FEUILLETON* KERKNIEUWS* Nog eenmaal terug naar Budapest en dan zou den wij Hongarije verlaten. Hoe arm alles er ook moge zijn, hoe slecht de landbouw er ook voorstaat, met hoe weinig de Hongaren tegenwoordig tevreden moeten zijn, een ding was heerlijk, de ontwaking van het Gereformeerde kerkelijke leven. Dat de band met ons land onder Gods zegen voortdurend versterkt worde dit was ook het verlangen van de Gereformeerd denkende Hongaren. Overal mochten wij dit hooren. Met dankbaarheid denken wij aan ons ver blijf in Hongarije terug. Nog enkele dagen naar Zürich en dan weer naar Nederland het einde van onze reis naderde. P.S. De hoogleeraren Bouwman en Hoekstra werden tot eere hoogleeraren aan de Theologi sche Hoogeschool te Papa benoemd. ZEEUWSCHE RADIODAG. Ook Zeeland zal D.V. Woensdag 9 Decem ber haar radio-dag hebben. Friesland is ons daarin voorgegaan, zoodat thans de tweede pro vinciale uitzending vanwege de Nederlandsche Christelijke Radio-Vereeniging zal plaats heb ben. Onze Omroepgids, welke a.s. Vrijdag ver schijnt, zal wel in den breede meedeelen wat er gebeurt, ook de bladen zullen het wel overnemen. De Provinciale commissie heeft zeer veel voor- arbeid te verrichten gehad, doch hoopt geslaagd te zijn. De luisteraars zullen hun meening wel te kennen geven. Zeeland staat in het middelpunt, ook van de te houden lezingen. Allerlei onder werpen zullen worden behandeld over de Zeeuwsche toestanden en geschiedenis. De uit zending geschiedt den geheelen dag ieder kan dus kiezen, want heel den dag luisteren is on mogelijk. Ook aan de zieken is gedacht, het wijdingsuur en het ziekenuur ontbreken niet. Des avonds is er een openbare samenkomst in de Schuttershofzaal. Waar er slechts een beperkt aantal kaarten wordt verkocht, moet men niet te lang wachten met het aanschaffen van een kaart. Wat er dien avond te doen is, zeggen u de aanplakbiljetten. Verleden week de film, aanstaande week de radio-dag, bedoelend propoganda te maken voor het heerlijke werk van de Nederlandsche Chris telijke Radio-Vereeniging. Zeeland moet in de zen niet achter blijven. Hoe meer zich geven voor en aan dit werk, des te meer er ook ar beiden in Gods Koninkrijk, wat noodig is in onze bewogen tijden. Dat ook „onze dag" hier toe medewerke. Middelburg. SCHEELE. DE VRIJE UNIVERSITEIT. Dr. Kuyper Sr. heeft de stichting van de Vrije Universiteit een geloofsstuk genoemd. De toespraak, waarmede de vijftigste alge- meene vergadering der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag werd geopend, sloot bij deze gedachte aan, stelde in het licht hoe stichting en uitbouw van onze Hoogeschool van oogenblik tot oogenblik moes ten gedragen worden en dan ook gedragen werden door het geloof in Jezus Christus, Koning ook op het gebied der wetenschap en als een triumfkreet klonk de verzekering van den Aposteldit is de overwinning die de wereld overwint de wereld ook met al haar zorgen en moeiten uw geloof. Thans is het oogenblik gekomen om de kracht van ons geloof te toonen. Wij besloten in 's Hee- ren Naam tot de stichting van een vierde facul teit het grondkapitaal voor dien uitbouw was ereen flink deel van de jaarlijksche exploi tatiekosten was toegezegd God had ons daarin gezegend en wij hadden 's Heeren woord ge hoord „zeg den kinderen Israels dat zij voort trekken". Wij trokken voort. Maar onder dat voorttrekken kwamen de moeilijkheden met groote kracht op. Het deel der exploitatiekosten, dat nog niet was toege zegd, werd nog niet gevonden de druk der tij den doet zich hier gelden. Zelfs kwam het voor, dat toegezegde, en ook wel dat jarenlang be taalde contributies werden verminderd of opge- zegd.-Dat is de beproeving van ons geloof. Nu moet blijken of wij werkelijk gelooven dat God getrouw is en dat Hij Zijn werk door ons en in ons en onder ons voleinden zal. Hij kan het buiten ons maar Hij wil het doen door ons. En daarom schrijf ik deze regels. Het is niet genoeg, dat wij ons geloof uit spreken dat wij daarvan zingen en daarin roe- DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD (HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 3880) DOOR H. KINGMANS. LXVI. Er klonk een onderdrukt gelach. „Stil vrienden", zei de predikant, „geen na men noemen. Het is best mogelijk, dat broeder Lunshof gelijk heeft. De Heere helpt vaak won derlijk. Maar, wij mogen daarop niet rekenen. Wij zelf moeten onze school bekostigen. En al wordt die school nu zoo sober mogelijk inge richt met één onderwijzer voor zes klassen, die niet voldoende betaald kan worden, dan kost dat alles nog veel geld. Dat wilde ik daareven alleen opmerken. Wij moeten dat goed weten. Nu ben ik het evenwel met broeder Lunshof eens, dat het geld voor den bouw er op den duur wel komt en ook, dat met wat moeite het schoolgeld op te brengen is. Maar dat is mijn persoonlijke meening. Gij allen moet daarvan overtuigd zijn. Anders kunnen wij niet voort varen. Wil iemand hierover nu het woord Niemand stond op. „Dus ik mag aannemen, dat men de financi- eele moeilijkheden goed onder de oogen heeft gezien De oude Haalstra stond weer op. „Dominé", zei hij, „wij hebben het geen van men wij moeten ook door de werking des Heiligen Geestes in daden de vrucht er van openbaren. Er moet bij ons zijn gehoorzaamheid des geloofs. Wij hebben in het geloof dit werk van de uitbreiding ter hand genomen wij heb ben ons daardoor onder dit opzicht medearbei ders Gods gemaakt en daarmede voor zoo veel ons aangaat de verantwoordelijkheid voor het slagen aanvaard. Het is nu onze heilige plicht om met alle kracht mede te werken. God gaf ons de mannen Hij zegende ons zoo bijzon der door ons de gewenschte hoogleeraren te doen vinden en zelfs al dadelijk bij het begin reeds vóór het voltooien van de laboratoria ook studenten. Zouden wij zooveel zegen ons onwaardig toonen Zouden wij, nu God ons in de mannen zooveel gaf, de handen op den zak leggen en zeggen het gaat niet het is malaise- tijd Meer dan ooit is in dezen tijd Christelijke wetenschapsbeoefening noodig tegenover het ongoddelijk ijdel roepen en de tegenstellingen der valschelijk genaamde wetenschap. Daarom kom ik niet bedelen om een beetje contributie ik kom niet vragen om een kleine verhooging der bijdrage ik kom U opwek ken tot betoon van gehoorzaamheid des geloofs tegenover dien arbeid, die ook door U in het geloof is ter hand genomen. Ik herinner U allen, die dit leest, aan den plicht, die op ons rust om nu ook in het ge loof te leveren datgene wat voor den goeden voortgang noodig is. Dat is nog wel een groot bedrag daarvoor moet nog veel aan contribu ties worden toegezegd en geschonken. Maar wij weten, dat des Heeren is het gedierte des wouds, de beesten op duizend bergen. En valt ons het vervullen van de geloofsgehoorzaamheid in de zen tijd moeilijk, 's Heeren arm is ook te onzen opzichte niet verkort we kennen Hem, Die tot hen, die getrouw willen zijn in het Hem of feren van hun aardsche goed, zegtbeproeft mij nu daarin of Ik u dan niet opendoen zal de vensteren des Hemels en u zegen afgieten, zoo dat er geen schuren genoeg wezen zullen. Wij willen Hem op Zijn woord gelooven en Hem hierin beproeven. Nu dadelijk zonder uit stel. A. W. F. IDENBURG. De Ned. Blindenbond en de Ned. Christelijke Blindenbond. Naar aanleiding van ingekomen correspon dentie in verband met het houden van kunst avonden door den heer Joh. van den Berg van Oosterbeek, propagandist van den Ned. Blin denbond, wijzen de Christelijke Blindenvereeni- gingen (Plantage-werkinrichting te Amsterdam, Bartimeus te Zeist, de Ned. Chr. Blindenbond en Sonneheerdt te Ermelo) met nadruk er op le. dat het optreden van den heer Joh. van den Berg van Oosterbeek in geen enkel verband staat met den christelijken arbeid in het belang van blinden in ons land verricht. 2e. dat de Ned. Blindenbond zich wel neu traal noemt, doch in werkelijkheid door deze or ganisatie omtrent de taak der Overheid, de roe ping der particuliere liefdadigheid en andere be langrijke vraagstukken, opvattingen worden voorgestaan, welke in onzen christelijken kring niet gedeeld worden. Sinds 1924 bestaat dan ook een christelijke organisatieDe Christelijke Blindenbond, die o.m. in haar orgaan „De Blindengids" samen werkt met de verschillende christelijke blinden- vereenigingen in ons land. Uit verslagen in verschillende christelijke bla den bleek ons meermalen, dat de Nederl. Blin denbond door middel van zijn propagandist, den heer Joh. van den Berg, voor zijn bond ook in christelijke kringen sympathie en steun zoekt te krijgen en abonné's werft voor zijn blad „De Blindenbode". Na ingewonnen inlichtingen is het ons telkens gebleken, dat onkunde met de juiste verhoudin gen in de blindenwereld en onbekendheid met het bestaan van den Ned. Christelijken Blinden bond, gepaard met onvolledige bekendheid met het standpunt van den Ned. Blindenbond, oor zaken waren, die er toe medewerkten, dat velen dien steun verleenden. Daarom vestigen wij er de aandacht op, dat de bovengenoemde christe lijke Blindenvereenigingen bereid zijn inlichtingen te geven omtrent allerlei arbeid in het belang van blinden verricht. allen breed, een enkele uitgezonderd misschien. Maar wij zullen toch ons best doen, om het geld op te brengen, dat noodig is. De Heere zal ons wel helpen." Een goedkeurend gemompel steeg op. „Ik onderstreep de geloofstaal van de broe ders Haalstra en Lunshof. De Heere zal ons helpen. Maar roekeloos mogen wij iets niet be ginnen. Vandaar, dat ik alles zeg, wat gezegd moet worden, opdat men mij later niet kan ver wijten, niet op de hoogte te zijn gebracht. En dan moet ik nog op iets wijzen. Wij kunnen er zeker van zijn broeders en zustersals op het dorp bekend wordt dat er ernstig over ge-, dacht en gesproken wordt een Christelijke school te stichten, wanneer dan ook, dan zal er een storm van verontwaardiging opsteken de haat zal toenemen de gevolgen komen er. Wat alle maal, behoef ik niet te zeggen. Gijlieden hebt er evenveel ervaring van als ik. Ook dat moe ten wij wel overwegen." „Hoe denkt dominé daar zelf over?" vroeg Lunshof. Dominé Petersma glimlachte. „Dat weet ge wel, Lunshof. Voor mij vormt dat alles geen beletsel om voort te varen. Het is ons voorzegd, dat wij verdrukking zullen heb ben. Maar in onzen God staan wij sterk." „Zoo denken wij er allen over, dominé", dus sprak Edzo Tuinman, die naast den molenaar was gezeten. „Ik heb er geen oogenblik aan getwijfeld, vrienden. Maar ik was verplicht om er de aan dacht op te vestigen. Dan kunnen wij thans voortvaren. Wat wij hebben te doen, is een TWEETAL TE Neede Cand. S. Hania te Leeuwarden. Cand. K. Meima te Groningen. DedemsvaartA. J. Boss te Mariënberg. E. Douma te Oostkapelle. BEROEPEN TE Alphen a. d. Rijn (2de pred.pl.) G. Mulder te Slikkerveer. Apeldoorn (vac.-wijlen G. J. Goede): E. I. F. Nawijn te Geesteren-Gelselaar. Neede Cand. K. Meima te Groningen. Giessen-Rijswijk (N.-B.): Cand. A. P. Heiner te Gorinchem. AANGENOMEN NAAR Baambrugge Cand. H. M. Matter, hulppred. te Dirkshorn (N.-H.). BEDANKT VOOR Burum P. Veenhuizen te Oudega (W.). Colijnsplaat. Zondagavond 29 November 1931 herdacht Ds. F. Staal zijn 40-jarige ambts bediening met eene predicatie over Johannes 1 16, waarbij hij gelegenheid had te wijzen op de leidingen Gods in al zijn arbeid in het Ko ninkrijk Gods. Ds. C. J. van Binsbergen, predikant der Geref. Kerk te Loosduinen, die 20 Maart a.s. 40 jaar in het ambt gestaan zal hebben, denkt tegen 1 Mei 1932 emeritaat aan te vragen en zich metterwoon te Soestdijk te vestigen. Cand. D. v. d. Wielen van Bergum werd Zondag door Ds. G. Staal van Drachten beves tigd als predikant der Geref. Kerk te Boornber- gum, met een predikatie over 1 Cor. 4 14. 's Middags had de intree plaats, waarbij Ds. v. d. Wielen tot tekst had gekozen Paulus' bede voor de Efeziërs om een krachtige werking van den Heiligen Geest uit Ef. 3: 1417. Het College van Hoogleeraren der Theo logische School deelt mede, dat de plechtige overdracht van het Rectoraat der Theologische School door Prof. Dr. T. Hoekstra aan Prof. Dr. S. Greijdanus zal plaats hebben D. V. Woensdag 9 December des avonds te zeven uur, in de Groote Aula der Theologische School. Het College voornoemd Dr. J. RIDDERBOS, h. t. Secretaris. Niet onaardige vergissing. In de Geref. Kerk te Delft is Zondag 15 Nov. j.l. per abuis gecollecteerd voor het tekort- Kerkedienst over 1930, dat... reeds gedekt was. „We betreuren aldus Dr. Gispen in de „Kerkbode" deze vergissing en denken, dat de kerkeraad de binnengekomen collecte wel zal bestemmen voor het eventueel tekort van den Kerkedienst over 1931. Dan hebben we 't vol gend jaar alvast één collecte minder". Heraut. Ds. J. M. Spier, tevoren te Dussen en Meeuwen, deed deze week zijn intrede bij de Geref. Kerk te 's-Gravendeel. Als bevestiger trad op Ds. W. W. Meynen van Dordrecht, die in de morgendienst sprak over Efeze 1 9 en 10, als over de openbaring van de verbor genheid van Gods wil, om in de volheid der tijden alles tot één te vergaderen in Christus. Na de bevestiging sprak Ds. Meynen Ds. Spier hartelijk toe. De gemeente wekte hij op, haar predikant in het gebed te gedenken. Des middags deed Ds. Spier zijn intrede met een predikatie over Jes. 5:10 en 11. Palestina, Opgravingen van Sodom en Gomorra. Een bericht in het Engelsch blad, de „Daily Telegraph", over de opgravingen van Sodom en Gomorra, geeft te kennen dat de daarbij ver kregen resultaten het Bijbelsche bericht van de verwoesting van die steden door vuur en zwavel bevestigen. Meer dan 40 morgen der ruïnen, die Noordelijk van de Doode Zee en ongeveer vijf Kilometers Oostwaarts van den Jordaan gelegen zijn, werden blootgelegd, en het werd geconsta teerd, dat al de fundamenten der huizen met asch bedekt zijn. Alle vondsten bewijzen, dat de ste den niet door een overstrooming, maar door vuur verwoest zijn. In een vaas vond men het ge raamte van een ongeveer zesjarig kind, dat ken nelijk aan een afgod geofferd werd. W. (Heraut). vereeniging op te richten tot stichting en in standhouding van een school met den Bijbel te West- en Oostwoud." Dominé Petersma kwam goed beslagen ten ijs. Hij haalde eenige papieren voor den dag, die bleken een concept statuten en een concept huis houdelijk reglement te bevatten. En toen verliep alles vlot. Beide reglementen werden vastgesteld. Alle aanwezige huisvaders gaven zich als lid der opgerichte vereeniging op. Op verzoek van den predikant schreef Tjaard Evenhuis de namen op. Er heerschte eenigen tijd geroezemoes, dat be daarde, toen dominé Petersma zeide „En nu moet er hedenavond ook nog een bestuur van zeven leden gekozen worden. Eerder kunnen wij niet voortvaren. Als dat geschied is, gaan wij met een dankbaar hart naar huis. Want onze eensgezindheid is verkwikkend, broeders en zus ters." „Zeer juist, dominé", vond diaken Van Lan den. „En daarom zou ik zeggende dominé wordt onze voorzitter en hij wijst zes anderen aan voor bestuurslid. Dat wordt wel goed ge vonden." „Niet doen, dominé", waarschuwde de oude Haalstra. Dominé Petersma lachte gul. „Ik ben het ook niet van plan, Haalstra. Wij stemmen over personen met briefjes. Dat is ook volgens het reglement, dat wij zooeven vastge steld hebben. De vereeniging kiest een voorzitter en zes andere bestuursleden, die onderling de functies zullen verdeelen. Wij stemmen dus eerst voor voorzitter." Toen onlangs op een Synode in Zwitser land ter sprake kwam, dat het getal Avondmaal- gangers in de laatste twintig jaar sterk is ver minderd, (van 8 tot 35% der Gemeenteleden neemt er aan deel) meende de spreker, die dit verschijnsel belichtte, dat als de belangrijke oor zaak moet worden beschouwd, dat de apostel Paulus te zware voorwaarden en bedreigingen aan het gebruik van het Sacrament heeft ver bonden. Daarom moet het Paulinische boete karakter van de Avondmaalsformulieren worden verzacht, om plaats te maken voor een eenvou dig, vroolijk dankfeest voor de weldaden van Christus. De „Ref. Kirchenztg." merkt op, dat de re ferent Paulus blijkbaar heeft misverstaan, en dat overigens ook in Kerken waar men bij het Avondmaal niet de woorden van Paulus ge bruikt, toch de deelname aan dit Sacrament ge ring is. A. R. De deputaten van de Generale Synode der Geref. Kerken voor den geestelijken arbeid onder de Zuiderzeewerkers publiceeren eenige inlichtingen om bezwaren tegen vestiging in het nieuwe gewonnen land weg te nemen. Reeds eenige maanden geleden hebben ze bij de Re geering grond aangevraagd bij Sluis I voor een eventueel te bouwen kerk en pastorie en des- gewenscht voor een school. Op dit verzoek is het gewenschte antwoord ingekomen. Het volgend jaar hoopt men bij Sluis I een recreatiegebouw te stichten (dat ook kan worden gebruikt voor de prediking), indien tenminste de finantieele bezwaren worden weg genomen, die tot nu toe mede een verhindering waren. Deputaten uiten de wensch dat zeer veel Ge reformeerden zich in de nieuwe provincie zullen vestigen. Als tegenspraak tegen sommige geruch ten verzekeren ze dat ook nu reeds zooveel mogelijk voor wie bij Sluis I wonen, wordt zorg gedragen. Ds. H. Dekker, Geref. predikant te Venlo is van plan, eervol emeritaat aan te vragen. Ds. Dekker werd geboren 23 Februari 1866. Hij heeft in Noord-Brabant en Limburg met buiten gewone toewijding gearbeid en mocht rijke ze gen op zijn werk beleven. Den lsten Januari 1893 begon hij zijn arbeid als oefenaar te Geer- truidenberg, waar hij in een onaanzienlijk huis en met weinige belangstellenden begon. Spoedig groeide hun aantal, ook uit de omliggende plaat sen Drimmelen en Raamsdonk. Het centrum van den arbeid werd nu verlegd naar het nabije Raamsdonkveer, waar een flink huis was aan gekocht, met een tuin waarin weldra een kerkje werd gebouwd. Toen Ds. Dekker begon woonde er in Geertruidenberg en Raamsdonk behalve in het garnizoen, geen enkele Gereformeerde, maar na V/2 jaar kon er een Geref. Kerk wor den geïnstitueerd, die nog een jaar later in eigen behoeften, ook voor den dienst des Woords, kon voorzien. Ds. Dekker vertrok toen naar Limburg en werkte vooral in Venlo en omstreken. In Venlo waren maar één Gereformeerde en enkele be langstellende Hervormden. Veertien jaren heeft Ds. Dekker daar vol ijver en onverdroten ge arbeid. Zijn werk werd zoodanig gezegend, dat 8 Maart 1911 in Venlo een Geref. Kerk kon wor den geïnstitueerd. Een kerkje met pastorie werd gebouwd, en Ds. Dekker mocht de blijde dag beleven waarop hij werd toegelaten tot den dienst des Woords en der Sacramenten. Den 6den Aug. 1911 werd hij als predikant te Venlo bevestigd. Venlo bleef het centrum van verderen arbeid in Limburg, dat hij met een spoorabonnement op zak geheel doorreisde om de verstrooiden te vergaderen. Als centra werden gevormd Roermond, Heerlen en Maastricht. Te Heerlen werd 28 Febr. 1925 de kerk geïnstitueerd en 2 Mei van dat jaar werd de tweede Geref. pre dikant in Limburg, Ds. G. J. Pontier, aldaar door Ds. Dekker bevestigd. Er is dikwijls gezegd en men kan het vaak nog hooren in meer of minder duidelijke woorden, dat de leer er minder toe doet, en dat alle nadruk eigenlijk alleen op het leven moet worden gelegd. Al te veel wordt soms het ver band vergeten dat er tusschen beide bestaat. Daarom is zeker het opmerken waard een uit spraak in een belangrijk Amerikaansch kerkelijk orgaan „The Presbyterian Advance", van Ds. Frederick Lynch, die met het Kerkelijk leven in Amerika uitnemend op de hoogte is. Hij betoogt met nadruk, dat het noodzakelijk Het bleek weldra, dat de predikant met op één na algemeene stemmen verkozen was tot voorzitter. Die ééne stem was gegeven aan Tjaard Evenhuis. En toen dominé Petersma dien naam oplas, glinsterde zijn oog even ondeugend. „Ik ben dankbaar voor het vertrouwen, dat de vereeniging in mij stelt", zeide hij. „Ik neem de benoeming aan en hoop in Gods kracht al mijn best te doen." Tot de zes andere bestuursleden behoorden Tjaard Evenhuis, de oude Haalstra, Edzo Tuin man, Menno Siemens, diaken Straatsma en Maarten Hellema, den door Heerema indertijd ontslagen arbeider. Achtereenvolgens namen allen hun benoeming aan. Het laatst vroeg dominé Petersma het aan den molenaar, die aarzelde. „Ik weet niet, of ik het doen moet, voorzitter", zeide hij. „Ik ben nog zoo pas „Wij zijn allen pas lid van de vereeniging", viel de predikant hem in de rede, hoewel hij wel wist, waarop de molenaar doelde. „Op een paar stemmen na ben je door allen gekozen. Het gaat toch niet aan, te weigeren, Evenhuis." Tjaard Evenhuis keek naar zijn vrouw, die hem bemoedigend toeknikte. „Ik neem de benoeming aan, voorzitter", zei hij dan plotseling. „Prachtig, Evenhuis. Als de bestuursleden dan straks even in mijn huis komen, dan kunnen wij de functies verdeelen", zei dominé Petersma, voor de zooveelste maal, dien avond, blijk gevend van zijn voortvarendheid. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1931 | | pagina 2