich.
De dagen, doorgebracht ten huize van den leider
van de Jong-Gereformeerden in Zwitserland,
Dr. Grob, waren buitengewoon aangenaam. Wij
maakten kennis met vele jonge menschen, die
willen leven naar het Woord en dit ook bren
gen aan de gemeente.
Rijk wordt dit werk gezegend, de strijd mag
zwaar zijn, ook daar wordt ervaren, dat de
Koning der Kerk Zijn Geest niet heeft terug
getrokken.
BELANGRIJKE SAMENKOMST.
D. V. Vrijdag 18 December, des avonds
half acht, hopen wij in de Hofpleinkerk samen
te komen voor een bizonder doel.
Onze benoemde directrice van het Hospitaal
te Magelang zal namens Zendende kerk en De-
putaten worden uitgezonden en tevens een woord
van afscheid spreken.
Een belangrijk feit voor de drie Zuidelijke
provinciën.
In die samenkomst worden ook verwacht alle
meelevende Zendingsvrienden en -vriendinnen
uit genabuurde kerken.
't Is niet alleen een zaak van de kerk van Mid
delburg, maar van alle kerken. God geve een
rijk gezegende samenkomst en vermeerdere onze
liefde voor dezen heerlijken arbeid.
Middelburg. SCHEELE.
HET ZENDINGSZIEKENHUIS TE
MAGELANG.
Wellicht zal het veel lezers van de Zeeuwsche
Kerkbode aangenaam zijn om eens te vernemen,
hoe ver het nu met de plannen voor het Zen
dingsziekenhuis te Magelang staat.
Uit korte verslagen van deputatenvergaderin-
gen is U wel al bekend, dat het ziekenhuis D.V.
Overigens moet je je in de eerste jaren niet be
zorgd maken. Zij hebben immers geen geld. En
er is heel wat noodig, zelfs al bouwden zij een
school met één leerkracht. Waar zouwen zij
bovendien den grond vandaan halen
„Dat is alles goed en wel, burgemeester, maar
die lui staan voor niets. Die „blikken dominé"
is niet te vertrouwen. En ik hoor, dat Evenhuis
secretaris geworden is. Zijn vrouw zal daarin
ook wel wat te zeggen gehad hebben. Door dat
wijf is al heel wat ellende gekomen, 'k Weet
er van mee te praten. En nu die actie weer, om
een Christelijke school te krijgen. Wij moesten
zooiets op ons dorp niet dulden. Er komt maar
weer onvrede van. U zult het zien, burgemees
ter, dat er herrie komt, als het algemeen be
kend is."
„Ik hoop het niet", meende de burgemeester.
„Wij, als gemeentebestuur, kunnen er niets aan
doen, Heerema."
De boer moest den burgemeester gelijk geven.
Er was niets aan te doen. Hij had geknarssetand
van woede, toen hij hoorde, dat er die week een
vereeniging was opgericht, die in beginsel beslo
ten had tot het bouwen van een Christelijke
school. En nóg grooter was zijn woede geweest,
toen hij vernam, dat de molenaar secretaris ge
worden was. Sinds den tragischen dood van zijn
zoon was de haat tegen het molenhuis, zoo dat
kon, nog grooter geworden. Hij kon die nieuwe
actie niet kroppen en als het aan hem had ge
legen, zou hij last gegeven hebben, de kerk aan
den Achterweg te doen opbranden. De brand
bij den molenaar had niets geholpen. De knechts
waren trouwens, zoo oordeelde hij, onverstandig
met 1 Maart a.s. zal worden geopend. Nu kan
ik U wel reeds iets vertellen van de voorberei
dingen, die al in vollen gang zijn. Oorspronkelijk
(in 1929) was het plan van Ds. Merkelijn om
in één of meer huurhuizen te beginnen, indien
het althans mogelijk was een geschikt gebouw
te huren. Deze mogelijkheid was echter maar
heel klein. In Magelang bestaat reeds woning
nood, zoodat het wel bijna een toeval zou ge
weest zijn als er 2 of 3 dicht-bijeengeelgen hui
zen waren leeggekomen om onderdak te ver
schaffen aan een 50 patiënten, een polikliniek,
een Europeesche verpleegster en ongeveer 20
Javaansche verplegenden. Toen dan ook de z.g.
Tidar-kliniek onder den hamer kwam, meende
Ds. Merkelijn een poging te moeten doen om
dit gebouw te koopen. Dr. Offringa, de toen
malige directeur van het Petronella-ziekenhuis
te Djokja, heeft het eerst bezichtigd en achtte
het wel geschikt om voorloopig voor hospitaal
te dienen. Dit gebouw is een oude Chineesche
woning, die gelegen is op een groot terrein te
genover de Tidarheuvel, waarop men een aar
dig en vrij uitzicht heeft.
In de Javaansche legenden wordt deze heuvel
beschouwd als de kop van de spijker, waarmede
Java aan de aarde vastzitop deze plaats zal
het eiland eenmaal doorbreken en in twee helf
ten in zee vallen.
Dit oude groote huis nu, dat drie paviljoens
heeft, is de laatste jaren verhuurd geweest aan
een Europeaan, die er een Europeesche kliniek
in exploiteerde. Hij kon er ongeveer 20 patiën
ten opnemen en had voor de verpleging enkele
Europeesche zusters in dienst genomen. Daar hij
echter geen deskundige was en deze kliniek al
leen als bron van inkomsten beschouwde, liet
de organisatie wel wat te wenschen over en
voldeed met name niet aan de eischen van hy
giëne, die de gezondheids-inspectie stelt voor
afvoer van water, faecaliën, enz. Toen het huis
dan ook verkocht zou worden, werd deze kli
niek opgeheven. Dat gebeurde in Augustus 1930.
Nu stond Ds. Merkelijn voor de moeilijke be
slissing dit huis voor het toekomstige ziekenhuis
te koopen of niet. Hij heeft daartoe weliswaar
telefonisch overleg gepleegd met de deputaten,
maar kon toch niet alles duidelijk maken in en
kele minuten en stond op den dag van de ver-
kooping alléén voor de beslissing.
Ds. M. schreef mij daarover o.a. „Toen ik
„naar de verkooping ging, zeide men mij, dat ik
„weinig kans maakte, omdat er tal van Chinee-
„zen waren, die het huis koopen wilden ook
„was er een gerucht, dat de verkoop niet door
„zou gaan, omdat de erfgenamen de hypotheek
„wilden aflossen toch ging ik naar de vendutie
„met de hoop, dat de vele gebeden, die opge
bonden waren om dit terrein, verhoord zouden
„worden. Eerst werden de 8 perceelen, waarvan
„er 4 samen het bovengenoemde terrein vorm-
„den, elk afzonderlijk verkocht daarbij werd ik
„kooper van het begeerde terrein voor 42.000.
„Daarna begon de notaris te combineeren ver-
„schillende combinaties van perceelen hadden
„plaats, maar geen enkele bracht meer op dan
„de som der afzonderlijke perceelen. Ten slotte
„werden alle 8 terreinen gecombineerd het was
„niet te verwachten, dat iemand meer zou ge-
ben dan door de afzonderlijke koopers geboden
„was, maar jawel, daar was werkelijk een Chi-
„nees, die er 100.bovenop legde en met dat
„eene bod waren alle perceelen in zijn hand
„overgegaan. Ik wist niet, wat ik doen moest
„alle perceelen te koopen bracht de risico mee,
„dat ik er zelf een paar zou moeten houden.
„Kocht ik ze niet, dan was het hospitaal-terrein
„ook weg. Ik waagde daarom nog een bod op
„de 8 perceelen, overwegende, dat ik de 4 over
bodige perceelen wellicht weer kon verkoopen
„aan anderen. Ik bood daarom 100.meer,
„die Chinees nogmaals honderd, ik weer hon-
„derd toen was hetsatoe kali, doewa kali,
„tiga kali (d.w.z. eenmaal, andermaal, derde
„maal) voor Ds. Merkelijn. Ik was blij en dank
baar, dat ik het had één van de overtollige
„perceelen heb ik reeds verkocht, een tweede
„ben ik bezig te verkoopen."
Ik haalde dit gedeelte uit een brief van Ds.
Merkelijn aan om U even een indruk te geven,
hoe emotie-vol een dergelijke transactie voor
iemand, die geen handelsman is, moet zijn. Toch
is het heel gelukkig, dat deze koop gesloten is
niet ten onrechte m.i. zag Ds. M. er Gods lei
ding in, dat juist dit gebouw te koop kwam
het eenige gebouw in Magelang, waarin men een
ziekenhuisje kan beginnen. Alleen was het jam
mer, dat dit huis niet dadelijk productief gemaakt
kon worden, doch nog anderhalf jaar leeg zou
staan.
te werk gegaan.
Steinweg van Stekhoven staarde zijn wethou
der aan.
„Neen, Heerema, als gemeentebestuur kunnen
wij heusch niets doen aan dit geval. Ik zeg als
gemeentebestuur", herhaalde hij.
„Hoe kan er dan anders iets gedaan worden?"
vroeg Heerema.
„Er kan bijvoorbeeld een tegenactie ingesteld
worden. Wat is er tegen om een Comité op te
richten, dat zich tot alle ingezetenen van het
dorp wendt met een circulaire, waarin op de
beteekenis van de openbare school wordt gewe
zen en waarin het streven om splitsing te bren
gen ten sterkste veroordeeld wordt?"
Het gelaat van den wethouder klaarde ge
heel op.
„Dat is een goedidee riep hij. „Ik wil er
eens met meester Otterloo over spreken. En do-
miné Puthake moet ook aan het werk. Wij kon
den ook best eens een openbare vergadering
houden met een gewiekst spreker uit Holland."
„Natuurlijk kan dat. Als alles binnen de per
ken van wet en verordening blijft, is er niets op
tegen."
„Och ja, dat spreekt vanzelf", meende Heere
ma in eenen zeer opgewekt. «Wij doen niets.
Als die lui niet begonnen waren, zou er nooit
iets voorgevallen zijn. Maar nu komt er haat
en strijd. Wat kunnen wij er aan doen, als er
brandstichtingen en andere baldadigheden van
komen
„Niets, Heerema. Van Stralen kan nu eenmaal
niet overal tegelijk zijn. 'k Heb het ook aan den
molenaar gezegd, indertijd, dat het hun schuld
Ongeveer Juli van dit jaar (1931) aanvaardde
ik de benoeming tot directrice van dit zieken
huis behoudens enkele nadere besprekingen. Ik
ben toen aan het werk gegaan, na het huis en
terrein bezichtigd te hebben, om uit te denken,
hoe deze gebouwen het best in te richten als
ziekenhuis. Dit werk moest geschieden terwijl
ik in Poerbolinggo woonde, dat 140 K.M. van
Magelang verwijderd ligt. En daar ik het in het
ziekenhuis te Poerbolinggo nog al volhandig had,
kon ik ook niet af en toe eens gaan kijken.
De uitwerking van dit plan geschiedde dus ge
heel op papier. Alleen na mijn vertrek van Poer
bolinggo, half September, kon ik 10 dagen in
Magelang zijn om afspraken te maken over
verbouw, restauratie, aanleg van waterleiding en
electrisch licht, aanmaak van meubilair, enz. Bij
mijn vertrek naar Holland op 27 Sept. moesten
alle regelingen klaar zijn, opdat ik bij mijn terug
keer begin Februari dadelijk met de inrichting
zal kunnen beginnen.
Aangezien de bestaande gebouwen naar alle
waarschijnlijkheid nog lange jaren gebruikt zul
len moeten worden, is het wel de moeite waard
die zoo doelmatig mogelijk in te richten. De
kans op subsidie voor nieuwbouw is zeer gering.
Het staat zelfs te bezien, of er later ooit weer
op zoo ruime schaal gesubsidieerd zal worden
voor nieuwbouw als tot nu toe gewoonte was.
Nu is het een groot voorrecht in een huis te
kunnen beginnen, dat eigendom is, want in huur
huizen kan men moeilijk veel onkosten maken
voor verbouwing. Dat er heel wat te restauree-
ren en te verbouwen is aan het huis, zal U wel
duidelijk zijn, als ik U vertel, dat de gebouwen
waar vroeger 20 patiënten en een Europeesche
verpleegster onderdak vonden, nu moeten wor
den ingericht voor 50 patiënten, 20 Javaansche
verplegers en verpleegsters en een zuster, ter
wijl er ook nog enkele kamers beschikbaar moe
ten blijven voor Europeesche klassepatienten.
Ook vraagt de polikliniek nog enkele vertrek
ken. Gelukkig staat er naast het groote huis nog
een 50 meter lange loods, die vroeger als tabaks
pakhuis in gebruik was en bij den koop van het
terrein ook eigendom van de Zending gewor
den is. Aan deze loods valt echter heel wat te
verbouwen, alvorens deze als ziekenzaal en po
likliniek in gebruik te kunnen nemen.
In een volgenden brief hoop ik U te vertellen,
hoe wij ons nu de opzet van dit ziekenhuis heb
ben gedacht.
G. J. DRECKMEIER.
"""^^RKNIEUWS.""
BEROEPEN TE
Arnhem (als hulppr. voor den duur van één
jaar): Cand. S. Hania te Leeuwarden.
AANGENOMEN NAAR
VoorthuizenH. J. Jager te Jutrijp-Hommerts.
BEDANKT VOOR
Beetgum E. I. F. Nawijn te Geesteren-Gelselaar
Arnhem (als hulppred.): Cand. S. Hania
te Leeuwarden.
Schorsing Dr. Ubbink.
Uit het verslag van de classis Woerden kan
thans het volledige schorsingsbesluit meegedeeld,
n.l.
„De Classis der Geref. Kerken in het ressort
Woerden, vergaderd te Alphen a. d. Rijn op 20
Nov. 1931,
constateerende dat de Weleerw. Zeergel. Heer
Dr. J. G. Ubbink, pred. der Geref. Kerk te
Zevenhoven, in zijn kortgeleden verschenen
boek „De nieuwe belijdenis aangaande Schrift
en Kerk", ingaat tegen de Heilige Schrift, naar
uitspraak onzer Geref. belijdenisschriften en de
betreffende liturgische formulieren, doordat hij
ontkent de grafische inspiratie der Schrift (Artt.
27 Ned. Geloofsbel.), en dat de Kerk met
haar ambten en tucht van God gewild en van
Christus en Zijn apostelen ingesteld is (Artt.
2732, Ned. Geloofsbel., Heid. Cat., Zondag
31 en de betreffende liturg, formulieren);
uitsprekende dat tot dusver aangewende po
gingen om hem tot andere gedachten te brengen
vruchteloos zijn gebleken
besluit met diep leedwezen Dr. J. G. Ubbink
met ingang van heden, 20 Nov. 1931, volgens
Artt. 79 en 80 K.O. in zijn ambtelijke bediening
tot 1 Maart 1932 te schorsen teneinde hem ge
legenheid te geven zich alsnog te beraden, en
wat wij van den Heere bidden, tot erkenning van
zijn dwaling te komen
en besluit een commissie te benoemen, aan
welke opgedragen wordt
was, als dergelijke dingen gebeurden."
„Natuurlijk. Dat ontuig", smaalde Heerem op
staande, om nog te zeggen „Ik ga een comité
oprichten, burgemeester. U wordt er natuurlijk
lid van."
„Laat mij, als burgemeester, er buiten, Hee
rema."
„Waarom vroeg deze botweg. „Uw naam
onder de circulaire is voor ons goud waard."
„Ik word geen lid van het comité. De burge
meester moet er buiten blijven."
„We zullen nog wel eens zien, burgemeester.
Goeden morgen."
Heerema, het vertrek van het gemeentehuis
verlatend, doorzag den burgemeester. Hij wilde
buiten alles blijven, om zich desnoods later te
kunnen schoonwasschen. Maar dat zou niet ge
beuren. Zijn naam zou op de circulaire komen,
al was het dan niet als lid van het comité. Er
was nog wel een andere weg.
In het groote portaal van het Gemeentehuis
ontmoette hij den bode-veldwachter, met wien
hij, als het in zijn kraam te pas kwam, op ge-
meenzamen voet verkeerde.
„Heb je er al van gehoord, Van Stralen",
vroeg hij, „dat er binnenkort op het dorp een
Christelijke school komt?"
„Zijn ze gek?" zei Van Stralen, ten hoogste
verbaasd. „Het is toch zeker niet waar Waar
halen ze het geld vandaan 7"
„Ik denk voor het naast, dat Evenhuis wel
flink zal afschuiven."
(Wordt vervolgd)