Tandarts VAN DE VELDE hervat Maandag 10 Augustus de praktijk. KERKNIEUWS* OFFICIEELE BERICHTEN. PREDIKBEURTEN* In dit stukje wilde ik eens spreken over er gernis geven in meer algemeenen zin. „Ergernis geven", wat is dat eigenlijk? Daar mee bedoelen wij dit, dat men door zijn gedrag oorzaak wordt dat anderen tot zonde komen, of van het geloof afkeerig worden gemaakt ,of in het geloof worden geschokt. Dat nu is een ding, dat zóó vaak, zoo gewel dig vaak gedaan wordt. Nu wil ik vooropstellen, dat de misstappen en gebreken van de belijders niet zelden zeer overdreven worden voorgesteld, dat men in een belijder vaak acht geeft op dingen, waaraan men bij een wereldling nauwelijks aandacht schenkt. Dat is onloochenbaar. Maar ook al houdt men hier rekening mee, dan blijft toch de waarheid staan, dat belijders van 's Heeren Naam zich telkens zoo gedragen, dat hun gedrag ongunstig afsteekt tegenover het gedrag van wereldlingen. Bijvoorbeeld. Hoe vaak hoort ge niet bij een gesprek over buren „ja, dat zijn broeders en zusters, maar o, wat hebben wij een verdriet van die menschen en die anderen zijn wereld lingen, maar wat edele menschen zijn dat, hoe vriendelijk, hoe meelevend, hoe hulpvaardig". Of men spreekt over klanten, die men heeft aan zijn zaak en dan is het al weer hetzelfde „ja, dat is een belijder, maar wil u wel gelooven, dat ik veel en veel liever te doen heb met die en die, dat toch puur moderne menschen zijn Zoo kunt ge de voorbeelden vermenigvuldigen. Zoo wordt er gepraat over geloovige patroons, over geloovige werklieden, over geloovige zaken- menschen en geloovige afnemers. Laten wij dat toch eerlijk onder de oogen zien, en er ons niet afmaken met te zeggen „ja, och ja, de wereld wil toch over Gods volk praten, daar moet men zich niet te veel van aantrekken". Daar komen we er niet mee en daar maken wij de dingen voor God ook niet mee in orde. Het feit ligt er, dat wij ons vaak zoo gedra gen, dat wij ons voor de wereld moeten schamen. En daardoor geven wij ergernis, ergernis aan de wereld, ergernis ook aan de geloovigen. Ergernis aan de geloovigen. Daarop wilde ik vooral wijzen. Dezer dagen was ik bij een broeder der ge meente. Die broeder had ook van die droeve ervaring opgedaan met leden der gemeente, ter wijl hij van ongeloovige zijde zooveel goeds ondervonden had. En wat was de uitwerking daarvan bij hem geweest Dit, dat hij soms bij zichzelf zeide„waar blijven wij nu met onze belijdenis aangaande wedergeboorte en bekeering en de omzetting des menschen door de werking des Geestes 7" Het gedrag der belijders had zijn geloof een schok gegeven en aan het wankelen gebracht. Niet dat daardoor zijn geloof weg zal wor den, dat kan natuurlijk niet, maar wel wordt daardoor de geloofszekerheid en de geloofsblijd- schap geschokt. En was dat met ons allen wel eens niet zoo Als wij in ons leven te doen krijgen met een belijder, die hardnekkig volhardt, jaar in jaar uit, in een bepaalde zonde, waarover hij niet ver maand wil zijn, waarover hij nooit toont berouw te hebben, waartegen hij blijkbaar nooit strijdt, een zonde, die hij in zijn leven maar laat voort woekeren en hij gaat er even plezierig om ten Avondmaal en als gij hem hoort praten dan roemt hij in zijn geloof, krijgen wij dan allen wel eens niet die benauwend» gedachte „maar wat is er dan toch aan van al dat praten over geloof en bekeering, als bij de belijders een dergelijk leven zich toch maar voortzetten kan, jaar in jaar uit Doet dat bij ons allen wel eens niet een nevel trekken voor ons geloofsoog Wat wordt er op die manier door broeders en zusters veel pijn gedaan, veel kwaad berok kend aan mede-geloovigen. Is dat niet verschrikkelijk O, als ik die dingen bemerk in de gemeente, dan zou ik kunnen schreien. Misschien zijn er onder hen, die dit schrijven lezen ook wel van zulken, wier leven een voort durende ergernis is voor andere kinderen Gods. Tot hen zeg ik„Broeder, zuster, nu moet ge eens niet verbitterd worden als ge dit leest nu moet ge niet bij uzelf gaan denken„wie zou over mij aan dominé hebben geschreven of tegen dominé hebben gepraat gij moet nu eens rustig, eerlijk met uzelf te rade gaan. Die trek in uw leven, waaraan uw medebelij ders zich ergeren, is dat nu zonde of niet Tracht u niet over die vraag heen te werken, zeg niet „nu ja, maar ieder heeft wel wat, en volmaakt worden wij hier op aarde toch niet" zegt dat nu eens niet, maar geef er u nu eens eerlijk rekenschap van of die trek in uw leven zonde is, ja of neen. En komt ge tot de overtuiging (en dat zult ge zeker komen) dat ge hier met een zonde te doen hebt, vraag u dan eens af, wat dat be- teekent, al maar weer aan zulk een zonde toe te geven, daar maar in voort te varen. Doe dat nu eens ernstig. Weet ge wel, dat gij u daardoor schuldig maakt tegenover God, en dat gij daardoor uzel- ven beneemt de waarachtige zekerheid der schuldvergeving Weet ge wel, dat gij daardoor het bloed van Christus beleedigt Want als de zonde van zoo geringe beteekenis is, dat gij er maar klakkeloos in ipoogt voortleven, wel, dan zou 't ook niet noodig geweest zijn, dat Christus voor die zonde Zijn heerlijk, Zijn duur bloed gestort had. Weet ge wel hoeveel broeders en zusters gij door zoo te leven schokt in het geloof, tot twij fel brengt en vaak in zwaren zielestrijd Weet ge wel, dat als gij zoo voortgaat, en zoo sterft, gij moogt dan zoo vroom praten als gij wilt, gij niet zult kunnen zalig worden Och maak toch ernst met deze dingen, bid dend ernst met deze dingen. Ik kan mij niet begrijpen, hoe ge zoo kunt. Hoe kunt gij toch bidden, hoe kunt ge toch voor Gods aangezicht verkeeren, hoe kunt ge toch op genade en vergeving hopen, terwijl gij eiken morgen maar weer met frisschen moed de zonde opneemt en er u niet om bekommert wat daar voor God en menschen de gevolgen van zijn Hoe kunt ge, hoe kunt ge zoo Doe dat toch niet langer. Overwin die dui- velsche trek van uw hart, die u al maar weer naar de zonde drijft, strijd, worstel toch ten j; bloede toe. Och, mijn broeder en zuster, laat ons toch zóó leven, dat wij werkelijk beter leven dan de wereld. Op dien regel mag geen uitzondering zijn. Zoo moet het wezen, dat men er waarlijk ze ker van kan zijn, dat als men een belijdenden buur, of patroon, of arbeider, of leverancier, of klant heeft, dat men dan ook een goeden buur, een goed patroon, een goed arbeider, een goed leverancier, een goeden klant heeft. Daar moet men zeker van kunnen zijn. Ach, hoe heerlijk zou dat wezen voor ons al len met elkaar, hoe rijk zou dat ons als kinderen Gods maken, als wij altijd weer hooren moch ten: „die geloovige menschen, dat zijn de beste". Hoe zouden wij dan elkander stichten in steê van ergeren. (Gron. Kb.) D. v. D. TWEETAL TE KootenCand. G. J. Hoytema te Franeker. Cand. T. Klein te Uithuizermeeden. Ierseke U. Elgersma te Haamstede. H. Smit te Rottevalle. BEROEPEN TE Zalt-BommelCand. G. J. Hoytema te Franeker. Boornbergum Cand. D. van der Wielen te Bergum. Dirkshorn (als hulppred.): Cand. H. M. Matter te Amsterdam. Kralingsche Veer (gem. Rotterdam): Cand. W. van den Bos te Nijkerk (G.). Bergum D. Zwart te Oudemirdum. Giessen-Oudekerk en Giessen-Nieuwkerk Cand. H. J. ten Brink te Amsterdam. Zalk (O.) en Kooten (Fr.): Cand. G. J. Hoytema te Franeker. AANGENOMEN NAAR Strijen N. J. A. v. Exel, Cand. te Utrecht. BEDANKT VOOR Treebeek (L.): F. Dresselhuis te 01deboorn(Fr.) Zuidwolde (Gr.): J. A. Gravestein te Oosterzee. Meppel(vac. B. Hagenaar): S. Neerken te Ulrum Ds. F. de Vries, Geref. predikant, is voornemens D.V. Zondag 16 Augustus a.s. te Raamsdonk en Drimmelen afscheid te preeken en Zondag 6 September d.a.v. te Mijdrecht in trede te doen. Als bevestiger treedt op Ds. A. K. Krabbe, van Hillegom, vroeger te Mijdrecht. Cand. Jac. Andree werd door zijn vader, Ds. A. Andree, van Krabbendijke, bij de Geref. Kerk van Poortugaal in het ambt van dienaar des Woords bevestigd met een predikatie over Jesaja 40 9. De bevestiger had tot thema „het brengen van de Evangelieboodschap" en sprak over: 1. het karakter, 2. den aard en 3. den inhoud daarvan. Na de bevestiging zong de Gemeente haar leeraar Psalm 134 3 toe. Des avonds deed Ds. J. Andree intrede met Coll. 1 25 en 27, sprekende over „de taak van den Evangeliedienaar, namelijk het brengen van Gods Woord", waarbij gelet werd op: 1. het Goddelijk gezag 2. afkomst en 3. den inhoud. Beroepbare candidaten. In Van Ooster zee Uit mijn levensboek las ik „Het was in die dagen (1940) lang zoo gemakkelijk niet als in lateren tijd, de eerste schrede in de kerke lijke loopbaan te zetten. Een schare van twee honderd vijftig a driehonderd hunkerende pro ponenten zag naar ieder der veertig a vijftig vacatures uit, die men rekende, dat jaarlijks ontstonden. Reeds wie met een predikbeurt, of een plaatsje op het twaalf- of zestal êener her- derlooze gemeente begunstigd werd mocht ver gelijkenderwijs van geluk spreken, en het was niets vreemds, zoo men twee of drie jaren moest wachten, eer men een kleine standplaats bekwam. Ook Van Oosterzee had twee- of driemaal te vergeefs op beroep gepredikt, maar mocht niettemin zichzelven onder de bevoor rechten tellen". Het komt ons voor, dat de vacante gemeenten wel wat langzaam zijn in het beroepen. Telkens staat er een heel lijstje van arbeiders, maar de markt is traag. En toch is er ook in de gemeen ten behoefte aan het Woord. Is er ook honger naar het Woord God bemoedige de wachtende broeders candidaten „Ik blijf den Heer ver wachten. Mijn ziel wacht ongestoord." Het is beter op den Heere te wachten, dan op de men schen. Als de Heere zijn kinderen laat wachten, is er grond en oorzaak voor. „De Bazuin." Ds. P. J. Lambooy, werkzaam in de Geref. Zending op Soemba, schrijft in een brief over den arbeid aldaar o.m. het volgende „In Melolo is nogal eenige roering geweest door het gedrag van een famiile, waarvan het hoofd vroeger ouderling is geweest. Zijn zoon was onderwijzer. Daar deze echter nogal hard handig optrad en de school tijdens zijn afwezig heid daar reeds tweemaal afbrandde, plaatste ik hem, tevens met het oog op zijn gezondheid, over naar een school in de bergen. Maar dat wilde hij niet. Hij eischte zijn oude plaats terug. Daar hij ondanks bedenktijd, hem gegeven, bleef weigeren, moest ik hem ontslaan. Daarop begon hij te dreigen, dat als ik hem zijn plaats niet terug gaf, hij Roomsch zou wor den. Ik heb hem geroepen en ernstig gepraat, hem gevraagd, of hij Roomsch werd uit over tuiging. „Neen", zei hij, „ik weet wel, dat dat niet goed is, maar ik wil toch, behalve als u mij een plaats geeft, die ik zelf wil". Ik moest hem antwoorden, dat iemand, die zoo los aan zijn geloof hangt, dat hij tegen zijn geweten in Roomsch wil worden, niet te ge bruiken was in onze Zending. Waarop hij zich dan ook in verbinding stelde met den pastoor en nu onderwijzer wordt bij den pastoor. Zoo ziet u, dat ook in Oost-Soemba duidelijk merkbaar is de slechte invloed, die er uitgaat van de vestiging van de Roomsche Zending. Als men vermaand wordt of bestraft wegens het een of ander, dan is het al gauw „dan ga ik maar naar den pastoor", die iedereen graag ontvangt en maar inschrijft in zijn lijstje namen. Toch mogen we niet toegeven en dan maar- slapper tucht oefenen, want dan zou het gevaar nog grooter zijn dan het gevaar van de Room sche missie." Tweeërlei maat. Dr. K. Dijk schrijft in de „Haagsche Kerkbode" „De Classis Batavia heeft, zoo melden ons de bladen, aan Dr. D. K. Wielenga, dienaar des Woords bij de Gereformeerde Kerk van Ban doeng en tevens „godsdienstleeraar" aan het Christelijk Lyceum aldaar, eervol emeritaat ver leend, opdat deze „dienaar" zich ten volle wijden kan aan zijn leeraarsarbeid, die hem en zijn tijd ten volle in beslag neemt. Ik heb dit bericht twee maal overgelezen, om dat ik het niet gelooven kon. Want in Indië, en we leven toch in één kerk verband, volgt men een gansch andere lijn dan wij hier. Prof. Dr. A. A. v. Schelven en Prof. Dr. D. Th. Vollenhoven konden geen emeritaat ver krijgen, wijl zij als hoogleeraren in de litterari- sche faculteit overgingen tot een anderen staat des levens. De Synode van Leeuwarden (1920) heeft zich in dit punt zeer duidelijk uitgesproken en emeri taat alleen mogelijk geacht voor hoogleeraren in de theologie, geestelijke verzorgers en dergelijke. De Synode van Arnhem (1930) heeft deze uitspraak bevestigd en ten opzichte van Dr. Vol lenhoven de deur dichtgeworpen en gegrendeld, een beslissing, die genomen is ook met bewilli ging van de afgevaardigden der Indische kerken. En nu komen deze kerken op Java samen en verleenen, als ware hier in Holland niets ge beurd, en ten spijt van alle Synodale decreten, aan een voormalig Dienaar des Woords, die leeraar is geworden aan een Lyceum, zij het dan ook in de Christelijke religie, eervol emeri taat. Wordt op deze wijze niet met twee maten ge meten Men weet, hoe ik alle pogingen in het werk heb gesteld om den weg te openen, die leiden kon tot een emeritaat van Prof. Vollenhoven. Nu eenmaal onze kerken met algemeene stem men (want men liet mij alleen staan) uitgespro ken hebben, dat dit niet kan, leg ik mij hierbij neer. Maar we dragen een tweeslachtigheid in ons kerkelijk leven in, wanneer in Indië een leeraar aan een lyceum wel emeritaat kan verkrijgen, en hier in Holland een professor aan onze Vrije Universiteit, die mede arbeidt aan de vorming van theologen, niet. Ik kan het niet anders inzien dan dat het be sluit van de Classis Batavia ten opzichte van Dr. D. K. Wielenga, hoe gaarne ik hem ook dit emeritaat zou gunnen, in strijd is met de be sluiten van Leeuwarden en Arnhem, en niet in overeenstemming met de handhaving van ons kerkverband. Evenals de Classis Haarlem door aan Prof. van Schelven oefenaarsbevoegdheid te verleenen lijnrecht ingaat tegen deze uitspraak van Arn- hem's Synode „bij de kerken erop aan te drin- „gen, dat ze geen voormalige dienaren des „Woords, welke tot een anderen staat des levens „zijn overgegaan, uitnoodigen om voor te gaan „in den kerkedienst". Zoo gaan de deuren open voor indepentisme." Ds. J. D. van der Velden schrijft in de „Kralingsche Kerkbode" Wie stelt beroepbaar De classis, waar de Candidaat in de Theologie zijn praeparatoir examen doet, of stelt de candidaat zich beroep baar Al geschiedt het, zeker met het oog op de vele candidaten tot den Heiligen Dienst en de weinige kleine Kerken, die beroepen kunnen, niet zooveel meer, dat men zich niet beroepbaar stelt, toch geschiedt het in enkele gevallen. Maar laat men dan de goede terminologie gebruiken b.v., dat men om gewichtige redenen alsnog geen roeping naar eenige kerk in overweging kan nemen. Erger wordt het, wanneer, zooals we in een onzer kerkelijke bladen lezen, een candidaat meldt, dat hij nog niet beroepbaar is, maar in- tusschen gaarne bereid des Zondags de Kerken te dienen. De classis heeft hem na afgelegd examen be roepbaar gesteld, de vergunning verleend om te staan naar den dienst des Woords en de persoon in quaestie meldt niet beroepbaar te zijn. Hoe hebben we het nu K. B. S. VERANTWOORDING van LIEFDEGAVEN Middelburg. Ontvangen met vriendelijken dank van Mej. C. 4 bundels Tkimotheüs. Van Mej. L. een koffer met kleeding. Van Mej. M. uit Driewegen (bij Goes) eenige Kle dingstukken. Namens de Evang. Commissie, Korteknie Molstraat 26. Classis Middelburg, De eerstvolgende vergadering der Classis Middelburg zal D.V. plaats vinden op Woens dag 9 September a.s., aanvang 9J^ uur v.m. Opgave der zaken, die door deze vergadering behandeld moeten worden, dient gedaan te wor den vóór 20 Augustus a.s. aan het adres van den eersten ondergeteekende. Namens de roepende kerk van Grijpskerke, H. PESTMAN, Praeses. A. POUWER, Scriba. ZENDING. St. Laurens. Met hartelijken dank ontvangen van de kinderen der Chr. school uit het knikkertje f 10.14 en van Greta en Louw Boon 100 halve centen. Names de Zendingscommissie, D. Willemse, Penningmeester. Middelburg. Ontvangen een doos zilverpapier van de kinderen 3e klasse Gravenstraat, een doos zilverpapier en capsules van de kinderen le klasse Heerengracht en een zak zilverpapier van Maatje v. Sighem, Westkapelle. Hartelijk dank. Mej. C. Littooij, Molstr. 90. VEREENIGINGSLEVEN* RING „VL1SSINGEN EN OMSTREKEN". Ringvergadering D. V. Donderdag 13 Augustus a. s. 's avonds om 8 uur in het Vereenigingsgebonw te Koudekerke. 1. „Het verband tusschen J. V. en K. V. "door Vlissingen 2. „Hoe richten we onze feestelijke vergadering in" door Biggekerke. IN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND OP ZONDAG 9 AUGUSTUS 1931. CLASSE MIDDELBURG. MIDDELBURG. Hofpleinkerk 9.30 uur ds. D. Ringnalda Sr. te Den Haag. 6 uur ds. D. Ringnalda Jr. Noorderkerk 9.30 uur ds. D. Ringnalda Jr. 2 uur ds. I). Ringnalda Sr. 6 uur ds. D. Ringnalda Sr. Arnemuiden 9.30 en 2 uur ds. D. Scheele Bed. H. Av. en Dankz. Domburg 9.30 en 2 uur ds. L. Oranje te Laren. Gapinge 9.30 uur Lezen eener Leerr. 2 uur ds. C. Lindeboom te Amsterdam. Grijpskerke 9 en 2 uur ds. Pestman Bed. H. Av. en Dankz. Koudekerke 9 en 2 uur ds. ten Brink St. Laurens 9.30 uur Lezen eener Leerr 2 uur ds. D. Ringnalda Meliskerke 9 uur ds. M. Vreugdenhil Voorber. H. Av. 2 uur Lezen eener Leerr. 7 uur ds. L. Oranje te Laren. Rede Jongel. Ver. Oostkapelle 9 en 2 uur ds. Deddens Serooskerke 9.30 en 2 uur ds. W. F. M. Lindeboom Souburg 9.30 en 2 uur ds. J. C. J. Kuiper Bed. II. Av. en Dankz. Veere 9.30 en 2 uur Lezen eener Leerr.. Vlissingen 9.30 en 5.30 uur ds. H. A. Wiersinga Vrouwepolder 9.30 uur ds. C. Lindeboom te Amsterdam. 2 uur Lezen eener Leerr. Westkapelle 9.30 en 2 uur ds. J. E. Visser Bed. H. Av. en Dankz. CLASSE ZIERIKZEE. Brouwershaven 9.30 en 2 uur Bruinisse 10 en 5 uur Colijnsplaat 9.30 en 5 30 uur Geersdijk 9.30 en 2 uur Haamstede 9.30 en 3 uur Kamperland 9 en 2 uur 6 uur Nieuwerkerk 9 30, 2 en 6 uur Oosterland 9.30 en 2 uur Scharendijke 9.30 en 2 uur Wissekerke 9.30 en 2 uur Zierikzee 9.30 en 5.30 uur ds Zonnemaire 9.30 en 2 uur Lezen eener Leerr. ds. J. P. Unger ds. F. Staal Lezen eener Leerr. ds. Elgersma ds. F. J. v. d. Ende Lezen eener Leerr. Cand. Bavinck te Rotterdam. Lezen eener Leerr. ds. J. B. Vogelaar Lezen eener Leerr, J. van Lonkhuijzen ds. Z. Hoek CLASSE THOLEN* Anna Jacoba Polder 9.30 en 2 uur ds. J. Spoelstra Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 uur Cand. A. J. v. Dijk te Rotterdam. Krabbendijke 9 en 2 uur ds. A. Andree Poortvliet 9.30, 2 en 6 uur dhr. K. de Vries Etilland-Bath 10 en 2.30 uur Cand. P. B. Lengkeek te Rotterdam. Tbolen 9-30 en 2 uur ds. C. Veltenaar Oud-Vosmeer 9.30 en 2 uur ds. C. Vreugdenhil CLASSE GOES* Baarland 9.30 en 2 uur ds. C. Vonk Borssele 9.30 en 2 uur Lezen eener Leerr. Driewegen 9.30 uur Lezen eener Leerr. 5.30 uur ds. E. Beukema Kapelle-Biezelinge 10 en 2.30 uur ds. Huizinga te Scharnegoutum. Goes 9.30 en 5.30 uur ds. W. Moene te De Lier. s Gravenpolder 10 30 en 3 uur Lezen eener Leerr •Heinkenszand 10 en 2.30 uur ds. Eggink te Geldermalsen. Yerseke 9.30 en 2 uur Wemeldinge 10 en 2 uur Lezen eener Leerr. Kruiningen 9.30 en 2 uur ds. J. Koolstra Nieuwdorp 9.30 en 2 uur ds. E. Beukema Wolphaartsdijk 10 en 2.30 uur ds. G. van Heiningen CLASSE A XEL* Veere. De bevestiging van den beroepen Dienaar des Woords, den Eerw. Heer J. v. d. Guchte, zal plaats hebben D.V. op Zon dag 16 Augustus des morgens om half 10 dooi den WelEerw. Heer Ds. P. van Strien van Haarlemmermeer, terwijl de intrede is bepaald des namiddags om 3 uur. De kerkeraad noodigt bij die gelegenheid de kerken in de Classis uit afgevaardigden te wil len zenden. Vriendelijk verzoekt zij voor 14 Augustus a.s. hiervan mededeeling te doen, daar alsdan plaatsen zullen worden gereserveerd. Namens den kerkeraad der Geref. Kerk te Veere, H. LUIJK, Scriba. Aardenburg 10 en 3 uur Axel 9.30 en 2.30 uur Hoek 10 en 3 uur Oostburg 10 en 2.30 uur Schoondijke 10 en 3 uur Terneuzen 10 en 2.30 uur Zaamslflg 9 30 en 2.30 uur Cand. van Exel te Utrecht, ds. F. A. den Boeft te Kralingen, ds. J. B. Vanhaclen ds. Th. P. Potma ds. D. J. de Vries ds. de Waard te Rijnsburg. ds. P. van Strien te Haarlemmermeer. ADVERTENTIE N.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1931 | | pagina 3