KERKNIEUWS. OFFICIEELE BERICHTEN. FEUILLETON* Lvni. KERSTFEEST PARAKAN. Evenals andere jaren zal er ook dit jaar ge legenheid gegeven worden aan allen, wier hart hen daartoe dringt, een gave te zenden voor de Kerstfeestviering te Parakan, in ons hulp hospitaal en te Blondo, in de armenkolonie. Hoe deze zaak bij velen leeft blijkt al overtuigend hieruit dat, vóór er nog een woord van herinne ring daaraan en van opwekking daarvoor ge schreven werd, enkele giften al binnenkwamen. Giften daarvoor kan men dan zenden aan Mevrouw HeijGoslinga op mijn postrekening 169757 te Koudekerke (W.). Men gelieve dan duidelijk op te geven, dat het voor het Kerst feest is. Ook Mej. Pouwer, Noordplein, Middelburg, wil gaarne giften daarvoor ontvangen. Moge er in vele harten de drang gevonden worden voor dit schoone doel een gave te zenden. HEIJ. ENKELE REISINDRUKKEN. III. Lang konden wij niet in Saksen blijven, wijl wij aan het eind van de week in Papa moesten zijn, het hoofddoel van onze reis. In den morgen vertrokken wij van Dresden naar Budapest. Waar wij een heelen afstand hadden af te leg gen, maakten wij het ons gemakkelijk in onze coupé, wetend, dat wij, als alles voorspoedig ging, 's nachts ongeveer 12 uur in Budapest zou den aankomen. Ongeveer den geheelen dag hadden wij noodig om Tsjecho-Slowakije door te reizen. De reis van Dresden naar Praag, de hoofdstad, was schitterend. On vergelijkende vergezichten bood ons het Elbe-dal, met recht genoemd een der mooiste gedeelten van Duitschland. Tsjecho- Slowakije, vroeger behoorend tot het keizerrijk Oostenrijk is na den wereldoorlog een zelfstan dige staat geworden. Altijd probeerden de Tsje chen, wonend in het oude Bohemen en de Slo- waken, zich los te maken van Oostenrijk. Ein delijk gelukte deze poging. Oostenrijk viel uit een en de overwinnaars deelden den buit. Dat deze volken weer zelfstandig werden, zal nie mand afkeuren, maar daarom behoefde Honga rije nog niet van de beste stukken van zijn land beroofd te worden. Naast Roemenië en Servië kreeg ook Tsjecho-Slowakije zijn deel. Dienten gevolge is dit land zoo groot geworden. De allereerste viool wordt gespeeld door de Tsje chen. Zoodra wij over de grenzen kwamen, bemerkten wij uit alles het pogen, de Duitsche taal te verdringen, maar ook hetzelfde geldt van de Hongaarsche taal. Scherp worden de grenzen bewaakt, vooral aan den Hongaarschen kant, om zooveel mogelijk het contact met den vaderlijken stam te verbreken. Hongaarsche bla den mogen niet worden gelezen en nauwlettend wordt op de predikanten in het oude-Hongaar- sche gedeelte toegezien, of zij soms ook in hun prediking wijzen op het onrecht, Hongarije aan gedaan. Overigens zijn zij volkomen vrij in hun arbeid, worden hier ook niet bemoeilijkt door de Room- sche kerk, wijl de staat als zoodanig de Room- schen niet vriendschappelijk gezind is. Huss is de nationale held, dat zegt ons reeds genoeg. Het land is zeer heuvelrijk en van rijke bos- schen voorzien. Men was op het veld nog druk bezig met den hooibouw en met bewerking van het land voor den nieuwen zaaitijd. Het leek ons zeer primitief toe, overal werden koeien en ossen gebruikt voor het ploegen. Een rijk be staan kan dit leven niet opbrengen, de bevol king op het land is over het algemeen zeer arm. Veel wordt in Tsjecho niet met God en Zijn dienst gerekend, de radicalen geven den toon aan, maar gelukkig ook daar een gedeelte naar de verkiezing Zijner genade, in Bohemen is zelfs van een opwaking te spreken en in het oude- Hongaarsche gedeelte wordt nog gebracht de oude waarheid. In Komaro, een grensplaats aan de Aman, staat Ds. Galambos, in ons land nog wel bekend van veel zegen mag hij ge wagen. Des avonds, na nog een bezoek gehad te heb ben van de douane, kwamen wij te Szob, de f eerste Hongaarsche plaats. Weer moesten wij onze passen toonen, ,,de koffers zijn nergens gevisiteerd", maar boven dien hadden wij op te geven hoeveel geld wij bij ons hadden, want de regeering had verboden geld uit Hongarije uit te voeren, om de kapitaal- vlucht tegen te gaan. Bij ons vertrek uit Hon garije werd ons wederom gevraagd naar het geld, waardoor de douane kon controleeren, of wij meer of minder in ons bezit hadden. Natuur lijk hadden wij minder. Van de taal verstonden wij niets gelukkig dat er onder al die beambten, want Hongarije bezit er veel, wij kregen er een vijftal op bezoek, en kelen waren, die een andere taal konden spre ken. Na een kort oponthoud, reisden wij ver der en eindelijk kwamen wij te Budapest aan, de hoofdstad van Hongarije. Een schitterende aanblik, Buda op de bergen gelegen, aan de eene zijde van den Donau in een zee van licht, aan de andere zijde ligt Pest. Wij besloten den anderen dag Budapest te bezichtigen. Een gastvrij onderdak vonden wij in Bethesda, het Gereformeerde ziekenhuis in Hongarije, onder leiding staande van Ds. Biche- rauer, waar wij met liefde en hartelijkheid zijn omringd. CATECHISATIËN. Een enkel woord over het werk, dat voor onze kerken van zulk een groot belang is. Altijd blijkt de noodzakelijkheid er even aan te herinneren. Wanneer in September de catechisatiën begin nen, verloopen er eerst eenige weken, voordat alles op vollen gang is. Het schijnt buitengewoon moeilijk te zijn voor vele jonge menschen direct te komen, 't Is wel waar, dat zulk een handel wijze nergens anders geduld wordt, maar op kerkelijk terrein mag dit wel, heerscht vaak een willekeur. Voor een of anderen cursus denkt men er niet aan zelf te bepalen, wanneer men wil gaan. Het moet en daarmee is het uit. Ook de ouders we ten in dit geval best, hoe zij moeten handelen. De kinderen kunnen de lessen niet missen, zij moeten vooruit in de wereld aan de opvoeding moet toch al het noodige worden besteed. In een conflict tusschen lessen en het catechisatie uur, valt de beslissing meest ten nadeele van het laatste uit. Naast deze lessen komen er nog tallooze ge legenheden voor, dat het onmogelijk is, naar men meent, de catechisatie te bezoeken. Voorbeelden in dezen te over. Een kennisje verjaart, vader en moeder moeten vanavond uit, een of ander feest wordt georganiseerd. Voor het leeren is vaak geen tijd. Wij zullen de laatsten zijn, om te ontkennen, dat soms het gaan buitengewoon moeilijk is en er zeer zeker reden kan zijn om één uur te verzuimen, maar dit moet tot een minimum worden beperkt. Het treft altijd eigen aardig, dat het meestal dezelfde personen zijn, die overal gevonden worden, maar niet op ca techisatie komen. Wat moet van de kennis van dezulken te recht komen Meermalen hoorden wij van ca techisanten, het antwoord moeten wij schuldig blijven op deze vraag, omdat wij vroeger zoo veel verzuimd hebben. October is in het land. De buitencatechisatiën zullen ook beginnen. Laat er direct een trouwe opkomst zijn. Ook bij de meisjes en knapen. Dit geldt Middelburg, maar ook geheel Zee land. Als men in de dorpen in October of No vember begint en men komt pas December, wat geeft dan zulk een onderwijs Meer dan ooit hebben wij behoefte aan goed onderlegde kerk leden. Letten wij op de symptonen onzer dagen, dan is er veel donkerheid. Ons trof de mededeeling van een predikant uit een van onze grootste stadskerken, ,,twee ca techisanten beneden 16 jaar heb ik mogen in schrijven in deze groote wijk". 't Is ontmoedigend, maar tegelijkertijd ook diep treurig, dat veel heeft te zeggen met be trekking tot ons kerkelijk leven. De beteekenis van dezen arbeid wordt èn door ouders èn door kinderen te weinig ingezien. In onze dagen hebben wij noodig jonge men schen, die den Heere vreezen, maar ook weten te onderscheiden. Men moet leeren den vijand te onderkennen, die in zulk een onderscheiden gewaad nadert. De dogma's moeten voor ons leven dit moet in de jeugd geleerd worden. Vooral de catechisatie-arbeid kan daartoe die nen. De beste catechisanten in den regel ook de beste kerkleden. Waar de ouders zulk een dure roeping heb ben, laten zij de predikanten steunen en de ca techisanten laten zij den weg gaan, dien de Heere van hen vraagt. Wij mogen hier niet klagen, maar het kon nog beter. Het ideaal is nog niet bereikt. Ouders, het is uw zaak uw zaak, jongens en meisjes. Middelburg. SCHEELE. TWEETAL TE Burum W. van der Heide te Zoutkamp. J. Los te Siddeburen. Pijnacker-Nootdorp Cand. J. ten Hove te Zalk. Cand. W. J. van Otterloo te Hilversum. Schoonoord (Dr.): H. Bouma, Cand. te Haren. J. A. Meijer te Niezyl. NunspeetJ. Koelewijn te Berkel. J. Tijmes te Westerlee. BEROEPEN TE MarumA. D. R. Polman te Roden. IJmuidenJ. W. Esselink te Doorn. Treebeek: Cand. H. Bouma te Haren (Gr.). Zuilichem Cand. A. J. van Dijk te Rotterdam. AANGENOMEN NAAR Brouwershaven Cand. J. Meester te Spakenburg Smilde D. van Enk te Zweeloo. BEDANKT VOOR Oud-Beijerland J. Snoey te 's-Gravemoer. SliedrechtJ. W. Esselink te Doorn. StadskanaalJ. H. A. Bosch te Alphen a.d. Rijn. Ierseke H. Smit te Rottevalle. Oudshoorn G. L. Berkouwer te Oudehorne. Koudum. Ds. Boersma nam wegens me- ritaat afscheid van de Geref. Kerk te Koudum met eene predikatie over 1 Petrus 5 10 en 11. Ds. Boersma gaat wonen te Velp. Merkwaardige gift. Men meldt ons Té Bergen op Zoom heeft een vermogend Roomsch-Katholiek het oude kerkgebouw in de Moergrebstraat van de Gereformeerde Kerk aan gekocht en ten geschenke gegeven aan het Leger des Heils. Onze eeredienst. Ds. J. Smelik, Geref. pred. beantwoordt in „Loosduinsch Kerkblad" de vraag„waarom wordt er wel na de wet, en niet na de belijdenis van het geloof een psalmversje gezongen Hij schrijft als volgtDe wet wordt ons, bij monde van den dienaar, van Godswege voorge houden als uiting van Zijn heiligen wil, die gansch ons leven opeischt, en dus voor ons het richtsnoer der dankbaarheid is. De gemeente kan daarop antwoorden met een belijdenis-van-tekort of met een bede-om-kracht tot-vervulling. Maar in het uitspreken van de geloofsbelijde nis spreekt de dienaar niet namens God tot de gemeente, maar namens de gemeente tot God, en tot de wereld. Feitelijk zegt de gansche gemeente, hoofd voor hoofd, haar geloof uit, in het zeggen van het Apostolische Symbool. Daarom is het onlogisch, dat de gemeente op haar eigen uitspraak in een psalmvers een ant woord geeft. Dat is de oorzaak, waarom wél na de wet, en niet na de belijdenis-des-geloofs gezongen wordt. (A. Rott.) Naar ,,De Stand." verneemt, heeft Ds. D. J. B. Allaart, met studieverlof te Voorscho ten, laatstelijk predikant bij de Geref. Kerk te Kollum, beroepen predikant van de Geref. Kerk te Amsterdam voor haar missionairen dienst te Djocjakarta, Woensdag der vorige week te Am sterdam in de vergadering der classis met goed gevolg het missionair examen afgelegd, bedoeld in art. 5 der Zendingsorde. Van de Generale Deputaten voor dit examen waren aanwezig de hoogleeraren Prof. Dr. C. van Gelderen, Prof. Dr. V. Hepp, Prof. Dr. T. Hoekstra, alsmede Ds. W. Breukelaar, em.-pred. te Santpoort. Het examen leidde tot toelating met groote vrijmoedigheid. Ds. Allaart werd toegesproken door den prae- ses, Ds. J. L. Schouten, door Ds. W. Breukelaar namens Deputaten, en werd toegezongen Ps. 134:3. Ds. Allaart is voornemens Woensdagavond 4 Nov. in de Keizergrachtkerk zijn intrede te doen bij de zendende kerk van Amsterdam na in denzelfden dienst vooraf te zijn bevestigd door Dr. W. G. Harrenstein van Amsterdam. Ds. P. J. Lambooij, predikant bij de Ge ref. Kerk te Hoogeveen van den Missionairen Dienst op Soemba, is na een bijna 8-jarige werk periode, deze week met verlof in het vaderland aangekomen. Ds. en Mevr. LambooijVerhoef mogen zich in goeden welstand verheugen. Te Rotterdam-Zuid (Katendrecht) ont ving de Geref. Kerk van een onbekenden gever Maar al was, althans voorloopig, dat leed ge leden, Tjaard Evenhuis voelde en proefde de vijandschap alom. Vandaar, dat hij over de dreigbrieven niet zoo licht dacht. Ze konden wel eens meenens zijn. En daarom had hij er met den predikant over gepraat, om vervolgens naar den burgemeester te gaan. Nu hij van dezen laatste evenwel niet de min ste medewerking kreeg, ja, nu deze volslagen onverschillig was, in zekeren zin vergoelijkend sprak over hen, die de „afgescheidenen" niet konden zetten, nu besefte hij, dat hij zelf moest toezien, opdat de bedreiging niet werd uitge voerd. Ondanks de drukkende hitte spoedde hij zich naar huis. Het was bladstil. Meer en meer be gon de lucht te werken. Elk oogenblik scheen het, dat een onweer zou losbarsten. En dat was hij het liefst maar thuis. Achter zich hoorde hij een rijtuig ratelen. En toen hij, daar het in zijn onmiddellijke nabijheid gekomen was, omzag, bespeurde hij het wagen tje van Heerema, dat evenwel niet door den boer zelf, maar door een knecht werd bestuurd. In het rijtuig zag hij den boer en de boerin zitten. Hij hief de hand op ten groet, maar Heerema zag een anderen kant uit. De boerin evenwel knikte hem schier onmerkbaar toe. Het trof den molenaar diep, dat haar gelaat sporen van smart vertoonde. Het leek hem toe, dat zij naar het station op weg waren, wat hem vreemd voor kwam, daar het een gewone dag van de week was, niet eens een marktdag, en bovendien laat op den middag, terwijl het dreigende weer niet een volledig zilveren Avondmaalstel ten geschen ke, geleverd door de firma Van Kempen te Voorschoten en bestemd voor het nieuwe vierde in aanbouw zijnde kerkgebouw aan de Bree. Het is vervaardigd van het bekende Silvaplate, een speciaal artikel van genoemde firma. Wat. de Kerk niet moet zijn. Ie. Een station, waar men op het laatste oogenblik binnen stormt of te laat komt. 2e. Een gebouw voor lezingen, waar men in de pauze eens gelegenheid heeft goed rond te kijken en waar bij het uitgaan de critiek op des sprekers welsprekendheid, stem en gebaren enz., het hoogste woord heeft. 3e. Een modezaal, waar de laatste nouveau- té's worden geëtaleerd. 4e. Een concertzaal, waar het vooral om muziek en zang te doen is en waar de preek dienst doet als in- en uitleidend woord bij de uitvoering van een oratorium, liefst zoo kort mogelijk. 5e. Een gerechtszaal waar men zich zoo verlustigt in het hooren veroordeelen van de splinters en balken in anderer oog, dat men die in eigen oog vergeet. 6e. Een bewaarschool waar onverschillige ouders de kinderen heen sturen, terwijl ze zelf thuisblijven. 7e. Een slaapvertrek waar men in de meest makkelijke houding gaat zitten om door Mor pheus omarmd te worden. (Watergraafsm. Kerkb.) Visie. In het Hervormd weekblad „De Gereformeerde Kerk", klaagt Ds. C. A. Ling- beek, dat aan de Universiteit te Utrecht Dr. Severijn, en niet een Hoedemakeriaan, tot hoog leeraar is benoemd in de vacature-Prof. Vis- scher. Hij is echter overtuigd, dat zijn klagen vruchteloos is. Lees maar „Wat ons betreft, wij mogen klagen, maar weten vooruit geen gehoor te verkrijgen. Rome en Kampen heerschen thans in Nederland, Be schikken ook over de opleiding onzer Hervorm de predikanten. Zóó ver is het gekomen en Her vormd Nederland slaapt Heraut. K.B. S. Classis Zierikzee, AGENDUM van de vergadering der Geref. Kerken van de classis Zierikzee te houden in Zierikzee op Woensdag 28 October a.s. aanvangende des voorm. om kwartier voor 10 ure. 1. Opening der vergadering door den Prae- ses aangewezen voor deze vergadering, Ds. Vo gelaar van Scharendijke. 2. Nazien der credentiebrieven. 3. Constitueering der vergadering en vast stelling van het moderamen. Ds. Vogelaar naar toerbeurt Praeses, Ds. Unger Assessor, Ds. Staal Scriba. 4. Lezen en vaststellen der notulen. 5. Behandeling der zaken uit de notulen. 6. Ingekomen Stukken. 7. Examen Candidaat M. Heuseveldt, ber. pred. te Nieuwerkerk. Voorgestelde regeling a. Predikatie, 30 min. b. Exegese O. T. 20 min. Ds. v. d. Ende, Praeses, Ds. Vogelaar, Secundus. Ps. 92 en Jesaia 7. c. Exegese N. T. 20 min. Dr. van Lonkhij- zen, Primus, Ds. Vogelaar, Secundus. II Petri I en Openb. 20. d. Dogmatiek 40 min. Ds. Staal, Primus, Ds. v. d. Ende, Secundus. e. Kerkgeschiedenis 15 min. Ds. Hoek, Pri mus, Dr. van Lonkhuijzen, Secundus. f. Symboliek 10 min. Ds. Vogelaar, Primus, Ds. Hoek, Secundus. g. Ethiek 10 min. Ex. Ds. Elgersma, Primus, Ds. Vogelaar, Secundus. h. Ambtelijke Vakken 15 min. Ds. Elgersma, Primus, Dr. van Lonkhuijzen, Secundus. i. Kerkrecht 10 min. Ds. Hoek, Primus, Ds. v. d. Ende, Secundus. j. Kennis der H. S. 10 min. Ds. Unger, Pri mus, Ds. Staal, Secundus. 8. Pauze. In de pauze inning der collecten. Meegebracht behooren te worden collecte Jo- denzending le coll. Hulpbeh. Kerken in de pro vincie 3e kwartaal voor de Zending collecte voor de V.U. Bijdrage der diaconieën voor het gezin te Ouwerkerk. uitlokte tot een uitstapje. Op het molenhuis gekomen, was hij gauw op de hoogte. Hij ontmoette in de keuken Marie, die er met roodgekreten oogen aan het werk was. „Wat is er, kind?" vroeg hij verschrikt. Zij legde het hoofd op zijn schouder en snikte: „Vader, Jan is dood." „Jan Heerema? Hoe weet je Juist kwam zijn vrouw binnen, zichtbaar onder den indruk. „Is het waar, Tannetje? Is Het verhaal, dat volgde, liet aan duidelijkheid niets te wenschen over. De knecht had een ar beider van Heerema gesproken. Er was dien morgen op de boerderij bericht uit Holland ge komen, meldende, dat Jan bij het zwemmen was verdronken. Er was geen enkele reden, om aan de mededeeling te twijfelen. De molenaar twijfelde er ook niet aan en kon nu in eenen verklaren, waarom boer Heerema en zijn vrouw naar den trein gereden waren en waarom haar gelaat zoo smartvol was geweest. Zij gingen naar hun dooden zoon „Arme menschen", zei hij vol medelijden. „Wat zal dat bericht hen geschokt hebben Hun eenige zoon." Dan omvatte hij met liefde Marie, die het hoofd weer op zijn schouder had gelegd en het uitsnikte, alsof haar hart breken zou. „Ja, kind, het is voor jou ook erg." „Ik had hem zoo lief," snikte zij. (Wordt vervolgd) DE MOLENAAR VAN OOSTWOUD (HISTORISCH VERHAAL OMSTREEKS 1880) DOOR H. KINGMANS. „Ja, ja, jullie kunnen je er aardig uitredden. En formeel heb je gelijk. Maar de practijk is, dat er onrust komt door jullie optreden. Enfin, je moet het zelf weten. De gevolgen zijn ook voor jullie rekening." „Dat zijn ze, burgemeester. Wij zullen die ook, met Gods hulp, dragen. Maar ik herhaal, dat wij, als vrije burgers, recht hebben op de bescherming der overheid, als ons overlast wordt aangedaan." En met deze woorden want de burgemees ter had zich afgewend, te kennen gevend, dat hij het onderhoud als definitief geëindigd be schouwde verliet Tjaard Evenhuis, teleurge steld, het vertrek. Het onderhoud met den burgemeester had lan ger geduurd dan hij gedacht had. Daarom zag hij af van zijn aanvankelijk voornemen, om do- miné Petersma den afloop mede te deelen. Hij zou dan trouwens niet anders behoeven te doen dan het vermoeden van den predikant bevesti gen. Deze had hem wel aangeraden, naar den burgemeester te gaan, om hem van de ontvangst der dreigbrieven in kennis te stellen, maar er onmiddellijk bijgevoegd, dat de molenaar niet op eenige medewerking zou behoeven te rekenen. En zoo was het uitgekomen. De heer Steinweg van Stekhoven had de brieven wel in ontvangst genomen, maar Tjaard Evenhuis was er zeker van, dat de burgemeester er geen werk van ma ken zou. Dat beteekende, dat de in de brieven geuite bedreiging uitgevoerd zou kunnen worden. Hij nam zich voor, zelf op zijn qui-vive te zijn en althans de eerste nachten na den gestelden ter mijn waakzaam te blijven. Het was mogelijk, dat de brieven niets om het lijf hadden, maar even goed was het mogelijk, dat de bedreiging ten uitvoer zou worden ge bracht. Overal proefde Tjaard Evenhuis de haat en de vijandschap tegen zijn persoon en gezin. De boeren waren stug en meden hem zooveel mo gelijk. En als zij zaken met hem hadden te ver handelen, dan ging het heel kort, vaak zonder dat zij een voet in huis zetten, terwijl dat vroe ger steeds gebeurde. Het gevaar, dat hem het brood uit den mond gestooten zou worden, was nu afgewend. Even huis wist niet, hoe dat in zijn werk gegaan was, maar Menkveld had het hem pertinent verze kerd. Hij was alleen te weten gekomen, dat de boeren niet bepaald van gedachten veranderd waren, maar dat enkele boerinnen hun mannen van het plan hadden afgebracht. Er was vreugde geweest in het molenhuis, toen dit er bekend werd. Als een gebedsverhoo- ring was het beschouwd en innige dankzeggin gen waren opgegaan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1931 | | pagina 2