Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. No. 25. Vrijdag 19 Juni 1931. 45e Jaargang. UIT HET WOORD, DADERS DES WOORDS- ZEEUWSCHE KERKBODE. REDACTEUR: Ds. A. C HE IJ TE KOUDEKERKE. VASTE MEDEWERKERS: D.D. L. BOUMA, W. M. LE COINTRE, F. J. v. d. ENDE, A. B. W. M. KOK, J. VAN LONKHUIJZEN, F. STAAL Pzn., A. SCHEELE, D. SCHEELE en R. J. VAN DER VEEN. ABONNEMENTSPRIJS: per kwartaal bij vooruitbetaling 1. Afzonderlijke nummers 8 cent. ADVERTENTIEPRIJS15 cent per regel i bij jaarabonnement van minstens 500 regels belangrijke reductie. UITGAVE VAN DE PERSVEREENIGING ZEEUWSCHE KERKBODE ADRES VAN DE ADMINISTRATIE: FIRMA LITTOOIJ OLTHOFF, MIDDELBURG Berichten, Opgaven Predikbeurten en Advertentiën tot Vrijdagmorgen 9 uur te zenden aan de Drukkers LITTOOIJ OLTHOFF, Spanjaardstraat, Middelburg. TELEFOON 238. GIRONUMMER 42280. EEN TAAK DES GEESTES. En die (de Trooster) gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel van zonde, omdat zij in Mij niet ge- looven en van gerechtigheid, omdat ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien en van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. Joh. 16:8—11. Moeilijk is het nu wel, heel moeilijk voor Christus' zaak. Straks zal Hij overgeleverd wor den, zal Hij sterven, zal Hij opstaan, zal Hij ten hemel varen, zal Hij dus de aarde, Zijn discipelen en Zijn geloovigen verlaten en wat heeft Hij bereikt Zeker, het werk, dat God Hem te doen ge geven heeft, dat heeft Hij gedaan, ten volle, maar waar blijft de erkenning der menschen Hij is tot de Zijnen gekomen, maar de Zijnen hebben Hem verworpen, straks zal het Bonds volk Hem kruisigen, nog maar een enkele volgt Hem, en zij begrijpen van Zijn goddelijke zen ding nog maar zoo weinig, dat zij nog altijd gevangen zitten in de idee, dat hun Meester een aardsch koninkrijk zal oprichten. Ja, duister schijnt het te zijn met Christus' zaak. Is Hij nu moedeloos Staakt Christus nu maar Zijn werk wat helpt het? Zoo weinig erkenning Neen, Jezus is niet moedeloos, Hij ziet meer dan het droeve heden van nu, Hij weet immers, dat de Heilige Geest komen zal, en die Heilige Geest zal immers Zijn werk voltooien. En daarom Zijn werk is niet nutteloos, Chris tus zal erkenning vinden, en, in den avond voor Zijn diepste vernedering, schouwt Christus pro fetisch. Zijn heerlijkste verhooging, daar is im mers een overwinnigsweg des Geestes, die Geest zal de wereld erkenning afdwingen, van wat Christus is. En dan spreekt Christus van de overwinning des Geestes op de wereld. Hoe zal de Geest dat doen Hij zal komen tot U. Hij zal woning maken onder de discipe len, met andere woorden, als de Heilige Geest Zijn overwinningsweg gaat afloopen, begint Hij vanuit de Kerk, de discipelen vertegenwoordigen immers de Kerk. De vesting als het ware, van waaruit de Hei lige Geest strijden zal, is Zijn gemeente, zijn dus ook wij. Begrijpen-wij-dat goed? Wij de vesting, van waaruit de Heilige Geest de wereld gaat over winnen. Heerlijk voor Christus' Kerk, dat daar die Heilige Geest een steunpunt vindt, een plaats, van waaruit Hij opereert. Wij begrijpen dit nietWij, zwakke, klein- geloovige, twijfelmoedige, telkens weer zondigen de gemeente om Jezus Christus, wij het steun punt des Geestes Wij.,, die telkens weer tobben, of wij wel den Heiligen Geest -ontvangen hebben, die telkens weer de wereld gelijkvormig worden, wij het steunpunt des Geestes, van -waaruit de wereld overwonnen wordt. Wat- moet ons-dat niet diep beschamen En hoe rijst de vraag niet in ons hart op, hoe kan het Maar, ook des Geestes kracht wordt in zwak heid volbracht, zien wij het niet in de historie, dat de Heilige Geest overtuigd heeft, en nog overtuigt*-Gode zij dank, ook door ons. Ja, de Heilige Geest heeft overwonnen, en gaat nog steeds overwinnende voort. Van ons uit, door ons Van de discipelen uit overtuigde Hij eerst het Joodsche volk, en, daarna de Heidenen, de wereld. Waarvan Van zonde, van gerechtigheid, en van oordeel Wat dacht het Joodsche volk daarvan? Toen daar die profeet uit Nazareth kwam, die zijn vinger legde op het eigenwillige van den Jood- schen godsdienst, op hun eigengerechtigheid, op de verkeering van Gods Woord, toen die pro feet met Nazareth zei, dat Hij de Messias was, ja zelfs de Zoon van God, wat zondigde toen in hun oog die Nazarener, toen hebben zij ge rechtigheid geoefend, voor dien Godslasteraar het kruis, en Zijn dood was het zekerste teeken, dat Gods oordeel op hem was gekomen. Toen hebben de Joden gedacht, dat zij de zonde de Godslastering van den Nazarener met het volk hadden weggedaan, dat ook nog, onder vreemde overheersching gerechtigheid mogelijk was, dat zoo kennelijk Gods oordeel op dien Nazarener gerust had. Maar nu zal de Heilige Geest zeggen, dat het met die dingen gansch anders staat. Zonde is juist, dat zij in Christus niet gelooven! Hij is toch de gezondene des Vaders, Zijn eigen Zoon, die Zijn wil kwam volbrengen, Hij is de Eenige, door wien naar 's Vaders wil nog zaligheid mogelijk is. En Hem hebben zij, het Bondsvolk, verworpen. De Heilige Geest zal ze zeggen, dat is zonde. En gerechtigheidDat Jezus ten hemel kon varen, door God opgenomen werd in Zijn heiligen hemel, dat is het bewijs van Jezus' ge rechtigheid (Ps. 15: 1), dat feit van Jezus' he melvaart zal de Heilige Geest der Joden voor houden, en als zij dan aan de Schrift vasthou den, dan zullen zij moeten erkennen, dat dat gerechtigheid is. Gerechtigheid is niet, dat Jezus uitgestooten werd van de aarde, maar gerechtigheid is, dat God Jezus opnam in den hemel. En oordeelals het zoo is, als de Heilige Geest zal zeggen, dan is het natuurlijk ook het oordeel heel anders als de Joden denken. De Heilige Geest zal ze leeren, dat niet Jezus, maar zijn grootste tegenstanders, Satan, de overste dezer wereld geoordeeld is. Jezus' kruisdood, gevolgd door Zijn opstanding was niet een ne derlaag voor Jezus, maar integendeel een neder laag voor Satan, van toen af is Satans macht gebroken tot eens zijn macht voorgoed onder gaan zal. Maar niet alleen aan de Joden, ook aan de gansche wereld zal de Heilige Geest zeggen, wat zonde is, wat gerechtigheid, wat oordeel is. En is dit nog niet noodig Om maar een voorbeeld te noemen, als de Heilige Geest het ons niet zei, dat Jezus' dood op Golgotha het oordeel was van Satan, zouden wij dat dan wel weten Immers neen, een blik om ons heen zou ons juist doen denken, dat Satan regeert, en dat eenmaal hem zal zijn alle macht op aarde. Maar het is niet zoo. De Heilige Geest zal zeggen, en Hij zal het de wereld afdwingen en Hij dwingt het de wereld af, dat de overste dezer wereld alreeds geoordeeld is. Hij zal die erkentenis afdwingen. De Geest zal de wereld alle argumenten met handen slaan, alles ontzenuwen, de wereld zal zich gewonnen moeten geven, erkennend Jezus is de Zoon van God, het is zonde, in Hem niet te gelooven, Hij heeft een volkomen gerechtig heid, en Satan is geoordeeld. De Jood zal komen, en dat erkennen, en de Romein zal komen, en dat erkennen, en de Griek, de wijsgeer, de politicus, de kunstenaar, de man van de straat, en Lenin, en Ghandi, en Musso lini, zij zullen allen komen, daar zal niemand meer zijn, die tegenspreekt, die zich verheft om iets anders te getuigen, dan de Geest getuigt. Het zal op verschillende manier gaan de we reld wordt op verschillende wijze toegebracht, de een zoo, de ander zoo, maar zij zullen allen eenmaal getuigenJezus is Heer. Voor velen, een schare, die niemand tellen, kan, zal die toe brenging tot zaligheid zijn zij zullen zich laten leiden tot Christus, zij zullen aan Zijn voet knie len, en Hem juichend erkennen als hun Heer. Er zullen ook anderen zijn, zij zullen zich moe ten laten overtuigen, zij verharden zich steeds weer, en sterven met den haat-uitroepToch hebt gij overwonnen, vervloekte Nazarener. Er zullen er ook zijn, die eerst zullen moeten sterven in de helsche pijnen zullen moeten komen, en die dan pas zullen belijden Jezus is Heer. Maar hoe dan ook, eens zal de geheele we reld staan voor Jezus, als komt de groote dag van gerechtigheid en oordeel, als zij allen Jezus zullen zien, zij, die Hem doorstoken hebben, maar ook zij, die treurden om Zijn heengaan, de geloovigen, allen, klein en groot, jong en oud, gezaligden en verdoemden, ook de overste der wereld en zijn legerscharen, zij zullen allen neer vallen, en belijdenJezus is Heere. Die erkenning zal moeten volgen zoolang de wereld zoover niet is, zal de Heilige Geest niet ophouden met getuigen, dat is het einddoel van deze taak des Geestes, en dat einddoel zal wor den bereikt, in een weg van liefderijke toebren ging, en zachte leiding, maar ook in een weg van zware straf en eeuwige verdoemenis jui chend of tandenknarsend, met eeuwige liefde tot onzen Heere, of met eeuwige haat tot hun Rechter, maar de geheele wereld zal buigen en knielen voor Jezus, want de Heilige Geest zal komen, en overtuigen van zonde en van gerech tigheid en van oordeel. En nu is de vraag hebben wij ons laten over tuigen, of spreken wij nog altijd tegen, hetzij met ons woord, hetzij met onze daad Meliskerke. M. VREUGDENHIL. UIT HET JAARBOEK DER V. U. 1931. Daar het jaarboek gezonden wordt aan alle leden en begunstigers en dus ook in onze pro vincie in vele handen komt, is niet noodig dat we daaruit ruim citeeren wat ook zijn bezwa ren zou hebben met het oog op onze plaatsruim te. Toch willen we enkele dingen hier releveeren in de hoop, dat dit prikkelen moge het jaarboek zelf ter hand te nemen. Zoo willen we bijzonder de aandacht vragen voor de rede, waarmee Z. Exc. A. W. F. Iden- burg ten vorigen jare de vijftigste algemeene ver gadering opende. Met grooten nadruk wordt er in die rede op gewezen dat niet alleen de stich ting van de V.U. een geloofsstuk was, maar dat ook voortdurende geloofsactie noodig is om haar in stand te houden en haar ontwikkeling te lei den. Het geloof, dat Jezus is de Zoon van God, is de diepste grondslag, de voortdrijvende kracht, de voortdurende prikkel voor de Vereeniging en voor de Vrije Universiteit. Het jaarboek herinnert gelijk ook niet an ders kanmet groote dankbaarheid aan de schoone jubileum-dagen het vorig jaar in de maand October in Amsterdam gehouden. Over die feesten we willen dat hier even vermelden verscheen een keurig uitgegeven, in linnen band gebonden, Gedenkboek. 228 blad zijden groot, waarin volledig werden opgenomen alle redevoeringen, die toen werden gehouden. Het is een rijk genot voor wie deze dagen mocht meemaken door de lezing van dit Gedenkboek, ze als opnieuw te doorleven. En voor wie die dagen niet kon meemaken biedt dit boek een te waardeeren schadeloosstelling. Aan alle cor respondenten werd dit boek gratis gezonden als een blijk van waardeering voor hun arbeid en als een prikkel om in trouwen arbeid voort te varen. We hopen, dat het ook in den boekhan del verkrijgbaar zal worden gesteld en kunnen dan niet dringend genoeg opwekken zich dit mooie boek, dat met vele foto's is versierd, aan te schaffen en te lezen. De eerepromoties van Z.Exc. H. Colijn, Ds. D. Bakker, Ds. J. C. Rullmann en Prof. Sébéstijen van Boedapest worden gememoreerd. Hierbij willen we nog zij het wat laat aankondigen een uitgave van J. H. Kok te Kam pen, getiteld de Eerepromotie van Z.Exc. H. Colijn. Daarin vindt men de rede van den pro motor Prof. Diepenhorst en het antwoord van Dr. H. Colijn. Met beider portret. Een mooie herinnering aan die plechtigheid. De Wis- en Natuurkundige faculteit is nu be zet door drie gewone hoogleerarenDr. J. Coops Dr. G. J. Sizoo en Dr. F. Koksma en een buitengewoon hoogleeraar Dr. M. van Haaften. Uit het finantieele gedeelte nemen we hier over dat voor het uitbreidingsfonds ruim 500.000 werd ontvangen. Door de jubileum-collecte in 577 Geref. Kerken gehouden werd ontvangen 33598.883/?. Voorzeker een mooi bedrag. De contributie-opbrengst bedroeg 123.292.48. Daar in zit een vooruitgang sinds het vorig jaar van ruim 11.000. Maar aan de 160.000 is het nog niet toe. Het aantal leden klom van 1338 tot 1444. Het aantal contribuanten van 33187 tot 37666. In Zeeland zijn er nu 5 leden meer dan in 't vorig jaar, n.l. 44. En het aantal contribu anten werd 126 hooger en is nu 2278. We mogen dus nog niet de gedachte koesteren, dat we er zijn. Het moet de aandacht trekken, dat Fries land-Zuid met 32368 Gereformeerden, nog ruim 500 minder contribuanten heeft dan Zeeland met 26662 Gereformeerden. Uit de collecten-bijlage blijkt - en dat is ons een voldoening dat alle kerken in Zeeland zich gehouden hebben aan het besluit der Gen. Synode om twee Zondagen per jaar voor de Theol. Faculteit te collecteeren. Moet dit jaaroverzicht stemmen tot groote dankbaarheid voor het vele goede, dat God de Heere aan Vereeniging en Universiteit wilde schenken, het moet ook prikkelen tot voort durende en verhoogde activiteit om almeer op elk terrein van wetenschap de banier der waar heid tot volle ontplooiing te brengen. En daarbij moet dan ook bedacht worden wat de heer Idenburg zei in z'n openingsrede over de vierde faculteit„Indien er hoogleeraren aan onze Universiteit zijn, die een zware taak te vervullen hebben en ik ben overtuigd, dat van allen de taak zwaar is dan zijn het wel de hoogleeraren in de vierde faculteit, die een grooten last hebben te dragen. Zij moeten die per veel dieper -dan anderen graven om de vaste steunpunten, die de Gereformeerde begin selen ook voor die vakken geven, te vinden en daarop naar eisch van die beginselen voort te bouwen." Noodig blijft dat voor hen en voor alle hoog leeraren en voor de studenten het gebed opga, dat God hen door den Geest van Christus be kwame tot hun arbeid. DE CIRCULAIRE OVER ZIEKTEVERZEKERING. Aan de kerken werd dezer dagen verzonden een circulaire van de Invaliditeits-Coöperatie, gevestigd in Den Haag, om op te wekken tot aansluiting daarbij met het oog op de uitvoering van de Ziektewet. Het kan van belang zijn voor onze kerken, dat we hier overnemen wat „De Heraut" daar over schreef in het nummer van 24 Mei j.l. Prof. Kuyper won over deze zaak het advies in van een deskundige. Diens conclusies laten we hieronder afdrukken, j Die adviseur raadt dan onze kerken aan le. Zich niet aan te sluiten bij de Invalidi- teits-Coöperatie, aangezien de kerken niet val- len onder alinea c. van het Koninklijk Besluit j in deze materie. 2e. Indien de kerk of diaconie geen inrich- i tingen onder haar beheer heeft, als Weeshuizen, leeszalen, ziekenhuizen, tehuizen voor ouden van dagen, poliklinieken, wijkverpleging enz., zich toch zekerheidshalve tegen 1 Juli 1931 bij den Raad van Arbeid op te geven, die dan vermoe delijk beslissen zal, dat deze opgave ten on rechte geschied is. Beslist de Raad van Arbeid echter anders dan moet de kerk in hooger be roep gaan. Besluit de beroepsrechter in den aan gegeven zin, dan is het geval daarmede afgedaan. 3e. Beheert de kerk of diaconie wel zulk een inrichting als weeshuis, huis van ouden van dagen enz., dan geldt wel de wettelijke verplichting tot verzekering en moet de kerk of diaconie zich daartoe aansluiten bij den Raad van Arbeid of een bedrijfsvereeniging. Niets te doen en de zaak op haar beloop te laten, is zoo merkt die raadsman op ge vaarlijk omdat men dan toch later de premie moet betalen en bovendien nog het ziekengeld dat eventueel de Raad van Arbeid betaald heeft. Tot zoover het advies. Wie meer hiervan we ten wil, zij naar het genoemde Heraut-artikel verwezen. Het bovenstaand is, naar we meenen, voor onze kerkeraden voldoende. HEIJ.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1931 | | pagina 1