Tandarts VAN DE VELDE
hervat
Maandag 10 Augustus
de praktijk.
KERKNIEUWS*
OFFICIEELE BERICHTEN.
PREDIKBEURTEN*
In dit stukje wilde ik eens spreken over er
gernis geven in meer algemeenen zin.
„Ergernis geven", wat is dat eigenlijk? Daar
mee bedoelen wij dit, dat men door zijn gedrag
oorzaak wordt dat anderen tot zonde komen,
of van het geloof afkeerig worden gemaakt ,of
in het geloof worden geschokt.
Dat nu is een ding, dat zóó vaak, zoo gewel
dig vaak gedaan wordt.
Nu wil ik vooropstellen, dat de misstappen
en gebreken van de belijders niet zelden zeer
overdreven worden voorgesteld, dat men in een
belijder vaak acht geeft op dingen, waaraan men
bij een wereldling nauwelijks aandacht schenkt.
Dat is onloochenbaar.
Maar ook al houdt men hier rekening mee,
dan blijft toch de waarheid staan, dat belijders
van 's Heeren Naam zich telkens zoo gedragen,
dat hun gedrag ongunstig afsteekt tegenover het
gedrag van wereldlingen.
Bijvoorbeeld. Hoe vaak hoort ge niet bij een
gesprek over buren „ja, dat zijn broeders en
zusters, maar o, wat hebben wij een verdriet
van die menschen en die anderen zijn wereld
lingen, maar wat edele menschen zijn dat, hoe
vriendelijk, hoe meelevend, hoe hulpvaardig".
Of men spreekt over klanten, die men heeft
aan zijn zaak en dan is het al weer hetzelfde
„ja, dat is een belijder, maar wil u wel gelooven,
dat ik veel en veel liever te doen heb met die
en die, dat toch puur moderne menschen zijn
Zoo kunt ge de voorbeelden vermenigvuldigen.
Zoo wordt er gepraat over geloovige patroons,
over geloovige werklieden, over geloovige zaken-
menschen en geloovige afnemers.
Laten wij dat toch eerlijk onder de oogen
zien, en er ons niet afmaken met te zeggen
„ja, och ja, de wereld wil toch over Gods volk
praten, daar moet men zich niet te veel van
aantrekken".
Daar komen we er niet mee en daar maken
wij de dingen voor God ook niet mee in orde.
Het feit ligt er, dat wij ons vaak zoo gedra
gen, dat wij ons voor de wereld moeten schamen.
En daardoor geven wij ergernis, ergernis aan
de wereld, ergernis ook aan de geloovigen.
Ergernis aan de geloovigen. Daarop wilde ik
vooral wijzen.
Dezer dagen was ik bij een broeder der ge
meente. Die broeder had ook van die droeve
ervaring opgedaan met leden der gemeente, ter
wijl hij van ongeloovige zijde zooveel goeds
ondervonden had.
En wat was de uitwerking daarvan bij hem
geweest
Dit, dat hij soms bij zichzelf zeide„waar
blijven wij nu met onze belijdenis aangaande
wedergeboorte en bekeering en de omzetting des
menschen door de werking des Geestes 7"
Het gedrag der belijders had zijn geloof een
schok gegeven en aan het wankelen gebracht.
Niet dat daardoor zijn geloof weg zal wor
den, dat kan natuurlijk niet, maar wel wordt
daardoor de geloofszekerheid en de geloofsblijd-
schap geschokt.
En was dat met ons allen wel eens niet zoo
Als wij in ons leven te doen krijgen met een
belijder, die hardnekkig volhardt, jaar in jaar
uit, in een bepaalde zonde, waarover hij niet ver
maand wil zijn, waarover hij nooit toont berouw
te hebben, waartegen hij blijkbaar nooit strijdt,
een zonde, die hij in zijn leven maar laat voort
woekeren en hij gaat er even plezierig om ten
Avondmaal en als gij hem hoort praten dan roemt
hij in zijn geloof, krijgen wij dan allen wel eens
niet die benauwend» gedachte „maar wat is er
dan toch aan van al dat praten over geloof en
bekeering, als bij de belijders een dergelijk leven
zich toch maar voortzetten kan, jaar in jaar uit
Doet dat bij ons allen wel eens niet een nevel
trekken voor ons geloofsoog
Wat wordt er op die manier door broeders
en zusters veel pijn gedaan, veel kwaad berok
kend aan mede-geloovigen.
Is dat niet verschrikkelijk
O, als ik die dingen bemerk in de gemeente,
dan zou ik kunnen schreien.
Misschien zijn er onder hen, die dit schrijven
lezen ook wel van zulken, wier leven een voort
durende ergernis is voor andere kinderen Gods.
Tot hen zeg ik„Broeder, zuster, nu moet
ge eens niet verbitterd worden als ge dit leest
nu moet ge niet bij uzelf gaan denken„wie
zou over mij aan dominé hebben geschreven of
tegen dominé hebben gepraat gij moet nu eens
rustig, eerlijk met uzelf te rade gaan.
Die trek in uw leven, waaraan uw medebelij
ders zich ergeren, is dat nu zonde of niet Tracht
u niet over die vraag heen te werken, zeg niet
„nu ja, maar ieder heeft wel wat, en volmaakt
worden wij hier op aarde toch niet" zegt dat
nu eens niet, maar geef er u nu eens eerlijk
rekenschap van of die trek in uw leven zonde
is, ja of neen.
En komt ge tot de overtuiging (en dat zult
ge zeker komen) dat ge hier met een zonde te
doen hebt, vraag u dan eens af, wat dat be-
teekent, al maar weer aan zulk een zonde toe
te geven, daar maar in voort te varen. Doe dat
nu eens ernstig.
Weet ge wel, dat gij u daardoor schuldig
maakt tegenover God, en dat gij daardoor uzel-
ven beneemt de waarachtige zekerheid der
schuldvergeving
Weet ge wel, dat gij daardoor het bloed van
Christus beleedigt Want als de zonde van zoo
geringe beteekenis is, dat gij er maar klakkeloos
in ipoogt voortleven, wel, dan zou 't ook niet
noodig geweest zijn, dat Christus voor die zonde
Zijn heerlijk, Zijn duur bloed gestort had.
Weet ge wel hoeveel broeders en zusters gij
door zoo te leven schokt in het geloof, tot twij
fel brengt en vaak in zwaren zielestrijd
Weet ge wel, dat als gij zoo voortgaat, en
zoo sterft, gij moogt dan zoo vroom praten als
gij wilt, gij niet zult kunnen zalig worden
Och maak toch ernst met deze dingen, bid
dend ernst met deze dingen.
Ik kan mij niet begrijpen, hoe ge zoo kunt.
Hoe kunt gij toch bidden, hoe kunt ge toch voor
Gods aangezicht verkeeren, hoe kunt ge toch
op genade en vergeving hopen, terwijl gij eiken
morgen maar weer met frisschen moed de zonde
opneemt en er u niet om bekommert wat daar
voor God en menschen de gevolgen van zijn
Hoe kunt ge, hoe kunt ge zoo
Doe dat toch niet langer. Overwin die dui-
velsche trek van uw hart, die u al maar weer
naar de zonde drijft, strijd, worstel toch ten j;
bloede toe.
Och, mijn broeder en zuster, laat ons toch
zóó leven, dat wij werkelijk beter leven dan de
wereld. Op dien regel mag geen uitzondering
zijn.
Zoo moet het wezen, dat men er waarlijk ze
ker van kan zijn, dat als men een belijdenden
buur, of patroon, of arbeider, of leverancier, of
klant heeft, dat men dan ook een goeden buur,
een goed patroon, een goed arbeider, een goed
leverancier, een goeden klant heeft. Daar moet
men zeker van kunnen zijn.
Ach, hoe heerlijk zou dat wezen voor ons al
len met elkaar, hoe rijk zou dat ons als kinderen
Gods maken, als wij altijd weer hooren moch
ten: „die geloovige menschen, dat zijn de beste".
Hoe zouden wij dan elkander stichten in steê
van ergeren.
(Gron. Kb.) D. v. D.
TWEETAL TE
KootenCand. G. J. Hoytema te Franeker.
Cand. T. Klein te Uithuizermeeden.
Ierseke U. Elgersma te Haamstede.
H. Smit te Rottevalle.
BEROEPEN TE
Zalt-BommelCand. G. J. Hoytema te Franeker.
Boornbergum Cand. D. van der Wielen
te Bergum.
Dirkshorn (als hulppred.): Cand. H. M. Matter
te Amsterdam.
Kralingsche Veer (gem. Rotterdam):
Cand. W. van den Bos te Nijkerk (G.).
Bergum D. Zwart te Oudemirdum.
Giessen-Oudekerk en Giessen-Nieuwkerk
Cand. H. J. ten Brink te Amsterdam.
Zalk (O.) en Kooten (Fr.):
Cand. G. J. Hoytema te Franeker.
AANGENOMEN NAAR
Strijen N. J. A. v. Exel, Cand. te Utrecht.
BEDANKT VOOR
Treebeek (L.): F. Dresselhuis te 01deboorn(Fr.)
Zuidwolde (Gr.): J. A. Gravestein te Oosterzee.
Meppel(vac. B. Hagenaar): S. Neerken te Ulrum
Ds. F. de Vries, Geref. predikant, is
voornemens D.V. Zondag 16 Augustus a.s. te
Raamsdonk en Drimmelen afscheid te preeken
en Zondag 6 September d.a.v. te Mijdrecht in
trede te doen. Als bevestiger treedt op Ds. A.
K. Krabbe, van Hillegom, vroeger te Mijdrecht.
Cand. Jac. Andree werd door zijn vader,
Ds. A. Andree, van Krabbendijke, bij de Geref.
Kerk van Poortugaal in het ambt van dienaar
des Woords bevestigd met een predikatie over
Jesaja 40 9. De bevestiger had tot thema „het
brengen van de Evangelieboodschap" en sprak
over: 1. het karakter, 2. den aard en 3. den
inhoud daarvan. Na de bevestiging zong de
Gemeente haar leeraar Psalm 134 3 toe. Des
avonds deed Ds. J. Andree intrede met Coll.
1 25 en 27, sprekende over „de taak van den
Evangeliedienaar, namelijk het brengen van
Gods Woord", waarbij gelet werd op: 1. het
Goddelijk gezag 2. afkomst en 3. den inhoud.
Beroepbare candidaten. In Van Ooster
zee Uit mijn levensboek las ik „Het was in
die dagen (1940) lang zoo gemakkelijk niet als
in lateren tijd, de eerste schrede in de kerke
lijke loopbaan te zetten. Een schare van twee
honderd vijftig a driehonderd hunkerende pro
ponenten zag naar ieder der veertig a vijftig
vacatures uit, die men rekende, dat jaarlijks
ontstonden. Reeds wie met een predikbeurt, of
een plaatsje op het twaalf- of zestal êener her-
derlooze gemeente begunstigd werd mocht ver
gelijkenderwijs van geluk spreken, en het was
niets vreemds, zoo men twee of drie jaren
moest wachten, eer men een kleine standplaats
bekwam. Ook Van Oosterzee had twee- of
driemaal te vergeefs op beroep gepredikt, maar
mocht niettemin zichzelven onder de bevoor
rechten tellen".
Het komt ons voor, dat de vacante gemeenten
wel wat langzaam zijn in het beroepen. Telkens
staat er een heel lijstje van arbeiders, maar de
markt is traag. En toch is er ook in de gemeen
ten behoefte aan het Woord. Is er ook honger
naar het Woord God bemoedige de wachtende
broeders candidaten „Ik blijf den Heer ver
wachten. Mijn ziel wacht ongestoord." Het is
beter op den Heere te wachten, dan op de men
schen. Als de Heere zijn kinderen laat wachten,
is er grond en oorzaak voor.
„De Bazuin."
Ds. P. J. Lambooy, werkzaam in de Geref.
Zending op Soemba, schrijft in een brief over
den arbeid aldaar o.m. het volgende
„In Melolo is nogal eenige roering geweest
door het gedrag van een famiile, waarvan het
hoofd vroeger ouderling is geweest. Zijn zoon
was onderwijzer. Daar deze echter nogal hard
handig optrad en de school tijdens zijn afwezig
heid daar reeds tweemaal afbrandde, plaatste ik
hem, tevens met het oog op zijn gezondheid,
over naar een school in de bergen. Maar dat
wilde hij niet. Hij eischte zijn oude plaats terug.
Daar hij ondanks bedenktijd, hem gegeven, bleef
weigeren, moest ik hem ontslaan.
Daarop begon hij te dreigen, dat als ik hem
zijn plaats niet terug gaf, hij Roomsch zou wor
den. Ik heb hem geroepen en ernstig gepraat,
hem gevraagd, of hij Roomsch werd uit over
tuiging. „Neen", zei hij, „ik weet wel, dat dat
niet goed is, maar ik wil toch, behalve als u
mij een plaats geeft, die ik zelf wil".
Ik moest hem antwoorden, dat iemand, die
zoo los aan zijn geloof hangt, dat hij tegen zijn
geweten in Roomsch wil worden, niet te ge
bruiken was in onze Zending.
Waarop hij zich dan ook in verbinding stelde
met den pastoor en nu onderwijzer wordt bij
den pastoor.
Zoo ziet u, dat ook in Oost-Soemba duidelijk
merkbaar is de slechte invloed, die er uitgaat
van de vestiging van de Roomsche Zending. Als
men vermaand wordt of bestraft wegens het een
of ander, dan is het al gauw „dan ga ik maar
naar den pastoor", die iedereen graag ontvangt
en maar inschrijft in zijn lijstje namen.
Toch mogen we niet toegeven en dan maar-
slapper tucht oefenen, want dan zou het gevaar
nog grooter zijn dan het gevaar van de Room
sche missie."
Tweeërlei maat. Dr. K. Dijk schrijft in
de „Haagsche Kerkbode"
„De Classis Batavia heeft, zoo melden ons de
bladen, aan Dr. D. K. Wielenga, dienaar des
Woords bij de Gereformeerde Kerk van Ban
doeng en tevens „godsdienstleeraar" aan het
Christelijk Lyceum aldaar, eervol emeritaat ver
leend, opdat deze „dienaar" zich ten volle wijden
kan aan zijn leeraarsarbeid, die hem en zijn tijd
ten volle in beslag neemt.
Ik heb dit bericht twee maal overgelezen, om
dat ik het niet gelooven kon.
Want in Indië, en we leven toch in één kerk
verband, volgt men een gansch andere lijn dan
wij hier.
Prof. Dr. A. A. v. Schelven en Prof. Dr.
D. Th. Vollenhoven konden geen emeritaat ver
krijgen, wijl zij als hoogleeraren in de litterari-
sche faculteit overgingen tot een anderen staat
des levens.
De Synode van Leeuwarden (1920) heeft zich
in dit punt zeer duidelijk uitgesproken en emeri
taat alleen mogelijk geacht voor hoogleeraren in
de theologie, geestelijke verzorgers en dergelijke.
De Synode van Arnhem (1930) heeft deze
uitspraak bevestigd en ten opzichte van Dr. Vol
lenhoven de deur dichtgeworpen en gegrendeld,
een beslissing, die genomen is ook met bewilli
ging van de afgevaardigden der Indische kerken.
En nu komen deze kerken op Java samen en
verleenen, als ware hier in Holland niets ge
beurd, en ten spijt van alle Synodale decreten,
aan een voormalig Dienaar des Woords, die
leeraar is geworden aan een Lyceum, zij het
dan ook in de Christelijke religie, eervol emeri
taat.
Wordt op deze wijze niet met twee maten ge
meten
Men weet, hoe ik alle pogingen in het werk
heb gesteld om den weg te openen, die leiden
kon tot een emeritaat van Prof. Vollenhoven.
Nu eenmaal onze kerken met algemeene stem
men (want men liet mij alleen staan) uitgespro
ken hebben, dat dit niet kan, leg ik mij hierbij
neer.
Maar we dragen een tweeslachtigheid in ons
kerkelijk leven in, wanneer in Indië een leeraar
aan een lyceum wel emeritaat kan verkrijgen,
en hier in Holland een professor aan onze Vrije
Universiteit, die mede arbeidt aan de vorming
van theologen, niet.
Ik kan het niet anders inzien dan dat het be
sluit van de Classis Batavia ten opzichte van
Dr. D. K. Wielenga, hoe gaarne ik hem ook
dit emeritaat zou gunnen, in strijd is met de be
sluiten van Leeuwarden en Arnhem, en niet in
overeenstemming met de handhaving van ons
kerkverband.
Evenals de Classis Haarlem door aan Prof.
van Schelven oefenaarsbevoegdheid te verleenen
lijnrecht ingaat tegen deze uitspraak van Arn-
hem's Synode „bij de kerken erop aan te drin-
„gen, dat ze geen voormalige dienaren des
„Woords, welke tot een anderen staat des levens
„zijn overgegaan, uitnoodigen om voor te gaan
„in den kerkedienst".
Zoo gaan de deuren open voor indepentisme."
Ds. J. D. van der Velden schrijft in de
„Kralingsche Kerkbode"
Wie stelt beroepbaar De classis, waar de
Candidaat in de Theologie zijn praeparatoir
examen doet, of stelt de candidaat zich beroep
baar
Al geschiedt het, zeker met het oog op de
vele candidaten tot den Heiligen Dienst en de
weinige kleine Kerken, die beroepen kunnen,
niet zooveel meer, dat men zich niet beroepbaar
stelt, toch geschiedt het in enkele gevallen. Maar
laat men dan de goede terminologie gebruiken
b.v., dat men om gewichtige redenen alsnog
geen roeping naar eenige kerk in overweging
kan nemen.
Erger wordt het, wanneer, zooals we in een
onzer kerkelijke bladen lezen, een candidaat
meldt, dat hij nog niet beroepbaar is, maar in-
tusschen gaarne bereid des Zondags de Kerken
te dienen.
De classis heeft hem na afgelegd examen be
roepbaar gesteld, de vergunning verleend om te
staan naar den dienst des Woords en de persoon
in quaestie meldt niet beroepbaar te zijn. Hoe
hebben we het nu
K. B. S.
VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN
Middelburg. Ontvangen met vriendelijken dank
van Mej. C. 4 bundels Tkimotheüs.
Van Mej. L. een koffer met kleeding.
Van Mej. M. uit Driewegen (bij Goes) eenige Kle
dingstukken.
Namens de Evang. Commissie, Korteknie
Molstraat 26.
Classis Middelburg,
De eerstvolgende vergadering der Classis
Middelburg zal D.V. plaats vinden op Woens
dag 9 September a.s., aanvang 9J^ uur v.m.
Opgave der zaken, die door deze vergadering
behandeld moeten worden, dient gedaan te wor
den vóór 20 Augustus a.s. aan het adres van
den eersten ondergeteekende.
Namens de roepende kerk van Grijpskerke,
H. PESTMAN, Praeses.
A. POUWER, Scriba.
ZENDING.
St. Laurens. Met hartelijken dank ontvangen
van de kinderen der Chr. school uit het knikkertje
f 10.14 en van Greta en Louw Boon 100 halve centen.
Names de Zendingscommissie,
D. Willemse, Penningmeester.
Middelburg. Ontvangen een doos zilverpapier
van de kinderen 3e klasse Gravenstraat, een doos
zilverpapier en capsules van de kinderen le klasse
Heerengracht en een zak zilverpapier van Maatje
v. Sighem, Westkapelle. Hartelijk dank.
Mej. C. Littooij,
Molstr. 90.
VEREENIGINGSLEVEN*
RING „VL1SSINGEN EN OMSTREKEN".
Ringvergadering D. V. Donderdag 13 Augustus a. s.
's avonds om 8 uur in het Vereenigingsgebonw te
Koudekerke.
1. „Het verband tusschen J. V. en K. V. "door Vlissingen
2. „Hoe richten we onze feestelijke vergadering in"
door Biggekerke.
IN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN
ZEELAND OP
ZONDAG 9 AUGUSTUS 1931.
CLASSE MIDDELBURG.
MIDDELBURG.
Hofpleinkerk 9.30 uur ds. D. Ringnalda Sr.
te Den Haag.
6 uur ds. D. Ringnalda Jr.
Noorderkerk 9.30 uur ds. D. Ringnalda Jr.
2 uur ds. I). Ringnalda Sr.
6 uur ds. D. Ringnalda Sr.
Arnemuiden 9.30 en 2 uur ds. D. Scheele
Bed. H. Av. en Dankz.
Domburg 9.30 en 2 uur ds. L. Oranje
te Laren.
Gapinge 9.30 uur Lezen eener Leerr.
2 uur ds. C. Lindeboom
te Amsterdam.
Grijpskerke 9 en 2 uur ds. Pestman
Bed. H. Av. en Dankz.
Koudekerke 9 en 2 uur ds. ten Brink
St. Laurens 9.30 uur Lezen eener Leerr
2 uur ds. D. Ringnalda
Meliskerke 9 uur ds. M. Vreugdenhil
Voorber. H. Av.
2 uur Lezen eener Leerr.
7 uur ds. L. Oranje
te Laren.
Rede Jongel. Ver.
Oostkapelle 9 en 2 uur ds. Deddens
Serooskerke 9.30 en 2 uur ds. W. F. M. Lindeboom
Souburg 9.30 en 2 uur ds. J. C. J. Kuiper
Bed. II. Av. en Dankz.
Veere 9.30 en 2 uur Lezen eener Leerr..
Vlissingen 9.30 en 5.30 uur ds. H. A. Wiersinga
Vrouwepolder 9.30 uur ds. C. Lindeboom
te Amsterdam.
2 uur Lezen eener Leerr.
Westkapelle 9.30 en 2 uur ds. J. E. Visser
Bed. H. Av. en Dankz.
CLASSE ZIERIKZEE.
Brouwershaven 9.30 en 2 uur
Bruinisse 10 en 5 uur
Colijnsplaat 9.30 en 5 30 uur
Geersdijk 9.30 en 2 uur
Haamstede 9.30 en 3 uur
Kamperland 9 en 2 uur
6 uur
Nieuwerkerk 9 30, 2 en 6 uur
Oosterland 9.30 en 2 uur
Scharendijke 9.30 en 2 uur
Wissekerke 9.30 en 2 uur
Zierikzee 9.30 en 5.30 uur ds
Zonnemaire 9.30 en 2 uur
Lezen eener Leerr.
ds. J. P. Unger
ds. F. Staal
Lezen eener Leerr.
ds. Elgersma
ds. F. J. v. d. Ende
Lezen eener Leerr.
Cand. Bavinck
te Rotterdam.
Lezen eener Leerr.
ds. J. B. Vogelaar
Lezen eener Leerr,
J. van Lonkhuijzen
ds. Z. Hoek
CLASSE THOLEN*
Anna Jacoba Polder 9.30 en 2 uur ds. J. Spoelstra
Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 uur Cand. A. J. v. Dijk
te Rotterdam.
Krabbendijke 9 en 2 uur ds. A. Andree
Poortvliet 9.30, 2 en 6 uur dhr. K. de Vries
Etilland-Bath 10 en 2.30 uur Cand. P. B. Lengkeek
te Rotterdam.
Tbolen 9-30 en 2 uur ds. C. Veltenaar
Oud-Vosmeer 9.30 en 2 uur ds. C. Vreugdenhil
CLASSE GOES*
Baarland 9.30 en 2 uur ds. C. Vonk
Borssele 9.30 en 2 uur Lezen eener Leerr.
Driewegen 9.30 uur Lezen eener Leerr.
5.30 uur ds. E. Beukema
Kapelle-Biezelinge 10 en 2.30 uur ds. Huizinga
te Scharnegoutum.
Goes 9.30 en 5.30 uur ds. W. Moene
te De Lier.
s Gravenpolder 10 30 en 3 uur Lezen eener Leerr
•Heinkenszand 10 en 2.30 uur ds. Eggink
te Geldermalsen.
Yerseke 9.30 en 2 uur
Wemeldinge 10 en 2 uur Lezen eener Leerr.
Kruiningen 9.30 en 2 uur ds. J. Koolstra
Nieuwdorp 9.30 en 2 uur ds. E. Beukema
Wolphaartsdijk 10 en 2.30 uur ds. G. van Heiningen
CLASSE A XEL*
Veere. De bevestiging van den beroepen
Dienaar des Woords, den Eerw. Heer J.
v. d. Guchte, zal plaats hebben D.V. op Zon
dag 16 Augustus des morgens om half 10 dooi
den WelEerw. Heer Ds. P. van Strien van
Haarlemmermeer, terwijl de intrede is bepaald
des namiddags om 3 uur.
De kerkeraad noodigt bij die gelegenheid de
kerken in de Classis uit afgevaardigden te wil
len zenden. Vriendelijk verzoekt zij voor 14
Augustus a.s. hiervan mededeeling te doen, daar
alsdan plaatsen zullen worden gereserveerd.
Namens den kerkeraad der Geref. Kerk
te Veere,
H. LUIJK, Scriba.
Aardenburg 10 en 3 uur
Axel 9.30 en 2.30 uur
Hoek 10 en 3 uur
Oostburg 10 en 2.30 uur
Schoondijke 10 en 3 uur
Terneuzen 10 en 2.30 uur
Zaamslflg 9 30 en 2.30 uur
Cand. van Exel
te Utrecht,
ds. F. A. den Boeft
te Kralingen,
ds. J. B. Vanhaclen
ds. Th. P. Potma
ds. D. J. de Vries
ds. de Waard
te Rijnsburg.
ds. P. van Strien
te Haarlemmermeer.
ADVERTENTIE N.