FEUILLETON. ZENDING. hier opgave doen van de orgelbespelingen, die hij zich voorneemt de volgende week in onder scheiden plaatsen te houden. Dat is dan Maandag 14 December in Veere Dinsdag 15 Dec. in ColijnsplaatWoensdag 16 Dec. in Meliskerke Donderdag 17 Dec. in St. Laurens en Vrijdag 17 Dec. in Koudekerke. De toegang is vrij. Er wordt in die samen komsten alleen gecollecteerd, terwijl niet-ver- plichte programma's a 20 cent worden verkrijg baar gesteld. Als vorige malen wekken we gaarne op deze orgelbespelingen te gaan hooren en door koopen van een programma zich het volgen van de be speling mogelijk en aangenaam te maken. ONZE GEREF. MANNENVEREENIGINGEN. We ontvingen ter aankondiging een uitgave van den Bond van Geref. Mannenvereenigingen met het verzoek die in het redactioneele deel van ons blad te bespreken. Aan welk verzoek we dan hier voldoen. Bedoelde uitgave is een propaganda-geschrift van 30 bladzijden, dat pranco per post wordt toegezonden wanneer men 30 cents stuurt, per postwissel of postgiro No. 116144, naar den BondssecretarisR. Coulander, Laan van Eik en Duinen 114, Den Haag. Het boekje is niet in den handel. In dit boekje vindt men een antwoord op vrij wel alle vragen, die in verband met de oprich ting van een Geref. Mannenvereeniging te stellen zijn en welker juiste beantwoording ook voor het voortbestaan van groote beteekenis is. Het eerste hoofdstuk handelt over „Het ont staan en het doel onzer Geref. Mannenvereeni gingen". Niet alleen wordt daar het goed recht dezer vereenigingen betoogd, maar worden ook enkele bezwaren besproken, die wel worden in gebracht, zooals, dat zoo'n vereeniging wel eens zou kunnen optreden als „controle-vereeniging" van een kerkeraad of dat de uithuizigheid dei- mannen daardoor zou bevorderd worden. Noch het één noch het ander is echter het geval, wan neer de Geref. Mannenvereenigingen zich maar houden aan het reglement van den Bond dezer vereenigingen. In een ander hoofdstuk wordt breedvoerig geschreven over de inrichting van zulk een Man nenvereeniging o.a. wie daar van leden kunnen zijn hoe de vergaderingen moeten worden in gericht, vooral ook met het oog op een goede t sfeer. Hier worden tal van behartigingswaardige werken gegeven. De schrijver kent de behoef ten en gevaren van het Vereenigingsleven heel goed. Ook over de Bondsorganisatie wordt het noo- dige licht in deze brochure ontstoken terwijl als bijlagen afgedrukt zijn het Reglement van den Bond en een Proeve van een Reglement van een G. M. V. en een dito voor een Kring. Uitspraken van Dr. A. Kuyper Jr., Ds. C. Lindeboom, Dr. B. Wielenga, Dr. Harrenstein, Ds. H. Mulder, die opwekken tot den arbeid der Geref. Mannenvereenigingen worden aan gehaald. Men bestelle en bestudeere dan deze brochure en de vrucht moge zijn dat ook in Zeeland meerdere Geref. Mannenvereenigingen komen. HEIJ. ENKELE REISINDRUKKEN. IX. Naar Zürich, Het traject Boedapest-Zürich was ons te lang om het in eens af te leggen, waarom wij dan ook besloten deze reis te onderbreken. Des mor gens ongeveer half acht vertrokken wij van het hoofdstation Professor Sebestyen en Ds. Bibe- rauer deden ons uitgeleide. De Hongaarsche grenzen waren spoedig bereikt, de douane zoo wel van Hongarije als Oostenrijk maakte het ons zeer gemakkelijk, over het algemeen hadden wij daarover niet te klagen. Weenen was spoe dig bereikt, doch waar wij nog enkele dagen wilden genieten in het bergland, reisden wij di rect verder over Salzburg naar Innsbruck. Een prachtige streek kwamen wij door; op 't land was men nog druk bezig met den arbeid de oogst beloofde veel op te brengen, al is daar vanwege de weinige vruchtbaarheid van den grond niet die variatie van gewassen, gelijk wij die bij ons kennen. Wat moet het aanleggen van de spoor wegen in zulke landen veel geld hebben gekost? Uit de tarieven voor reis en vervoer was dit DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD (HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 1880) DOOR H. KINGMANS. LXVII. „En nu, broeders en zusters, dank ik u allen hartelijk voor de opkomst, die boven mijn ver wachting was. Onze vereeniging is tot stand ge komen. Het komt er nu op aan, om hard te wer ken, opdat het doel worde bereikt. Wij zullen daarbij hebben te kampen met tegenslagen. La ten die ons niet ontmoedigen. De Heere zal ons op Zijn tijd zegenen. Hij vraagt van ons, dat wij onze kinderen opvoeden bij Zijn Woord. Dan zal Hij ons ook de gelegenheid geven, dat te doen. Hij zal met ons zijn, al is ook de heele wereld tegen ons. Broeder Lunshof wil eindi gen De ouderling dankte en bad. En men kon een speld hooren vallen. Omdat het een gewijd oogenblik was in het kerkje op den Achterweg van Westwoud. HOOFDSTUK XVIII. Burgemeester Steinweg van Stekhoven haalde de schouders op en zeide „Ik ben het natuurlijk met je eens, Heerema, maar er is niets aan te j doen. Wij kunnen die lui niet beletten, een ver eeniging op te richten en een school te bouwen. wel op te maken. Men had aan elk station wel willen uitstappen om in de omgeving eenige da gen door te brengen. Oostenrijk trekt dan ook zeer vele toeristen. Doch wij zouden naar Insbruck gaan, waar wij 's nachts 1 uur arriveerden. Dankbaar ver lieten wij onze coupé en na eens flink uitgerust te hebben, gingen wij de stad in, prachtig gele gen in het Inn-dal. Midden tusschen de bergen, waaronder ook enkele met sneeuw bedekt. Inns bruck geeft den indruk van een wereldstad te zijn. Hier het zomer-paleis van de Habsburgers met de des avonds prachtige verlichte parken, die u doen denken aan een sprookjeswereld. Een eind buiten de stad de oude burcht van Ferdinand, in 1914 met zijn echtgenoote te Sera- jewo vermoord, tengevolge waarvan de wereld oorlog ontbrak. Rustig temidden van bosschen op een berghelling gelegen, vrij van het drukke verkeer, zoodat de bewoners, die de rust lief hadden, hier met hun gezin voor elkaar konden leven. Het morganatisch huwelijk van Ferdinand zal zeker tot de keuze van deze plaats hebben bijgedragen. Nu is het ingericht, gelijk de andere paleizen van de Habsburgers, tot een museum. Innsbruck ligt ruim een uur verwijderd van de Brennerpas, de doorgang naar Italië, op de zen weg komt ge door schilderachtig gelegen dorpen, waar vooral u treffen de schilderijen, dikwijls ontleend aan bijbelsche gedachten, op de voorgevels van de huizen. Alles is hier Roomsch, de protestanten wer den verdreven wat zich niet meer met de kerk bemoeit, is in handen gevallen van socialisme en communisme. Wij zouden er ons, ondanks de schoonheid der natuur, niet thuis gevoelen telkens maakten wij vergelijkgingen met Nederland en waar het geestelijke toch het allereerste blijft, konden wij niet anders dan God danken, die ons in zulk een rijk beweldadigd land doet wonen, al zijn er donkere vlekken genoeg. De enkele dagen van ontspanning in deze om geving doorgebracht, deden ons goed verkwikt naar lichaam en geest maakten wij ons klaar voor het laatste gedeelte van de reis, nog ruim 7 uur. Voor het eerst op onze reis en ook voor de laatste maal, hadden wij tegenslag. Onze bagage was niet aan den trein, zoodat een moest achter blijven, maar dit achterblijven, bleek later een genot te zijn, want lag er 's mor gens een nevel over het landschap, 's middags was deze geheel opgetrokken, zoodat de reis dwars door het onvergelijkelijke Inndal, tot een blijvend genot werd en ook het reisgezelschap was van dien aard, dat de reis niet lang viel. Des avonds vonden wij elkaar weer in Zürich. De dagen, doorgebracht ten huize van den leider van de Jong-Gereformeerden in Zwitserland, Dr. Grob, waren buitengewoon aangenaam. Wij maakten kennis met vele jonge menschen, die willen leven naar het Woord en dit ook bren gen aan de gemeente. Rijk wordt dit werk gezegend, de strijd mag zwaar zijn, ook daar wordt ervaren, dat de Koning der Kerk Zijn Geest niet heeft terug getrokken. BELANGRIJKE SAMENKOMST. D. V. Vrijdag 18 December, des avonds half acht, hopen wij in de Hofpleinkerk samen te komen voor een bizonder doel. Onze benoemde directrice van het Hospitaal te Magelang zal namens Zendende kerk en De- putaten worden uitgezonden en tevens een woord van afscheid spreken. Een belangrijk feit voor de drie Zuidelijke provinciën. In die samenkomst worden ook verwacht alle meelevende Zendingsvrienden en -vriendinnen uit genabuurde kerken. 't Is niet alleen een zaak van de kerk van Mid delburg, maar van alle kerken. God geve een rijk gezegende samenkomst en vermeerdere onze liefde voor dezen heerlijken arbeid. Middelburg. SCHEELE. HET ZENDINGSZIEKENHUIS TE MAGELANG. Wellicht zal het veel lezers van de Zeeuwsche Kerkbode aangenaam zijn om eens te vernemen, hoe ver het nu met de plannen voor het Zen dingsziekenhuis te Magelang staat. Uit korte verslagen van deputatenvergaderin- gen is U wel al bekend, dat het ziekenhuis D.V. Overigens moet je je in de eerste jaren niet be zorgd maken. Zij hebben immers geen geld. En er is heel wat noodig, zelfs al bouwden zij een school met één leerkracht. Waar zouwen zij bovendien den grond vandaan halen „Dat is alles goed en wel, burgemeester, maar die lui staan voor niets. Die „blikken dominé" is niet te vertrouwen. En ik hoor, dat Evenhuis secretaris geworden is. Zijn vrouw zal daarin ook wel wat te zeggen gehad hebben. Door dat wijf is al heel wat ellende gekomen, 'k Weet er van mee te praten. En nu die actie weer, om een Christelijke school te krijgen. Wij moesten zooiets op ons dorp niet dulden. Er komt maar weer onvrede van. U zult het zien, burgemees ter, dat er herrie komt, als het algemeen be kend is." „Ik hoop het niet", meende de burgemeester. „Wij, als gemeentebestuur, kunnen er niets aan doen, Heerema." De boer moest den burgemeester gelijk geven. Er was niets aan te doen. Hij had geknarssetand van woede, toen hij hoorde, dat er die week een vereeniging was opgericht, die in beginsel beslo ten had tot het bouwen van een Christelijke school. En nóg grooter was zijn woede geweest, toen hij vernam, dat de molenaar secretaris ge worden was. Sinds den tragischen dood van zijn zoon was de haat tegen het molenhuis, zoo dat kon, nog grooter geworden. Hij kon die nieuwe actie niet kroppen en als het aan hem had ge legen, zou hij last gegeven hebben, de kerk aan den Achterweg te doen opbranden. De brand bij den molenaar had niets geholpen. De knechts waren trouwens, zoo oordeelde hij, onverstandig met 1 Maart a.s. zal worden geopend. Nu kan ik U wel reeds iets vertellen van de voorberei dingen, die al in vollen gang zijn. Oorspronkelijk (in 1929) was het plan van Ds. Merkelijn om in één of meer huurhuizen te beginnen, indien het althans mogelijk was een geschikt gebouw te huren. Deze mogelijkheid was echter maar heel klein. In Magelang bestaat reeds woning nood, zoodat het wel bijna een toeval zou ge weest zijn als er 2 of 3 dicht-bijeengeelgen hui zen waren leeggekomen om onderdak te ver schaffen aan een 50 patiënten, een polikliniek, een Europeesche verpleegster en ongeveer 20 Javaansche verplegenden. Toen dan ook de z.g. Tidar-kliniek onder den hamer kwam, meende Ds. Merkelijn een poging te moeten doen om dit gebouw te koopen. Dr. Offringa, de toen malige directeur van het Petronella-ziekenhuis te Djokja, heeft het eerst bezichtigd en achtte het wel geschikt om voorloopig voor hospitaal te dienen. Dit gebouw is een oude Chineesche woning, die gelegen is op een groot terrein te genover de Tidarheuvel, waarop men een aar dig en vrij uitzicht heeft. In de Javaansche legenden wordt deze heuvel beschouwd als de kop van de spijker, waarmede Java aan de aarde vastzitop deze plaats zal het eiland eenmaal doorbreken en in twee helf ten in zee vallen. Dit oude groote huis nu, dat drie paviljoens heeft, is de laatste jaren verhuurd geweest aan een Europeaan, die er een Europeesche kliniek in exploiteerde. Hij kon er ongeveer 20 patiën ten opnemen en had voor de verpleging enkele Europeesche zusters in dienst genomen. Daar hij echter geen deskundige was en deze kliniek al leen als bron van inkomsten beschouwde, liet de organisatie wel wat te wenschen over en voldeed met name niet aan de eischen van hy giëne, die de gezondheids-inspectie stelt voor afvoer van water, faecaliën, enz. Toen het huis dan ook verkocht zou worden, werd deze kli niek opgeheven. Dat gebeurde in Augustus 1930. Nu stond Ds. Merkelijn voor de moeilijke be slissing dit huis voor het toekomstige ziekenhuis te koopen of niet. Hij heeft daartoe weliswaar telefonisch overleg gepleegd met de deputaten, maar kon toch niet alles duidelijk maken in en kele minuten en stond op den dag van de ver- kooping alléén voor de beslissing. Ds. M. schreef mij daarover o.a. „Toen ik „naar de verkooping ging, zeide men mij, dat ik „weinig kans maakte, omdat er tal van Chinee- „zen waren, die het huis koopen wilden ook „was er een gerucht, dat de verkoop niet door „zou gaan, omdat de erfgenamen de hypotheek „wilden aflossen toch ging ik naar de vendutie „met de hoop, dat de vele gebeden, die opge bonden waren om dit terrein, verhoord zouden „worden. Eerst werden de 8 perceelen, waarvan „er 4 samen het bovengenoemde terrein vorm- „den, elk afzonderlijk verkocht daarbij werd ik „kooper van het begeerde terrein voor 42.000. „Daarna begon de notaris te combineeren ver- „schillende combinaties van perceelen hadden „plaats, maar geen enkele bracht meer op dan „de som der afzonderlijke perceelen. Ten slotte „werden alle 8 terreinen gecombineerd het was „niet te verwachten, dat iemand meer zou ge- ben dan door de afzonderlijke koopers geboden „was, maar jawel, daar was werkelijk een Chi- „nees, die er 100.bovenop legde en met dat „eene bod waren alle perceelen in zijn hand „overgegaan. Ik wist niet, wat ik doen moest „alle perceelen te koopen bracht de risico mee, „dat ik er zelf een paar zou moeten houden. „Kocht ik ze niet, dan was het hospitaal-terrein „ook weg. Ik waagde daarom nog een bod op „de 8 perceelen, overwegende, dat ik de 4 over bodige perceelen wellicht weer kon verkoopen „aan anderen. Ik bood daarom 100.meer, „die Chinees nogmaals honderd, ik weer hon- „derd toen was hetsatoe kali, doewa kali, „tiga kali (d.w.z. eenmaal, andermaal, derde „maal) voor Ds. Merkelijn. Ik was blij en dank baar, dat ik het had één van de overtollige „perceelen heb ik reeds verkocht, een tweede „ben ik bezig te verkoopen." Ik haalde dit gedeelte uit een brief van Ds. Merkelijn aan om U even een indruk te geven, hoe emotie-vol een dergelijke transactie voor iemand, die geen handelsman is, moet zijn. Toch is het heel gelukkig, dat deze koop gesloten is niet ten onrechte m.i. zag Ds. M. er Gods lei ding in, dat juist dit gebouw te koop kwam het eenige gebouw in Magelang, waarin men een ziekenhuisje kan beginnen. Alleen was het jam mer, dat dit huis niet dadelijk productief gemaakt kon worden, doch nog anderhalf jaar leeg zou staan. te werk gegaan. Steinweg van Stekhoven staarde zijn wethou der aan. „Neen, Heerema, als gemeentebestuur kunnen wij heusch niets doen aan dit geval. Ik zeg als gemeentebestuur", herhaalde hij. „Hoe kan er dan anders iets gedaan worden?" vroeg Heerema. „Er kan bijvoorbeeld een tegenactie ingesteld worden. Wat is er tegen om een Comité op te richten, dat zich tot alle ingezetenen van het dorp wendt met een circulaire, waarin op de beteekenis van de openbare school wordt gewe zen en waarin het streven om splitsing te bren gen ten sterkste veroordeeld wordt?" Het gelaat van den wethouder klaarde ge heel op. „Dat is een goedidee riep hij. „Ik wil er eens met meester Otterloo over spreken. En do- miné Puthake moet ook aan het werk. Wij kon den ook best eens een openbare vergadering houden met een gewiekst spreker uit Holland." „Natuurlijk kan dat. Als alles binnen de per ken van wet en verordening blijft, is er niets op tegen." „Och ja, dat spreekt vanzelf", meende Heere ma in eenen zeer opgewekt. «Wij doen niets. Als die lui niet begonnen waren, zou er nooit iets voorgevallen zijn. Maar nu komt er haat en strijd. Wat kunnen wij er aan doen, als er brandstichtingen en andere baldadigheden van komen „Niets, Heerema. Van Stralen kan nu eenmaal niet overal tegelijk zijn. 'k Heb het ook aan den molenaar gezegd, indertijd, dat het hun schuld Ongeveer Juli van dit jaar (1931) aanvaardde ik de benoeming tot directrice van dit zieken huis behoudens enkele nadere besprekingen. Ik ben toen aan het werk gegaan, na het huis en terrein bezichtigd te hebben, om uit te denken, hoe deze gebouwen het best in te richten als ziekenhuis. Dit werk moest geschieden terwijl ik in Poerbolinggo woonde, dat 140 K.M. van Magelang verwijderd ligt. En daar ik het in het ziekenhuis te Poerbolinggo nog al volhandig had, kon ik ook niet af en toe eens gaan kijken. De uitwerking van dit plan geschiedde dus ge heel op papier. Alleen na mijn vertrek van Poer bolinggo, half September, kon ik 10 dagen in Magelang zijn om afspraken te maken over verbouw, restauratie, aanleg van waterleiding en electrisch licht, aanmaak van meubilair, enz. Bij mijn vertrek naar Holland op 27 Sept. moesten alle regelingen klaar zijn, opdat ik bij mijn terug keer begin Februari dadelijk met de inrichting zal kunnen beginnen. Aangezien de bestaande gebouwen naar alle waarschijnlijkheid nog lange jaren gebruikt zul len moeten worden, is het wel de moeite waard die zoo doelmatig mogelijk in te richten. De kans op subsidie voor nieuwbouw is zeer gering. Het staat zelfs te bezien, of er later ooit weer op zoo ruime schaal gesubsidieerd zal worden voor nieuwbouw als tot nu toe gewoonte was. Nu is het een groot voorrecht in een huis te kunnen beginnen, dat eigendom is, want in huur huizen kan men moeilijk veel onkosten maken voor verbouwing. Dat er heel wat te restauree- ren en te verbouwen is aan het huis, zal U wel duidelijk zijn, als ik U vertel, dat de gebouwen waar vroeger 20 patiënten en een Europeesche verpleegster onderdak vonden, nu moeten wor den ingericht voor 50 patiënten, 20 Javaansche verplegers en verpleegsters en een zuster, ter wijl er ook nog enkele kamers beschikbaar moe ten blijven voor Europeesche klassepatienten. Ook vraagt de polikliniek nog enkele vertrek ken. Gelukkig staat er naast het groote huis nog een 50 meter lange loods, die vroeger als tabaks pakhuis in gebruik was en bij den koop van het terrein ook eigendom van de Zending gewor den is. Aan deze loods valt echter heel wat te verbouwen, alvorens deze als ziekenzaal en po likliniek in gebruik te kunnen nemen. In een volgenden brief hoop ik U te vertellen, hoe wij ons nu de opzet van dit ziekenhuis heb ben gedacht. G. J. DRECKMEIER. """^^RKNIEUWS."" BEROEPEN TE Arnhem (als hulppr. voor den duur van één jaar): Cand. S. Hania te Leeuwarden. AANGENOMEN NAAR VoorthuizenH. J. Jager te Jutrijp-Hommerts. BEDANKT VOOR Beetgum E. I. F. Nawijn te Geesteren-Gelselaar Arnhem (als hulppred.): Cand. S. Hania te Leeuwarden. Schorsing Dr. Ubbink. Uit het verslag van de classis Woerden kan thans het volledige schorsingsbesluit meegedeeld, n.l. „De Classis der Geref. Kerken in het ressort Woerden, vergaderd te Alphen a. d. Rijn op 20 Nov. 1931, constateerende dat de Weleerw. Zeergel. Heer Dr. J. G. Ubbink, pred. der Geref. Kerk te Zevenhoven, in zijn kortgeleden verschenen boek „De nieuwe belijdenis aangaande Schrift en Kerk", ingaat tegen de Heilige Schrift, naar uitspraak onzer Geref. belijdenisschriften en de betreffende liturgische formulieren, doordat hij ontkent de grafische inspiratie der Schrift (Artt. 27 Ned. Geloofsbel.), en dat de Kerk met haar ambten en tucht van God gewild en van Christus en Zijn apostelen ingesteld is (Artt. 2732, Ned. Geloofsbel., Heid. Cat., Zondag 31 en de betreffende liturg, formulieren); uitsprekende dat tot dusver aangewende po gingen om hem tot andere gedachten te brengen vruchteloos zijn gebleken besluit met diep leedwezen Dr. J. G. Ubbink met ingang van heden, 20 Nov. 1931, volgens Artt. 79 en 80 K.O. in zijn ambtelijke bediening tot 1 Maart 1932 te schorsen teneinde hem ge legenheid te geven zich alsnog te beraden, en wat wij van den Heere bidden, tot erkenning van zijn dwaling te komen en besluit een commissie te benoemen, aan welke opgedragen wordt was, als dergelijke dingen gebeurden." „Natuurlijk. Dat ontuig", smaalde Heerem op staande, om nog te zeggen „Ik ga een comité oprichten, burgemeester. U wordt er natuurlijk lid van." „Laat mij, als burgemeester, er buiten, Hee rema." „Waarom vroeg deze botweg. „Uw naam onder de circulaire is voor ons goud waard." „Ik word geen lid van het comité. De burge meester moet er buiten blijven." „We zullen nog wel eens zien, burgemeester. Goeden morgen." Heerema, het vertrek van het gemeentehuis verlatend, doorzag den burgemeester. Hij wilde buiten alles blijven, om zich desnoods later te kunnen schoonwasschen. Maar dat zou niet ge beuren. Zijn naam zou op de circulaire komen, al was het dan niet als lid van het comité. Er was nog wel een andere weg. In het groote portaal van het Gemeentehuis ontmoette hij den bode-veldwachter, met wien hij, als het in zijn kraam te pas kwam, op ge- meenzamen voet verkeerde. „Heb je er al van gehoord, Van Stralen", vroeg hij, „dat er binnenkort op het dorp een Christelijke school komt?" „Zijn ze gek?" zei Van Stralen, ten hoogste verbaasd. „Het is toch zeker niet waar Waar halen ze het geld vandaan 7" „Ik denk voor het naast, dat Evenhuis wel flink zal afschuiven." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1931 | | pagina 2