Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
No. 36.
Vrijdag 4 September 1931.
45e Jaargang.
UIT HET WOORD*
31 AUGUSTUS 1931.
Onwillekeurig worden op dezen 31 en
Augustus de gedachten geconcentreerd
op de noodzakelijkheid elkander op te
wekken tot een aanhoudend en voort
durend gebed voor vorstin en vader
land.
De Heilige Schrift gaat ons daarin
voor en het woord van den apostel
Paulus aan zijnen geestelijken zoon
Timotheus heeft nog niets van zijn
kracht verloren en in het bijzonder in
deze dagen is eene herinnering van
's Heeren Woord niet overbodig.
De apostel schreef dit woord aan
Timotheus, die de roeping had 's Hee
ren kerk verder te leiden en te orde
nen en nu is de groote kracht voor
hem en voor de eenheid der gemeente
het gebed.
Het gebed neemt dan ook een voor
name plaats in bij Gods volk en de
dienst der gebeden wordt hoogelijk ge
waardeerd door ieder, die alles van
God alleen verwacht.
De apostel komt bier met eene ver
maning tot Timoteus eene vermaning,
die vóór alle dingen gaatdie den
voorrang heeftdie aan den spits staat
en die zekerlijk moet betracht en nim
mer vergeten door de gemeente, dat
moeten gedaan smeekingen, gebeden,
voorbiddingen, dankzeggingen voor alle
menschen.
Daarin is te zien de wondervolle
rijkdom in vorm en bedoeling der voor
bede, als de apostel een 4-tal uitdruk
kingen aaneenschakelt om toch maar
goed te laten voelen, waar het om gaat,
als hij ons vermaant de voorbede voor
anderen niet te vergeten.
Bidden is een teer werk en vrucht
van de werking des Heiligen Geestes
en dus een uitstorten des harten voor
het aangezicht Gods, pleitende op de
ontferming Gods in Jezus Christus. Zoo
is het ook bij de voorbede.
De apostel spreekt over smeekin
gen, wijzende op een afhankelijk plei
ten in diepe gebogenheid voor God om
verlossing uit eiken band en boeig e-
beden, vragende des Heeren welda
digheid en Zijne gunst jvoorbiddin-
gen, als kinderen van éénen Vader,
verstaande de gemeenschap der heili
gen, anderer nood den Heere toever
trouwen en van Hem uitredding vragen
en tenslotte dankzeggingen, waar
in Gode worden toegebracht de eere
voor Zijn werk en heil.
Daarin heeft de apostel gezocht alles
te omspannen voor zijne vermaning te
bidden voor alle menschen.
Voor alle menschen! En wij zijn in
ons gebedsleven dikwijls zoo ten eenen-
male egoïstisch en ongeestelijk.
Voor alle menschen, zegt de apostel.
Wat een breed veldBidden voor alle
menschen, dat is de eisch en in dezen
niet wijzer willen zijn dan God Zelf, Die
regeert over boozen en goeden.
Bidden voor alle menschen in huis
en omgeving, voor land en volkvoor
zending en evangelisatie.
Bidden voor koningen staat in het
Schriftwoord en dat werd geschreven
in een tijd, toen alles boog voor den
keizer van Rome, die zwaar zijn hand
zou doen drukken op de Christusbe
lijders in meerdere bloedige vervolgin
gen.
Toch voor hem bidden, al wordt gij
gescholden voor staatsgevaarlijk. Dat
is het antwoord van 's Heeren volk.
Bidden voor koningen, opdat zij ont
vangen wijsheid, licht, kracht om te
regeeren wijs en goed en wandelen op
de paden des rechts.
Dat zij verstaan te regeeren bij de
gratie Gods. Dat zij buigen voor Zijn
Woord en regiment. Dat zij op Hem
betrouwen en 't volk dragen op het hart.
Dat alles, dat is de bede geweest op
31 Augustus voor Nederland's Koningin
en in geen enkele kerk is Zondag j.l.
vergeten hare behoeften neer te leggen
voor den troon der genade.
Een biddend volk rondom den troon,
zoo moest het zijn, maar helaas, op die
hoogte staat ook ons volksleven niet.
Doch al moeten wij dat met diepe smart
bekennen, dat althans de Kerk hare
roeping niet vergete te bidden, dat het
den Heere behage onze Koningin nog
vele jaren te sparen tot heil en zegen
van haar huis en haar volk en bovenal
Hem ter eere. Hij bestendige haar huis
en troon.
Dat hebben de geloovigen te bidden
en ook voor al degenen, die in hoog
heid zijn in Raden en Statenallen, die
ons moeten regeeren.
Critiek genoeg op hen.
En bidden voor hen, wordt vergeten
dikwijls, 't Moet juist anders zijn naar
het apostolisch vermaan, want onze
Koningin regeert bij de gratie Gods;
en die mannen, die in hoogheid zijn,
zijn dat naar Gods bestel en ook zij
kunnen niets zonder God, al wordt ook
dat menigmaal ontkend.
Bidden voor hen is de roeping vooral
in deze dagen en nooit worde vergeten,
wat Oranje voor Nederland is geweest
en zij, die belijdt te regeeren bij de
gratie Gods, heeft ook getoond één te
zijn met haar volk in vreugd en smart
en zeker is het waar, dat zij zich menig-
maals eene teedere moeder in zorge
lijke dagen heeft getoond.
Ook dat dringe tot een voortdurend
gebed voor haar en al degenen, die in
hoogheid zijn.
Zegen is daarop te wachten n.l. een
gerust leven, zoodat de vrede niet van
buiten af wordt gestoord en ook een
stil leven kan voortgezet binnen eigen
grenzen en alzoo dat de godsvrucht
bloeit en een eerlijke wandel voor God
en menschen duidelijk dat zijn, dat het
alles in vrede bloeit Gode tot roem.
Te weinig waardeert men dat gerust
en stille leven in alle godzaligheid en
eerbaarheid.
Toch is het een zegen Gods, dat de
Kerk zich rustig kan ontplooien en
haar arbeid voortzetten onder de ge
zegende en vredelievende regeering
onzer vorstin.
Nooit moet de Kerk om vervolging
en anarchie bidden. Komen die, ook
dan zal God voor Zijn Kerk zorgen.
Nu evenwel kwam tot ons bij ver
nieuwing op dezen dag het Paulinische
woordbidden voor koningen en allen
die in hoogheid zijn. De belijders moeten
de beste staatsburgers zijn, natuurlijk
in gebondenheid van Christus, Die is
Koning van het hart.
Zoo spreekt ook tot ons op 31 Au
gustus 1931 de vermaning: bidt voor
onze Koningin.
Willem III heeft eens gezegdnooit
kan Oranje genoeg voor Nederland
doenHierbij zouden wij willen op
merken, lettende op den band met
Oranje door God zelf gelegd en
Nederland kan nooit genoeg voor deze
vorstin uit het Oranjehuis bidden.
In het licht der apostolische verma
ning heffen de echte bidders hoofd en
hart naar boven tot den Vader der
lichten en zij fluisteren het een onzer
vaderlandsche dichters na
„Staaf God haar zetel, sterk haar hand,
Bedauw, besproei d' Oranjeplant".
t Ds. G. H. Toebes.
19 Febr. 1845—29 Aug. 1931.
Een bekend type onder ons Gerefor
meerden in Zeeland is heengegaan. Eén
uit dat wegstervend stoer geslacht, dat
verkeerd heeft in den kruitdamp van
den strijd.
Van den strijd tot afwerping van het
juk der hiërarchie.
Van den strijd tot uitzuivering van
ongereformeerde denkbeelden.
Van den strijd om het kerkelijk leven
te schoeien op den leest der Dordtsche
Vaderen.
In den kruitdamp stond Ds. Toe
bes al, niet in de eerste gelederen, in
het brandpunt van de worsteling, on
wrikbaar nam hij zijn bescheiden plaats
in op de onmisbare flanken.
In den kruitdamphet milieu waar
uit Ds. Toebes sproot, de teleurstellin
gen, die hij moest ondervinden, de tegen
stand, die moest worden overwonnen
om te bereiken zijn jeugdideaal, den
Heere te dienen in het ambt van Die
naar des Woords, het taai geduld, dat
hij moest oefenen den titel „Dominus"
te verwerven dat alles heeft hem
gevormd tot een onverzettelijk en kloek
belijder van den Naam des Heeren.
In den kruitdampheeft Ds. Toe
bes al niet de zwaarste slagen behoeven
op te vangen, hij heeft zijn aandeel ge
had in de verachting en verguizing om
Christus' wil en velerlei offer voor de
goede zaak gebracht.
Gezinszorgen, ja, armoede bij een
tractement van f 800,is duidelijk.
Temeer waar het gezin zich uitbreidde
tot 6 jongens en 2 meisjes.
In den kruitdamp de notulen van
den kerkeraad spreken een duidelijke
taal van veel doorstreden strijd en door
leden leed, al mag niet worden ont
kend, dat stoerheid en onbuigzaamheid
in 't belijden een zekere soepelheid en
mildheid niet behoeft uit te sluiten.
En nuuit den kruitdamp van de
strijdende kerk ging Ds. Toebes over
in het vrederijk van de triumpheerende
Kerk. Naar eigen getuigenis heeft hij
den goeden strijd gestreden, den loop
voleindigd en wachtte hem de kroon
der rechtvaardigheid.
Bij heerlijk zonneweer op het vredig
rusthof te Middelburg zagen wij hem
onder veel belangstelling Dinsdag 1
September des middags half drie neer
dalen in de groeve.
Ds. Ringnalda, die reeds aan huis in
den familiekring gesproken had over
Ps. 116 1219, nam allereerst het
woord om den ontslapen Dienaar des
Woords te schetsen als een eenvoudig,
oprecht dienstknecht van Christus.
Sprak woorden van troost tot de fa
milie, woorden van vermaan tot de
omstanders te wandelen in zijn voet
stappen.
Vertolkte voorts den dank van de
kerkeraad van Middelburg, waar Ds.
Toebes vooral in de eerste jaren vele
malen het woord bediende in de Gast-
huiskerk. Deed mededeeling van een
ingekomen telegram van den kerkeraad
van Haamstede, waar de overledene elf
jaar den herderstaf heeft gedragen,
waarin melding werd gedaan van deel
neming en van waardeering en sym
pathie voor den vroegeren Bedienaar
des Woords.
Daarna sprak Ds. Koning, opvolger
van Ds. Toebes, namens kerkeraad en
gemeente van St. Laurens, die de ont
slapene 24 jaar heeft gediend. Geen
groot man in den zin van een welspre
kend redenaar, met schoonegav en ge
sierd, dragen we hier uit, maar wel een
groot man in den zin van een getrouw
prediker van een rijken Christus voor
arme zondaren.
De minste onder allen kan groot zijn
in het Koninkrijk der hemelen.
Met het uitspreken van de 12 artikelen
des geloofs besloot hij.
De oudste zoon sprak daarna namens
de familie een woord van dank aan
den Heere, voor het vele goede, dat zij
als kinderen in hun ouders hadden ont
vangen en van dank aan allen, die van
hun liefde en waardeering blijk hadden
gegeven en verzocht daarna aan te
heffen het lievelingslied van zijn vader
Ps. 89 8.
„Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht
[van hunne kracht,
Uw vrije Gunst alleen wordt d' eere
[toegebracht,
Wij steken 't hoofd omhoog en zullen
[d' eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om 't eeuwig
[welbehagen,
Want God is ons ter schild, in 't strijd-
[perk van dit leven,
En onze Koning is van Israels God
[gegeven".
St. Laurens.
A. Koning.
DADERS DES WOORDS*
ZEEUWSCHE KERKBODE.
REDACTIE: Ds. A. C. HE IJ TE KOUDEKERKE en Ds. D. SCHEELE TE MIDDELBURG.
MEDEWERKERSD.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, J. VAN LONKHUIJZEN, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN.
ABONNEMENTSPRIJS: per halfjaar bij vooruitbetaling ƒ2.—
Afzonderlijke nummers 8 cent.
ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regel j bij jaarabonnement
van minstens 500 regels belangrijke
reductie.
UITGAVE VAN DE
PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE
ADRES VAN DE ADMINISTRATIE:
FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG
Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advert en tiën tot
Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ
OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg.
TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280.
Ik vermaan dan vóór alle dingen, dat
gedaan worden smeekingen, gebeden,
voorbiddingen voor alle menschen
voor koningen en allen, die in hoog
heid zijn. opdat wij een gerust en stil
leven leiden mogen in alle godzaligheid
en eerbaarheid.
1 Timotheus 2 1 en 2.
K.-B. A. Scheele.
BETHESDA ALS CHRISTELIJK
ZIEKENHUIS.
Wanneer we onze blijdschap uitspraken over
de opening van „Bethesda", dan was dat ook
omdat men de lichamelijke verzorging der kran-
ken daar zoo goed mogelijk wil hebben.
Met groote voldoening hoorden we, dat de
deskundigen de inrichting en toerusting roemden
en verklaarden, dat er geen kosten waren ont
zien om het ziekenhuis aan de hoogste eischen
te doen beantwoorden. Wie ziekenhuisverple-
ging begeert naar den eisch van Gods Woord,
begeert dan ook een goede verzorging van de
lichamelijke nooden. Een Christen, die bij Gods
Woord wil leven, houdt er rekening mee dat
God den mensch schiep ziel en lichaam en hij
hoedt zich voor alle overgeestelijkheid. Zoo hij
tot dat overgeestelijke neiging zou krijgen, be
denkt hij, dat de apostel Paulus Timotheus ver
maande, om ook aan zijn maag te denken en
aan zijn menigvuldige zwakheden en niet langer
alleen water te drinken maar ook een weinig
wijn (1 Tim. 5 23). Men kon, als leek, bij den
rondgang door het gebouw, wel eens een begin
van griezeling gewaar worden, wanneer men al
die instrumenten zag, maar daar stond dan te
genover het besef, dat alle hulpmiddelen ook
worden ter beschikking gesteld om het lijden
zooveel mogelijk te verminderen, door ook het
instrument in dienst te stellen van den kranke.
En de bede gaat op, dat het God den Heere
behagen moge de alzoo aangevoerde middelen
te zegenen om kwalen weg te nemen en den
kranken te geven, dat ze weer als herstelden
mogen huiswaarts keeren.